Lessen van Agnelli
Agnelli bedoelde: stijl is niet te koop. Natuurlijk, als je veel geld te besteden hebt, is het relatief eenvoudig er goed uit te zien. En dat is ook prima. Maar een eigen stijl is wat anders. Die ontwikkel je, door de jaren heen.
Wat zijn stijl was? Bij Agnelli ging het niet om uitbundige kleuren of drukke patronen, maar meer om details, die afwijken. Het resultaat was een formele stijl, maar dan losjes. Sprezzatura noemen de Italianen dat, de kunst van de gespeelde nonchalance. Zo droeg het stijlicoon zijn horloge over het manchet en de knopen op de mouw van zijn jasje los. Bij een ready to wear jasje uit de fabriek kunnen die knopen niet open. Het losknopen is daarmee een bewijs van maatwerk.
Ik wil niet suggereren dat bestuurders massaal Agnelli moeten na-apen. Het zou een gek gezicht zijn, al die losse mouwen in de boardroom. Maar wat meer stijlgevoel zou geen kwaad kunnen. Al was het maar, zoals ik op deze plek al eerder betoogde, uit respect voor de gesprekspartners. De stijl van Agnelli is er dan ook eentje om naar te kijken, van te leren, en in de eigen stijl al dan niet details van mee te pikken.
Een van de belangrijkste details zit ’m in het gebruik van kleur. Kleur in je kleding brengen doe je als man het makkelijkst via de das en het pochet. Nederlandse mannen zijn minder dassen gaan dragen, en daardoor juist meer op elkaar gaan lijken in hun blauwe en grijze pakken. Onbegrijpelijk: de das maakt het verschil. Bij Agnelli vloog zijn das overigens altijd alle kanten op, omdat hij de de achterkant van de das niet vastzette in het daarvoor bedoelde lusje. Ook droeg hij de achterkant langer dan de voorkant, wat een ongebruikelijk beeld gaf.
Het pochet is wat minder geaccepteerd in Nederland, maar wint nu juist aan terrein. Er zijn mooie merken die prachtige pochets maken, zowel opvallend als subtiel. Waar de dasspeld houvast lijkt te bieden aan mannen die een voorkeur hebben voor recht en strak, vormt het kleurrijke pochet de uitkomst voor mannen die kleur en élégance aan hun outfit willen toevoegen.
Het grijze flanelpak heeft Agnelli in zijn eentje op de kaart gezet. Ook met stof kun je op een subtiele manier het verschil maken. Zijn favoriet: een grijs/blauwe zogeheten uniflanel die vandaag de dag nog steeds door het prachtige bedrijf Vitale Barberis Canonico wordt geweven. Het mooie van flanel is dat het voorziet in een rustige basis, maar door de textuur een wat onduidelijke uitstraling heeft. Het is zowel sportief als klassiek, perfect voor sprezzatura.
In de stijl van Agnelli vallen nog wel meer tips te halen voor de Nederlandse boardroom-man. Zo droeg Agnelli onder zijn maatpakken soms instappers, mocassins of zelfs suède paratroopers. Het button down shirt was ook een favoriete stijlbreker. Hij droeg zo’n shirt onder zijn pak, waarvan de knoopjes van de boord open bleven. Volgens menig boekje is dat een behoorlijke stijlflater, maar voor Agnelli waren het subtiele details om het formele pak een eigen look te geven.
Avanti!
Tom Doppen is samen met compagnon Bastiaan Tan eigenaar van Gallery Tailors (Egelantiersgracht 97, Amsterdam). DEze column is gepubliceerd in Management Scope 10 2018.