Private equity en de duurzame transitie van het mkb

Private equity en de duurzame transitie van het mkb
Private equity-investeerders geven mkbondernemers steeds vaker een zet in de goede richting als het om duurzaamheid gaat. Tjarda Molenaar, directeur van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP), onderzocht in het kader van haar promotieonderzoek hoe investment managers daarin slagen. ‘Ga door op het ingeslagen pad.’

Na ruim twintig jaar als NVP-directeur ben ik inmiddels zeer vertrouwd met de wereld van private equity. Ik heb in die twee decennia veel kennis opgedaan en een uitgebreid netwerk opgebouwd. Bij de NVP doen we regelmatig marktonderzoek naar de economische effecten van private equity, maar ik wilde met een academische bril naar het vak kijken en een wetenschappelijke bijdrage leveren aan de kennis over private equity. Daarom ben ik in 2021 begonnen met een promotieonderzoek naar de vraag hoe private equity-maatschappijen ESG integreren in hun investeringsbeslissingen en hoe zij – als het tot een deal komt – duurzaamheid uiteindelijk in de business weten door te voeren. Vooral in het midden- en kleinbedrijf zijn private equity-investeerders van grote betekenis bij het top of mind maken van dit thema, want juist kleinere en startende ondernemers hebben al zoveel strategische issues op hun bord dat duurzaamheid vaak onderbelicht is. 

Actieve aandeelhouder heeft unieke positie
Allereerst is het goed om nog eens vast te stellen dat duurzaamheid steeds belangrijker is geworden voor investeerders. Dat komt om te beginnen door de toenemende Europese wet- en regelgeving. Zo verlangt de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) dat investeerders verbeterde informatie verstrekken aan eindbeleggers over de duurzaamheidseffecten van hun beleggingsbeleid en beleggingsbeslissingen. Daarnaast is onlangs de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) aangenomen door het Europees Parlement. Deze richtlijn verplicht bedrijven om negatieve gevolgen voor mensenrechten en milieu door eigen activiteiten óf activiteiten van toeleveranciers te identificeren, te beëindigen of te verminderen. Ten tweede vragen institutionele beleggers al enige tijd aandacht voor dit onderwerp en ten derde realiseren private equity-investeerders zich dat zij als actieve aandeelhouder in de unieke positie verkeren om ESG hoger op de agenda te krijgen.
Als onderdeel van mijn promotieonderzoek vroeg ik een kleine 30 investment managers hoe zij ESG binnen hun portfoliobedrijven weten te integreren in de strategie. Uit deze gesprekken bleek dat zij drie belangrijke tactieken gebruiken.

  1. Zet alle neuzen in dezelfde richting, ook op ESG-gebied
    Het was altijd al van belang dat investeerder en portfoliobedrijf op één lijn zitten over de strategische doelen en dezelfde visie delen. Tegenwoordig vinden investment managers het ook belangrijk dat de ESG-doelen onderdeel zijn van de bedrijfsstrategie. Duurzaamheid moet daadwerkelijk worden doorgevoerd in de kernactiviteiten van het bedrijf en mag niet beperkt blijven tot marginale maatregelen, zoals het plaatsen van een paar zonnepanelen. Het moet echt verdergaan dan dat.
    Wat opvallend is: fondsmanagers voelen het management van de onderneming al in een vroeg stadium aan de tand over hun visie op duurzaamheid. Vaak is een bedrijf er simpelweg nog niet aan toegekomen. Als blijkt dat er binnen de onderneming weinig motivatie is om te verduurzamen, ook niet na een goed gesprek, ketst de transactie af. Als reden noemen investment managers dat het integreren van duurzaamheid in de bedrijfsprocessen essentieel is voor de toekomstbestendigheid van een onderneming en daarmee direct of indirect van invloed is op de waarde van het bedrijf. Overigens zijn er genoeg ondernemers die duurzaamheid serieus nemen. Zij willen juist van de investment managers weten hoe belangrijk ESG is in plannen voor waardecreatie, ook als de resultaten daardoor tijdelijk wat lager zullen liggen.

  2. Maak doelen behapbaar
    Investment managers begrijpen dat mkb-ondernemers genoeg uitdagingen hebben. Ze moeten professionaliseren, digitaliseren, internationaliseren en de concurrentie een slag voorblijven. Voor een ondernemer komt duurzaamheid daar nog eens bij. Daarom gaan investment managers pragmatisch te werk; ze kiezen twee of drie ESG-doelstellingen waardoor het bedrijf het verschil kan maken. Sommige doelen zijn snel te realiseren, maar veel investeerders benoemen dat zij hun bedrijven de tijd geven om doelen gedurende de investeringsperiode te realiseren. Ook ontwerpen ze vaak portefeuille-brede ESG-programma’s, waardoor ondernemers samen en van elkaar kunnen leren. Zo wordt het voor een ondernemer behapbaar.
    Daar komt nog iets bij. Het is voor de investment professionals een flinke opgave om te voldoen aan alle rapportageverplichtingen die volgen uit de Europese wet- en regelgeving. Ook beleggers verlangen – elk met hun eigen framework – veel gegevens op het gebied van ESG. De ondervraagde investment managers geven aan dat ze alle benodigde gegevens meten, verzamelen en aanleveren; ze willen immers compliant zijn. Tegelijkertijd willen ze deze klus zo efficiënt mogelijk klaren. Daarom schakelen ze steeds meer tools in die bijvoorbeeld aan de administratie van een bedrijf zijn gekoppeld. Soms schakelen ze ook externe partijen in die dit voor hen doen.
    Kortom, investment managers steken hun tijd liever in het verbeteren van materiële zaken. Zo krijgen ze de ondernemer makkelijker mee. Als je een ondernemer lastig gaat vallen met uitgebreide vragenlijsten van beleggers, die feitelijk irrelevant zijn voor de business, kan de ondernemer zijn of haar motivatie verliezen.

  3. Houd ESG op de ceo-agenda
    De focus op materiële ESG-factoren zorgt ervoor dat portefeuillebedrijven zich ten opzichte van concurrenten positief gaan onderscheiden. De investeerders geven bijvoorbeeld aan dat zij hun portefeuillebedrijven in de maakindustrie uitdagen over te stappen op duurzamere grondstoffen, plastic te weren of producten recyclebaar te maken. Maar het is niet altijd de E van environmental waar een investment manager op stuurt, het kan ook de S van social zijn. In dat geval worden bijvoorbeeld mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ingezet.
    Zodra een private equity-investeerder aandeelhouder is, wordt er met het management van het bedrijf een gestructureerd actieplan vastgesteld met een tijdlijn en tussentijdse doelen. Met de twee of drie ESG-doelstellingen als basis worden performance-indicatoren geformuleerd. De voortgang op die indicatoren wordt regelmatig besproken in de boardroom en tijdens strategiesessies. Soms werkt ESG ook door in het remuneratiebeleid. De beloning van managers is niet altijd meer uitsluitend afhankelijk van financiële resultaten maar ook van niet-financiële resultaten, vaak ESG-doelstellingen. Met deze acties zorgen de investment managers ervoor dat ESG op de ceo-agenda komt en blijft en dat er continu gewerkt wordt aan vooruitgang.


Grote behoefte aan meer kennis

Investment managers weten dus inmiddels goed hoe ze duurzaamheidsaspecten kunnen opnemen in waardecreatieplannen voor hun portfoliobedrijven. Ze weten welke tactieken werken in kleinere bedrijven. Tegelijkertijd geven de professionals aan dat ze er nog niet zijn. De behoefte aan meer kennis is groot. Allereerst op het gebied van wet- en regelgeving die voortdurend in ontwikkeling is. Aan welke verplichtingen moet je precies voldoen? Welke indicatoren moet je meten, wat zijn de juridische consequenties als je bepaalde duurzaamheidsambities uitspreekt?
Maar het gaat ook om kennis van de business waarin je investeert. Hoe beoordeel je welke activiteiten materieel zijn voor een specifiek bedrijf, zodat je ook echt verandering teweeg kunt brengen? Hoe implementeer je een en ander? Er is momenteel dan ook een groot aanbod aan congressen, webinars en cursussen over ESG.
Veel investment managers zijn naast het vergroten van hun kennis bezig om de verantwoordelijkheden op ESG-gebied te verankeren binnen het investeringsteam. Veel investeringsmaatschappijen hebben ESG-specialisten aangetrokken voor extra expertise.

Op naar ESG 3.0
Conclusie: de investeringswereld maakt vorderingen. Terwijl investment professionals vier jaar geleden begonnen met ESG 1.0 – duurzaamheidsinitiatieven waren toen vaak ad hoc en marginaal – zitten ze inmiddels op ESG 2.0. Investment managers hebben nu een ESG-beleid en portefeuille- brede programma’s, ze meten en rapporteren over duurzaamheidsaspecten. En – heel belangrijk – ze hebben doordacht hoe ESG daadwerkelijk geïntegreerd kan worden, niet alleen in risicoanalyses, maar ook in waardecreatie. Nu moet het niveau naar ESG 3.0. Daarbij hoort dat de ESG-doelstellingen ambitieuzer mogen zijn. Het gros van de ondervraagde investment managers zegt dat er nog een groot potentieel ligt. Mijn boodschap aan private equity-investeerders is om door te gaan op het ingeslagen pad. En nog meer lef te tonen. Durf de unieke positie als actieve aandeelhouder ten volle te benutten en pak een ambitieuze rol. Zo wordt de investeringswereld de drijvende kracht achter de transitie naar een schonere, betere samenleving.

Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 07 2023.

facebook