Van hoopvolle vragen naar hoopvolle dagen?
Auteur: Jeroen Smit | Beeld: Ricky Booms | 26-08-2025
Verdiepte Governance gaat over moedige hoopvolle vragen gericht op de toekomst. Je vraagt je niet alleen af wat mag en wat technisch kan, maar vooral ook of het – vanuit jouw mens- en wereldbeeld – bijdraagt aan de noodzakelijke transities en het welzijn van komende generaties. Dat zijn ongebruikelijke, ongemakkelijke vragen, maar ze zijn broodnodig om bestaande routines te doorbreken.
De deelnemers aan het project Verdiepte Governance waren het vanaf het begin af aan eens over het nut van die lastige vragen, dat geldt ongetwijfeld ook voor een veel grotere groep bestuurders en commissarissen. Meer dan ooit snakken we naar een hoopvol perspectief op 2050. Ook omdat Trump- en Wilders-achtigen beloven de wereld terug te brengen naar het jaar 1950. Leiders spelen een cruciale rol bij het vormgeven daarvan. Zij zitten hoog, kunnen verder kijken. Jullie kunnen zien wat er aan de horizon, 2035 en verder, wordt gevraagd en nodig is.
Een uitstekende positie
Het begin is er. En we weten ook: het tempo moet omhoog. Dat valt niet mee. Tijdens het project Verdiepte Governance heb ik met veel deelnemers een dialoog gevoerd. Ik merkte dat er veel ‘ja-maren’ zijn. Zoveel onbekende risico’s... als je als eerste een nieuw duurzamer wat duurder pad in slaat en de concurrentie profiteert van het kostenvoordeel dat ze opeens hebben… Oef… misschien toch ook maar even wachten op die veelbelovende innovatie… of de Europese regelgeving die ons naar een gelijk speelveld moet leiden… En trouwens: wij zijn zo klein, een druppel op de gloeiende plaat, kijk naar de Amerikanen en de Chinezen.
Het viel niet mee om vanuit het bekende en vertrouwde een stevige duurzame, inclusieve, circulaire ambitie voor 2035 op papier te zetten en deze vervolgens te vertalen naar actuele actie, naar hoopvolle dagen. Maar we leerden dat cognitieve dissonantie beperkt houdbaar is voor mensen die wakker zijn. Jullie, bestuurders en commissarissen, voelen de pijn, die spagaat van bewust-onbekwaam die met ieder nieuw inzicht, iedere dag, weer een beetje meer pijn doet. Toch?
Hoe uit deze kramp te komen, waar te beginnen? Met leiderschap, dus. Maar wat is dat eigenlijk? Harry Truman, 80 jaar geleden president van de VS, schrok toen hij de vraag kreeg hoe het voelde om als machtigste man ter wereld iedereen zijn wil te kunnen opleggen. Hij gaf een prachtige definitie van leiderschap: ‘Ik bevind me in een uitstekende positie om mensen te helpen dat te gaan doen waarvan ze diep in hun hart weten dat het moet gebeuren, maar waar ze helemaal geen zin in hebben’. Op naar die nieuwe economie van 2050 dus!
Eindelijk tijd voor hoopvolle vragen
Ik geloof dat de tijd van excuses en oude rekensommen voorbij is. Sterker nog: daar hoeven we geen tijd meer aan te verspillen. Met dank aan ChatGPT en consorten krijgen de grote hoopvolle vragen eindelijk de tijd die ze verdienen. Dit kwartje viel bij mij een paar weken geleden. Jullie zullen het inzicht herkennen. Voor een aflevering van het tv-programma Wat Houdt Ons Tegen, met als centrale vraag ‘wat houdt ons tegen om boeren uit de shit te halen’, zat ik op de eerste rij bij de veiling van 250 topkoeien. Die werden een voor een, poepend en piesend, op een podium gehesen. Achter mij zaten zo’n 1.000 boeren met een dikke catalogus op schoot driftig te rekenen: wat zouden ze gaan bieden op deze koe?! Op het scherm achter ieder dier verschenen steeds zo’n 100 getalletjes en afkortingen waarmee de kwaliteiten van het betreffende dier werden samengevat. Ik maakte een nauwelijks leesbare foto van een scherm en vroeg aan ChatGPT: wat is deze koe waard?
Mijn nieuwe beste vriend had twee seconden nodig en legde heel precies en opgewekt uit waarom ik tussen de 2.500-3.000 euro uit moest zien te komen… de koe ging weg voor 2.800 euro. Kortom: als totale leek had ik hier heel aardig mee kunnen doen.
Meer kennis, meer feiten, meer analyses in ons hoofd stoppen is kortom zonde van onze tijd en energie. Laatst bekende een consultant dat hij kort geleden in een paar uur met de inzet van ai een managementteam zulke heldere adviezen kon geven, dat de ceo verbijsterd en verbolgen constateerde: dit is beter dan waar ik McKinsey een paar maanden geleden nog 750.000 euro voor moest betalen.
Fantaseren
Wat betekent dit voor het werk van bestuurders en toezichthouders? Het vergt misschien een klasje ‘hoe schrijf ik een goede prompt’, maar jullie hoeven je niet meer uitgebreid bezig te houden met het narekenen, vergelijken en beoordelen van jaarverslagen, het doorrekenen van marktaandelen, marges en verschillende strategieën en scenario’s. Sterker nog; je kan zo’n stapel jaarrekeningen in combinatie met strategische plannen omzetten in een voor jou op maat gemaakte podcast zodat de informatie op prettige wijze voor je wordt samengevat en overgebracht. Wie wil weten hoe de concurrentie het doet vult een paar gegevens in en krijgt de slimst denkbare analyse. Iedereen kan bij diezelfde analyse, dus daar kun je je niet meer mee onderscheiden.
Verschil maak je door vanuit de behoefte om het goede te doen jouw fantasie aan het werk te zetten en creatief en hoopvol naar de toekomst te kijken. Bijvoorbeeld door een inschatting te maken van de gevolgen van de opwarming van de aarde, het verlies aan biodiversiteit en inclusiviteit, en hoe je daar met moed en ondernemerschap een antwoord op formuleert. Zo dwingt artificial intelligence ons min of meer om ons te richten op wat echt belangrijk en nog onbekend is: waarom doen we wat we doen, kan het niet anders, moet het niet anders. Waar willen we in 2035 staan?
Die originele zoektocht begint altijd met de vraag: wat vind ik daar zelf van? Hoe kan ik als mens, burger, vader of moeder de oplossingen die ik vanuit persoonlijke integriteit bedenk zo goed mogelijk laten samenvallen met mijn ‘professionele integriteit’? Daarvoor is de dialoog van belang, vertragen, echt luisteren. Nou – daar is nu dus volop tijd voor.
Diep naar binnen kijken
Ik pak nog even door, want de vragen zijn groot. Duizenden jaren zijn we vooral bezig geweest met het organiseren van genoeg, van overleven. Met succes: er is meer dan genoeg, zelfs voor 10 miljard mensen. Maar ondertussen zijn we diep verslaafd geraakt aan zoveel mogelijk, zo snel mogelijk, zo goedkoop mogelijk. Zomaar een voorbeeld: we zijn op weg om jaarlijks wereldwijd het equivalent van 300 miljard T-shirts aan kleding te produceren. Een op de drie, steeds vaker van polyester gemaakte, kledingstukken wordt helemaal niet gedragen, de rest wordt na gemiddeld vijf keer dragen weggegooid. We weten ook dat als we zo doorgaan er, mogelijk al in 2050, meer plastic in de oceaan zit dan vis. Wie wil dat?
We moeten op een compleet andere manier gaan produceren, consumeren en verdelen. Daar zijn we het wel over eens. En jullie, leiders, moeten daarin vooropgaan, dat goed onder woorden brengen valt duidelijk niet mee. We hebben dit – ik zeg we, omdat ik het herken – nog nooit echt vooral zélf hoeven doen. Voor het antwoord op de vraag welke kant het op moet, gingen mijn grootouders een keer per week naar de kerk. Mijn ouders flyerden voor D66, geloofden in een eerlijke overheid die zich over het verdelingsvraagstuk zou ontfermen. Ik ging bedrijfskunde studeren en geloofde na de val van de Muur dat de amorele markt ons gedrag de goede kant op zou sturen. Onzin, zo blijkt nu. Als we zo doorgaan, zijn er straks misschien zo’n 40.000 miljardairs (nu 3.000) en heeft de rest niks.
Gaan we voor het scherpstellen van ons moreel kompas nu terug naar de kerk, naar de overheid? Beide blijven belangrijk, maar het is mijn stellige overtuiging dat de tijd is aangebroken om, met dank aan ai, diep naar binnen te gaan, onszelf de vraag moeten stellen: wat betekent het eigenlijk om mens te zijn, om te genieten van vrijheid in de wetenschap dat het nemen van verantwoordelijkheid daaraan zit vastgeklonken?
Als we allemaal aan de slag gaan met die vraag, komen we dezelfde zorgen tegen. Dat gegeven vormt de basis voor het broodnodige vertrouwen om onze samenleving op een andere leest te schoeien. Zo zorgen hoopvolle vragen voor hoopvolle dagen. Omdat we allemaal weten dat wat we nu doen niet houdbaar is.
Je hebt vleugels, gebruik ze
Dat begint natuurlijk met moedig zijn. Ter inspiratie citeer ik de laatste mens die de huidige ‘president-koning’ van de Verenigde Staten in een hem onwelgevallige spiegel liet kijken, door hem op te roepen zich te ontfermen over immigranten, barmhartig te zijn. Weet u het nog, de dag na zijn inauguratie – bisschop Mariann Budde? In haar boek ‘Durf moedig te zijn op beslissende momenten’, stelt ze: ‘De reis begint, ver voor we de eerste stap zetten, met een innerlijke aansporing, een gebeurtenis die alles in een stroomversnelling brengt of een uitnodiging die ons overvalt. We voelen ons geroepen de grenzen van het leven zoals wij die kennen te overschrijden. Vrijwel altijd is er weerstand, en als die niet van onszelf komt, dan wel van degene die willen dat we op onze plek blijven zitten. Een volledige bereidheid komt zelden voor. Net als jonge vogels die uit het nest moeten worden geduwd, weten we vaak niet dat we vleugels hebben totdat we gedwongen worden om te vliegen…’
Wie zichzelf leider noemt, weet dat er vleugels zijn. Weet ook hoe deze eruit zien en hoe ze uit te slaan. Elke leider kan dat voordoen. Mooi toch, kom uit dat warme nest. Word voor de tweede keer geboren. Ga vliegen!
Ik vroeg mijn nieuwe beste vriend hoe hiermee te beginnen. Twee seconden later kreeg ik antwoord: ‘Ga vandaag in gesprek met iemand over een lastige taak of beslissing die je allebei voelt aankomen – en begin met ‘wat houdt je tegen’. Luister en bouw van daaruit aan motivatie, helderheid en vertrouwen. Ik wens jullie heel veel succes!
Dit essay is een weergave van de gesproken column die Jeroen Smit voordroeg tijdens het slotevent van Verdiepte Governance op 15 mei 2025. Gepubliceerd in Management Scope 07 2025.
