Sustainable finance is er niet alleen voor de grootste bedrijven

Sustainable finance is er niet alleen voor de grootste bedrijven
Duurzame strategieën zijn mainstream geworden, en daarmee groeit ook de aandacht voor duurzame financiering. Om die financiële stromen in kaart te brengen heeft Vlerick Business School het Centre for Sustainable Finance opgericht. Kartrekker en directeur is professor David Veredas.

Dankzij de sustainable development goals (SDG’s) van de Verenigde Naties en de gestage opkomst van ESG-rapportering (waarbij ESG staat voor environmental, social en corporate governance) is er bij vrijwel elk groot bedrijf of elke grote organisatie tegenwoordig aandacht voor duurzaamheid. Inmiddels is er geen jaarrapport meer waarin de afkortingen ESG en SDG niet voorkomen.
De term ‘duurzame ontwikkeling’ dook in de jaren ’80 van de vorige eeuw voor het eerst op in het Brundtland- rapport. De toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland vroeg in het in opdracht van de Verenigde Naties geschreven rapport Our Common Future aandacht voor duurzame consumptie en productie. Duurzame ontwikkeling werd gedefinieerd als ‘een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen.’

Een paradigmashift
Deze historische definitie bleek in de jaren en decennia na publicatie van het rapport grote gevolgen te hebben voor de financiële basis onder investeringen. Doordat er plots aandacht was voor de ‘toekomstige generaties’ schoof de investeringshorizon flink op. Het ging nu niet langer om zo snel en zo veel mogelijk winst maken: voortaan moest er rekening worden gehouden met andere en abstractere zaken, voor en met de generaties na ons. Aandeelhouders zijn immers beter af met een langetermijnplanning op strategisch en duurzaam vlak dan met kortetermijnwinst ten koste van langetermijnperformance. Dat betekende vrijwel automatisch dat financiering voortaan ook duurzaam moest zijn. Bij financiering werd voortaan niet alleen gekeken naar snelle opbrengsten voor de aandeelhouder. Voortaan werden milieu-aspecten, sociale aspecten en governance- aspecten meegewogen.

Duurzaam is default
Het begrip ESG werd dus al eind vorige eeuw geïntroduceerd, maar heeft pas echt een grote vlucht genomen toen in 2005 het internationale advocatenkantoor Freshfields Bruckhaus Deringer vaststelde dat aandeelhouders konden eisen dat de bedrijven waarin ze beleggen rekening moesten houden met de ESG-factoren. Terwijl ESG eerst nog een niche was, is het nu mainstream geworden. In de financiële sector, en zeker op het terrein van private banking, is duurzaam tegenwoordig default. Dat komt ook door de vraag van de klant. Die gaat er inmiddels vanuit dat duurzaam de standaard is.

Een wereld te winnen
Ook de overheden hebben na het Brundtland-rapport niet stilgezeten. Er werden klimaatakkoorden gesloten (Kyoto, Parijs), er werden eisen gesteld aan CO2-uitstoot, emissions trading systems (ETS) zijn opgezet en onlangs werd in de EU nieuwe regelgeving van kracht op het gebied van niet-financiële rapportering. Dit alles heeft grote gevolgen voor duurzame financiering.
Het nieuwe Vlerick Centre for Sustainable Finance wil de kennis op dit terrein vergroten en delen. Samen met ervaringsdeskundigen uit de financiële sector (bankconcern ABN AMRO en vermogensbeheerder Candriam zijn partners in het centrum) gaan we de markt de komende jaren in kaart brengen. Die kennis willen we vooral ter beschikking stellen aan de middelgrote en wat kleinere bedrijven, de zogeheten SME’s. Want als het om duurzaamheidsregels en duurzame financiering gaat, zijn het vooral de grote bedrijven die de weg kennen en die de vruchten plukken. Op het terrein van de SME’s is nog een wereld te winnen.

Enorme duurzaamheidswinst
De komende periode richt ons onderzoek zich met name op twee thema’s: de ESG-rapportering voor juist deze mkb-bedrijven en op een veel secuurdere meting van de uitstoot van broeikasgassen. Om met het eerste thema te beginnen: alle huidige ESG-matrixen voor rapportages zijn vooral gericht op grote, internationaal opererende bedrijven. Die grote corporates zijn goed ingericht op ESG-rapportering.
Voor kleinere ondernemingen geldt dat niet. De huidige methodologie voldoet niet voor hen. Het is te ingewikkeld, er moet met veel te veel zaken rekening worden gehouden. En dat terwijl de SME’s grofweg zo’n 90 procent van het totaal aantal bedrijven uitmaken. Als we deze bedrijven ‘aan de ESG krijgen’ valt daar een enorme duurzaamheidswinst te behalen.

Tools ontwikkelen
Het tweede onderzoeksterrein van het nieuwe centrum is ingewikkelder, maar niet minder relevant voor de toekomst van sustainable finance: dat gaat over de meting van de uitstoot van broeikasgassen, en dan met name de zogeheten scope-3- emissies. Dat zijn indirectie emissies die ontstaan als gevolg van zowel downstream- als upstream-activiteiten van een organisatie, zoals woon-werkverkeer, afvalverwerking of emissies die verderop in de supply chain plaatsvinden. Juist op het terrein van die scope-3-emissies (zo’n 80 procent van de totale uitstoot) is het huidige rapporteringssysteem nog niet ingericht. Het zijn met name grote bedrijven zoals Walmart en Ikea die de uitstoot gedetailleerd in kaart kunnen krijgen. Voor kleinere bedrijven is het systeem te complex en ontbreken de juiste tools. Die gaan we met het nieuwe centrum ontwikkelen. Daarbij zullen we ook gebruikmaken van artificial intelligence. Dat moet helpen om het complexe netwerk van alle broeikasgasemissies te doorgronden.

Veilingen
Maar wat heeft meting van emissies nu met duurzame financiering te maken? Het antwoord is simpel. Als we CO2-neutraal willen worden (en daar zijn klimaatverdragen allemaal op gericht), moeten we toe naar een systeem waarbij er een prijs wordt gezet op broeikasgassen. Nu is er al zo’n emissiehandelssysteem (ETS) voor een aantal sectoren in Europa, zoals bijvoorbeeld de energiesector. Dit Europese systeem van veilingen is succesvol en zal de komende periode worden uitgebreid naar andere sectoren, zoals de maritieme sector. Ook in andere landen en handelsblokken is dit soort veilingen in opmars. China is bijvoorbeeld dit jaar begonnen met een systeem dat is gestoeld op het Europese voorbeeld. Organisaties zullen straks hun weg moeten weten te vinden op deze carbon markets, om aan hun verplichtingen te voldoen en financiering veilig te stellen.

Duurzaamheidstrein
Duurzame financiering zal dus de komende tijd in belang toenemen. Het is goed om te beseffen dat alle betrokken partijen elkaar daarbij nodig hebben. Overheden hebben de financiële sector nodig om de maatschappij duurzamer te maken. Dat kan niet met alleen publiek geld. Alleen private financiers beschikken over de benodigde financiële middelen. De financiers op hun beurt hebben een overheid nodig die duidelijk richting aangeeft, een overheid die de koers bepaalt, de regels van het spel bepaalt, goed gedrag beloont en slecht gedrag belast of bekeurt.
Bedrijven – of ze nu groot zijn of wat kleiner – zullen moeten beseffen dat ze de duurzaamheidstrein onder geen beding mogen missen. Wie dat wel doet, blijft achter op een perron waar straks niets meer te verdienen valt. Het Vlerick Centre for Sustainable Finance zal de trends in kaart blijven brengen en kennis hierover blijven delen.

Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 04 2021.

facebook