Gevreesd opportunisme
Auteur: Peter Paul de Vries | 05-05-2014
Vaak krijg ik de vraag hoe het is om aan de andere kant van de tafel te zitten. Andere kant? Ja, eerst als vertegenwoordiger van beleggers, nu als ondernemer. Eerlijk gezegd: zo voelt het niet. Als ondernemer doe je investeringen en probeer je daarmee het bedrijf te versterken, de winst te laten groeien. Je maakt een afweging van risico en rendement. Als belegger zit je in een vergelijkbaar schuitje. Met een belangrijk verschil: als een onderneming (zoals AkzoNobel of Philips) de bakens wil verzetten, kost zo’n transformatieproces jaren. Een belegger kan, als hij niet langer positief is over een sector of een onderneming, nog dezelfde beursdag zijn aandelen verkopen. Een deel van die ándere kant begrijp ik natuurlijk wel. Bij aandeelhoudersvergaderingen zit ik achter de tafel, niet in de zaal. Er worden vragen aan ons gesteld en die rol van vragensteller was vroeger de mijne.
Visie op aandeelhouderschap
Maar opvallend genoeg is mijn visie op aandeelhouderschap niet of nauwelijks gewijzigd. Ja, ik ben nog steeds tegen exorbitante beloningen en vertrekpremies. Als de kersverse topman van Ziggo drie miljoen euro vangt in negentien dagen in het kader van de overname van het bedrijf, dan blijf ik dat absurd vinden. Loon naar werken, een verband tussen prestatie en beloning. Dát is logisch. En ik blijf van mening dat aandeelhouders ten onrechte de schuld hebben gekregen van de financiële crisis. De druk om op korte termijn resultaten te boeken voor aandeelhouders, zou banken hebben aangezet om hogere en onverantwoorde risico’s te nemen en daardoor zijn ze bijna omgevallen. Lariekoek, natuurlijk. Op ABN Amro na – waar Groenink zelf de beschermingsconstructies had afgeschaft – waren alle beursgenoteerde financiële instellingen beschermd tegen kennelijk gevreesd opportunisme en kennelijk gevreesde druk om op korte termijn winstmaximalisatie na te streven. En dus had SNS zijn eigen stichting, Aegon een vereniging en ING een administratiekantoor dat moest zorgen voor evenwichtige langetermijnbeslissingen. De gewone aandeelhouder had en heeft daar weinig over te zeggen.
Degradatie van de coöperatie
Politiek kan het leuk klinken om aandeelhouders de schuld te geven, maar waar is de politicus met verstand van zaken die de schuld neerlegt bij de bestuurders van stichting, vereniging en administratiekantoor? Die onterechte veroordeling kwam ook uit Rabo-kringen, waar het coöperatiemodel jarenlang werd verheerlijkt. Maar inmiddels is duidelijk dat die Rabobank, een waardevolle bank die van niemand is, minstens net zoveel (of meer) fouten maakt dan een beursgenoteerde bank. Met de degradatie van de coöperatie wordt het aandeelhoudersmodel weer in ere hersteld. Hup aandeelhouders, investeer in bedrijven en neem je verantwoordelijkheid als mede-eigenaar. Wie bereid is risicodragend vermogen te verstrekken, mag daar nog steeds zeggenschap voor terug verwachten. Zes jaar na de VEB denk ik daar nog net zo over.
Peter Paul de Vries is directeur van het beursgenoteerde bedrijf Value8. Als directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) was hij jarenlang de luis in de pels van besturend Nederland.
Deze column van Peter Paul de Vries is verschenen in Management Scope 03 2014.