Investeringsklimaat onder druk: een dringend beroep op het toekomstig kabinet
Auteur: Tjarda Molenaar , Marc van Voorst tot Voorst | 06-02-2024
Sinds 2007 staken private equity- en venture capital- investeerders maar liefst 77 miljard euro in het Nederlandse bedrijfsleven. Private equity-partijen investeerden fors in mkb-bedrijven waarvoor het de afgelopen tien jaar steeds lastiger werd om financiering te krijgen bij banken. Venture capital-investeerders stelden kapitaal beschikbaar aan startups en scale-ups en zorgden er met deze steun voor dat innovatieve technologieën van de grond kwamen – technologieën die noodzakelijk zijn om grote maatschappelijke uitdagingen te tackelen. Denk aan de energietransitie, de transitie in de zorgsector en ook een efficiëntere voedselvoorziening.
Zowel private equity als venture capital leveren een belangrijke bijdrage aan de groei in Nederland. Investeerders zijn de drijvende kracht achter innovatieve bedrijven. Ook zorgen deze investeerders ervoor dat er goede rendementen gemaakt worden voor pensioenfondsen, waarvan uiteindelijk alle pensioengerechtigden profiteren. Dit klinkt prachtig, maar is allesbehalve vanzelfsprekend. De bedrijvigheid staat of valt met een goed investeringsklimaat. Het is aan de politiek om hier zorg voor te dragen. De laatste tijd lijkt de aandacht voor het scheppen van de juiste voorwaarden te verslappen. We roepen het nieuw te vormen kabinet op het huidige investeringsklimaat te versterken. Daarbij hebben we vier aanbevelingen.
- Verstevig de Europese concurrentiepositie
In het najaar van 2022 introduceerde Amerika de Inflation Reduction Act (IRA) – een omvangrijk pakket maatregelen om de Amerikaanse economie te vergroenen. Niet alleen bestaande bedrijven konden aankloppen voor aantrekkelijke subsidies, ook bedrijven die zich in Amerika vestigden, konden zich verheugen op een flinke pot dollars. Het leidde ertoe dat Nederlandse ondernemingen als ASML investeringen deden in Amerika, terwijl de investeringen in Europa beduidend lager lagen of zelfs uitbleven. Natuurlijk is het goed nieuws dat Amerika een ambitieus klimaatbeleid invoerde. Tegelijkertijd moet Europa ervoor waken dat het niet aan aantrekkingskracht inboet. Het is hoog tijd een Europees antwoord te formuleren op de IRA. Mede door de deglobalisering heeft ook Azië zich – naast Amerika – ontwikkeld tot economische grootmacht. We moeten oppassen dat we niet wegzakken naast deze machtsblokken. Ook Europa en Nederland moeten aantrekkelijk blijven voor bedrijven om zich te vestigen. Om dit te bereiken moet er binnen de EU een gelijk speelveld zijn. Zo kan de kapitaalmarktunie worden verbeterd – dat maakt het makkelijker om te beleggen in andere EU-landen. Ook moet de duurzaamheidswetgeving behapbaar en internationaal competitief zijn – met strengere wetgeving dan in bijvoorbeeld Amerika prijzen we onszelf uit de markt. - Bewaak het nationale investeringsklimaat
Nederland staat bekend als een land waar veel wordt geïnvesteerd in groei en innovatie. En waar venture capital en private equity een belangrijke rol spelen. Van oudsher verwelkomen we bedrijven en investeerders. Mede aan die ondernemingsgeest danken we onze welvaart en onze cultuur. Onze uitgangspositie is nog altijd goed: we hebben een hoogopgeleide beroepsbevolking, zijn ondernemend en spreken meerdere talen. Maar de laatste jaren wordt het ondernemingsklimaat ernstig bedreigd. Vanuit de politiek en de samenleving klinkt er steeds vaker kritiek op het bedrijfsleven. Sinds de financiële crisis wordt er sceptisch gedacht over ondernemen en geld verdienen. Deze kritische houding is zo ver doorgeslagen dat het impact heeft op het bedrijfsleven. Het leidde er bijvoorbeeld toe dat Shell en Unilever besloten hun hoofdkantoor te verplaatsen naar Londen.
Deze ontwikkeling is zorgelijk. We moeten ervoor waken dat de negatieve grondhouding jegens het bedrijfsleven niet van invloed is op het investeringsklimaat. We hebben enkele concrete aanbevelingen: laten we stoppen met het strenger interpreteren van Europese wet- en regelgeving. Als Nederland aantrekkelijk wil blijven, is een gelijk speelveld met andere Europese landen noodzakelijk. Ook moeten we zorgen voor fiscale stabiliteit. Mogelijk wordt de 30 procent-regeling voor expats verder aangescherpt. Dankzij deze regeling krijgen expats korting op de loonbelasting, ter compensatie van eventuele extra kosten. De termijn waarvoor de regeling geldt, is eerder al teruggedraaid van zeven naar vijf jaar. Nu wordt de periode nog verder verkort naar maximaal 20 maanden. Het zou een vergissing zijn die regeling te versoberen. Talent is schaars, professionals kunnen kiezen uit verschillende internationale werkgevers. Laten we dus vooral geen barrières opwerpen voor potentiële werknemers. - Versterk het startup- en scale-up-ecosysteem
In Nederland wordt flink geïnvesteerd in veelbelovende startups en scale-ups. Dat is belangrijk, omdat kapitaalinjecties in snelgroeiende bedrijven bijdragen aan innovatie en ondernemerschap. Er is echter veel meer kapitaal nodig om de grote transities die we als maatschappij moeten maken, te kunnen financieren. Dat is ook mogelijk als er meer pensioengeld in de venture capital-sector zou worden gestoken. Pensioenfondsen zijn dankzij hun langetermijnhorizon bij uitstek geschikt om kapitaal beschikbaar te stellen aan venture capital-investeerders, die op hun beurt maatschappelijke transities kunnen aanjagen.
Als NVP zijn we daarover al enige tijd in gesprek met grote pensioenfondsen en ook met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Weliswaar beleggen pensioenfondsen al mondjesmaat in venture capital-fondsen, maar het mag nog veel meer zijn. In het verleden waren pensioenfondsen niet erg happig op investeren in venture capital. Het zou om te kleine bedragen gaan, de track records van de fondsen zouden niet lang genoeg zijn, de rendementen zouden te laag zijn. Al deze argumenten zijn inmiddels weerlegd – pensioenfondsen zijn er inmiddels van overtuigd dat ze positieve impact kunnen maken als ze in venture capital-fondsen beleggen. Maar dit kost tijd. Pensioenfondsen zullen zich moeten beraden in welke fondsen ze willen investeren, ze moeten een netwerk opbouwen en kennis opdoen.
Er is nóg een reden waarom pensioenfondsen veel meer in de Nederlandse venture capital-sector zouden moeten investeren. Succesvolle scale-ups die toe zijn aan een nieuwe financieringsronde, zijn nog te vaak afhankelijk van investeerders uit het buitenland – vaak Amerikaanse spelers. Het leidt er niet zelden toe dat het hoofdkantoor of het hele bedrijf verhuist naar de andere kant van de Atlantische oceaan. Als Europese venture capital-fondsen dankzij de pensioenfondsen over meer kapitaal beschikken, blijven deze scale-ups in Europa en Nederland.
Om het ecosysteem voor prille startups te versterken, hebben we eveneens een dringend advies. Er zijn verschillende stimuleringsregelingen waarvan deze piepjonge bedrijven gebruikmaken. Daarmee kunnen ze experimenteren met kansrijke technologieën en zich verder ontwikkelen. Momenteel worden deze regelingen geëvalueerd. Dat is goed, maar minder positief is dat allerlei politieke partijen nu al met initiatieven komen om de regeling te veranderen. Ons advies is: wacht de uitkomsten van de evaluatie eerst af. Verdiep je vervolgens in de data, feiten en cijfers voordat er nieuwe voorstellen worden gedaan. Investeerders hebben baat bij consistent en voorspelbaar beleid. - Vermijd ongefundeerde kritiek
Terwijl op Europees niveau nadrukkelijk wordt gekeken hoe private equity en venture capital kunnen helpen de economie te laten groeien en transities te realiseren, gebeurt dit in Nederland nog onvoldoende. Sterker nog, de politiek laat zich geregeld ongenuanceerd uit over private equity. Politieke partijen laten zich leiden door hun onderbuikgevoel en dienen soms stevige moties in om de sector aan banden te leggen, vaak zonder te onderzoeken hoe het daadwerkelijk zit. Dit schaadt het investeringsklimaat. Baseer uitingen over de industrie dus op feiten, cijfers en onderzoeken.
Nederland laat kansen liggen
Het is tijd voor een wake-up call. De politiek moet zich bewust zijn van de risico’s die samenhangen met het veronachtzamen van het investeringsklimaat. Kort na de Brexit, in 2016, publiceerde de New York Times een overzicht van Europese steden die het in zich hebben om Londen als financieel centrum te vervangen. Helemaal bovenaan die lijst stond Amsterdam. Acht jaar later hebben we nog altijd de potentie om uit te groeien tot een van de belangrijkste financiële en economische centra van Europa, maar dat vergt visie en geloof in investeerders en ondernemers. Daarbij kunnen vooral venture capital en private equity nog een veel sterkere drijvende kracht worden voor de technologieën die noodzakelijk zijn om grote maatschappelijke uitdagingen op te lossen. De boodschap is: zorg voor een goed investeringsklimaat. Doen we dat niet, dan laten we kansen liggen. En daar zullen we spijt van krijgen.
Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 02 2024.