Carrie van der Kroon en Constantijn van Oranje (Veerstichting): ‘Niet langs elkaar heen, maar met elkaar praten’

04-02-2025 | Auteur: Ellis Bloembergen | Beeld: Rogier Veldman
Dagelijks worden we overladen door een eindeloze stroom nieuwsberichten. Tegelijkertijd zijn er belangrijke ontwikkelingen en verhalen die aan onze aandacht ontsnappen, maar die wel cruciaal zijn voor onze toekomst, of voor bepaalde groepen in de samenleving. Met als slogan Onder de radar staat dit thema in 2025 centraal tijdens het Veersymposium dat op 5 en 6 juni plaatsvindt. Samen met experts zullen de deelnemers onderzoeken waarom we deze blinde vlekken hebben, hoe we er als maatschappij grip op krijgen en hoe huidige en toekomstige besluitvormers de regie terugkrijgen. ‘Juist in deze tijd van polarisatie is het belangrijk open te staan voor andere perspectieven’, zegt Carrie van der Kroon-Kissane . Van der Kroon is sinds vijf jaar toezichthouder van de Veerstichting en zet zich in het dagelijks leven als lid van het managementteam in voor kinderrechten bij Defence for Children Nederland.
‘We zitten allemaal in onze eigen informatiebubbel. Daardoor communiceren we vooral met gelijkgestemden’, ervaart Constantijn van Oranje , die tijdens zijn studie rechten in Leiden bestuurslid was van de Veerstichting en die de organisatie nog altijd een warm hart toedraagt. ‘Dat is problematisch. We slagen er niet in maatschappelijke misstanden op te lossen omdat we simpelweg niet luisteren naar waar mensen echt behoefte aan hebben. Denk aan de gedupeerden van de toeslagenaffaire of van het Groningse aardbevingsgebied. Er worden regelingen en processen bedacht die niet werken.’ Ook in zijn functie als speciaal gezant van Techleap, de organisatie die Nederlandse techstartups en -scale-ups sneller en beter wil laten groeien, stuit hij geregeld op een blinde vlek in de samenleving. ‘Het ontbreekt aan goed economisch beleid waarmee innovatie en nieuwe bedrijvigheid tot succes leiden.’
‘Het bevorderen van de gedachtewisseling tussen studenten en vormgevers van de maatschappij’. Dat was de missie van drie Leidse studenten die de Veerstichting in 1979 oprichtten. Met vormgevers doelden ze op invloedrijke visionairs en doeners uit alle hoeken van de samenleving. Ceo’s, kunstenaars, wetenschappers en rechters – mensen die grenzen durven verleggen en zo veranderingen teweegbrengen. Zo belegden ze in 1980 een eerste symposium in de Leidse Pieterskerk. Overigens dankt de stichting haar naam aan studentenhuis ‘het Veertje’ aan de Utrechtse Veer in Leiden, waar de oprichters destijds woonden.
Ruim 45 jaar later is de Veerstichting een begrip. Nog steeds is het faciliteren van interactie tussen verschillende generaties het uitgangspunt. Inmiddels beslaat het symposium twee dagen en kwamen er aanvullende evenementen bij. Met ingang van dit jaar vindt het Veersymposium op roulerende basis plaats in Leiden, Delft en Rotterdam. Jaarlijks weet het studentenbestuur, dat overigens elk jaar wisselt van samenstelling, grote namen uit binnen- en buitenland naar Nederland te halen. Zoals Eliot Higgins, oprichter van onderzoeksplatform Bellingcat. Of Leoluca Orlando, burgemeester van het Siciliaanse Palermo en bekend om zijn ruimhartige opvang van vluchtelingen. In 2015 liet de stichting voormalig VVD-politica Ayaan Hirsi Ali uit Amerika overkomen; om veiligheidsredenen werd haar optreden geheim gehouden. In 2024 traden Inez Weski en Soumaya Sahla op als sprekers. Van der Kroon: ‘We aarzelen niet mensen die onderwerp zijn van maatschappelijke discussie uit te nodigen.’ Van der Kroon en Van Oranje vertellen tijdens dit interview waarom de stichting nog altijd relevant is en over het streven naar vernieuwing en meer diversiteit.
Wat maakt het symposium van de Veerstichting bijzonder?
Van der Kroon: ‘Ik heb de afgelopen vijf jaar gemerkt dat er gesprekken op zielsniveau worden gevoerd. Status en functie zijn niet belangrijk – het gaat om het uitwisselen van ideeën en meningen. Dit is niet alleen waardevol voor jonge mensen, maar juist ook voor besluitvormers. Zij worden vaak geleefd door een strakke agenda. Gedurende twee dagen kunnen ze dit loslaten en worden ze geïnspireerd. Ook de opzet van het symposium is uniek. Er is ruimte voor 250 ambitieuze studenten van universiteiten en hogescholen. De andere 250 deelnemers zijn “vormgevers” uit het bedrijfsleven, de wetenschap, de politiek, de sport- of culturele sector.’
Constantijn, waarom werd je tijdens je studententijd bestuurslid van de Veerstichting?
Van Oranje: ‘Ik kon me verdiepen in thema’s die tijdens mijn studie niet voorbijkwamen. Ik had destijds de functie van Thematicus en dat was spannend – ik was verantwoordelijk voor het jaarlijkse thema van het symposium en het aantrekken van interessante, nationale en internationale sprekers. Ook was het op die leeftijd een flinke uitdaging om voor 500 deelnemers je verhaal te vertellen. De doelstelling was dezelfde als nu. We zorgden voor een dialoog tussen zittende en toekomstige besluitvormers. Daarmee kregen decisionmakers een beeld van wat er speelde bij jongere generaties. Het leidde tot een blik in de toekomst. Andersom kregen de studenten een indruk van waar een bestuurder of topjurist zich zoal mee bezighoudt.’
Wat heb je er persoonlijk aan gehad?
Van Oranje: ‘Mijn werk voor de Veerstichting was vormender dan wat ik leerde tijdens mijn studie. Ik moest uit mijn comfortzone komen, werkte samen met mensen met verschillende achtergronden. We waren een jaar lang bezig met een inspirerend programma. Ik vond dat leuker en belangrijker dan een tentamen halen.’
Carrie, waarom ben je toezichthouder geworden van de Veerstichting?
Van der Kroon: ‘Ik volgde de Blikverruimers Academie, een opleiding tot toezichthouder, toen ik werd benaderd door de Veerstichting. Ze zochten een jongere en andersoortige toezichthouder. Het verhaal sprak me meteen aan omdat ik enorm gedreven ben positieve verandering teweeg te brengen. Ik ben al sinds mijn 15e maatschappelijk betrokken en zet me sindsdien in voor het verbeteren van de positie van kinderen en jongeren.’
Waarom is de stichting nog steeds relevant?
Van der Kroon: ‘In een snel veranderende wereld waarin polarisatie voortdurend de kop opsteekt, is het belangrijk dat mensen van verschillende generaties en met verschillende opvattingen en achtergronden met elkaar in gesprek gaan. We moeten niet langs elkaar heen, maar met elkaar praten. Elkaar blijven vinden. Zo verrijken we onze kennis en komen we tot constructieve oplossingen.’
Van Oranje: ‘We zijn veel te weinig geïnteresseerd in anderen, luisteren te weinig naar hun verhalen. Kijk wat er in Amerika gebeurt met het aantreden van president Donald Trump – iedereen zegt dat zijn visie de nieuwe waarheid is. Maar democratieën zijn gebouwd op het principe dat de meerderheid niet de minderheid overstemt. Je zult met elkaar tot oplossingen moeten komen. Ook in Nederland moeten we meer oog hebben voor uiteenlopende groepen in de samenleving. We slagen er niet in maatschappelijke misstanden – in de zorg, de jeugdzorg of in het onderwijs – op te lossen, omdat besluitvormers niet luisteren naar waar mensen écht behoefte aan hebben. In plaats daarvan vullen ze het beleid naar eigen inzicht in.’
Hoe kan de stichting daar verandering in brengen?
Van Oranje: ‘De mensen die het symposium bezoeken, zijn in elk geval geïnteresseerd in andere inzichten. De inspiratie komt niet alleen van mensen uit een andere generatie, maar ook met andere achtergronden, andere beroepsgroepen, disciplines. Die twee dagen zijn een pressure cooker. We hopen dat deelnemers vervolgens ook de rest van het jaar openstaan voor andere perspectieven.’
Waarom is de Veerstichting interessant voor bestuurders en commissarissen? Helpt het werk van de stichting hen om blinde vlekken te voorkomen?
Van der Kroon: ‘Blinde vlekken kun je niet voorkomen, denk ik. Maar je kunt jezelf trainen om ze te herkennen. De Veerstichting biedt daarvoor een geschikt platform. Het bestuur durft sprekers uit te nodigen die niet altijd de publieke opinie vertegenwoordigen. Vorig jaar sprak Soumaya Sahla, die in 2005 werd veroordeeld tot drie jaar gevangenis vanwege lidmaatschap van de terroristische Hofstadgroep. Later nam ze afstand van het extremisme en specialiseerde zich in deradicalisering. Sahla werd dankzij haar expertise binnengehaald bij de VVD, was enige tijd actief binnen de werkgroep terrorisme en radicalisering, tot ze vorig jaar – nog voor het symposium – in opspraak raakte. PVV-leider Wilders stelde Sahla’s verleden ter discussie. Haar optreden is me lang bijgebleven. Tijdens het symposium probeer ik met een open en onbevooroordeelde blik te luisteren naar de perspectieven van de sprekers – het is een les die ik elk mens gun, en die voor bestuurders en commissarissen essentieel is. Zaken zijn vaak gelaagder en liggen vaak genuanceerder dan ze op het eerste gezicht lijken. Snel oordelen is makkelijk, maar op welke informatie baseer je je mening? Soms denk ik tijdens het symposium: ik weet gewoon niet wat ik hiervan moet vinden. En dat is precies waar het om gaat.’
Van Oranje: ‘Boardrooms en raden van toezicht zouden divers moeten zijn om blinde vlekken te voorkomen. Elke bestuurder moet zichzelf uitdagen steeds andere perspectieven te horen en te begrijpen. Daar word je een betere bestuurder van en het helpt organisaties om tot betere beslissingen te komen. Maar de realiteit is anders: bestuurders komen vaak uit dezelfde vijver, volgden vergelijkbare opleidingen en zijn dus ongeveer gelijk “geprogrammeerd”. De toeslagenaffaire bewijst hoe gevaarlijk dit kan zijn. Gedupeerden werden speelbal van de bureaucratie en verloren volledig de controle over hun leven. Het ging mis bij de overheid omdat er vanuit een eenzijdig perspectief naar de werkelijkheid werd gekeken en er vanuit wantrouwen werd gehandeld, in plaats vanuit begrip voor de dagelijkse praktijk van getroffen ouders.’
Hoe gaat de Veerstichting met haar tijd mee?
Van der Kroon: ‘We maken een transformatie door. Terwijl de focus vroeger op Leiden en de juridische wereld lag, kijkt de stichting nu breder. Door samen te werken met universiteiten in Leiden, Rotterdam en Delft trekken we andere profielen aan. Ook binnen bedrijven zijn het immers niet enkel juristen die de bestuurskamers bevolken, tegenwoordig vind je er professionals met een technische of andere achtergrond.
Ook het programma verandert. Kennis is gedemocratiseerd. Vroeger was het bijzonder dat er bepaalde internationale sprekers naar Nederland kwamen. Nu kan iedereen van alles op zijn mobiel bekijken. De meerwaarde zit niet meer in de exclusiviteit, maar in het samenbrengen van perspectieven. Om die reden sturen we de laatste jaren nadrukkelijker op diversiteit in sectoren, leeftijdsgroepen en achtergronden. Van ceo, jurist, wetenschapper, bankier, politicus tot kunstenaar – we streven naar een zo gemêleerd mogelijk gezelschap van vormgevers.
De selectie voor studenten steekt anders in elkaar. Geïnteresseerden worden opgeroepen vooraf een bij het thema passende bijdrage in te sturen. Dat kan een essay, een kunstwerk, lied of theaterstuk zijn. Een onafhankelijke jury beoordeelt wie mag deelnemen. Ook binnen de organisatie – binnen het bestuur en de raad van toezicht en advies – streven we naar meer diversiteit. Daar zetten we stappen in.’
Van Oranje: ‘Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat het symposium momenteel in zekere zin toch een eenheidsworst is. Vrijwel alle deelnemers zijn hoog opgeleid, voornamelijk wit en zijn of waren vaak lid van een studentenvereniging.’
Constantijn, als speciaal gezant van Techleap zet je je in om Nederlandse techstartups te ondersteunen. Je benadrukt vaak hoe belangrijk innovatie en nieuwe bedrijvigheid zijn voor ons land. Welke blinde vlekken kom je tegen in je werk?
Van Oranje: ‘Nederland moet dringend de visie op innovatie herzien. We denken nog steeds dat alle innovatie van bedrijven als Philips, Akzo en DSM komt, terwijl de wereld om ons heen drastisch verandert. We moeten niet alleen nieuwe technologieën ontwikkelen, maar moeten die ook naar de markt brengen en bedrijven helpen groeien. Het succes van ASML laat zien wat mogelijk is, maar we hebben geen systematische aanpak om meer van zulke succesverhalen te creëren. Het beleid is te versnipperd. Bij het ministerie van Economische Zaken worden startups vooral gezien als een subcategorie van het midden- en kleinbedrijf, terwijl startups juist razendsnel willen groeien, grootkapitaal willen aantrekken en internationaal willen doorbreken. Ik merk dat deze boodschap momenteel langzaam bij EZ begint te landen, maar nog niet bij andere ministeries. Het is problematisch dat we startups aanvankelijk geweldig vinden, maar naarmate deze ondernemers en bedrijven succesvoller worden, we hen vooral proberen onderuit te halen, juist omdat ze proberen de bestaande orde te veranderen of omdat ze rijk worden door hun succes. We moeten de groei van startups en scale-ups gestructureerder ondersteunen. Zo zorgen we ervoor dat ze in Nederland blijven.
Er zijn weliswaar regelingen en subsidiepotjes, maar het ontbreekt aan een coherente visie waarbij ondernemerschap en innovatie verankerd zijn in het economisch beleid. Dit wordt nog versterkt doordat de belangrijkste spelers – ondernemers en investeerders – nauwelijks aan tafel zitten bij gesprekken over innovatiebeleid.
Ook in de publieke sector loopt innovatie vast door verouderde systemen en verkokerd denken. Of het nu gaat om de belastingdienst, zorg of onderwijs – we blijven poppetjes en geld toevoegen, in plaats van de effectiviteit en efficiëntie van de werkwijze te herzien, ondersteund door nieuwe technologie, digitalisering, automatisering en sterk management. Ieder ziekenhuis krijgt zijn eigen subsidie om zijn eigen systeempje te ontwikkelen. Er wordt niks gecentraliseerd. Conclusie: om te kunnen innoveren moeten we anders gaan denken en bereid zijn oude modellen los te laten.’
Carrie, welke blinde vlekken ervaar jij in je professionele leven? En wat hoop je op het symposium te leren?
Van der Kroon: ‘Er gebeurt momenteel zoveel om ons heen dat mensen vaak het gevoel hebben geen grip te hebben. Het is een onzekere tijd waarin zich onzichtbare krachten roeren. Het is voer voor complotdenkers. Ik ben daar iets minder gevoelig voor, mijn manier van omgaan met onzekerheden en een volatiele wereld is door de krachten in mijzelf te onderzoeken, door introspectie. Wat gebeurt er onder mijn motorkap? Welke oordelen en vooroordelen heb ik? Hoe faciliteren we goede tegenspraak binnen onze organisatie? Dat zorgt er bij mij voor dat ik met meer vertrouwen de volatiele wereld tegemoet kan treden.’
Dit interview was gepubliceerd in Management Scope 02 2025.
Dit artikel is voor het laatst aangepast op 04-02-2025