Rob van Veldhuizen over drukte op de markt voor fusies en overnames

Rob van Veldhuizen over drukte op de markt voor fusies en overnames
Dat het goed gaat met de economie wordt onderstreept door toenemende activiteit op de fusie- en overnamemarkt. Rob van Veldhuizen van ING sloot in 2017 deals met een totale waarde van bijna zeven miljard euro en ziet de toekomst positief in: ‘Het fundament is robuust en de groei zet door.’

Nu de financiële crisis van 2008 en de recessie van 2012 achter ons liggen en we zelfs over de eerste schrik van de Brexit heen zijn, durven bedrijven weer naar de toekomst te kijken. Dat het goed gaat met de economie wordt onderstreept door toenemende activiteit op de Nederlandse fusie- en overnamemarkt, waar ING op dit moment marktleider is. Het team van Rob van Veldhuizen, binnen ING verantwoordelijk voor de Nederlandse fusie- en overnametak, sloot in 2017 31 deals met een totale waarde van bijna zeven miljard euro. Zichtbaar herstel blijkt ook uit het feit dat niet alleen Nederlandse bedrijven op belangstelling vanuit het buitenland mogen rekenen, maar zij zelf ook nadrukkelijk op zoek gaan naar groeimogelijkheden in het buitenland. Kortom, de blik is weer naar buiten gericht, er is weer ambitie, de markt voor fusies en overnames, ofwel mergers & acquisitions (M&A), komt nu echt op stoom. Van Veldhuizen maakt de balans op en komt onder de streep tot een positief resultaat.

Bedrijven hebben de crisis nog vers in het geheugen. Waaruit blijkt dat we in een nieuw tijdperk zijn beland?
‘Het herstel in de M&A-markt was al in 2016 goed zichtbaar. De groei in de Nederlandse M&A-markt was dat jaar met 12 procent tweemaal zo sterk als in de rest van Europa. Maar 2016 was ook het jaar waarin de Brexit werd aangekondigd. Dat heeft voor een lichte schok gezorgd, gevolgd door een relatief korte periode van onzekerheid waarin de meeste bedrijven pas op de plaats maakten. We weten nog steeds niet wat de gevolgen van de Brexit precies zullen zijn. Dat geldt ook voor zaken als de relatie tussen de Verenigde Staten en Noord-Korea: mondiale gebeurtenissen kunnen voor onrust zorgen. Op dit moment zijn er echter geen factoren die de markt negatief beïnvloeden, wat ook blijkt uit de groei van de dealflow in 2017. Die groei zet door, onder invloed van verschillende positieve factoren: de economie draait goed en trekt verder aan, de vooruitzichten zijn gunstig, de huizen- en aandelenmarkt ontwikkelen zich positief en er is veel kapitaal aanwezig bij zowel private equity als kredietverstrekkers. Dat zorgt ervoor dat bedrijven zich comfortabel voelen te gaan investeren. Het accent van onze activiteiten – onze sweet spot – ligt op deals van 50 miljoen tot een miljard euro; in dat segment heeft ING afgelopen jaar dan ook een recordaantal transacties gezien in de Nederlandse markt.’

De crisis heeft ervoor gezorgd dat bedrijven vooral in de achteruitkijkspiegel kijken. Ook al gaat het nu beter, Nederlandse bedrijven kijken met ongeloof naar het herstel en lijken angst voor een bubbel te hebben.
‘De aantrekkende economie heeft er inderdaad in eerste instantie voor gezorgd dat de belangstelling van buitenlandse partijen voor Nederlandse bedrijven is toegenomen. Pas sinds ongeveer een jaar zijn Nederlandse corporates uit hun schulp gekropen en worden ze zelf ook actief met fusies en overnames. Dat is een kentering die nog niet eerder zichtbaar was. Voor die tijd was het vooral oriënteren, maar wel met de handrem nog enigszins aangetrokken. Sinds 2017 zijn het concrete verzoeken om begeleiding bij strategische deals.
Ook aan de kant van private equity is er veel activiteit. De investeringsfondsen zijn de afgelopen jaren flink gegroeid. Zij richten zich vooral op buy & build: ze kopen bedrijven die bij elkaar passen en zorgen voor integratie om schaal te creëren. Dat patroon is ook zichtbaar op de Nederlandse markt. Ook deze strategie zorgt voor de nodige activiteit, want private equity zet zo’n opgebouwd conglomeraat na een aantal jaren weer in de verkoop.’

Hoe evolueert de markt voor fusies en overnames?
‘Opvallend is de hoge mate van cross border-activiteit: de vraag vanuit het buitenland naar Nederlandse bedrijven neemt toe. Nederland heeft een aantrekkelijk investeringsklimaat met een uitstekende infrastructuur, veel innovatie en een hoog opgeleide beroepsbevolking. Nederlandse bedrijven zijn nog altijd een beetje voorzichtig, maar hebben hun bedrijfsvoering nu goed op orde en beginnen meer naar het buitenland te kijken om internationaal te groeien. Het resultaat is dat 83 procent van de transacties boven de tien miljoen euro cross border is – dus internationaal en beide kanten op. Die groei is zichtbaar over álle sectoren, in de volle breedte van de economie. Ook dat is een signaal dat de M&A-markt op stoom is gekomen. Zo hebben we dit jaar investeringsmaatschappij KKR, dat een speciale infrastructuurtak heeft, bijgestaan bij de overname van het Nederlandse parkeerbedrijf Q-park voor een bedrag van 2,95 miljard euro. Of denk aan de verkoop van kabelaar CAIW door CIF aan het Zweedse EQT. We hebben EQT ook bijgestaan in het kopen van Delta Comfort, het Zeeuwse energie- en kabelbedrijf. Het idee is dat die activiteiten door EQT worden samengevoegd. Sowieso is er een groot aantal infrastructuurpartijen actief in de markt. Investeerders in infrastructuur, denk aan grote internationale infrafondsen of pensioenfondsen, hebben een lange horizon. Ze kiezen bij voorkeur voor investeringen met een lager risicoprofiel en daarom accepteren ze ook een wat lager rendement.’

Is al zichtbaar dat technologie steeds dominanter wordt, of zijn bedrijven nog steeds op zoek naar schaal, marktaandeel en synergie?
‘Veel bedrijven zijn op zoek naar synergie in de vorm van logische combinaties. We hebben Main Energie bijgestaan bij de overname door investeerder Parcom Capital, dat was in 2015. Vervolgens blijkt dat er in Spanje een partij is die daar hetzelfde doet als Main Energie in Nederland: we hebben het Spaanse energiebedrijf Audax – niet te verwarren met de Nederlandse uitgever – daarna begeleid bij de overname van Main Energie. Audax Energia was naast thuisbasis Spanje al actief in Portugal, Duitsland, Italië en Polen en het overnemen van Main Energie past in de plannen voor Europese expansie. Dit is een goed voorbeeld van hoe Europese strategen op zoek zijn naar complementaire activiteiten in omliggende landen.
Bedrijven zijn ook op zoek naar innovatiekracht en naar hoogwaardige kennis. Nederland doet het op dit vlak goed. We hebben kortgeleden het afvalrecyclingbedrijf van Van Scherpenzeel bijgestaan in de verkoop aan het Franse Veolia, dat al actief is in de recyclingbusiness, maar graag toegang wil krijgen tot de kennis van Van Scherpenzeel. Een tweede voorbeeld is de kennis die in Nederland aanwezig is op het gebied van laadpalen voor elektrisch rijden. Buitenlandse investeerders zijn erg geïnteresseerd in toegang tot deze Nederlandse technologiekennis, die ze graag in hun eigen thuismarkt willen uitrollen, zodat ze hun activiteiten kunnen uitbreiden of hun marktaandeel kunnen vergroten.’

Azië is een belangrijke groeimarkt, waar ook veel kapitaal beschikbaar is. Wordt er al een patroon zichtbaar van Europees-Aziatische transacties?
‘De accenten liggen vooral op deals tussen de VS en Europa en wat minder op Azië. Aziatische landen hebben wel veel interesse in het doen van investeringen in de Europese markt. Eneco doet bijvoorbeeld acquisities in België en Duitsland, onderdeel van de strategie om dicht bij huis te groeien. Die consolidatie kan Nederlandse bedrijven op hun beurt weer interessanter maken voor bijvoorbeeld grote Chinese investeerders die op zoek zijn naar substantiële toegang tot de Europese markt: denk aan grotere posities of juist de overname van technologie, die ze in hun thuismarkt kunnen inzetten.’

Hoe speelt de M&A-praktijk van ING op deze ontwikkelingen in?
‘Als gevolg van de aantrekkende groei gaan we, voor het eerst sinds de crisis van 2008, onze internationale teams met M&A-specialisten met zo’n 15 tot 20 procent uitbreiden. We willen met name ons netwerk in de grotere West-Europese landen uitbreiden, ook in specifieke sectoren: denk aan technologie, media & telecom, duurzame energie, natural resources, retail en food & agri. Hiervoor nemen we mensen aan met verschillende achtergronden – overwegend bedrijfskundigen, economen en juristen.
We sturen onze klasjes voor minimaal een half jaar naar het buitenland: New York, Frankfurt, Londen of Singapore. Het grootste team zit in Amsterdam, maar het is van belang dat iedere M&A-specialist in opleiding het volledige netwerk goed leert kennen. Daarnaast gaan onze specialisten ook tijdelijk naar andere afdelingen binnen ING zodat hun kennis verbreed wordt: denk aan kennis over financiering of over specifieke sectoren. Als M&A-specialisten wat langer in ons team zitten, ontstaat vanzelf een focus op sectoren of een bepaald soort klanten. Daarnaast zien we vanuit corporates de vraag toenemen op het gebied van M&A-kennis. Hiervoor organiseren we ieder jaar een summer school, waar de seniors uit ons eigen team de professionals van corporates bijspijkeren op het gebied van bijvoorbeeld waardering van ondernemingen.’

ING is sinds enige tijd bezig met het invoeren van agile werken. Heeft u dit ook omarmd?
‘Wij werkten in zekere zin eigenlijk altijd al agile. Wanneer je een fusie of overname begeleidt, werken alle disciplines met elkaar samen in één team. In zo’n team is het einddoel glashelder: het sluiten van een deal. We werken dus niet incrementeel, zodat we tussentijds kunnen testen en aanpassingen kunnen doorvoeren. En gezien de vertrouwelijkheid van ons werk kunnen we ook geen muren volhangen met post-it-briefjes. We werken wel in hoge mate virtueel: teamleden zien elkaar soms pas voor het eerst bij het closing dinner als een deal rond is. Door dat virtuele werken – datarooms zijn tegenwoordig volledig digitaal – is de gemiddelde doorlooptijd van een deal flink verkort. Informatie is altijd en overal beschik baar en teamleden zijn optimaal bereikbaar. We hebben dit jaar bijvoorbeeld, na een goede voorbereiding, een bedrijf in twee weken tijd verkocht. Tegenover die versnelling staat dat er veel meer aandacht uitgaat naar informatiebeveiliging.’

Wat is de impact van die versnelling op het proces van dealmaking?
‘Met name bij fusies en overnames in het publieke domein, altijd goed voor veel media-aandacht, is de druk op commissarissen groter geworden. Er wordt steeds vaker achteraf geëvalueerd of processen bij publiek-private dossiers zorgvuldig en transparant zijn verlopen. Toezichthouders laten zich dan ook intensiever bijstaan. Ikzelf ben de afgelopen jaren vaak betrokken geweest bij privatiseringstrajecten, denk bijvoorbeeld aan energiebedrijven, het afvalverwerkingsbedrijf Attero, vervoersmaatschappij Qbuzz – onderdeel van de NS – of momenteel bij Holland Casino. Ik zie dat de rol van de commissaris bij zo’n privatisering veel meer tijd kost. Er wordt een zwaardere wissel getrokken op de kennis en ervaring van commissarissen bij fusie- en overnametrajecten. Is er op dat vlak voldoende expertise binnen de raad van commissarissen aanwezig en is een commissaris tijdens een traject doorlopend beschikbaar voor overleg en advies? Het kan een overweging zijn om andere taken op een lager pitje te zetten wanneer je als commissaris met een fusie of overname te maken krijgt. Overigens zie ik bij de nieuwe lichting commissarissen dat zij goed in staat zijn een inschatting te maken van de benodigde tijdsinvestering.’

Wat zijn de vooruitzichten voor 2018?
‘Alle seinen staan op groen. Natuurlijk hebben we geen glazen bol, maar de rentestand is gunstig voor investeringen en het sterke economische herstel is reëel. De komende jaren verwacht ik samen met mijn M&A-team vooral veel activiteit in bijvoorbeeld retail, een sector die door een online transitie heen gaat. Retailers vragen naar welke partijen ze moeten kijken voor joint ventures of overnames. Bedrijven zoeken niet meer naar redenen om beslissingen uit te stellen, maar gaan actief op zoek naar toegang tot disruptieve technologie. Er is ook veel interesse in bedrijven in de telecom en media, aangezien de ontwikkelingen op het vlak van technologie heel snel gaan. Kortom, het fundament is robuust. Dat is ook de reden waarom wijzelf besloten hebben te gaan groeien. Wij verwachten veel werk aan de winkel.’

Interview door Erik Bouwer. Bouwer schrijft namens Management Scope als zelfstandig journalist. Gepubliceerd in Management Scope 01 2018.

facebook