PGGM bestuurder Else Bos: ik heb niets met macht

PGGM bestuurder Else Bos: ik heb niets met macht

28-06-2011 Het feit dat ze vrouw is, heeft Else Bos nooit belemmerd om de top te bereiken. Ze is tegen vrouwenquota, maar pleit wél voor meer diversiteit.

Voordat het gesprek met Else Bos kan plaatsvinden, moeten we op zoek naar een beschikbare plek in het kersverse ‘groene’ kantoor van PGGM in Zeist. Geheel volgens de richtlijnen van Het Nieuwe Werken hebben zelfs de leden van de Raad van Bestuur geen eigen kamer meer. De etage waar de top van deze pensioenuitvoeringsorganisatie huist, kent slechts ‘werkvlekken’. Wie wil, kan in stoffen oorfauteuils een tweegesprek voeren, aan een vergadertafel plaatsnemen, een kopje koffie drinken aan de bar, of op zoek gaan naar een andere beschikbare ruimte. Eigen kamers met eigen bureaus en eigen parafernalia zijn er voor de bestuursleden niet meer bij. ‘Ik heb nog één meter boekenplank’, lacht Bos, die – zo benadrukt ze – dit alles geen enkel probleem vindt.

Else Bos, topvrouw PGGM
Sinds 2005 al maakt Else Bos deel uit van de Raad van Bestuur. Bij haar aantreden in 2005 – ze volgde destijds CEO PGGM Investments Roderick Munsters op – liet het bestuur van PGGM weten haar ook te hebben gekozen om haar persoonlijkheid. Ze vonden haar een no-nonsense figuur, iemand met typische Rotterdamse nuchterheid en een echte teamplayer. Sinds januari 2010 is ze Chief Institutional Business en plaatsvervangend CEO. Ze is verantwoordelijk voor de institutionele klanten van PGGM die samen ruim € 105 miljard vermogen onder beheer hebben gegeven. En net als vorig jaar staat Else Bos ook dit jaar in de top-25 van de machtigste vrouwen. Op nummer zes om precies te zijn.

Voelt u zich betrokken bij een onderwerp als vrouwen aan de top? ‘Dat kan haast niet anders. Ik ben immers een vrouw en zit op een hoge positie. En eerlijk gezegd vind ik het erg leuk om een vrouw aan de top te zijn. Niet zozeer vanwege de positie, als wel vanwege het werk. Ik geniet ervan als persoon en gun andere vrouwen hetzelfde. Vanuit dat perspectief heb ik iets met het onderwerp. Maar ik ben zeker niet activistisch. Dat is mijns inziens ook niet nodig. Ik heb bijvoorbeeld nooit een glazen plafond ervaren. Ik heb eerder voordelen gevoeld van het feit dat ik een vrouw ben in een mannenwereld, dan nadelen. Als enige vrouw tussen mannen val je immers wél op.’

Wat vindt u van de invoering van vrouwenquota in de top van het bedrijfsleven? ‘Daar ben ik tegen. Ik vind dat daarmee een verkeerd signaal wordt afgegeven. Als de overheid verplicht dat er een bepaald percentage vrouwen in de top moet zitten, dan bakent ze daarmee onnodig de poule af waarin de beste kandidaat zich bevindt. Dat moet je niet willen. Ook voor vrouwen zelf is dat niet wenselijk.’

Toch kunt u niet ontkennen dat er een stimulans nodig is om meer vrouwen in de top te krijgen. ‘Mee eens. Het moet zeker gestimuleerd worden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door bedrijven te verplichten om in hun selectieprocedures een minimaal aantal vrouwelijke kandidaten te zien en te spreken. Op die manier worden vrouwen in ieder geval gezien en gehoord. Maar het is aan het bedrijf zelf om de beste kandidaat te selecteren. Dat kan een man zijn of een vrouw.’

Uw loopbaan heeft zich niet in een steile verticale lijn voltrokken. U heeft ook de nodige horizontale stappen gezet. Is dat een bewuste keuze geweest? ‘Ja. Dat heb ik heel bewust gedaan. Ik heb mijzelf altijd al willen verbreden. Liever wil ik van alles een beetje weten dan van één onderwerp alles. Dat past bij mij. Ik ben meer een denker dan eenweter. Ik duik graag ergens in, bedenk een oplossing en ga dan weer door naar een volgend onderwerp. Op die manier creëer ik telkens weer uitdagingen voor mezelf.’

Om niet voor de hand liggende loopbaanstappen te zetten heeft u ongetwijfeld mensen nodig gehad die het aandurfden u op een volledig ander terrein in te schakelen. ‘Klopt. Ik heb zeker mensen in mijn omgeving gehad die me stimuleerden om andere kanten van mezelf te ontdekken. Dat waren ook mensen die het risico durfden te nemen om mij een baan te geven die niet per se volgde op mijn ervaringen tot dan toe. Ze toonden lef en vertrouwen in mij.’ Waren dat vaak vrouwen? ‘Nee. Nooit. Sterker nog, ik heb nog nooit in mijn leven een vrouwelijke baas gehad.’

Wat was uw intrinsieke motivatie om uw loopbaan vorm te geven zoals u dat gedaan heeft? ‘Ik heb om te beginnen geen enkele “drive” gehad om aan de top te komen. Evenmin heb ik gedacht: “ik zal de wereld wel eens laten zien wat ik kan en wie ik ben”. Mijn motivatie komt veel meer voort uit het willen zoeken naar verbreding. Ik ben nieuwsgierig en wil graag de diverse kanten van mijzelf benutten. Hoewel ik het niet bewust bij elkaar heb gezocht, vervul ik momenteel verschillende rollen in vijf totaal verschillende teams: naast PGGM een bank, een ziekenhuis, een duurzaamheidbedrijf en een overheidsgerelateerde organisatie. Juist die verschillen in culturen, markten en mensen maken het voor mij interessant. Die maken dat ik van stijl kan wisselen.’

Dit nummer gaat over ‘machtige vrouwen’. Wat heeft u met het onderwerp macht? ‘Daar heb ik niets mee. Macht is een woord dat niet bij mij past. Mijn carrière is mij meer overkomen dan dat ik hier bewust – met inzet van macht – op heb gestuurd. Natuurlijk brengen sommige rollen bepaalde taken en verantwoordelijkheden met zich mee. Wie de baas is, hakt de knoop door. Zo werkt dat. Soms ben ik dat, soms is een ander dat. Maar dat gaat niet over macht. Macht uitoefenen gaat wat mij betreft meer over het tegen wil en dank je zin doordrijven. Daar houd ik niet van. Ik vind het belangrijker dat er naar mij wordt geluisterd op basis van de inhoud die ik te melden heb, dan vanwege het feit dat ik de baas ben. Ik hoef het niet voor het zeggen te hebben, als er maar naar me geluisterd wordt.

Wat zijn – terugkijkend op uw carrière – uw sterke punten geweest die hebben gemaakt dat u nu op deze positie zit? ‘Ik ben er goed in om me vast te bijten in nieuwe inhoud en deze te analyseren. Ik stop niet voordat ik precies weet waar het over gaat, alle details kloppen en de juiste mensen op het juiste dossier zijn gezet. En ik ben toegewijd. Als ik iets aanpak, dan ga ik er vol voor. Daarnaast – als het gaat om de zachtere kant van mezelf – ben ik een persoon die zich kan inleven in de problemen van anderen en zodoende desgewenst kan redeneren vanuit de ander. Ook die eigenschap komt vaak van pas in mijn werk.’

Waar zitten de “roadblocks” in uw carrière? Waar liep en loopt u zoal tegenaan? ‘Ik heb nog wel eens de neiging om de problemen van de hele wereld op mijn schouders te nemen. Daar moet ik voor waken. Ook ben ik niet zo goed in het onderhouden van een gezonde balans tussen werk en privé. Ik ben gelukkig getrouwd en heb drie kinderen. Met die kant van het verhaal ben ik heel tevreden. Maar de balans tussen werk en aandacht voor mijn gezin is helaas vaak zoek. Loslaten vind ik moeilijk. Gelukkig heb ik niet veel slaap nodig.’

Vrouwen die aan de top willen komen, moeten zich tijdens hun loopbaan beter profileren, zo wordt wel gezegd. Bent u het daarmee eens? ‘Ik denk dat het goed is voor vrouwen om dat te doen, maar niet noodzakelijk. Zelf ben ik altijd vrij terughoudend geweest als het gaat om het profileren van mezelf. In grotere groepen houd ik me eerder op de achtergrond dan dat ik van me laat horen. En áls ik dat al doe, dan is het in situaties waarin ik me uiterst comfortabel voel en overtuigd ben van hetgeen ik wil zeggen. Ik ben om die reden ook altijd 130 procent voorbereid. Ik realiseer me overigens dat dit niet alleen vaak onnodig veel tijd kost, maar dat ik er ook lang niet altijd aan overtuigingskracht mee win. Te veel voorbereiding belemmert immers het handelen vanuit de onderbuik, en dat is vaak veel overtuigender.’

De Europese Commissie wil dat de Raden van Bestuur in 2015 voor 30 procent uit vrouwen bestaan. Denkt u dat dit realistisch is? ‘Bij PGGM hebben we dat percentage al gehaald. We hebben drie leden van de Raad van Bestuur, en eentje is vrouw. De Europese Commissie heeft ook gezegd dat 60 procent van de afgestudeerden aan Europese universiteiten vrouw is, terwijl slechts 10 procent van de topfuncties door vrouwen wordt bezet. In Nederland is dat laatste percentage zelfs nog lager. Ik herken dat wel. Veel vrouwen besluiten uiteindelijk om niet voor die topfunctie te gaan. Ik hoor steeds minder vaak dat vrouwen stoppen met werken omdat ze te weinig kansen krijgen. Ik wil daar overigens geen waardeoordeel over vellen. Ik gun een ieder van harte zijn eigen keuzes. Maar ik moet hieruit concluderen dat niet zo veel vrouwen zin hebben in een topfunctie. En vergis u niet, het kost ook veel. Het offer is groot. Zowel voor topmannen als voor topvrouwen. Want ook topmannen zien hun kinderen maar heel weinig. Maar mannen kunnen daar over het algemeen net iets makkelijker overheen stappen dan vrouwen. Ik vrees dat dit vooral biologisch bepaald is.’

Dat impliceert dat er altijd meer mannen dan vrouwen in de top van bedrijven zullen zitten. Wat vindt u daarvan? ‘Ik acht de kans hierop vrij groot. Maar er kunnen natuurlijk wel meer vrouwen bij dan er nu zijn. Drie op de tien zou al mooi zijn. Dan is er net iets meer sprake van diversiteit en die diversiteit is mijns inziens hard nodig. Daar kunnen bedrijven hun voordeel mee doen. Gemiddeld genomen laten vrouwen toch iets meer dan mannen een zachte kant van leidinggeven zien. Begrijp me niet verkeerd; vrouwen zijn denk ik even resultaatgericht als mannen, maar ze laten hun gevoel en emotie vaker meewegen in hun denken en handelen. Ze duiken vaker in het verhaal achter de vraag dan mannen dat doen, zo is mijn ervaring. Ik geloof overigens dat we dit percentage in de nabije toekomst wel gaan halen. Als ik zie hoe jonge meisjes zich vandaag de dag profileren ten opzichte van jongens, dan is dat al veel gelijkwaardiger dan dat vroeger was. Bovendien hebben zij nu meer voorbeeldvrouwen aan wie zij zich kunnen spiegelen. Dat wil overigens niet zeggen dat het allemaal vanzelf wel goed komt. We moeten vrouwen blijven stimuleren en enthousiasmeren. En vergeet daarbij ook de mannen achter de vrouwen niet. Veel mannen moeten nog hard knokken om parttime te mogen werken. Als we willen dat er meer vrouwen aan de top komen, moeten we het ook mogelijk maken dat hun partners desgewenst het thuisfront bestieren.’

Tot slot. Wat raadt u andere vrouwen aan die een carrière aan de top ambiëren? ‘Gewoon jezelf blijven. Uiteindelijk houd je het in een veeleisende omgeving alleen maar vol als je kunt zijn wie je bent en je je niet te veel aanpast aan de omgeving. Ook niet als die omgeving masculiene eigenschappen van je vraagt.’

Marcus van den Hoek is partner bij Deloitte

Lees ook:
> CV Else Bos, Lid Raad van Bestuur PGGM
> Top 25 machtigste vrouwen in het Nederlandse bedrijfsleven
> Else Bos: Aandeelhouder of lobbyist?
> Topbelegger Johan van der Ende stopt bij PGGM
> Raad van commissarissen PGGM

Blijf op de hoogte van wisselingen en trends in de boardroom.

Ontvang elke dinsdag en donderdag onze nieuwsbrief.

Nee bedankt
facebook