Process intelligence in de energietransitie

24-06-2025 | Auteur: Angelo van Leemput | Beeld: Gregor Servais
We zijn op neutraal terrein. Of is het het terrein van de concurrent? Het interview met Rinke van de Rhee en Mario Suykerbuyk vindt plaats bij netwerkbeheerder Stedin in Utrecht. Van de Rhee (chief digital officer van Alliander) en Suykerbuyk (chief information officer van TenneT) kennen hier de weg. Ze komen regelmatig over de vloer bij de collega’s, zo blijkt. Zeker één keer in de acht weken komen de cdo’s en cio’s van de energienetwerkbedrijven in Nederland bijeen voor een ‘samenwerkingsdag’. Om bij te praten. Om te kijken welke zaken gezamenlijk opgepakt kunnen worden. ‘Utrecht is dan lekker centraal’, verklaart Suykerbuyk de locatie. ‘Het is wel symbolisch dat het interview bij Stedin plaatsvindt, terwijl er niemand van Stedin aan tafel zit. Het zegt iets over hoe we samenwerken’, zegt Van de Rhee. Onder leiding van Maarten van der Borden, customer transformation director bij softwarebedrijf Celonis, gaan ze in gesprek. Over de rol die digitalisering speelt bij de energietransitie en over samenwerking in de keten. ‘Digitalisering is essentieel voor de energietransitie. Het kan niet zonder.’
We zitten midden in de energietransitie. Kunnen jullie aangeven hoe groot de uitdaging voor jullie is?
Van de Rhee: ‘De uitdaging is gigantisch. Het is op dit moment flink aanpoten. Er is een gigantische toename van de vraag naar elektriciteit. De komende jaren moet er meer dan 100.000 kilometer kabel de grond in. Er moeten 50.000 kleine transformatorstations worden gebouwd. Een op de drie straten in Nederland zal worden opengebroken.’
Suykerbuyk: ‘We schalen gigantisch op en investeren heel veel. Miljarden per jaar, in de komende tien jaar alleen al 90 miljard, een factor tien vergeleken met een aantal jaar geleden. TenneT moet de komende jaren 4.000 voetbalvelden aan hoogspanningsstations bouwen. Netcongestie is een groot probleem. Dat moeten we oplossen. En dat kan onder meer door met onze klanten slim gebruik te maken van de capaciteit op het net. Daar hebben we elkaar keihard nodig. Het is één groot ecosysteem. Het wordt steeds complexer om dat goed te besturen. Om het goed te besturen heb je data- uitwisseling tussen vele partijen nodig.’
Samenwerking is dus onontbeerlijk. Wat houdt samenwerking in en wat levert het op?
Van de Rhee: ‘Vorig jaar hebben we een samenwerkingsovereenkomst gesloten over digitalisering tussen de netbeheerders. Met als doel om samen te werken en om te kunnen versnellen. Het zou ook heel raar zijn om de maatschappij er drie keer voor te laten betalen. De samenwerking loopt goed. We pakken veel samen op, we inspireren elkaar. Een klein voorbeeld: we hebben recent een gezamenlijk systeem gebouwd waarmee de medewerkers van alle relevante partijen in de keten zich kunnen aanmelden op onze onderstations. Dat scheelt heel veel geregel. Wij kijken samen hoe we bestaande assets – de kabels, de transformatoren, de elektriciteitsstations – beter kunnen benutten.’
Levert dat ook voordelen op voor de klant?
Van de Rhee: ‘Natuurlijk zetten we onze data in voor onze klanten. Elektrische auto's worden vaak aan het einde van de dag in de wijk aan de laadpaal gehangen. Onze data en algoritmes zorgen er achter de schermen voor dat de auto's om de beurt opladen. Zo gebruiken we data en digitalisering om meer uit het elektriciteitsnet te halen.’
Suykerbuyk: ‘Of vervoersbedrijven met grote elektrische wagenparken. Die wil je laten laden als het minder druk is op het net. Daar kun je dan allerlei marktmechanismen op los laten: kortingen op bepaalde momenten, of dynamische contracten. Dat helpt ons om de pieken beheersbaar te houden. Een ander voorbeeld is misschien nog de grote bedrijven met koelcellen. Die kunnen ook de koelcellen af en toe een graadje zachter zetten. Of waterschappen. Zij kunnen vaak op bepaalde momenten juist wel of niet pompen. Zo zoeken we samen met die klanten naar oplossingen en zorgen we dat ze ondanks alle beperkingen toch kunnen aansluiten op het net.’
Ikzelf bekijk de wereld altijd door de lens van processen. Zijn er processen die jullie ook echt gezamenlijk uitvoeren?
Van de Rhee: ‘We zijn continu heel praktisch bezig: hoe kunnen wij die informatievoorziening aan elkaar knopen. Eigenlijk leggen we een volledige digitale laag over ons fysieke netwerk heen. Wij zijn heel erg aan elkaar gekoppeld, al van oudsher.’
Suykerbuyk: ‘Het is alleen veel dynamischer aan het worden. Vroeger had je een grootschalige opwekking van elektriciteit. Dan ging je vervolgens transporteren en distribueren naar de eindklant. Tegenwoordig wordt er ook energie opgewekt aan het einde van het net, bijvoorbeeld met zonnepanelen. Van een redelijk overzichtelijk systeem zijn we naar een heel dynamische wereld gegaan. Het is echt een ander spel geworden. En dat betekent dus dat het bi-directioneel aan het worden is. Waar het proces voorheen heel helder was – ik wek híér iets op, ik duw het door het netwerk heen en het komt er dáár uit – komt dat nu van alle kanten.’
Van de Rhee: ‘We hebben als netbeheerders gezamenlijk een data-delen-strategie. We zijn aan het kijken hoe we dat nog verder kunnen uitbreiden. Ook over toekomstige producten die nog niet doorontwikkeld zijn, denken we samen na. Producten die straks nodig zijn in de energietransitie, zodat bijvoorbeeld bedrijventerreinen grootschalig onderling elektriciteit kunnen uitwisselen. We worden ook continu uitgedaagd om weer meer data te delen.’
Nu zitten jullie in een belangrijke, vitale sector. Daarbij is veiligheid natuurlijk een groot thema. Je kunt niet alles delen, neem ik aan…
Suykerbuyk: ‘Ja, veiligheid is een belangrijk voorbehoud bij samenwerking en het delen van data. Je moet de afweging maken welke data echt nodig zijn om die energietransitie te versnellen. Die moet je faciliteren op de markt. Vanwege cybersecurity moet je soms voorzichtig zijn.’
Van de Rhee: ‘Wij zijn onderdeel van de vitale infrastructuur. Voor onze eigen vitale processen hebben we onze eigen data-assets en datacenters.’
Suykerbuyk: ‘Bij TenneT maken we onderscheid tussen IT- en OT-domeinen (information technology en operational technology, red.) Het IT-deel dat niet mission critical is, zit in de cloud – gewoon zoals bij elk ander bedrijf. De OT-activiteiten zitten in een separaat netwerk, in eigen beheer. Overigens is het duidelijk dat IT en OT dichter bij elkaar komen. Daar voorzie ik in de toekomst nog wel een uitdaging om dat op een veilige manier te blijven doen.’
Waar zien jullie de grootste uitdaging of frictie in de hele keten?
Suykerbuyk: ‘Wij willen versnellen. Sneller bouwen. We willen het hoogspanningsnet snel uitbreiden. Die documenten delen, die data delen, dat op een goede manier doen – dat is de uitdaging. In combinatie met het versnellen van een vergunningstraject, met alle partijen die daarbij betrokken zijn. Nu zitten we vaak jaren te wachten voor we echt kunnen gaan bouwen. Een andere uitdaging: wij zijn een asset heavy bedrijf. Iedereen denkt aan het bouwen van nog meer assets. We zullen ook moeten kijken naar het benutten van de bestaande assets.’
Van de Rhee: ‘De grootste uitdaging zit in de beschikbaarheid van de ruimte om te kunnen bouwen. En in de beschikbaarheid van personeel om het te kunnen uitvoeren. De uitdaging zit niet in de techniek. Die is er gewoon. Organisaties in deze sector zijn van oudsher erg georganiseerd op disciplines. Al die disciplines zijn geoptimaliseerd. Maar nu merk je dat we met vraagstukken te maken hebben die complexer zijn; die over meerdere disciplines gaan. Een van de uitdagingen bij digitalisering is om meerdere disciplines bij elkaar te brengen: de data scientist, de technicus en zelfs de ethisch specialisten.’
Suykerbuyk: ‘Ja, dat vergt een andere benadering. Vroeger legden we slechts de infrastructuur. En een control room om erop toe te zien. Nu zijn we veel meer bezig met de toekomst voorspellen, met scenario-denken. De focus is erg komen te liggen op de toekomst. En dat is mede door de komst van ai makkelijker geworden.’
Van de Rhee: ‘We doen veel aan tijdreizen. We kunnen in no time voorspellingen maken voor de komende jaren of decennia. Vroeger had je daar een datacenter voor nodig, nu kun je dat gewoon op een laptop doen.’
In hoeverre is de energietransitie een digitale transformatie?
Suykerbuyk: ‘Volledig.’
Van de Rhee: ‘Ja, volledig. Er wordt bij ons echt geen enkel plan meer gemaakt zonder digitaliseringselement. Digitalisering is essentieel voor de energietransitie. Het kan niet zonder. We gaan toe naar een volledig digitaal energiesysteem en digitale energiemarkt. We zijn een digitaal netwerkbedrijf aan het worden. Dat zit ook gewoon in de normale operationele processen.’
Suykerbuyk: ‘Eigenlijk zijn we al tientallen jaren een digitaal bedrijf. Wij hebben control rooms die de elektriciteitsnetten volledig digitaal in kaart hebben. Alleen is de complexiteit ontzettend toegenomen. We hebben een compleet digitaal bedrijf gebouwd. Onze doorsnee-hoogspanningsmasten geven op dit moment een tiental signalen per minuut af. Over de hoeveelheid stroom die er door een kabel gaat, over de temperatuur, dat soort dingen. Onze offshore platforms geven momenteel duizenden signalen per seconde. Daar komen heel veel meer data vanaf. In de toekomst zal dat alleen maar meer worden. Op elke asset die we plaatsen, zitten nu sensoren. We plaatsen overal een sensor op waar-’ie op kan. Ook als we nu nog niet helemaal weten of we de data ook echt gaan gebruiken. Er komt een moment dat het zo complex wordt, dat je echt ai-tooling nodig hebt om strategische keuzes te kunnen maken.’
Ai is dus voor jullie een zegen?
Van de Rhee: ‘Wij hebben ai draaien in de kern van onze systemen. Sommige dingen hebben we zelf ontwikkeld, bijvoorbeeld een model waarmee je kunt voorspellen hoeveel stroom er op het net is. Dat is wereldwijd een van de meest gedownloade algoritmen in onze sector. Als maatschappelijk bedrijf is het fijn om met open source te werken, want dan kan iedereen meebouwen en meecontroleren. Waar we nog heel veel te doen hebben, is de nieuwe golf van ai: de creërende ai. Daar staan we nog aan het begin van de reis.’
Suykerbuyk: ‘Wij zetten ai in voor het verdere design van ons netwerk. Wat zijn nou de beste plekken om te bouwen? Met welke capaciteit moeten we daar rekening houden? Welke bedrijven zitten er en komen er nog bij? Wat als de zon niet schijnt? Al die algoritmen worden steeds beter. Daarnaast gebruiken we Copilot vaak in de office-omgeving. Ai kan dan basissamenvattingen maken van documenten. Waar ik zelf echt in geloof zijn die ai agents, die echt veel repetitieve taken over gaan nemen en die het leven van onze medewerkers echt veel makkelijker gaan maken.’
Van de Rhee: ‘Of denk bijvoorbeeld aan beeldherkenning: maak een foto van je meterkast en wij kunnen vaak al zien wat onze monteurs moeten doen. Met die foto’s hebben we een digitale kopie van de wereld gebouwd. We hebben inmiddels een foto-store met 16 miljoen afbeeldingen. We maken ook foto’s van de ondergrondse situatie, waardoor we op termijn een digitale kaart van de ondergrondse infrastructuur hebben. Of kijk naar de algoritmen die we gebruiken voor het indelen van de klussen voor onze storingsmonteurs. We vragen ai bijvoorbeeld om de laatste klus dicht bij huis in te plannen. Daar wordt de monteur heel erg blij van.’
Wat is de grote uitdaging op het gebied van ai?
Van de Rhee: ‘Wat heel belangrijk is, is dat je echt moet snappen wat er gebeurt. Je moet los van de techniek kennis opbouwen. We hebben ook een ethics office opgericht. Ai is namelijk nogal snel op zoek naar de meest efficiënte manier. Maar is dat ook maatschappelijk de meest gewenste manier? Ai zal bijvoorbeeld zeggen dat je het beste eerst het energienet kunt optimaliseren in buurten met veel elektrische auto’s. Maar misschien willen wij wel iets doen in de andere wijken. Je moet altijd mee blijven denken.’
Suykerbuyk: ‘We hebben het al heel veel over ai, infrastructuur en processen gehad, maar uiteindelijk is dit toch een people business. Het gaat erover of je je organisatie meekrijgt naar die stip op de horizon. Middelen, processen en IT-systemen zijn belangrijk, maar mensen zijn het allerbelangrijkste. Want uiteindelijk moeten we het met onze mensen doen.’
Van de Rhee: ‘Digitaliseren betekent een grote kans. Maar er zit ook een andere kant aan. Digitalisering kan ook tot risico’s leiden. En die risico’s moet je kunnen managen door te begrijpen hoe je digitalisering kan inzetten. Stop het in je gereedschapskist en gebruik het. En zorg vooral dat je mensen, je medewerkers en je klanten het kunnen gebruiken.’
Interview door Maarten van der Borden, customer transformation director bij Celonis. Gepubliceerd in Management Scope 06 2025.
Dit artikel is voor het laatst aangepast op 24-06-2025