De eerste 100 dagen als president-commissaris van Rabobank

De eerste 100 dagen als president-commissaris van Rabobank
‘Niet elke vicevoorzitter wordt een goede voorzitter’, zegt Marjan Trompetter over haar eerste honderd dagen als voorzitter van de raad van commissarissen van de Rabobank.

Wie: Marjan Trompetter
Wat: Sinds september 2021 voorzitter van de raad van commissarissen van Rabobank
Interviewer: Liesbeth Mol, partner en lid raad van bestuur van Deloitte Nederland

U was al commissaris bij Rabobank, hoe anders is uw huidige functie?
‘Inhoudelijk veranderde er niet veel. De afgelopen vijf jaar was ik vicevoorzitter en droeg ik al diverse verantwoordelijkheden. Ik werkte nauw samen met de vorige rvc-voorzitter, Ron Teerlink, een soort duobaan. Zo was ik al voorzitter van de benoemingscommissie. Wat wel anders is, is dat ik nu knopen doorhak en eerstverantwoordelijk ben voor beslissingen.’

Dat klinkt als een ideale carrièrestap.
‘Dat was het ook. Maar niet elke vicevoorzitter is een goede voorzitter. Ik vind het wel een pre dat een nieuwe voorzitter eerst een of twee jaar in de rvc heeft meegedraaid. De persoon weet wat er speelt, kent de materie en de cultuur. Het is voor een voorzitter van buiten erg ingewikkeld om meteen die rol te pakken.’

Als commissaris introduceerde u het agile vergaderen. Sloeg dat aan?
‘Jazeker. Inmiddels werken alle commissies binnen de rvc op die manier. Naast alle reguliere onderwerpen bepalen we welke thema’s extra aandacht vragen. Dat kan een actuele ontwikkeling zijn of een strategisch vraagstuk. Binnen de rvc worden die thema’s uitgediept. Die werkwijze draagt er mede aan bij dat we een waardevolle gesprekspartner zijn voor het bestuur.’

Welke impact heeft de oorlog in Oekraïne?
‘De coronapandemie was voor ons een goede oefening in crisismanagement. Twee jaar geleden trad bij Rabobank de crisisstructuur in werking, die pas kortgeleden werd afgeschaald. Toen de oorlog uitbrak, hadden we diezelfde structuur binnen een dag weer op orde. Het conflict tussen Rusland en Oekraïne is natuurlijk anders dan de coronapandemie; de impact is nog onduidelijk. Los van het vreselijke leed dat ons raakt, weten we nog niet wat de effecten zullen zijn op bepaalde ketens, op onze klanten en op ons financiële systeem. Onze aandacht gaat nu vooral uit naar hoe en in welke gevallen we sanctiemaatregelen treffen. De directe impact van die sancties voor ons als bank is beperkt, we zijn nauwelijks actief in Rusland.’

Welke ambitie heeft u als rvc-voorzitter?
‘Behalve rvc-voorzitter ben ik ook voorzitter van onze Algemene Ledenraad. Dit hoogste orgaan wordt gevormd door leden van de raden van commissarissen van onze lokale banken. Deze leden keuren het jaarverslag goed en hebben zeggenschap over uiteenlopende zaken. Het orgaan is vergelijkbaar met een aandeelhoudersvergadering. Voor Rabobank is het waardevol dat deze leden meedenken vanuit het perspectief van de klant. De governancestructuur is de afgelopen jaren aangepast. Ik zet me ervoor in dat we toekomstgerichter worden. Tussen de Algemene Ledenraad, de groepsdirectie en de rvc voeren we het gesprek hoe we dat voor elkaar krijgen.’

U bent bij Rabobank de eerste vrouwelijke rvc-voorzitter. Wat betekende dat voor u?
‘Ik voel me vereerd dat ik deze rol kreeg en daarmee een voorbeeldfunctie vervul. Rabobank neemt diversiteit zeer serieus. Bij mijn benoeming kreeg ik enorm veel felicitaties, vooral vanuit het vrouwennetwerk binnen de bank. Het was hartverwarmend. Ik heb onderschat wat mijn benoeming betekent voor de diversiteit binnen onze organisatie.’

Dit korte interview is gepubliceerd in Management Scope 04 2022, als onderdeel van onze vaste rubriek Komen & Gaan.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 13-04-2022

facebook