Arnoud Boot is verbijsterd over de verwikkelingen in de financiële wereld
16-11-2009 | Auteur: Linda Huijsmans | Beeld: Mark van den Brink
'De laatste keer dat het hier zo'n circus was ging World Online naar de beurs.' Arnoud Boot, hoogleraar Corporate Finance aan de Universiteit van Amsterdam, verwijst naar het Delta Lloyd zeilschip dat pontificaal op het Beursplein staat. Boot kijkt vanuit een onafhankelijke positie kritische naar de financiële wereld. En volgt de actuele ontwikkelingen uiteraard op de voet. ‘Laten we hopen dat de beursgang van Delta Lloyd een eerste teken is van herstel.' Sjoerd van Keulen, ex topman van SNS Reaal en de huidige voorzitter Holland Finance Centre, voelt hem aan de tand over de recente gebeurtenissen die de financiële wereld op zijn grondvesten doen schudden.
Welke ontwikkelingen van de afgelopen tijd staan jou het meest bij, en waarom?
‘Dat zijn zonder meer de gebeurtenissen rond ABN Amro. Dat is een cascade van gebeurtenissen geweest waarin ik bovendien de meeste spelers kende. Van hen had ik - en velen met mij - verwacht dat ze in staat zouden zijn de controle te houden over hun eigen toekomst. Het tegendeel bleek het geval. Dat heeft iedereen geschokt, inclusief de betrokkenen zelf. Men raakte in paniek en nam ondoordachte beslis beslissingen waarmee ze voeding gaven aan een proces waar ze zich juist tegen teweer hadden moeten stellen.'
Groenink heeft dat achteraf ook erkend. Hij heeft gezegd: ‘Op het moment dat ik met Barclays ging praten, raakte ik de regie kwijt'.
‘In het huidige klimaat weet je dat je op zijn positie elk moment gebeld kan worden door een hedgefund met de mededeling dat je onmiddellijk actie moet ondernemen. Maar dat betekent niet dat je dan ook de regie kwijt bent. Dat hoeft helemaal niet. Dat ABN Amro vervolgens kiest voor Barclays, een bekende partij, is op zich niet verkeerd, maar het moment waarop ze dat bekend maakten, was een defensief moment.'
‘Daardoor kwam het over als een zwaktebod. Daarmee zette Groenink zijn eigen onderneming te koop en toen was het gebeurd. De raad van commissarissen had dat kunnen voorkomen. Die had in actie moeten komen en de raad van bestuur tegen zichzelf in bescherming moeten nemen. Die werd in die periode van alle kanten belaagd en het is niet meer dan menselijk om dan impulsief een verkeerde beslissing te nemen. Een sterke raad van commissarissen is in staat verder te kijken dan de waan van de dag.'
Dat kwam voort uit de positie die de Raad op dat moment binnen de bank had. We hebben allemaal in De Prooi kunnen lezen dat die absoluut niet serieus genomen werd.
‘Die houding trof je niet alleen bij ABN Amro aan, ook bij vele andere bedrijven zag men de commissarissen als een noodzakelijk kwaad in plaats van serieuze gesprekspartners. Laat staan dat je ze als klankbord gebruikt als je onder druk staat. Wie het belang van een raad van commissarissen ontkent, moet het niet gek vinden dat je de verkeerde leden aanstelt. Dat is een zichzelf zelfversterkend proces.'
Niet dat het een excuus is, maar het was in die tijd bon ton om mensen te kiezen voor je rvc die niet uit de financiële wereld afkomstig waren. Bij SNS hadden we bijvoorbeeld een retailman omdat wij die kant op wilden.
‘Het gaat om een zorgvuldige samenstelling. Als die goed is, kan een krachtige raad ontstaan die uitstijgt boven de som der delen. Was die er geweest, dan had die het initiatief in eigen hand kunnen nemen. Wellicht hadden ze op dat moment afscheid moeten nemen van Rijkman Groenink. Dan was er wat lucht ontstaan. Aandeelhouders wilden echt niet zelf dat bedrijf gaan leiden. Ze wilden alleen zien dat er iets ging gebeuren. Maar er gebeurde niets. Toen kwam het Barclays-moment en ging het definitief mis.'
Dat was je visie als professional. Hoe kijk je al mens en als consument terug op wat er allemaal gebeurd is en nu nog steeds aan de hand is?
‘Ik ben verbijsterd! Niet zo zeer door het feit dat goede mensen onder zware druk verkeerde beslissingen nemen, maar over de manier waarop de hele maatschappij met terugwerkende kracht een moreel oordeel over personen velt. Het wordt heel persoonlijk. Wat mij geweldig irriteert is hoe snel het morele oordeel kan omslaan.'
‘Toen de DSB-zaak actueel was zat ik een paar keer bij Pauw & Witteman. Op maandag maakte iedereen aan tafel de DSB en de toezichthouders uit voor zakkenvullers en alles wat lelijk is. Op een moment dat alle betrokkenen op de grond lagen te spartelen werd er nog even flink nageschopt. Ik heb gemerkt dat het mediacircus je dwingt tot zelfbeheersing. Maar die zelfbeheersing is verdwenen. Er is geen debat.'
De woekerpolissen zijn een andere dimensie van de huidige vertrouwenscrisis in de financiële sector in Nederland. Hoe kijk jij daar tegenaan?
'Achteraf gezien vraag ook ik me af hoe het in godsnaam mogelijk is dat die woekerpolissen zolang hebben bestaan en waarom we niet eerder hebben ingegrepen. De financiële sector zelf moet zich vragen gaan stellen over zijn rol, maar de politiek ook. Die heeft die producten gestimuleerd met fiscale voordelen. Ethiek speelde geen rol meer. Die fase waren we voorbij.'
‘De verantwoordelijke mensen wisten wel dat ze ingewikkelde en soms wat rare producten verkochten, maar zo werkte de bedrijfstak nu eenmaal. Iedereen deed het. Dus op een gegeven moment zijn ze zich gaan focussen op het managen van hun bedrijf en vroegen ze zich niet meer af of ze wel goed bezig waren. Men ging aan het probleem voorbij en dat kon ook, tot het zijn kookpunt bereikte door programma's als Radar en Zembla, maar zeker ook het AFM rapport.'
Om even voor mezelf te spreken: De vraag naar de intrinsieke waarde van een product kwam pas op tafel met de komst van de zorgplicht. In die tijd kreeg ik een brief onder ogen waarin we onze klanten met droge ogen uitlegden dat hun premie de eerste drie jaar opging aan onze kosten. Die naïeve houding vind ik achteraf tekenend: we legden het wel netjes uit, maar vroegen ons niet af of we wel goed bezig waren. Het failliet van DSB is wat dat betreft voor iedereen een wakeup call geweest. De vraag is hoe lang het effect hiervan zal nagalmen. Wat is jouw mening daarover?
‘Het vanzelfsprekende vertrouwen waar de financiële sector op gebaseerd was komt nooit meer terug. De wenkbrauw van de president van de Centrale Bank van Engeland was het belangrijkste policy-instrument. Zodra die omhoog ging, schoten alle City-bankiers in de houding. Die tijd is voorbij. Dat betekent dat er structurele maatregelen nodig zijn. De overheid houdt nu het financieel systeem overeind. De woekerpolisachtige problemen vragen om standaardisatie van producten, al dan niet afgedwongen.'
‘Natuurlijk is er, zoals in elke bedrijfstak, de neiging om producten te differentiëren. Je laat ze iets afwijken en probeert er een belevingsproduct van te maken. Maar dat is, in tegenstelling tot auto's bijvoorbeeld, niet in het belang van de consument. Financiële producten mogen geen belevingsproducten zijn. Invulling geven aan de zorgplicht vereist dat producten simpeler en transparanter worden.'
‘We moeten proberen iets vergelijkbaars te doen als wat we met de zorgverzekering hebben gedaan: één basisproduct ontwikkelen dat voor iedereen hetzelfde is, en waar je heel helder over kunt communiceren. Het ligt voor de hand dat zolang de overheid sparen voor je pensioen fiscaal faciliteert, en dus in feite subsidieert, ze er ook eisen aan mag stellen. Dwing die standaardisatie maar af. Dan blijft er altijd nog een vrije markt over die aanvullende producten aan kan bieden.'
De financiële crisis is begonnen op macroniveau als crisis tussen de banken en is nu bij de particuliere consument terechtgekomen. Er heerst onzekerheid en daar kunnen we in Nederland slecht tegen. Ik maak me de meeste zorgen over de consument. Hoe kunnen we ooit zijn vertrouwen terugwinnen? Zie jij al tekenen van herstel, of moeten we het eerst op macroniveau op orde brengen?
‘Ik denk echt dat de consument het idee moet hebben dat de financiële sector stabiel is. Het DSB-debacle vond plaats in een tijd waarin het vertrouwen toch al wankelde. Daardoor waren de gevolgen ook zo groot. Het is toch ook verbijsterend dat de toezichthouders geen draaiboek klaar hadden liggen om die bank te ontmantelen als dat nodig mocht zijn.'
‘98,5 procent van de klanten van DSB was verzekerd en toch konden die mensen niet meer bij hun geld. Wat betekent een dergelijke garantie dan nog? Bij het kleinste gerucht zullen ze hun geld in drie muisklikken wegsluizen naar een andere bank. Weglopen was nog nooit zo makkelijk. En het moet snel, dat heeft de consument ook geleerd. Die vertrouwenscrisis die daardoor is ontstaan is veroorzaakt door het feit dat we niet in staat zijn geweest om de ondergang van een relatief simpele bank op een goede manier te begeleiden.'
Hoe had het dan wel gemoeten?
‘Het verzekerde betalingsverkeer had gewoon door moeten blijven lopen. Kleine banken in Amerika krijgen dat wel voor elkaar, in Nederland zou dat ook moeten kunnen. Onze infrastructuur zit zo in elkaar dat het makkelijk te regelen is dat het betalingsverkeer wordt veiliggesteld. Daar moeten we naar toe. Helaas heeft deze affaire ons heel veel stappen achteruit gezet. We moeten niet alleen spaartegoeden verzekeren, we moeten het hele betalingsverkeer afgrendelen. Het moet er niet toe doen of jouw bank er morgen nog staat of niet, je weet zeker dat je altijd bij je geld kunt.'
En wat de financiële instellingen zelf betreft ...
‘Om de financiële sector beter in de hand te houden zijn rigoureuze maatregelen nodig. Ik denk bijvoorbeeld dat je het verzekerde depositosysteem apart moet zetten. Niet per se buiten de bank, maar wel juridisch afgeschermd. Dan ben je al een heel eind. Het volgende dat je doet is condities verbinden aan de manier waarop die depositogelden door een bank gebruikt worden. Ermee handelen voor eigen gewin zou niet meer moeten mogen. In zekere zin moet je het spaarbedrijf afgrendelen van te riskant gedrag van de bank. Al met al zijn dat dus aanzienlijke ingrepen in het bancaire systeem. Bijkomend voordeel is dat je wijzigingen op deposito en betalingsverkeer goed op nationaal niveau kunt uitvoeren.'
Ik ben overtuigd van het psychologische effect dat je daarmee bereikt. Als je het goed kunt uitleggen, geeft dat rust. Een gezonde financiële sector is essentieel voor een goed economische ontwikkeling. Welke raad zou jij de financiële sector willen meegeven. Waar moet die naar streven?
‘Banken zijn geen losers als ze de Nederlandse markt als prioriteit zien. Kennis van de thuismarkt is een groot concurrentievoordeel. Banken vergeten dit telkens weer. De overheid kan natuurlijk een handje helpen. Het is goed om omstandigheden te creëren die dat aantrekkelijk maken. Zet bijvoorbeeld in op het aantrekken van hoog opgeleide mensen. Amsterdam is een perfecte vestigingsplaats.'
‘Ik vind dat we hoofdkantoren in Nederland moeten houden. Het belang daarvan moeten we niet bagatelliseren. We lopen wel het risico dat we ons op grote, bekende partijen richten, terwijl in Amsterdam bijvoorbeeld optiebedrijven van wereldklasse zitten. Verder moeten we vooral pragmatisch zijn. Er zijn genoeg private equity bedrijven die graag aan de gracht willen zitten. Prima. Laten we niet dogmatisch zijn en alle financials naar de Zuidas dwingen.'
‘Nederland is altijd een handelsnatie geweest en dat betekende dat we ons aanpasten aan de omstandigheden. Anders viel er niets te handelen. Die flexibiliteit kan nu in ons voordeel werken. Daar komt bij dat we een stabiel en no nonsense landsbestuur hebben, waar goed mee te praten valt en dat altijd bereid is mee te denken over de toekomst van onze economie. We moeten met andere woorden de voordelen van Nederland uitbuiten en niet bij voorbaat hele dogmatische keuzes maken.'
Zie jij groeisectoren in Nederland die kansen bieden voor de financiële sector? Waar het in zou kunnen meegroeien? Nieuwe media, schone energie, creatieve industrie...
‘De grootste kansen laten we liggen bij het Hoger Onderwijs. Wij slagen er onvoldoende in om universiteiten en Hogescholen de groeimotor te laten zijn voor hun omgeving. Nieuwe activiteiten moeten toch komen van de nieuwe generatie. Kijk naar de economische discussies die plaatsvinden tussen de middag in de hal van de economische faculteit van de Universiteit van Amsterdam.'
‘Toen de economische crisis uitbrak vorig jaar was het daar elke middag raak. Zo plaats je de universiteit midden in de maatschappij. En waarom krijgen we het niet voor elkaar een top businessschool in Amsterdam neer te zetten? Als je die wel hebt, komen er topmensen naar Nederland. Die zijn attractief voor het bedrijfsleven en trekken zelf ook weer nieuwe bedrijven aan. In die dynamiek moeten we onze kansen zoeken. We moeten ons niet beperken tot het aanwijzen van een of twee sectoren. Geen dogmatiek, maar dynamiek.'
Lees ook:
> Nederlandse banken spanden zich 'tot het uiterste' in voor DSB
> DSB Bank failliet
> Biografie Arnoud Boot
> Voormalig ABN Amro topman Groenink maakt 'comeback'
> Biografie Sjoerd van Keulen