De veranderkracht van investeerders: 'Laat geld vloeien naar verandering'

De veranderkracht van investeerders: 'Laat geld vloeien naar verandering'
Kiezen investeerders voor kortetermijnwinst of voor bedrijven die een enorme positieve impact gaan maken? Mosa Meat-ceo Maarten Bosch en Protix-ceo Kees Aarts – de een wil diervriendelijke kweekvleesburgers in de supermarkten, de ander produceert duurzaam veevoer – wijzen investeerders op hun belangrijke rol als game changer. ‘Investeringen met positieve impact kunnen heel winstgevend zijn.’

In 2013 was het wereldnieuws toen de Nederlandse wetenschapper Mark Post de eerste hamburger van kweekvlees presenteerde. Na jaren onderzoek was zijn team erin geslaagd uit een paar stamcellen van een koe vlees op te kweken. In wat boter en zonnebloemolie werd het lapje gecultiveerd vlees voor het oog van de camera gebakken en geproefd. Destijds kostte de kweekvlees-hamburger nog zo’n 2,5 ton, in de toekomst moet de diervriendelijke burger naast de kiloknallers in de supermarkt liggen. ‘Dat zal een gigantische impact maken op onze voedselproductie’, zegt Maarten Bosch, ceo van Mosa Meat dat bezig is met grootschalige productie van kweekvlees.
Ook insectenkwekerij Protix speelt een belangrijke rol in de voedseltransitie. Het bedrijf produceert uit larven van de zwarte soldatenvlieg eiwitten en vetten die worden verwerkt in diervoer voor vissen, kippen en varkens. Dat is duurzamer dan de grote hoeveelheden wilde vis die nu nog worden gevangen om er vismeel van te maken, en waarmee vervolgens kweekvis wordt grootgebracht. Of denk aan soja – de grondstof voor kippen- en varkensvoer – dat van tienduizenden kilometers ver wordt gehaald. Het was Kees Aarts die, samen met Tarique Arsiwalla, in 2009 met het kweken van insecten begon.

Beide ondernemers vertellen over hun ambities in een gesprek met Juul Vaandrager, directeur venture capital van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). Aan bod komt eveneens hoe belangrijk financiers zijn bij de noodzakelijke voedseltransitie. ‘Zij hebben de keuze om te investeren in technologie die een leefbare maatschappij dichterbij brengt. De vraag is simpel: Laat je je geld vloeien naar verandering of kies je voor snelle winst? Ook investeringen met een positieve impact op onze samenleving kunnen winstgevend zijn, alleen vergt dat een langetermijnvisie.’

Wat is uw persoonlijke drijfveer?
Aarts:
‘We leven in een tijd waarin ons grote problemen als klimaatverandering boven het hoofd hangen. Dat is beangstigend en vraagt om snelle actie. Als we een leefbare wereld willen creëren, zijn er drie belangrijke missies. Naast CO2-reductie is een voedseltransitie noodzakelijk – als we minder afhankelijk worden van visvangst en landbouw, zal de biodiversiteit groeien. Maar – en dat is de derde pijler – daarvoor zal de mens ook zijn gedrag moeten veranderen. Voor mij kwam dat inzicht tijdens een duikvakantie in Mozambique. Ik zag de gevolgen van overbevissing en dacht na over oorzaak en gevolg. Mijn conclusie was dat ons voedsel grotendeels bestaat uit ingrediënten als eiwitpoeder, olie of additieven. We eten het zelf – verwerkt in hamburgers of kipnuggets – of voeren het aan dieren. Al deze vetten en eiwitten zijn nu afkomstig van koeien of kippen, terwijl ook insecten een goede bron zijn.
In de tuin bij mijn oma heb ik als kind altijd gefascineerd naar de kippen gekeken die de larven van insecten uit het groente- en fruitafval pikten. De eieren aten wij vervolgens op. Ik vind het belangrijk om verandering vanaf de basis aan te pakken. Ik realiseer me dat het een langere weg is dan wanneer ik duurzamere verpakking had ontwikkeld, maar uiteindelijk is de impact enorm. Het eerste succes is er al: vorig jaar leverden insectengrondstoffen ruim 75 miljoen euro aan consumentenbestedingen op. De consument kiest steeds vaker voor eieren, vis en diervoeding die zijn geproduceerd met insecteneiwitten aan het begin van de keten.’
Bosch: ‘Na mijn studie aan de TU Delft werkte ik bij Siemens en T-Mobile. Omdat mijn hart meer bij het ondernemen ligt, stapte ik over naar een middelgroot bedrijf. Bij Optelec, een bedrijf dat hulpmiddelen ontwikkelt voor slechtziende mensen, leerde ik hoe je een snelgroeiende onderneming runt en internationale markten aanboort. Ik vond het vooral fijn om een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven van mensen. Na de verkoop van het bedrijf wilde ik opnieuw iets betekenen voor de maatschappij. Toen ik in contact kwam met de oprichters van Mosa Meat en het aanbod kreeg ceo te worden, was dat voor mij de ultieme baan. Ook ik maak me grote zorgen om klimaatverandering, een probleem dat grotendeels door de mens is veroorzaakt.’

In welke fase verkeert uw bedrijf en wat is de volgende fase?
Bosch:
‘Mosa Meat verkeert nog in een vroege fase. We kunnen een lekkere kweekvleesburger maken en concentreren ons momenteel op het opschalen van de technologie om miljarden burgers te kunnen maken. In twee jaar tijd namen we 100 mensen aan. Daarnaast zijn we bezig met de Europese goedkeuringsprocessen van kweekvlees voor menselijke consumptie. Het kan wel anderhalf tot twee jaar duren voordat de burger op de markt kan worden gebracht. Hij zal aanvankelijk duurder zijn dan de traditionele burger en alleen in restaurants verkrijgbaar zijn. Op langere termijn zal onze diervriendelijke burger naast de kiloknaller in de supermarkt liggen en bij de bekende fastfoodketens op het menu staan. Dan zal de impact echt enorm zijn. Mosa Meat is gevestigd in een oude loods in Maastricht die is omgebouwd tot een lab. Ook is hier een eerste productielijn neergezet. Binnenkort betrekken we een van de buurpanden waar we de eerste industriële lijnen zullen installeren. Tegelijkertijd lopen de Europese goedkeuringsprocessen. We willen niet stil blijven zetten.’
Aarts: ‘Wij zijn al verder en maken vandaag al impact. Ook wij zijn begonnen in een omgebouwde loods. In 2015 konden we de eerste kippen voeren, nu kunnen we al 200 miljoen eieren laten produceren door kippen die zijn gevoerd met onze eiwitinsecten. De opschalingsfase hebben we net achter de rug: in 2019 openden we een grote industriële fabriek waarmee we duizenden tonnen produceren. Protix staat alweer voor de volgende transformatie: we zullen de omslag naar een meer kwalitatief gestuurde organisatie maken zodat we internationaal kunnen doorgroeien. We zijn daarvoor bezig met de voorbereiding van een grote financieringsronde van een paar honderd miljoen euro.’

Hoe beïnvloed je de perceptie van consumenten over de kweekvleesburger en insecteneiwitten?
Aarts:
‘Wij merken dat veel consumenten openstaan voor voedselinnovatie. Er komen voortdurend duurzame alternatieven op de markt, denk aan plantaardige voeding, producten met ingrediënten als algen of insecteneiwit of de kweekvleesburger. Dankzij het groeiende aanbod denken consumenten steeds beter na over wat ze eten. Dat is een positieve ontwikkeling. Ik denk dat er voor alle duurzame voeding een toekomst is mits het goed, transparant en veilig geproduceerd wordt. We zijn nog niet erg bezig geweest met bewustwording bij consumenten, omdat we de focus eerst legden op de wet- en regelgeving. Zo zijn eiwitten uit insecten wettelijk pas sinds 2017 toegestaan voor visvoer. Ook de wetgeving voor het voeren van insecten aan pluimvee was lange tijd beperkt, al bestaat al sinds 2016 het OERei, afkomstig van hennen gevoed met insecten. Pas sinds september 2021 zijn er meer mogelijkheden om insecten te verwerken tot veevoer. We zullen ons nu dan ook meer gaan richten op bewustwording. We willen het beeld vooral heel logisch maken.
In de natuur eten kippen insecten, die maken het dier gezond en sterk. Steeds meer consumenten praten over de gunstige gezondheidseffecten van insecten: “ze leveren aminozuren die nodig zijn voor de aanmaak van lichaamseigen eiwitten, die ons lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren”. Insecten hebben bovendien een goede smaak. Dit komt doordat we bij de productie geen hormonen gebruiken en het eindproduct vrij is van additieven.’

Mosa Meat kon onlangs rekenen op financiële steun van acteur en milieuactivist Leonardo DiCaprio. Hoe belangrijk is zo’n opmerkelijke geldschieter?
Bosch:
‘Investeerders staan redelijk in de rij. Ook het investeringsfonds van Leonardo DiCaprio toonde interesse. En ja, dat helpt natuurlijk. Een nog groter publiek weet dankzij zijn investering dat de kweekvleesburger eraan komt en waarom. Steeds meer mensen beseffen welke gevolgen hun voedingskeuze heeft op dierenwelzijn en klimaat. Dat de internationale ster Leonardo DiCaprio zijn tanden in een kweekvleesburger zet, is daarnaast een legitimatie: als hij het doet, waarom zou ik dat dan ook niet doen?’

Wat waren de grootste tegenvaller en het grootste succes tot dusver?
Bosch:
‘We zijn met een grote puzzel bezig die dagelijks verandert. Met elk stukje dat je denkt te hebben opgelost, veranderen alle schakels die je zult moeten nalopen. Dat we tijdens de coronapandemie voldoende talent wisten aan te trekken, is een mooi succes geweest. De belofte dat we miljarden burgers gaan verkopen en daarmee een gigantische impact gaan maken, maakt dat mensen ongelooflijk gedreven en gemotiveerd zijn. Ondanks corona kwamen wetenschappers en R&D-professionals afkomstig uit 25 landen naar een half afgetimmerde loods in het zuiden van Nederland om bij te dragen aan onze missie.’
Aarts: ‘In elke fase beleef je mee- en tegenvallers anders. Een bedrag van 40 miljoen euro ophalen voelt nu anders dan zes jaar geleden. Ik kan vandaag genieten van andere, kleinere dingen. Dat ons genetics-team tijdens corona heel mooie resultaten heeft geboekt zonder uitbreiding, bijvoorbeeld.’

Wat zijn uw ervaringen met investeerders?
Bosch:
‘In februari 2020 begonnen we met het ophalen van een series B-ronde, een maand later brak corona uit. De jubelstemming was dus snel verdwenen. We merkten dat veel investeerders even een pas op de plaats maakten. Toch bleek al snel dat de interesse weer opnieuw groeide. De uitdaging was vooral hoe financiers een startup als Mosa Meat zouden waarderen: ons bedrijf zit in een vroege ontwikkelingsfase en heeft een binaire uitkomst – het gaat lukken of het gaat niet lukken. We vonden gelukkig relatief snel de juiste lead investor. Er gingen veel gesprekken met veel investeerders aan vooraf. Ik vind het belangrijk dat onze financieringspartners onze langetermijnvisie delen, maar ook dat ze begrijpen dat we ambitieus zijn en grote impact willen maken. Daarnaast moeten ze ook waarde toevoegen: zo zijn we een strategische langetermijnsamenwerking aangegaan met Nutreco. Het veevoederbedrijf kan grondstoffen leveren die wij in onze cellen gebruiken om het vlees te kunnen kweken. Met het oog op marketingactiviteiten hebben we ook enkele grote investeerders in bepaalde landen gekozen. Zoals Mitsubishi in Japan, Bell Food Group in Zwitserland en topman Jitse Groen van Just Eat Takeaway.com. Tenslotte keken we ook naar softere aspecten. Zo hebben we venture capital-huizen geselecteerd die goed zijn in teamontwikkeling of een goede reputatie hebben. Dat laatste kan weer belangrijk zijn als je een volgende ronde geld aantrekt.’
Aarts: ‘Toen wij 11 jaar geleden startten, was er een handjevol investeerders in voedseltechnologie. Nu is dat andersom. Er zijn grote investeerders – zowel private equity als venture capital – die erin geloven dat Mosa Meat en Protix uit kunnen groeien tot multinationals als Cargill of DSM. Ik heb in deze beginfase bewust gekozen voor “rustige” aandeelhouders en een eenvoudige aandeelhoudersstructuur. Als je als startup begint, zit je soms met investeerders aan tafel die in tien partijen investeren waarvan ze weten dat er maar één de winnaar zal zijn. Die motivatie kan tot problemen leiden bij tegenslag of als rendement op investeringen langer op zich laat wachten. Ik ben blij niet met dergelijke partijen in zee te zijn gegaan.
We hebben een heftig jaar gehad. De nieuwe fabriek, goed voor een investering van 35 miljoen, zou op volle kracht gaan draaien toen corona uitbrak. We hadden diverse productinnovaties in de pijplijn, tegelijkertijd gingen de grenzen dicht, stegen de grondstofprijzen en besloten klanten risico’s te managen in plaats van geld te besteden aan innovaties. De eenvoudige aandeelhoudersstructuur zorgde ervoor dat er geen tegengestelde belangen gingen opspelen. Er was geen paniek. We bewaarden de rust, gingen niet met prijzen stunten bijvoorbeeld. Daardoor zijn we drie keer in omzet gegroeid en is ons orderboek voor volgend jaar stevig gevuld. Dat je – mede dankzij financiers – de rust kunt bewaren is voor bedrijven met een kapitaalintensieve basis extreem belangrijk.’

Wat is uw boodschap aan investeerders?
Bosch:
‘Ik zou investeerders willen meegeven dat er ongelooflijk veel potentie in de markt voor de voedseltransitie zit. Maar dat er wel een langetermijnvisie nodig is. Er zijn genoeg investeerders die dat hebben, maar ik heb ook enkele afgewezen die het niet hebben.’
Aarts: ‘Ons huidige kapitalistische systeem is niet schaalbaar, we kunnen niet op deze manier doorgaan. Financiers zijn de grote spelers die aan de knoppen draaien van deze transitie. Zij hebben de keuze om te investeren in technologie die minder schadelijk is en een leefbare maatschappij dichterbij brengt. Investeerders beschikken over de middelen om fossielvrije innovatie te laten slagen en de wereld echt te veranderen. Helaas wordt nog altijd geïnvesteerd in nieuwe palmolie- of sojaplantages met ontbossing van het Amazonegebied als gevolg. Ook wordt nog te vaak voor kortetermijnwinst gekozen. Investeerders verbloemen hun motivatie met als argument dat de uitkomst van een nieuwe technologie onzeker is of dat ze wel impact willen maken maar dat hun investering ook financieel rendement moet opleveren. Gelukkig zijn er genoeg financiers die begrijpen dat investeringen met een positieve impact op de samenleving juist heel winstgevend kunnen zijn. De vraag is heel simpel: laat je je geld vloeien naar verandering of steek je je kop in het zand en kies je voor snelle winst?’ 

Dit dubbelinterview is gepubliceerd in Management Scope 10 2021.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 08-11-2021

facebook