Jelle Miedema (Randstad): ‘Als company secretary word ik steeds vocaler’

Jelle Miedema (Randstad): ‘Als company secretary word ik steeds vocaler’
Company secretary Jelle Miedema (Randstad) is allereerst de linking pin tussen de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Nu de rol van die laatsten verandert, verandert de rol van de company secretary mee. ‘Commissarissen hebben het drukker gekregen en krijgen steeds meer verantwoordelijkheden toebedeeld. Zij hebben daarom steeds sterker de behoefte aan iemand die hen goed informeert en adviseert.’

Het is business as usual op het hoofdkantoor van uitzendconcern Randstad. Mensen die in de ontvangsthal op weg zijn naar de volgende vergadering, die zich naar buiten begeven om klanten te bezoeken of zich rondom de koffiecorner verzamelen. Druk dus. Maar iedereen lijkt zo doelgericht bezig dat er ook een soort rust hangt – een rust die wordt versterkt door de tijdloze uitstraling van het gebouw in de vorm van het Randstadlogo uit 1987 van architect Wim Quist, de favoriete architect van Randstad-oprichter Frits Goldschmeding.
Goldschmeding is onlangs op 90-jarige leeftijd overleden. En hoewel hij al jaren niet meer dagelijks actief was op het Randstad-hoofdkantoor – in 2011 nam hij afscheid als vicevoorzitter van de raad van commissarissen – is zijn belang van ruim 30 procent in het bedrijf ondergebracht bij Randstad Beheer. ‘Het overlijden van Frits heeft zeker impact gehad, vooral op de groep mensen die nauw met hem samenwerkten’, zegt company secretary Jelle Miedema tegen Joyce Leemrijse van A&O Shearman. ‘Onze pater familias is niet meer. Maar binnen het bedrijf is er niet veel veranderd. De structuur van het bedrijf en de kernwaarden – ‘kennen, dienen en vertrouwen, streven naar perfectie en simultane belangenbehartiging’ – blijven intact. Zijn gedachtegoed leeft voort in ons DNA. Randstad blijft een bedrijf dat investeert in medewerkers en een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid op zich neemt. Die opdracht heeft hij ons meegegeven en die blijven we uitvoeren.’

Je bent sinds 2008 company secretary en hebt intensief samengewerkt met ceo’s Ben Noteboom, Jacques van den Broek en nu met Sander van ’t Noordende. Heel verschillende persoonlijkheden. Hoe is het om steeds met een andere ceo van doen te hebben?
‘De dynamiek met elke ceo is persoonsgebonden. Maar zo bijzonder is dat niet. Elke nieuwe collega betekent een nieuwe dynamiek. Het heeft voor mijn rol geen ingrijpende gevolgen als er een nieuwe ceo aantreedt. Mij is ook wel eens gevraagd als er een nieuwe ceo aantrad, of er dan ook een nieuwe company secretary kwam. Maar dat is dan helemaal niet aan de orde. Mijn rol staat los van wie in de raad van bestuur of in de raad van commissarissen zit. Wel is het cruciaal dat je een heel goede verstandhouding en manier van samenwerken hebt met de ceo en andere mensen met wie je nauw samenwerkt.
Eerlijk gezegd prijs ik me gelukkig dat ik altijd met werkelijk alle ceo’s én met cfo’s en andere leden van de raden van bestuur en commissarissen goed overweg heb gekund. Ik zou echt niemand kunnen noemen met wie ik geen goede verstandhouding heb – al zou ik willen. Ik denk overigens dat je wel moet leren om in deze rol altijd voor ogen te hebben dat je voor alles het belang van de onderneming dient, ook als het met iemand even niet zo lekker loopt.’

Dan even over je rol. In een vorig gesprek met Management Scope ging het ook daarover. Daarin gaf je ook aan dat de term ‘bestuurssecretaris’ de lading niet dekt, en company secretary een betere aanduiding voor jouw rol is. Denk je dat nog steeds?
‘Nog meer dan toen. Bestuurssecretaris impliceert een dienende, sterk administratieve rol, die niet veel verder gaat dan het opstellen van agenda’s, vergaderstukken en notulen. Een company secretary heeft daarentegen een veel bredere functie. Ik ben juridisch verantwoordelijk voor de nv, voor alles wat met bijvoorbeeld de beursnotering en aandeelhouders te maken heeft. Daarnaast – en daar haal ik de meeste energie uit – ben ik de linking pin tussen de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Ik voel verantwoordelijkheid voor de communicatie tussen die twee organen. Daarin vervul ik steeds een proactieve rol – ik heb tussen vergaderingen door meer interactie met bestuurders en commissarissen dan vroeger. We hebben nu een executive leadership team, en ook met de leden daarvan heb ik nauwe contacten. Ook ben ik een verbindende schakel tussen het bestuur en andere delen van de organisatie. Daarnaast ben ik vaak aanwezig bij bijeenkomsten met vertegenwoordigers van externe partijen, zoals de VEB, Eumedion en de VBDO. Laatst had ik nog een discussie met een groep van UN Global Compact die pleitte voor de mogelijkheid van een societal committee voor de onderneming, om de stem van maatschappelijke groepen te institutionaliseren.
Verder ben ik, sinds de vorige ceo me dat vroeg, verantwoordelijk voor duurzaamheid bij Randstad. Dit is wellicht ongebruikelijk voor mijn rol, maar wij hadden het gevoel dat het ESG-beleid bedrijfsbreed moest worden vormgegeven, te meer omdat Randstad in de kern van het bedrijf een onderneming is die goed wil doen voor de maatschappij. Wellicht verandert mijn betrokkenheid bij ESG weer in de toekomst. Misschien dat er ooit een chief sustainability officer in het executive leadership team zal komen, die de verantwoordelijkheid voor het ESG-beleid draagt. Dat zou een positieve ontwikkeling zijn, omdat het de strategische relevantie van ESG-onderwerpen benadrukt.’

Je rol is dus aan veranderingen onderhevig, wat ben je zelf anders gaan aanpakken? ‘In de afgelopen jaren ben ik vocaler geworden. Zo neem ik ook steeds meer verantwoordelijkheid in de informatievoorziening. Ik attendeer de rvc bijvoorbeeld op belangrijke onderwerpen die tijdens de vergadering aan de orde moeten komen. Of welke talenten binnen de onderneming ze zouden moeten leren kennen. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat dat soort zaken wordt geagendeerd, en zij vertrouwen op mijn onderwerpkeuze. In die zin ben ik ook steeds meer een trusted advisor geworden. Niet alleen richting commissarissen, maar daar is de verschuiving van mijn rol het duidelijkst.
Commissarissen hebben het in de afgelopen jaren steeds drukker gekregen en steeds meer verantwoordelijkheden toebedeeld gekregen. Zij hebben daarom steeds sterker de behoefte aan iemand die hen goed informeert en adviseert.’

Heb je ook invloed?
‘Dat denk ik wel. Ik denk dat mensen naar me luisteren, dat mijn mening gehoord wordt en door de raden van bestuur en commissarissen meegenomen wordt in hun besluitvorming. Ik heb zeker geen stem, maar ik weet natuurlijk wel wat er leeft binnen het bedrijf. Als ik hier in een ivoren toren zou gaan zitten, zou ik nooit zo goed op de hoogte zijn. Dat lukt alleen als je zichtbaar bent, als mensen naar je toekomen en je heel goed luistert naar wat ze te zeggen hebben. En als je er geen eigen agenda op na houdt, niet meegaat in de agenda’s van anderen en daar transparant over bent. Als je niet onafhankelijk bent, verlies je je geloofwaardigheid. En zoals gezegd: ik ben onafhankelijk. Dat wil zeggen: ik voel me onderdeel van Randstad. Ik dien het belang van dit bedrijf in de meest brede zin van het woord en probeer ook vooral om naar dat belang te kijken als ik mensen adviseer. In elk geval faciliteer ik dat de leden van de raden van bestuur en commissarissen de juiste informatie hebben om zelfstandig morele afwegingen te kunnen maken, vooral door het belang en de kernwaarden van Randstad keer op keer te benadrukken. Zoals ik dat bijvoorbeeld ook doe als ik met nieuwe medewerkers spreek. Wat dat betreft ben ik het geweten van Randstad, iemand die het gedachtegoed zoals Frits Goldschmeding dat ooit heeft geformuleerd levend probeert te houden.’

Wat maakt het werk als company secretary leuk?
‘Het leuke aan dit werk is vooral dat geen dag dezelfde is. Altijd speelt er weer een ander onderwerp. Ook bevalt het me dat er steeds een andere dynamiek is als er een andere ceo is. En het bevalt me uitstekend om die brede rol te vervullen, als linking pin binnen de organisatie én als trusted advisor. Verder ben ik erg op mijn plaats bij Randstad doordat ik me zo goed thuis voel bij de kernwaarden en de cultuur van het bedrijf. Die passen erg goed bij hoe ik ben opgevoed. Mijn grootmoeder was heel belangrijk voor mij, ze heeft mij grotendeels opgevoed vanuit de overtuiging dat je ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebt. Zo sta ik ook in het leven: we zijn niet op aarde om alleen maar leuke dingen te doen, maar ook om verantwoordelijkheden op ons te nemen.
Binnen Randstad voelen wij ook die maatschappelijke relevantie sterk, in alles wat wij doen. We geven dat vorm door mensen aan werk te helpen en door hen te helpen in hun werkende leven. Anders geformuleerd: de ‘S’ van ESG is heel relevant, die zit in de core van ons bedrijf. Het geeft energie om daaraan bij te kunnen dragen. En om mee te denken over de dilemma’s die het oplevert als je niet alleen geld wilt verdienen, maar ook maatschappelijk verantwoord wilt ondernemen. Die twee hoeven niet tegengesteld te zijn, maar soms moeten er wel moeilijke keuzes gemaakt worden waarbij de winstgevendheid van Randstad kan schuren met de duurzaamheidsambities. Bijvoorbeeld bij het plaatsen van uitzendkrachten: moeten we alleen in green jobs bemiddelen of ook in andere banen die winstgevend zijn, maar wellicht minder duurzaam?’

Dit gesprek vindt plaats aan de vooravond van een event van Management Scope en A&O Shearman rondom de ava 2025 voor company secretaries en general counsels. Het zal daar ook gaan over het duurzaamheidsbeleid en aandeelhoudersactivisme. In hoeverre heeft dat jouw aandacht?
‘Er is een toename van stakeholderactivisme, niet alleen van aandeelhoudersactivisme. Ik zie dat als een positieve ontwikkeling, omdat het laat zien dat de maatschappij zich roert en dat bedrijven een verantwoordelijkheid hebben die verder gaat dan alleen winst maken en dividend uitkeren. Randstad neemt deze verantwoordelijkheid uiterst serieus en staat open voor een dialoog met allerlei stakeholders. Zoals laatst, toen we contact hadden met vertegenwoordigers van UN Global Compact over een societal commitee. Overigens sta ik zelf wel positief tegenover zo’n societal committee voor bedrijven, als instrument om te zorgen dat bedrijven meer naar de maatschappij luisteren. Ik denk alleen niet dat het een formeel orgaan zou moeten zijn. Al was het maar omdat de leden van zo’n orgaan dan aansprakelijk gehouden kunnen worden.’

Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 01 2025.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 10-12-2024

facebook