Europa moet zijn eigen China-koers varen
Auteur: Jan Bletz | Beeld: Ricky Booms | 23-09-2025
Europa bevindt zich op een kruispunt in de relatie met China. Te lang hebben Europese leiders zich laten leiden door de Amerikaanse agenda. Europa nam dit Amerikaanse narratief klakkeloos over, met ingrijpende gevolgen. Het voorbeeld van ASML spreekt boekdelen. De exportbeperkingen die het bedrijf opgelegd kreeg, waren bedoeld om China’s technologische vooruitgang af te remmen. Het resultaat was precies het tegenovergestelde: China kreeg een extra prikkel om eigen alternatieven te ontwikkelen en staat nu sterker dan ooit in de mondiale chipindustrie. De machines die ASML in China verkocht, waren juist de cash cows die het bedrijf nodig had om zijn eigen onderzoek en Chiontwikkeling te financieren. Door deze inkomstenbron af te snijden, verzwakte Europa niet alleen zijn eigen kampioen, maar creëerde het ook een businesscase voor Chinese bedrijven. Zolang ASML leverde, vergde de eigen ontwikkeling van de lithografietechnologie daar veel te hoge investeringen voor. Maar toen het duidelijk werd dat ASML niet meer mocht leveren, viel dat bezwaar weg: China moest die technologie hoe dan ook zelf ontwikkelen.
Nog een voorbeeld: het Nederlandse fregat dat in 2021 in door China geclaimd gebied in de Zuid-Chinese Zee voer. Door in dit door China geclaimde gebied te varen, willen de VS en hun bondgenoten het recht van vrije doorvaart in internationale wateren bekrachtigen. Als argument daarvoor wordt het belang van deze route voor de internationale scheepvaart aangehaald. Echter, wat daar niet bij wordt vermeld, is dat het met name gaat om handel met China en dat het dus niet in Chinees belang is om vrije doorgang voor handelsschepen te dwarsbomen. Met een verouderd kanon – dat letterlijk zat vastgeroest – had het Nederlandse fregat zich bij een aanval onvoldoende kunnen verdedigen. De tocht was een provocatie richting China, waarbij een goede relatie met de VS zwaarder woog dan het risico op een gewapend conflict met China. Een vergelijkbaar verhaal speelde zich af bij Huawei. Toen Google de levering van zijn besturingssysteem moest stopzetten, ontwikkelden de Chinezen razendsnel een eigen alternatief. Dit systeem werd in een tweede versie compatibel gemaakt met IoT-apparaten, waaronder zelfrijdende auto’s, en vormt nu de basis voor vooruitstrevende oplossingen op het gebied van autonoom rijden. Wat bedoeld was als sanctie, werd een katalysator voor Chinese innovatie. De Amerikaanse ‘spin’ liet zich ook in andere gevallen gelden. Zo werd de kwestie van de Oeigoeren aangegrepen om beperkingen aan ASML te rechtvaardigen. De redenering: chips uit ASML-machines konden belanden in Chinese surveillancecamera’s. Maar als Europa werkelijk had willen handelen vanuit mensenrechten, waren andere acties logischer geweest. China had immers jarenlang met Europese partners aan tafel gezeten om zijn zorgen over terrorisme in Xinjiang te bespreken. Door de Amerikaanse framing over te nemen, liet Europa na om een eigen, effectiever pad te kiezen.
Het is hoog tijd dat Europa zelf zijn koers bepaalt. Met een eigen strategie, die niet blindelings de Amerikaanse lijn volgt, maar gebaseerd is op een nuchtere analyse van feiten en belangen. Nu de VS onder Donald Trump steeds meer neigen naar isolationisme, is het bovendien een uitgelezen moment om afstand te nemen van het eenzijdige, negatieve Amerikaanse beeld van China.
Een gevaarlijke kenniskloof
Een eigen strategie begint met kennis. Precies daar ontbreekt het aan. Europa lijdt aan een gevaarlijke kenniskloof als het gaat om China. Het aantal Nederlanders met diepgaande kennis van de Chinese taal, cultuur en economie is schrikbarend klein. Universitaire opleidingen zijn wegbezuinigd, denktanks zijn financieel afhankelijk van ministeries en volgen daardoor vooral de Haagse agenda. Bedrijven die wel China-expertise in huis hebben, zien deskundigen soms geweerd worden uit angst voor vermeende ‘banden met China’.
Deze kenniskloof heeft concrete gevolgen. Wie de Chinese taal beheerst en de culturele context begrijpt, opent deuren die anders gesloten blijven. Communicatie verloopt soepeler, onderhandelingen worden effectiever en bedrijfsstrategieën kunnen veel gerichter worden ingezet. Het aantal mensen in Nederland met dit niveau van China- kennis is echter bedroevend gering.
Daarbovenop spelen ook de media een rol. Journalisten richten zich vaak op negatieve verhalen, omdat die beter scoren. Een journalist die schrijft over de aardbevingen in Groningen zal het niet gauw hebben over welke huizen overeind staan, maar uitsluitend over de ingestorte gebouwen. Zo is het hier ook: het slechte nieuws over China overvleugelt het goede nieuws. Zo ontstaat een ongenuanceerd beeld dat telkens de angst voedt en de complexiteit verhult. Het gevolg is dat bestuurders beslissingen nemen op basis van vooroordelen in plaats van feiten. In werkelijkheid is onze relatie met China dubbelzinnig: het land is zowel partner als rivaal, afzetmarkt én productieland, producent van goedkope rommel én geavanceerde hightech. Juist in die complexiteit schuilen zowel kansen als bedreigingen.
China als afzetmarkt
Decennialang zagen Europese bedrijven China vooral als gigantische markt om producten af te zetten. Maar die tijd is voorbij. Sectoren die als strategisch worden beschouwd, worden streng afgeschermd. Een Nederlands softwarebedrijf dat havens wilde voorzien van slimme surveillancesystemen, werd simpelweg geweerd: China duldt daar geen buitenlandse inmenging meer.
In andere sectoren, zoals offshore wind, lagen de kansen voor het oprapen. Nederlandse bedrijven die coatings leverden voor onderwateronderdelen beleefden gouden jaren. Maar ook daar geldt: de concurrentie is inmiddels moordend, en wie niet snel innoveert en lokaal slim samenwerkt, verliest. Zo wordt Philips’ positie in MRI-scanners steeds meer opgeslokt door Shanghai United Imaging. Een Nederlands mkb-bedrijf in de agrifoodsector ervoer dit pijnlijk aan den lijve. Een grote Chinese partij overwoog een order van 100 geautomatiseerde distributiesystemen, wat een enorme omzet zou betekenen. Uiteindelijk werden er slechts zeven afgenomen. De rest ontwikkelde het Chinese bedrijf intern zelf. Er blijven kansen. Maar het is wel zo dat zodra een Chinese speler thuis de dominante positie inneemt, deze een wereldwijde uitdager wordt.
Een innovatiemotor
Nog altijd duikt de misvatting op dat China slechts kopieert en niet innoveert. Dat beeld is niet alleen achterhaald maar ook gevaarlijk, omdat het Europese bedrijven blind maakt voor de werkelijke kracht van hun concurrent: het ongelofelijk grote innovatievermogen van China. Chinese consumenten staan veel positiever tegenover nieuwe technologieën dan hun Europese tegenhangers. Waar Europeanen zich zorgen maken over privacy-implicaties, omarmen Chinezen nieuwe ontwikkelingen met enthousiasme. Dit stelt Chinese bedrijven in staat om innovatie op innovatie te stapelen met een ongekende snelheid.
Waar Europese bedrijven voorzichtig aan doen, zet China half-afgemaakte producten gewoon in de markt. Gechargeerd gezegd: de regelgeving volgt later wel. Zo lopen Chinese bedrijven vaak voor bij autonoom rijden, biotechnologie en groene industrie. China kan worden gezien als een grote ‘zandbak’ voor technologieontwikkeling, niet alleen voor de binnenlandse markt, maar met als doel de wereldwijde markten te bedienen. Voor Europese bedrijven kan dit een kans zijn: zij kunnen profiteren van de mogelijkheden die de Chinese markt biedt om nieuwe producten razendsnel op de markt te brengen, te testen en om productielijnen op te schalen. Maar er zijn ook risico’s. Innovaties kunnen worden gekopieerd, verbeterd en tegen lagere kosten wereldwijd aangeboden.
Agendapunten
Wat vraagt dit van Europese bedrijven en politici? Enkele agendapunten: allereerst het besef dat negeren van China geen optie is. Wie denkt dat de Chinese markt kan worden overgeslagen, komt bedrogen uit. Zonder China is het vrijwel onmogelijk om wereldwijd concurrerend te blijven.
Tegelijkertijd mag naïviteit niet de boventoon voeren. Europa moet strategische sectoren beschermen, maar wel slim en proportioneel. Eenvoudige antidumpingmaatregelen? Dat is dweilen met de kraan open. Chinese bedrijven komen toch, er zijn ook geavanceerde Chinese hightechbedrijven die nooit staatssteun hebben ontvangen en technologisch inmiddels gelijkwaardig zijn aan of beter zijn dan Europese bedrijven. Een effectievere route is om voorwaarden te stellen die samenwerking en bescherming combineren. Denk aan het verplichten van joint ventures voor niet-Europese investeerders, zoals China zelf al jaren doet met zijn negative lists. Op die manier behoudt Europa controle over strategische sectoren en kan er toch worden samengewerkt en geïnnoveerd.
Daarnaast is investeren in kennis cruciaal. Nederland heeft een onafhankelijke denktank nodig, gefinancierd door het bedrijfsleven, die structureel onderzoek doet naar China en bedrijven voorziet van bruikbare inzichten en vergezichten. In Duitsland bestaan dergelijke door het bedrijfsleven gefinancierde denktanks al, zoals de Bertelsmann Stiftung, Robert Bosch Stiftung en Stiftung Mercator, die veel waardevoller langetermijnonderzoek kunnen doen dan de overheidsgefinancierde instituten. Alleen met een goed geïnformeerde basis kunnen bestuurders en politici beslissingen nemen die verder reiken dan de waan van de dag.
Tot slot vraagt dit om een mentaliteitsverandering in de boardroom. Wat deze dynamiek extra lastig maakt, is het fundamentele verschil in tijdshorizon. Europese bedrijven worden gedreven door kwartaalcijfers en aandeelhoudersdruk. Chinese bedrijven denken anders. Loyaliteit aan het collectief en het langetermijnbelang zijn diep verankerd. Veel werknemers accepteren lage lonen in de eerste jaren, als dit hun bedrijf sterker maakt voor de toekomst. Deze mentaliteit geeft Chinese bedrijven een structureel voordeel in sectoren waar geduld en volharding cruciaal zijn. Europese bedrijven kunnen daarvan leren. Kortetermijndenken inruilen voor strategisch langetermijndenken: dat klinkt misschien als wensdenken. Maar zonder deze omslag blijft Europa achter de feiten aanlopen in een wereld die steeds sterker door China wordt gevormd.
Essay door Sanne van der Lugt, strategisch adviseur en China-deskundige, en Valérie Hoeks, sinoloog en strategisch adviseur. Gepubliceerd in Management Scope 08 2025.
