Cfo, wees eerlijk over de haalbaarheid van duurzaamheidsambities
Vol goede moed en met grote ambities maakten bedrijven enkele jaren geleden een veelbelovende start met hun duurzaamheidsbeleid. Ze reduceerden het aantal zakelijke vliegreizen, stapten over op elektrisch vervoer, legden zonnepanelen op het dak en namen andere groene maatregelen. Maar de realiteit blijkt weerbarstiger. De transitie naar duurzaamheid vereist tijd, vergt aanzienlijke investeringen en vraagt om een zorgvuldige afweging van verschillende belangen. Terwijl het bedrijfsleven aanvankelijk hoge verwachtingen had over een snelle transitie, kantelt dat beeld langzaam. Het besef groeit dat de opgave complex is en dat die niet binnen afzienbare tijd is opgelost.
Tegelijkertijd dwingt nieuwe regelgeving, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), bedrijven om transparanter te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Sinds dit jaar zijn grote, beursgenoteerde bedrijven verplicht om verslag te doen van hun impact op mens, milieu en de risico’s die samenhangen met klimaatverandering. Het gaat niet alleen om CO2-uitstoot, maar bijvoorbeeld ook over hoe de bedrijfsactiviteiten de biodiversiteit en mensenrechten beïnvloeden. De CSRDverplichting zal naar verwachting leiden tot duidelijkere plannen van bedrijven en een prominentere rol voor cfo’s in het duurzaamheidsbeleid.
Voortdurend balanceren
Veel cfo’s staan momenteel voor uitdagende keuzes. Enerzijds moeten ze investeren in duurzaamheid om te voldoen aan maatschappelijke verwachtingen en regelgeving. Anderzijds dragen zij de verantwoordelijkheid om de organisatie financieel gezond te houden. Ze moeten voortdurend balanceren tussen beide belangen. Het is voor cfo’s een behoorlijke uitdaging om sterke businesscases te vinden die zowel rendement opleveren als duurzaamheid nastreven.
Zo kan een zuivelproducent niet zomaar stoppen met de productie van dierlijke zuivel. Dat zou immers ten koste gaan van het rendement, met als gevolg dat investeringen in de ontwikkelingen van duurzamere alternatieven vertraging oploopt. Voor oliemaatschappijen geldt hetzelfde. Van de ene op de andere dag afstappen van fossiele brandstoffen is (nog) niet reëel. De maatschappij is daar ook niet op ingericht.
Het is goed te bedenken dat de duurzaamheidstransitie niet in elke sector hetzelfde en met dezelfde snelheid zal verlopen. In de retail worden grote stappen gezet. Het assortiment aan plantaardige producten in supermarkten groeit snel. Afgedankte meubels van woonwarenhuizen worden opnieuw aangeboden of gerecycled tot nieuwe producten. Maar er zijn ook sectoren waar het lastiger is. Zo zal het in de luchtvaart tijd kosten voordat de eerste elektrische vliegtuigen de lucht ingaan. Ook het verduurzamen van de mobiliteitssector vereist tijd. Het uitrollen van een fijnmazige infrastructuur voor elektrisch vervoer is niet één-twee-drie gepiept.
Om de duurzaamheidstransitie kracht bij te zetten is een daadkrachtig langetermijnbeleid nodig vanuit de overheid. Als bedrijven en consumenten weten waar ze aan toe zijn, kunnen zij weloverwogen besluiten nemen over duurzaamheidsinvesteringen. Dat het nieuwe kabinet een andere koers kiest dan hun voorgangers, stelt bedrijven en consumenten voor een uitdaging.
Wees transparant en eerlijk
Het besef dat de duurzaamheidstransitie complex en kostbaar is, wint langzaam terrein. Dat realisme sijpelt nu ook door in de financiële plannen en toekomstverwachtingen. Het brengt cfo’s in een lastig parket. Ze worden geconfronteerd met groeiende maatschappelijke druk en strengere wet- en regelgeving om te verduurzamen, maar zijn tevens verantwoordelijk voor gezonde bedrijfscijfers. Hoe brengen cfo’s beide belangen in evenwicht? Er zijn enkele belangrijke do’s en don’ts:
- De cfo moet dicht bij de cijfers blijven en scherp letten op het verwachte rendement van nieuwe, duurzame producten of investeringen. Ook is het van belang realistisch te zijn over de snelheid waarmee oude producten en diensten kunnen worden afgebouwd.
- De cfo moet goed aanvoelen hoe hij of zij succesvol balanceert tussen de belangen van verschillende stakeholders: overheid, aandeelhouders, medewerkers en klanten.
- In het verlengde daarvan is het voor de cfo cruciaal om naar alle stakeholders transparant te rapporteren over de voortgang en de uitdagingen. Daarbij zal de financieel bestuurder zich moeten realiseren dat stakeholders teleurstellen soms onvermijdelijk is. Om dat te verduidelijken: als het bedrijf een nieuwe productielijn of nieuwe producten introduceert, levert het misschien niet direct financieel rendement op. In dit geval moet hij of zij de aandeelhouder vragen om geduld. Tegelijkertijd zal de cfo moeten anticiperen op de maatschappelijke onrust – steeds vaker rammelen milieuactivisten aan de deur of stappen ze naar de rechter om duurzamere plannen af te dwingen.
Het advies aan de cfo is om vaker in gesprek te gaan en vooral eerlijk en realistisch te vertellen welke keuzes nodig zijn. Leg voortdurend uit dat het verduurzamen van een bedrijf alleen kan als het financieel gezond blijft. En dat een bedrijf niets heeft aan duurzame investeringen als die niet leiden tot financieel rendement. Veel bedrijven gaan moeilijke gesprekken liever uit de weg, maar stilzwijgen zal op de langere termijn juist leiden tot grotere uitdagingen.
Route uitstippelen
Kortom, de weg naar duurzaamheid voor bedrijven is er een van realisme en transparantie. De cfo zal een duidelijke route moeten uitstippelen en er rekening mee moeten houden dat de snelheid van implementatie kan verschillen per sector en bedrijf. Uiteindelijk is het doel helder: de transitie naar een duurzame organisatie die ook financieel gezond is. Daarbij is het de kunst om de juiste balans te vinden tussen ambitie en haalbaarheid, tussen maatschappelijke verwachtingen en bedrijfseconomische realiteit. De cfo is de aangewezen persoon om die rol van bruggenbouwer op zich te nemen.
Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 08 2024.