Interview Geert Hurks: Eigenwijze bouwer

Interview Geert Hurks: Eigenwijze bouwer
Geert Hurks wilde niet als ‘zoontje van' bij het bedrijf van zijn vader binnenkomen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. 'Voor ons is het een voorwaarde dat het familiebedrijf op het hoogste niveau wordt bestuurd door een lid van de familie.'


Ze kenden elkaar van een congres, maar als ze elkaar niet hadden gekend, dan hadden ze elkaar wel herkend. Andy Mosmans (44) en Geert Hurks (46) zijn jongens die uit hetzelfde hout zijn gesneden. Ze hebben energie, ambitie, doen wat ze leuk vinden en doen dat goed. Hurks met bouwbedrijf Hurks Groep dat hij overnam van zijn vader, interviewer Mosmans als directeur van de Rotterdamse ARA Groep. De nieuwsgierigheid naar elkaar is groot. Het onderwerp van gesprek is het verleden, het heden en de toekomst van familiebedrijf Hurks.

Hoe is het begonnen met Hurks en wanneer kwam jij aan de orde?

'Officieel ben ik de vierde generatie Hurks. Op de zolder van mijn opa is een administratieschriftje gevonden waaruit bleek dat mijn overgrootvader al aannemer was in 1916. En misschien zaten generaties vóór hem ook in de bouw. Maar in de praktijk begon het bij mijn opa. Die overigens met het bedrijf stopte toen de Tweede Wereldoorlog begon. Hij weigerde voor de Duitsers te werken en andere klanten waren er toen niet. Na de oorlog heeft hij alles weer opgepakt.'

Wanneer kwam jouw vader in beeld?

'Mijn vader stamt uit 1935 en is oudste van een gezin van zeven kinderen. Op zijn vijftiende kregen zijn ouders een zwaar auto-ongeluk. Mijn vader werd bij mijn opa geroepen en kreeg te horen dat hij moest stoppen met school om het bedrijf in te gaan. Mijn opa kon niet meer werken en er moest natuurlijk brood op de plank komen. Niet veel later stond mijn vader op de steigers, letterlijk te bouwen om voor het eten van het gezin te zorgen.'

Vond hij het leuk om dat te doen?

'Hij had niéts met de bouw, wilde altijd economie studeren. In de avonduren heeft hij nog zijn aannemersdiploma gehaald, hij werd daardoor de jongste aannemer van Nederland. Op zijn 21ste heeft hij het bedrijf overgenomen van zijn vader. Daar is nog een leuke anekdote over: toen de koop officieel was bezegeld, kocht hij zes mooie sigaren. Het bedrijf had net zoveel commissarissen als medewerkers: vijf.

Hij zei tegen zijn Raad van Commissarissen - allemaal broers van zijn vader - dat hij samen een sigaar wilde roken op de goede afloop. Maar als die op waren, was hun samenwerking beëindigd. Hij dopte liever zijn eigen boontjes. De jaren erna legde hij de fundering voor het bedrijf zoals dat er nu uitziet. Hij werd niet zomaar aannemer. Hij vond het vreselijk om alleen opdrachten uit te voeren.'

Je vader was trots?

'Hij vond aannemers te dienend. Hij wilde mét architecten en adviseurs werken, niet vóór hen. Hij was een vooruitstrevende man voor die tijd. Hij was grondlegger van de brede diversificatie van bouwactiviteiten en bouwbedrijven.'

Aan de voor- én achterkant hebben jullie concepten toegepast, anders dan puur een aannemerij?

'Wij willen geen capaciteitsaanbieder te zijn, maar concepten en producten aanbieden. Hoe die tot stand komen, daar hoeft een opdrachtgever zich geen zorgen over te maken. Zo heeft ons bedrijf zich altijd weten te onderscheiden. Mijn vader zette internationale stappen, had in de jaren zeventig projecten lopen in bijvoorbeeld Koeweit, Jordanië, Suriname.'

De wereld lag aan zijn voeten?

'De wereld lag toen aan de voeten van alle Nederlandse ondernemers. Zo kwam mijn vader eens terug met de opdracht om een parkeergarage voor vijfduizend auto's te bouwen in Parijs. Zoiets had het bedrijf nog nooit gebouwd. En wie ook maar enigszins een woordje Frans sprak, kreeg de opdracht.'

Hij groeide en groeide, terwijl hij ongewild in het bedrijf was gekomen.

'Hij was zeer gedreven. Hij kocht grond in Frankrijk, waar hij appartementen op zette. Hij dacht ze aan Fransen te verkopen, maar daar vond hij geen geïnteresseerden. In Denemarken wel. Dus huurde hij een pandje in Kopenhagen, waar hij wekelijks naartoe vloog om daar die appartementen te verkopen. Zo ging dat, dat zag je bijvoorbeeld ook bij de familie Dura. Het waren jongens en meisjes die na de oorlog het land moesten opbouwen.'

Als kind zag jij jouw vader niet vaak. Wat voor indruk maakte dat op jou?

'Langs het voetbalveld stonden ouders, maar niet die van mij. Toch vond ik dat normaal, wij kregen op andere momenten aandacht. Als wij op vakantie gingen, was hij er echt bij. En ik woonde in een wijk waar meer ouders ondernemer waren. Iedereen werkte hard. Bij mijn vriendjes was het niet anders.'

Wanneer wist je dat jij voor Hurks wilde werken?

'Ik wilde aanvankelijk architect worden, tot ik erachter kwam dat je als architect meer manager bent dan ontwerper. Dus koos ik voor bedrijfskunde, maar de banen lagen niet voor het oprapen toen ik afstudeerde. Ik heb op van alles gesolliciteerd, tot een uitzendbureau vroeg of ik daar kwam werken. Ik mocht een nieuw bedrijfsonderdeel oprichten, Multec Werving en Selectie. Ik heb kantoren opgestart, mensen aangenomen.'

Je kreeg al snel veel verantwoordelijkheid.

'Ik vond het daar leuk. Maar op een dag, ik was 27, vroeg mijn vader of ik een broodje met hem wilde eten. Er kwam van alles op tafel, maar geen broodje. Hij zei dat het misschien een goed moment was om bij hem in de zaak te komen. Er waren een paar personeelsprobleempjes en één directeur was ernstig ziek. Zo is mijn carrière bij Hurks begonnen.'

Je had er actief in kunnen gaan, maar pas toen je vader belde zei je "ja"?

'Ik wilde eerst ergens anders werken, om te laten zien wat ik kon, niet als "zoontje van" binnenkomen. Nou gebeurt dat toch...dat hoor ik ook van andere familiebedrijven. Toen ik net was begonnen, overleed plots een directeur van een van onze werkmaatschappijen. Ik heb hem vervangen en kreeg door omstandigheden ook andere werkmaatschappijen onder mijn hoede.'

Jij werd in 2000 de nieuwe CEO.
'Ik zou in 1998 in de holding komen om twee jaar met mijn vader samen te werken. Op de dag dat ik begon, werd mijn vader ziek. Hij is lang weggeweest, in 2000 nam hij afscheid. Dus ik werd in het diepe gegooid.'

Net als jouw vader in zijn tijd.

'Wij waren net gevraagd om in Eindhoven een kantoortoren te ontwikkelen en te bouwen van 38.000 vierkante meter, zonder een klant op voorraad te hebben. Daar zou iedere cent in gaan zitten. Ik zie me nog zitten aan mijn vaders ziekenhuisbed. Hij zei dat ik moest beslissen. Ik heb een weekend niet geslapen en zei daarna: ‘we doen het.' Iedereen vroeg of ik gek was geworden. Zelfs in Amsterdam hadden ze het over "die verrekte Hurks". Maar we hebben het gedaan en het werd een succes. Dat typeert ons. Daarmee zet je het bedrijf op de kaart.'

Waar gaat het bedrijf naar toe in de toekomst?

'Wij weten ons in positieve zin te onderscheiden van hele grote en kleinere bedrijven. Wij schakelen snel, hebben een sterke solvabiliteit en kunnen in deze slechte economie positie nemen waar andere bedrijven afhaken. Wij maken bewuste productmarktcombinaties, zijn gespecialiseerd in bijvoorbeeld het bouwen van ziekenhuizen en hoogbouw.'

E
en ziekenhuis is heel complex, waarom zijn jullie daar goed in?
'Wij krijgen deze opdrachten omdat we de wereld van de ziekenhuizen goed kennen. En we werken samen met onze andere bedrijven, dat drukt zich uit in een betere snelheid, kwaliteit en prijs.'

Zijn jullie meer van de efficiency of van de innovatie?

'Onze kracht is dat we er vaak in een vroeg stadium bij worden gehaald. We gaan niet op de stoel van een architect zitten, maar denken wel mee. Ik vind dat je die kennis en expertise in huis moet hebben.'

Jij wilde ooit architect worden, maar vond managen niet zo leuk.

'Ik ben erachter gekomen dat ik managen toch best leuk vind.'

En blijft het een familiebedrijf?

'Dat is afhankelijk van de nazaten. Ik zou het wel willen, maar zal mijn zoons nooit dwingen. Ik zal er net zo mee omgaan, als mijn vader dat deed in mijn tijd.'

Lees ook:

> Ingrid Faber: directeur Faber Halbertsma
> Lex van Hessen, Darmenkoning van familiebedrijf Van Hessen
> Familiebedrijf Sligro: beste van twee werelden

facebook