Anticiperen op een harde brexit

Anticiperen op een harde brexit
Een Brexit is zo goed als onafwendbaar – en of het een ‘zacht’ afscheid wordt, is maar zeer de vraag. Het is goed mogelijk dat er met Brussel geen akkoord wordt bereikt over een ordelijk vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Wat zijn de gevolgen daarvan voor de Nederlandse corporates? In Management Scope houden ING-economen de komende tijd een vinger aan de pols.


Er wordt volop geschreven over de Brexit, die – hoewel inmiddels zo goed als onafwendbaar – nog steeds meer vragen dan antwoorden oproept. Deze herfst moet er een akkoord liggen tussen Brussel en Londen, wil men klaar zijn voor een ordelijke ‘scheiding’ in maart volgend jaar. Wat is er nu al merkbaar aan impact van de Brexit op de Nederlandse economie? Hoe kunnen Nederlandse corporates het beste omgaan met de onzekerheid die voorlopig zal voortbestaan?
Wat voor impact de Brexit zal hebben, blijft voorlopig gissen. De onderhandelingen zijn de afgelopen twee jaar nog maar weinig gevorderd. Maar dat de impact van de beslissing om uit de Europese Unie (EU) te stappen ook voor Nederland groot zal zijn, is evident. Na Duitsland is het Verenigd Koninkrijk (VK) de belangrijkste handelspartner van Nederland. Ook nu geldt dat ongeveer 3,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) afhankelijk is van de vraag die uit het VK komt – goed voor circa 250.000 Nederlandse banen, die overigens niet allemaal onder druk komen te staan als een harde Brexit aan de orde is.

Regie kwijt
ING-hoofdeconoom Marieke Blom noemde eind vorig jaar in Management Scope de op handen zijnde Brexit een van de meest ingrijpende ontwikkelingen ‘onder regie van een overheid die de grip op het proces kwijt is’. Aan dat beeld lijkt weinig veranderd. Hoewel de onderhandelingen voortduren, zijn er ook op dit moment weinig aanknopingspunten waarmee je de uitkomst zou kunnen voorspellen. Bedrijven en overheden hebben tot nu toe dan ook nauwelijks concrete maatregelen genomen. Daarmee beperken de meest zichtbare effecten zich tot schommelingen in de koers van het pond. Toch lijkt kans op een no deal – wat betekent dat het VK de EU verlaat zonder akkoord dat een duurzame ‘werkrelatie’ garandeert – steeds groter te worden. Het is wat ons betreft daarom geen overbodige luxe meer om rekening te houden met een slechte afloop.
In de ogen van de EU-leiders komen de Britse voorstellen nog te veel neer op cherry picking uit de vrijheden die het fundament van de EU vormen, namelijk vrij verkeer van personen, diensten, kapitaal en goederen. Het vrije verkeer van goederen moet doorgaan, maar het vrije verkeer van personen niet, volgens het Britse plan. Ook de kwestie Noord-Ierland is nog altijd niet opgelost en de tijd begint te dringen voor beide partijen om nader tot elkaar te komen. De eerstvolgende belangrijke mijlpaal is de nieuwe EU-top in oktober. Daar zouden de EU-leiders een nieuwe overeenkomst kunnen goedkeuren, maar als het moeilijk wordt, kan dit worden doorgeschoven naar de EU-top van december. Deze data zijn belangrijke mijlpalen waarbij hopelijk meer duidelijkheid ontstaat. Daarna moet een eventuele deal nog geratificeerd worden door alle nationale parlementen van de lidstaten inclusief een aantal specifieke Europese regio’s. Dat alles voor maart 2019, dus.

Geworstel
Het beeld is nog steeds dat de overgrote meerderheid van Nederlandse (en Britse) ondernemingen worstelt met het gebrek aan informatie over de richting van de ontwikkelingen. Dat maakt het lastig om beslissingen te nemen. De laatste tijd is dan ook zichtbaar dat bedrijven investeringen die onder mogelijke invloed van de Brexit staan, uitstellen. Een klein groepje bedrijven loopt op de muziek vooruit en heeft kantoren verplaatst naar het vasteland. Naar onze schatting gaan er tot nu toe in totaal zo’n 1.500 banen vanuit het VK over naar Nederland – denk aan Europees Geneesmiddelenbureau EMA, een aantal handelsplatformen (waaronder Bloomberg) en de grote Japanse bank MUFG. Dat aantal zal toenemen. Ondernemingen in de zakelijke dienstverlening zijn over het algemeen relatief wendbaar, wat een late verhuizing iets vergemakkelijkt.

Obstakels voor handel en industrie
Voor de industrie ligt dit anders. Aan beide kanten van het Kanaal werken bedrijven met halffabricaten afkomstig van ‘de overkant’. Een harde Brexit zal leiden tot een harde grens met de bijbehorende inefficiënties, temeer omdat het VK nog niet is voorbereid op het optuigen van een douane-organisatie. Hierbij gaat het niet alleen om het werven van douane- officieren, maar ook om uitbreiding van de fysieke faciliteiten bij havens en de omliggende infrastructuur. De opbouw van zo’n douane-apparaat kan bij ondernemingen gedurende enige tijd problemen opleveren: inefficiëntie, extra kosten, vertragingen in de productie. Ook in een later stadium kan intensieve controle aan de grens leiden tot structurele belemmeringen in het handelsverkeer: bijvoorbeeld vertragingen in de fysieke distributie.
Voor sterk gereguleerde sectoren zoals de luchtvaart kunnen naast deze ‘gewone’ logistieke verstoringen ook juridische obstakels ontstaan, waarbij halffabricaten uit het VK niet meer toegelaten worden tot de Europese markt. Dat is voor vliegtuigfabrikant Airbus, dat in het VK onder meer vliegtuigvleugels produceert waar 14.000 directe banen mee gemoeid zijn, reden om de druk op de Britten op te voeren. Airbus heeft aangekondigd de productie in het VK te zullen verminderen of te staken als het land de Europese Unie verlaat zonder handelsakkoord.

Denk in scenario’s
De conclusie is dat de onzekerheid voorlopig aanhoudt. Toch hoeven Nederlandse ondernemingen de komende zes tot twaalf maanden niet stil te zitten. Ook op onzekerheid kun je anticiperen door te denken in scenario’s. Eén daarvan is een no deal, waarvoor bedrijven een ‘plan B’ kunnen opstellen. Ook de rijksoverheid adviseert ondernemingen om rekening te houden met een negatieve uitkomst van het Brexit-proces. Nederlandse corporates kunnen daarnaast gebaat zijn bij het goed doorlichten van hun supply chain: welke onderdelen of halffabricaten van de productie op het vasteland zijn afkomstig uit het VK? Veel Nederlandse bedrijven vertrouwen in het handelsverkeer met het VK op just in time-principes. Ondernemingen kunnen bijvoorbeeld doorrekenen in hoeverre het aantrekkelijk is om veiligheidsvoorraden te vergroten. Met name de Nederlandse maakindustrie en de agrarische sector zullen ernstige hinder ondervinden van de Brexit. Zij kunnen in kaart brengen wat de impact is van verschillende doorlooptijden bij douanecontroles bij in- en uitvoer. Wat gebeurt er met de prognoses als de export terugzakt? Wat gebeurt er in de bedrijfsvoering als producten die uit het VK komen niet meer aan Europese eisen voldoen? Ook zouden bedrijven met vestigingen in zowel Nederland als het VK scenario’s kunnen ontwikkelen voor het verplaatsen van de productie.

Kansen voor nederland
Veel variabelen in het Brexitproces hebben naar alle waarschijnlijkheid een negatieve impact, maar er zijn ook kansen. Zo kunnen Nederlandse exporteurs bij een harde Brexit makkelijker concurreren met Britse bedrijven op hun export naar de EU. Bedrijven uit Azië en de VS die traditioneel het VK gebruikten om de EU binnen te komen, zullen hun bakens moeten verzetten. Ons land is zeer goed gepositioneerd om hierop in te spelen. Een tweede kans ligt op het vlak van het creëren van clusters. Met de komst van het Europees Geneesmiddelenbureau EMA vanuit Londen naar ons land ontstaat de mogelijkheid om een farmaceutisch ecosysteem uit te bouwen, bijvoorbeeld in combinatie met de bioscience-campus in Leiden. Hoewel de Amsterdamse financiële sector (als nieuwe locatie voor ondernemingen die uit Londen vertrekken) met gevestigde macht Frankfurt concurreert, liggen ook hier nieuwe kansen. Onze hoofdstad is een uitstekende vestigingsplaats voor fintech-ondernemingen, voor wie een goede digitale infrastructuur erg belangrijk is.

Tekst door Rico Luman, transporteconoom ING, Bert Colijn, macro-econoom ING en Timme Spakman, handelseconoom ING. Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 08 2018.

facebook