Verjonging in de raad van toezicht
24-10-2023 | Auteur: Henk Vlaming | Beeld: Roderik van Nispen
Vier toezichthouders ontmoeten elkaar op de 23e verdieping van advocatenkantoor Houthoff. Ze gaan samen in gesprek over nut en noodzaak van dertigers in raden van toezicht. Voegen die iets toe met hun ambitie en nieuwe kennis, of missen ze ervaring en overzicht? Gastvrouw van deze rondetafel is Marry de Gaay Fortman, advocaat-partner corporate en public governance bij Houthoff en expert op het gebied van bestuur en toezicht. Daarnaast is ze onder andere voorzitter van International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA), het toonaangevende internationale documentaire-instituut.
Tegenover haar neemt Orçun Ersungur plaats, verbonden als legal counsel aan Power2X. Net als De Gaay Fortman is hij toezichthouder bij IDFA Institute, maar dan als trainee. Ersungur heeft in 2022 deelgenomen aan de Blikverruimers Academie, een academie die jonge talenten klaarstoomt voor een carrière als toezichthouder. Een mogelijk onderdeel van de opleiding is een traineeship van een jaar bij een raad van toezicht. Naast hem zit Sophie Merckelbach, strategieconsultant bij McKinsey & Company. Ze heeft als dertiger dezelfde opleiding voor toezichthouder bij Blikverruimers gevolgd. Als vervolg hierop maakt ze nu als trainee-toezichthouder deel uit van de raad van toezicht van Rijksmuseum Boerhaave. Haar mentor daar is rvt-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, ooit voorzitter van VNO-NCW en tegenwoordig hoogleraar economie en bedrijfskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij neemt via het beeldscherm vanuit Griekenland deel aan de rondetafel. Die slaat hij niet graag over, want dit kwartet is eensgezind in het enthousiasme van dertigers als toezichthouders. ‘Meer raden van toezicht zouden jonge trainees een zetel moeten geven’, zegt Rinnooy Kan.
Wat voegt een jonge, beginnende toezichthouder toe aan een raad van toezicht?
De Gaay Fortman: ‘Een jonge trainee is een volwaardige toezichthouder die anderen in de raad van toezicht in contact brengt met thema’s van jongere generaties. Het kan een licht ongemak geven als een jonge toezichthouder verwacht dat alle andere toezichthouders oog hebben voor alles wat ze aanbrengen en direct in actie komen. Maar het is uiteraard heel belangrijk om te weten wat er speelt buiten de organisatie. Je inzichten als toezichthouder moeten resoneren met de manier waarop je toezicht uitoefent. Daarom is het goed om uitgedaagd te worden door jonge toezichthouders die een frisse blik van buiten meenemen. Sta je daar niet voor open, dan doe je de organisatie en jezelf tekort.’
Rinnooy Kan: ‘Twee keer heb ik nu ervaring opgedaan met een jonge toezichthouder en beide keren waren positief. Fris, scherp, we krijgen weerwoord – daar ben ik van onder de indruk. De jonge toezichthouder laat ons als raad op een natuurlijke wijze profiteren van nieuwe kennis uit de opleiding en het perspectief van de jongere generatie. Daar kun je als ervaren toezichthouder je voordeel mee doen. Daar hoort bij dat de beginnend toezichthouder het woord moet kunnen voeren. Het is verstandig wel eerst het draagvlak daarvoor te peilen. Een trainee als toezichthouder heeft alleen kans van slagen als de hele raad van toezicht bereid is hem of haar ruimte te geven. Dat werkt dubbel zo goed als de voorzitter van de raad ook optreedt als mentor.’
Merckelbach: ‘In de raad van toezicht probeer ik vernieuwende inzichten te geven door met een frisse blik te kijken naar het toezicht. Waarom doen we dit op deze manier? Waarom staan bepaalde zaken op de agenda van de raad van toezicht, en andere niet? Hier wissel ik over van gedachten met Alexander. Ik wil graag een nieuw perspectief bieden en ik ervaar dat daar ruimte voor is.’
Ersungur: ‘Vanaf dag één voelde ik me geen trainee maar volwaardig toezichthouder, de open houding van de directie van IDFA en de overige toezichthouders droeg daar enorm aan bij. Als je in de raad van toezicht zit, bekleed je een volwaardige rol, ook al is die voor een jaar. Dat is ook een les die Blikverruimers benadrukt. De kunst is om je eigen rol te herkennen in de raad van toezicht. Van nature voel ik me prettig in de verbindende rol en zo probeer ik me ook op te stellen in de raad van toezicht. Vanuit alle informatie die ik krijg, probeer ik tussen de regels te herkennen waar pijn zit en waar energie vandaan komt. Op die manier draag ik bij aan de raad van toezicht op een manier waarbij ik dicht bij mijzelf blijf.’
Waaraan zie je of een dertiger geschikt is voor de rol van toezichthouder?
De Gaay Fortman: ‘Aan hoe professioneel iemand zich opstelt. Ik was 24 toen ik toezichthouder werd bij een zorginstelling. Achteraf bezien had ik geen flauw idee van wat toezicht inhield. Afstand tot het bestuur? Geen sprake van, we gingen samen uit eten voor elke vergadering. Maar ik groeide in mijn rol. Dat is 30 jaar geleden. Toezichthouden is een vak, je staat als een huis voor het belang van een organisatie. Daarom wordt van een toezichthouder professioneel gedrag verwacht, en dat geldt ook voor de trainee. Als toezichthouder krijg je veel mee van de organisatie waar je toezicht op houdt en daar moet je verantwoordelijk mee omgaan. Je kunt bijvoorbeeld te maken krijgen met spanningen in de directie, dan moet je de rol van werkgever van het bestuur weloverwogen kunnen bekleden.’
Rinnooy Kan: ‘Een van de kerntaken van een toezichthouder is om in al die bergen informatie de onderwerpen te herkennen die om bijzondere aandacht vragen. Herkent de toezichthouder de punten van zorg? En kijkt hij of zij niet alleen naar wat vandaag belangrijk is, maar ook naar wat morgen een punt van zorg kan zijn? Een toezichthouder heeft oog voor bestuurlijke vragen en belangstelling voor waar de organisatie en het bestuur mee bezig zijn.’
Merckelbach: ‘Een ervaren toezichthouder vertelde me dat we drie rollen hebben: die van het toezicht, van het werkgeverschap en van het adviseren. Heb je oprechte interesse in de organisatie en haar medewerkers en verdiep je je in een onderwerp, dan kun je tot een heel goed advies aan het bestuur komen. Als dat lukt, gaan het toezicht en het werkgeverschap al meer vanzelf. Ik heb die les onthouden.’
Ersungur: ‘Als jonge toezichthouder kan het in het begin ongemakkelijk zijn om in een professionele raad zitting te nemen. Blijf op de hoogte van vakliteratuur, breng jouw generationele perspectief in en verdiep je goed in de stukken, dan kun je in die raad een actieve bijdrage leveren en zal die ongemakkelijkheid ook verdwijnen. Je kunt er als toezichthouder strak op zitten, maar dat is niet altijd effectief en ook niet nodig. Een raad van bestuur staat vaak onder druk en moet moeilijke beslissingen nemen. De toezichthouder is er ook om vertrouwen te geven aan een raad van bestuur. Als we een bepaald besluit bespreken en je staat er als raad van toezicht achter, dan moet je het bestuur daarin ook steunen. Dat is een les die ik het afgelopen jaar heb geleerd.’
Welke transformatie maakt een jonge toezichthouder door als hij of zij in het diepe wordt gegooid?
Merckelbach: ‘Wat voor mij goed werkte is om onderwerpen voor te bespreken met Alexander en de ruimte te krijgen om ideeën in te brengen. Ook heeft de Blikverruimers Academie bijgedragen aan het ontwikkelen van mijn kompas als toezichthouder. Door dit kompas weet je waar je als toezichthouder voor wilt staan. Het helpt me mijn mening naar voren te brengen zonder te botsen met andere toezichthouders.’
De Gaay Fortman: ‘Veel onderwerpen waarmee we te maken krijgen als toezichthouders voltrekken zich tegen de achtergrond van veranderingen. Jonge toezichthouders hebben vaak heel goede ideeën daarover, bijvoorbeeld over duurzaamheid. Maar ook al reageren bestuurders daar positief op, dan wil dat niet zeggen dat ze adviezen ook integraal overnemen. Zij hebben de vrijheid om adviezen in te vullen op de manier die zij, alles meegewogen, het beste vinden. Het is goed dat jonge toezichthouders beseffen dat ze de uitvoerende rol moeten laten aan bestuurders. Bedrijfsvoering is iets anders dan compliance, waar je als toezichthouder in moet grijpen als daar aanleiding voor is.’
Ersungur: ‘Mijn les is om actief te luisteren en de goede vragen te stellen, met een paar gerichte vragen de juiste informatie achterhalen. Merk ik dat er is nagedacht over een punt van aandacht, dan laat ik het daarbij, ik werk op basis van vertrouwen. Maar krijg ik antwoorden die niet consistent zijn, dan weet ik dat dit iets is waar ik over ga nadenken. Dan is dit iets dat mijn aandacht nodig heeft. Het is daarnaast een valkuil om te veel op detailniveau operationele zaken te bespreken, die verantwoordelijkheid ligt bij het bestuur en niet bij de toezichthouders.’
Rinnooy Kan: ‘Als toezichthouder word je onderdeel van de gehele raad van toezicht. De raad is een collectief waar jij ook toe behoort. Individuele prestaties van toezichthouders zijn zelden in het geding, omdat alles draait om de raad als geheel. Falen als individuele toezichthouder is daardoor zeldzaam, tenzij het gaat om zaken als belangenverstrengeling of ingaan tegen de regels. Je rol in de raad van toezicht komt op je cv te staan. Voor je het weet ben je een coryfee.’
Wat zijn de grote thema’s waar de toezichthouder van morgen een visie op moet ontwikkelen?
Ersungur: ‘Elke generatie is gevoelig voor grote thema’s die op dat moment de maatschappelijke agenda dicteren. Wij zijn als dertigers ongeduldiger dan de huidige generatie toezichthouders als het aankomt op klimaat. Ik voel mij ook verantwoordelijk voor de volgende generatie. Van mijn nichtjes, die tot Gen Z behoren, hoor ik de vraag over waar het heen gaat met onze planeet, ons aandeel daarin en wat hun oom daaraan doet. Ik heb wel eens het idee dat de gevestigde generatie toezichthouders dit soort urgentie anders ervaart. Duurzaamheid vinden zij ook belangrijk, maar ik merk dat ik op dat gebied bijvoorbeeld meer behoefte heb aan concrete en snelle stappen. Governance is veranderlijk en onderworpen aan de tijdgeest. Ik verwacht bijvoorbeeld dat Gen Z in vergelijking met mijn generatie meer aandacht zal vragen voor bestaanszekerheid. Als jonge toezichthouder geef je kleur aan governance die nog niet aanwezig is.’
Merckelbach: ‘Er staan zoveel dingen te gebeuren in de samenleving waar ook het Rijksmuseum Boerhaave mee te maken krijgt. Het maakt me enthousiast om daar onderdeel van uit te mogen maken. In de opleiding van Blikverruimers heb ik geleerd over juridische zaken, accountancy, integriteit, diversiteit en inclusiviteit, boardroom dynamics en duurzaamheid. Ik kijk ernaar uit om alles wat ik heb geleerd in de praktijk te brengen. Wat ik leer in de opleiding kan ik via het traineeship in de praktijk brengen, dat is het mooie.’
De Gaay Fortman: ‘Er liggen in deze tijd zoveel uitdagingen voor toezichthouders, die stuk voor stuk boeiend zijn. De leden van de raad gaan niet alleen op een directe manier over de continuïteit van de organisatie, maar steeds vaker ook over opvolgingsvraagstukken. Het werkgeverschap van de raad van toezicht is een belangrijk onderdeel dat bijdraagt aan het succes van een organisatie. Daarnaast gaat het ook om de maatschappelijke betrokkenheid en positieve impact. Als toezichthouder moet je weten wat er leeft in de samenleving en hoe de organisatie daarbij aan kan sluiten. Soms hoor ik iets waarvan ik me afvraag wat we daarmee moeten. Toch zul je ook daar een antwoord op moeten vinden, want voor de buitenwereld ben je het verlengstuk van de organisatie.’
Welk afbreukrisico is er voor de dertiger in de raad van toezicht?
Rinnooy Kan: ‘Besef dat je niet alleen op afstand staat als toezichthouder, maar dat je ook een ambassadeur bent van de organisatie waar je toezicht op houdt. Wat jij doet, straalt af op de organisatie als geheel.’
De Gaay Fortman: ‘Dertigers in de raad van toezicht hebben iets minder ervaring dan oudere toezichthouders. Ze zitten ook nog aan het begin van hun carrière en moeten hun studie combineren met een zware baan, zonder dat ze taken kunnen delegeren. Trap dan niet in de valkuil dat je de luis in de pels moet zijn, de young kid on the block die de ouderen wel eens de les zal lezen. Opporren heeft als risico dat er geen verbinding komt en dus geen vertrouwen. Maar zoek je rustig je rol in verbinding, dan is de kans op succes groot.’
Ersungur: ‘De raad van toezicht lijkt van een afstandje glitter en glamour, maar het is een serieuze functie die je vooral vanuit jouw passie moet aanvliegen. De praktijk is dat ik vaak ’s avonds en in het weekend nog stukken doorneem. Ook ben je als toezichthouder altijd in functie, ook op een borrel. Mijn taak is om te luisteren, waarbij ik ervoor moet waken dat ik de indruk wek dat ik alle punten die mensen onder mijn aandacht brengen wel even meeneem naar de raad van toezicht. Ik probeer natuurlijk wel oog te hebben voor wat er speelt omdat ik het belang dien van alle stakeholders. Kijk dus uit als je op de borrel in een ontspannen sfeer het gesprek aangaat. Voor je het weet wissel je meer uit dan misschien verantwoord is of beloof je dingen die je niet waar kunt maken. Als toezichthouder zie ik mijzelf liever niet als afgevaardigde van het hoogste orgaan, zoals mensen vaak denken, maar wil ik een dienende leider zijn. Aan jongeren die een toezichtsrol ambiëren wil ik zeggen: laat je niet ontmoedigen. Wil je toezichthouder worden, denk dan niet te groot. Veel jongeren hebben een beursvennootschap op het lijstje staan, maar toezicht houden in zo’n organisatie gaat ook gepaard met veel formaliteiten. In een organisatie waar corporate governance minder is geformaliseerd, kan je als beginnende toezichthouder een grote bijdrage leveren.’
Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 09 2023.
Dit artikel is voor het laatst aangepast op 24-10-2023