Een integrale blik op ondernemingsfinanciering
Auteur: Willem Schramade | Beeld: Aron Vellekoop León | 10-12-2024
Dat bestuurders nadenken over de maatschappelijke impact van hun onderneming lijkt inmiddels een vanzelfsprekendheid. Het gaat niet langer alleen om winstmaximalisatie voor aandeelhouders, maar ook om de sociale en ecologische impact van de bedrijfsvoering. Toch worden die laatste twee aspecten nog nauwelijks verwerkt in de ondernemingsfinanciering. In jaarverslagen, presentaties en analistenrapporten van (beursgenoteerde) ondernemingen staat de aandeelhouderswaarde nog steeds centraal. Die nauwe blik heeft in de afgelopen decennia tot grote financiële waardecreatie geleid, maar tegen een enorme maatschappelijke prijs. Er is, ondanks de opkomst van duurzaam beleggen, ESG en de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive, nog altijd onvoldoende aandacht voor de maatschappelijke kosten en baten én de wenselijkheid van ondernemingsactiviteiten. Grote ondernemingen kunnen soms meer macht en invloed uitoefenen dan overheden, maar ze dragen niet de dienovereenkomstige verantwoordelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan vervuilende bedrijven die dankzij hun lobby bij de overheid ongestoord hun gang kunnen gaan of zelfs nog gesubsidieerd worden. Tegelijk zie ik dat ook bedrijven die wel degelijk op brede waarde willen sturen nog weinig concrete stappen zetten. Hen ontbreekt het vaak aan concrete handvatten voor een breder georiënteerd en rechtvaardiger model van ondernemingsfinanciering.
Hoe dan wel?
We moeten toe naar een integrale blik op waarde in ondernemingsfinanciering. Dit betekent dat men bij het investeren en financieren, zowel in de activiteit als in het denken, rekening houdt met sociale en ecologische waarde-effecten. Dat kan gebeuren door voortdurend naar die effecten te vragen, ze te verankeren in besluitvormingsprocessen door bijvoorbeeld minimumeisen te stellen of ze centraal te stellen in het waardecreatieproces van de onderneming.
Deze dingen gebeuren al, zij het mondjesmaat. Een nog grondigere aanpak is het om die sociale en ecologische waarde expliciet te bepalen en ze op een integrale waardebalans te zetten. Dat zijn eigenlijk drie balansen in één. Een balans op basis van boekwaarde geeft het perspectief weer van de boekhouder. Het perspectief van de investeerder (en traditionele ondernemingsfinanciering) komt naar voren op de marktwaardebalans. Het perspectief van zowel investeerders als samenleving is dan zichtbaar op de integrale waardebalans.
Waardevenster
Een model dat zich richt op integrale waardecreatie kijkt dus niet alleen naar F(inancieel), maar ook naar S(ociaal) en E(cologisch). Daarbij geldt: F op lange termijn, rekening houdend met transities, E binnen planetaire grenzen en S binnen sociale grenzen. Ieder van deze kapitalen dient gezond te zijn, en idealiter wordt er niet één gemaximaliseerd ten koste van de andere, maar versterken ze elkaar. In het ideale geval weerspiegelen de prijzen van producten en diensten ook sociale en ecologische kosten. Toch is het zelfs zonder precieze data over E en S mogelijk om beter inzicht te krijgen in de integrale waarde. Intuïtief weet vrijwel iedereen in een onderneming of producten, projecten en activiteiten waarde creëren dan wel vernietigen. Met hulp van ons Waardevenster kun je dit al na een middag brainstormen expliciet in kaart brengen.
Het Waardevenster classificeert activiteiten op twee dimensies. Ten eerste: creëren of vernietigen ze waarde op de F van Financiën. Ten tweede: creëren of vernietigen (zwart) ze waarde op Environmental (E) en Social (S). Een groot deel van onze economie zit nu nog in het rode kwadrant linksboven, waarbij we het financieel aardig doen, maar schade berokkenen aan mens en milieu. Bedrijven moeten zich afvragen welke weg ze kunnen afleggen om in het groene ‘win-win-kwadrant’ terecht te komen én hoe ze kunnen voorkomen dat ze afzakken naar het zwarte kwadrant, waarin ze het financieel ook niet meer goed doen – zoals nu bijvoorbeeld met de kolenmijnbouw aan het gebeuren is. Een mogelijke route bieden producten of activiteiten in het gele kwadrant 4, die nu nog niet winstgevend zijn maar wel goed scoren op E en S. Nieuwe wetten als de CO2-belasting kunnen activiteiten die nu winstgevend zijn ineens minder aantrekkelijk maken en andersom kunnen ze schone maar verlieslatende activiteiten juist winstgevend maken. Alleen al daarom is het zinvol in kwadrant 4 enkele opties achter de hand te hebben met de potentie om op te schalen.
Hoe rudimentair de classificatie in het Waardevenster ook is, toch levert ze waardevolle inzichten op. Door de hele portefeuille in de kwadranten te plaatsen, met pijlen die aangeven in welke richting je aan het bewegen bent, ontstaat een dynamisch perspectief op waar een onderneming nu staat en welke kansen en bedreigingen er richting toekomst zijn. Dat kan helpen bij het herformuleren van de missie, met als uiteindelijk doel zo veel mogelijk activiteiten in het win-win-kwadrant te krijgen.
Andere kijk op risico’s
Behalve een integrale kijk op waarde hebben we ook een andere kijk op risico nodig. Een benadering die erkent dat nu lang niet alles op de balans en resultatenrekening staat en die de complexe en niet-lineaire relaties tussen verschillende vormen van waarde en risico concreet probeert te maken. Ook hiervoor zijn de nodige handvatten beschikbaar. Zo kunnen potentiële externe factoren (denk aan veranderende wet- en regelgeving of geopolitieke ontwikkelingen) als optie in verschillende scenario’s worden meegenomen, zodat bedrijven zich hierop kunnen voorbereiden. Neem een bedrijf dat een nieuwe fabriek wil bouwen. Door ook te kijken naar de mogelijke kosten van luchtvervuiling, kan het bedrijf zien hoe groot de risico’s van mogelijke milieuwetten op de bedrijfsresultaten zijn en daarop anticiperen. Een voorbeeld van wat er kan gebeuren als je de (maatschappelijke) risico’s niet meeweegt, is Boeing. Om de winst per aandeel op te krikken, besloot het management stevig te bezuinigen, ook op veiligheid. Omdat de ontwikkeling van vliegtuigen vele jaren duurt, kon dat lang succesvol lijken: de kosten gingen omlaag, de winst per aandeel ging omhoog en er was nog niks te merken op gebied van veiligheid. Maar in 2019 vielen er enkele Boeings uit de lucht, waarbij honderden mensen om het leven kwamen. En in de jaren erna gebeurden er nog meer ongelukken en moest Boeing voor tientallen miljarden aan boetes betalen.
Paradigmaverschuiving
De integrale kijk op risico en waarde staat nog in de kinderschoenen, maar verschaft nu al waardevolle inzichten. Het vraagt om een paradigmaverschuiving in hoe we bedrijven waarderen en investeringsbeslissingen nemen, maar biedt ook kansen voor innovatie en langetermijnwaardecreatie. Alternatieve beslismodellen kunnen helpen om te sturen op resultaten die niet alleen goed zijn voor de eigen financiële resultaten, maar ook voor de samenleving.
Let wel: het integrale waardemodel geeft een denkrichting aan. Per sector of context zal maatwerk nodig zijn om de juiste afweging tussen F, E en S te kunnen maken. Als je kunt berekenen dat het 10 cent per euro kost om als bedrijf één euro extra voor de samenleving te verdienen, is dat wellicht de moeite waard. Als je voor die ene euro twee euro extra moet investeren, is dat waarschijnlijk geen goed idee. Een ander voorbeeld: een interne CO2-beprijzing kan een beursgenoteerde bouwonderneming helpen om uit grote internationale projecten een selectie te maken waarbij de winstgevendheid op peil blijft, maar tegelijk de gewenste CO2-reductie wordt gerealiseerd. Als een uiterst winstgevend project tegelijk een grote ecologische voetafdruk heeft, kan dat bijvoorbeeld uitgeruild worden met een minder winstgevend project dat wel goed scoort op de E.
Holistische benadering
De huidige, eenzijdige focus op aandeelhouderswaarde, die ethische overwegingen ondergraaft en schadelijke gevolgen heeft, zou plaats moeten maken voor een meer holistische benadering waarbij ook langetermijnwaarde, duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid centraal staan. ‘
Dit essay door Willem Schramade, hoogleraar duurzame financiering aan Nyenrode Business Universiteit, is gepubliceerd in Management Scope 01 2025.