Wat te doen aan het ontslagrecht (I)

Wat te doen aan het ontslagrecht (I)
Minister Piet Hein Donner (CDA) broedt rustig verder op zijn voorstel voor de modernisering van het ontslagrecht. Da's mooi, want het huwelijk dat werkgevers en werknemers in Nederland doorgaans elkaar aangaan, kan best wat losser. Vraag is echter of het Donner de problemen die er zijn wel gaat oplossen, of dat hij nieuwe creëert.

De basis van Donners' voorstel kennen we al: dat heeft hij afgelopen zomer gepresenteerd. Maar er wordt nog aan geschaafd. Ondertussen bereikt het geruzie over het ontslagrecht een hoogtepunt. Vanavond is er zelfs een spoeddebat in de Tweede Kamer. Donner moet maar eens komen uitleggen wat hij allemaal aan het doen is, zo vindt het parlement.
Een typisch geval van een verhitte discussie, tijd voor een heldere analyse, zodat we straks ook goed kunnen kijken of Donner wel de juiste problemen aan het oplossen is.
Daarom: Wat is er mis met het huidige ontslagrecht? Deel 1: de ontslagvergoeding.

Allereerst: het huidige ontslagrecht heeft ook veel voordelen voor werkgevers. Zo zijn de kosten van een ontslagprocedure voorspelbaar, en hebben werkgevers keus: wie goed gemotiveerd van zijn werknemer af wil, kan dat relatief goedkoop via het CWI. Wie zijn personeelsbeleid minder goed op orde heeft, kan die nalatigheid afkopen door een relatief snelle maar duurdere gang naar de (kanton)rechter. En in geval van een reorganisatie kunnen Nederlandse bedrijven - althans volgens onderzoek van de Oeso - relatief makkelijk van hun mensen afkomen.

Belangrijk nadeel is dat een werkgever die goedkoop van zijn slechte werknemers af wil, flink moet investeren in het opbouwen van een dossier over hem. Dat kost tijd en geld, en is vooral voor kleine werkgevers een bureaucratische last.
Het mag duidelijk zijn dat dit nadeel voor werknemers een voordeel is. Hier zit de bescherming: een werkgever zal moeten motiveren waarom hij van iemand af wil, dat gaat niet zomaar. Hoewel: in de praktijk valt dat tegen. Wie ontslag krijgt aangezegd krijgt dat in in 85 (CWI) tot 90 (rechter) procent van de gevallen ook, zo blijkt uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De bescherming van het preventief toetsen van een ontslagaanvraag via het CWI of de rechter, is beperkt. Dat wordt gecompenseerd met een ontslagvergoeding. Volgens Donner krijgt de helft van het aantal mensen dat ontslagen wordt zo'n vergoeding.
Als de bescherming die het ontslagrecht biedt schijn is, dan kan hij net zo goed weggehaald worden. In ruil daarvoor wil Donner de ontslagvergoeding standaardiseren.
Dat klinkt logisch, maar het is hooguit pragmatisch. Want een ontslagvergoeding voor iedereen, is raar: waarom zouden ook mensen die er een potje van maken, een vergoeding krijgen? En zelfs evenveel als mensen die jarenlang goed gepresteerd hebben?

De minister wil versimpelen, maar doet dat ten koste van de rechtvaardigheid. Slecht plan dus, minister. Het huidige systeem biedt via de kantonrechterformule voldoende aanknopingspunten voor werknemers om gecompenseerd te worden, dat is het probleem niet. Dat er ook nog een lastiger route is die via het CWI loopt en die, vooral voor werknemers, onvoorspelbaar is wat de uitkomst betreft, is waar. Maar schaf die dan af, en laat de rechter vrolijk toetsen. Desnoods achteraf, als vereenvoudiging zo belangrijk is. Dat betekent niet dat ieder ontslag voor de rechter komt: alleen in de gevallen waarin werkgever en werknemer het niet over de vergoeding eens zijn, is een uitspraak nodig.

Dus: Donner, haal de bureaucratie van het preventief toetsen weg, zorg dat er een stevige en heldere basis is voor een ontslagvergoeding en laat de rechter die vaststellen als partijen het niet eens worden.
Wordt vervolgd.

facebook