Schakels in sustainability

Schakels in sustainability
Aan de discussietafel drie experts die ver gaan in hun commitment aan duurzame doelstellingen. Ze delen de overtuiging dat je van elkaars potentieel gebruik moet maken om échte stappen te zetten: kennis, ervaring en resources zijn er om te delen. Duurzamer opereren blijkt een kwestie van elkaar inspireren. ‘We zitten met veel grote spelers om tafel. Met jullie eisen kunnen wij onze leveranciers aanmoedigen, zeggen ze.’

Dat KPN, DSM, Equinix en Nuon duurzaamheid serieus nemen, blijkt al bij het voorstelrondje van het rondetafelgesprek. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen doe je vooral in de business zelf’, zegt Brechtje Spoorenberg, hoofd duurzaamheid van telecombedrijf KPN. ‘Hoewel klanten er nog niet voor willen betalen, zijn wij met duurzaamheid bezig omdat we verantwoord willen werken’, reageert Michiel Eielts, algemeen directeur Equinix Benelux, een bedrijf dat wereldwijd datacenters en infrastructuur exploiteert. Sim van der Linde, projectleider renewable energy van chemiebedrijf DSM: ‘Duurzaamheid is de rode draad bij alles wat we doen.’
De discussie ontbrandt nog voordat gespreksleider en directeur zakelijke markt van Nuon Erik Suichies kan vertellen hoe het energiebedrijf duurzaamheid oppikt of zelfs maar een eerste vraag kan stellen. Van der Linde: ‘We kijken niet alleen naar wat wij zelf kunnen doen, maar ook wat we voor anderen kunnen betekenen. We hebben bijvoorbeeld een enzym ontwikkeld dat bierbrouwers in staat stelt warm versgebrouwen bier te klaren zonder dat het diep gekoeld hoeft te worden. Dat bespaart heel veel energie. Zelf richten we ons al jaren op grondstoffen- en energie-efficiency. Onlangs hebben we op het gebied van elektriciteit concrete doelstellingen opgesteld. Uiterlijk in 2025 moet minimaal 50 procent van onze elektriciteit duurzaam worden ingekocht. We zijn hard op weg om dat te realiseren. Maar 50 procent is slechts een tussentijdse doelstelling. We zijn lid van RE100, de club van bedrijven die zich hebben gecommitteerd aan 100 procent hernieuwbare elektriciteit. Mijn persoonlijke ambitie is om die tussentijdse doelstelling eerder te halen.’ Spoorenberg: ‘Dat kan ook. KPN gebruikt al sinds 2011 uitsluitend groene stroom. Onze ambitie om in 2020 volledig klimaatneutraal te werken, hebben we al in 2015 bereikt. Doelen stellen en neuzen richten helpt dat proces te versnellen.’

Wat is bij uw bedrijven de belangrijkste driver voor het streven naar duurzaamheid?
Spoorenberg: ‘De bedrijfsvoering duurzaam inrichten moet, ook in het belang van toekomstige generaties. Maar we geloven bij KPN ook dat duurzaamheid uiteindelijk een slimmere manier is van zaken doen en geld oplevert. Onder duurzaamheid zit een business case. Het is uitdagend omdat het datagebruik explodeert, waardoor ook het energiegebruik omhoog gaat. Tegelijk heeft KPN de ambitie het energieverbruik in absolute zin te laten dalen. Het lukt tot nu toe altijd, maar het is elk jaar spannend. KPN neemt ongeveer 0,8 procent van de Nederlandse elektriciteitsverbruik voor zijn rekening. We kopen alleen groene lokaal opgewekte stroom in. We willen onze klanten helpen energie te besparen: bijvoorbeeld door thuiswerken mogelijk te maken of bedrijven in staat te stellen met internet of things nieuwe businessmodellen te ontwikkelen met controle op afstand.’
Van der Linde: ‘DSM heeft dezelfde overwegingen: duurzaamheid loont. Meer dan 60 procent van onze producten en diensten zijn nu al duurzamer dan reguliere producten en diensten op de markt. Omdat het onze klanten kosten bespaart en het hen helpt een duurzamer profiel te krijgen, mag je daar ook een faire prijs voor vragen.’
Eielts: ‘Voor ons is het géén business case. Maar als je weet dat de digitale infrastructuur wereldwijd zo hard groeit en dat het om langetermijninvesteringen gaat, besef je dat je het alleen goed en duurzaam kúnt doen. Onze klanten vragen erom, al zijn ze lang niet allemaal bereid ervoor te betalen, en wij zijn ervan overtuigd dat we alleen zo kunnen blijven bestaan. Wij hebben de sleutel in handen en nemen onze verantwoordelijkheid.’

Wat zijn de belangrijkste instrumenten voor verduurzaming?
Eielts: ‘Duurzaamheid begint met doelen stellen. Toen we hier in 2010 op een universiteitsterrein gingen bouwen, eiste de universiteit dat we innovatief in duurzaamheid zouden zijn. Ik vreesde dat het alleen maar duurder zou worden. Aanvankelijk was het ook zo, maar die eis heeft ons verder gebracht dan we dachten. Die bewustwording helpt. Je kunt weerstand voelen, denken dat het te duur wordt, dat het bij jouw bedrijf niet kan, maar iedereen kan stappen zetten. Je moet een drempel over en geloven dat het kan.’
Van der Linde: ‘Gewoon beginnen, desnoods met kleine stapjes, en dan versnellen. Als je 20 jaar geleden geweten had hoeveel mensen er nu op aarde leven, zou je wanhopig geworden zijn. Nu kun je, al is het uitdagend, optimistisch zijn. We kunnen de gevaren van klimaatverandering het hoofd bieden. Maar optimisme mag geen excuus zijn om geen snelheid te maken.’
Spoorenberg: ‘KPN is begonnen met het terugdringen van het energieverbruik. Omdat de energierekening lager werd, werd het makkelijker te vergroenen. Duurzaamheid vraagt ook ondernemerschap van afdelingen als inkoop. Als we nieuw materiaal nodig hebben, eisen we van onze leveranciers dat dit energiezuiniger is.’

Ook als het duurder is?
Spoorenberg: ‘Hoewel het altijd een totaalplaatje is, is het uit den boze dat nieuw materiaal meer energie kost. Vroeger stond bij consumenten bijvoorbeeld een harddisk om tv-programma’s op te nemen. Nu alles in de cloud zit, kunnen we volstaan met een lichter apparaat omdat die harde schijf niet meer staat te zoemen.’
Eielts: ‘Je moet natuurlijk altijd naar het totaalplaatje kijken, maar als je op de lange termijn kijkt, valt de rekensom altijd mee. Elk bedrijf kan nu al kleine stapjes zetten, er zijn zoveel onderdelen waarop dat kan. Terugkijkend zie je pas welke afstand je hebt afgelegd.’
Spoorenberg: ‘KPN wil in 2025 nagenoeg circulair opereren. Als leveranciers ons daar niet mee willen helpen, wordt het lastig. Onlangs hebben we met zeven leveranciers een manifest opgesteld om dat waar te maken. We waren positief verrast. Aanvankelijk dachten we dat met drie leveranciers te bereiken, maar binnen een jaar zaten we met zeven om de tafel, waaronder grote spelers als Huawei en Ericsson. “Jullie doelstelling past in de onze. Met jullie eisen kunnen wij ónze leveranciers aanmoedigen”, zeiden ze.’
Van der Linde: ‘Alles hangt samen met innovatie. De Willie Wortel van vroeger, die in zijn eentje in een afgelegen schuurtje uitvindingen deed, bestaat misschien nog wel, maar innovatie draait tegenwoordig om samenwerking tussen bedrijven, overheid en wetenschappelijke instituties. DSM heeft een eigen innovatiecentrum, maar er werken meer mensen aan innovatie buiten dan bínnen DSM. Als je van dat potentieel gebruikmaakt, kun je veel meer bereiken. Vroeger waren we terughoudend om kennis te delen, maar tegenwoordig doen we meer, zijn we transparanter en delen we kennis. Neem de windprojecten Krammer en Bouwdokken samen met AkzoNobel, Google en Philips delen we kennis, ervaring en resources delen.’
Eielts: ‘Toch loop je soms tegen barrières op. Wij lobbyen samen met onze branchevereniging, maar het blijkt een zaak van lange adem. Met name gemeentelijke overheden hebben hun aarzelingen. Wij stellen onze restwarmte hier bijvoorbeeld gratis ter beschikking aan de universiteit. Daarvoor hebben we zelfs de infrastructuur aangelegd. We zouden graag ook zoiets doen in Amsterdam-Zuidoost. Wij hebben daar ook een datacenter en de Amsterdam ArenA kan onze warmte goed gebruiken. We zouden graag zien dat de gemeente ons daarbij zou faciliteren. Wij willen de overheid graag meenemen naar een nieuw paradigma, want het is gek dat op een beperkt gebied de één een overschot van warmte heeft, terwijl een ander die goed kan gebruiken. Bij Schiphol speelt hetzelfde.’

Hoe ver ga je? Leg je zelf een windpark aan, investeer je zelf in een warmtenetwerk?
Van der Linde: ‘Wij gaan daar ver in. We committeren ons aan zo’n windpark, wij steken er tijd en moeite in. Maar het moet ook een businesscase blijven. Wij hebben een PPA, een Power Purchase Agreement, rechtstreeks met het park gesloten, niet met een tussenliggend energiebedrijf. Daardoor is het totale kostenplaatje beter.’
Spoorenberg: ‘Daar is wel extra expertise voor nodig.’
Van der Linde: ‘Absoluut. Dat maakt het in het begin ook spannend. Zo’n samenwerking met vier partijen kan bovendien complex zijn. Toen we begonnen, heb ik gezegd dat we de stekker eruit zouden trekken als de voordelen niet opwegen tegen de complexiteit. Dat we dat niet gedaan hebben, bewijst dat het werkt. We hebben alle vier een gelijk contract met de windparken.’

Is DSM ook bereid het vijfvoudige in windparken te investeren als dat loont om aan de duurzame energiebehoefte te voldoen?
Van der Linde: ‘Wij investeren niet zelf in het windpark. Wij hebben een langjarig commitment met de twee windparken. Wij nemen voor de duur van de subsidieperiode plus een overgangsperiode gegarandeerd alle elektriciteit af. Daarmee hebben die parken hun financiering kunnen regelen.’
Spoorenberg: ‘Wij doen iets soortgelijks. Wij doen niet rechtstreeks zaken met een windpark, maar hebben een tienjarige afspraak met Eneco dat wij windenergie van hen afnemen. Dat geeft hen slagkracht om in duurzame energie te investeren.’
Eielts: ‘Wij hebben in de VS vorig jaar wel contracten met windparken gesloten, omdat we anders niet aan onze doelstellingen zouden voldoen. Maar het is niet onze corebusiness. Wij zouden liever zien dat een transparante markt zoiets faciliteert. Dat we een netwerk naar de universiteit hebben aangelegd, is eenmalig. Hier ligt een taak voor de overheid. Nederland moet de energietransitie bewerkstelligen. Het is niet zo dat wij die moeten trekken.’
Van der Linde: ‘De CO2-emissies moeten naar beneden, dat is onze langetermijnvisie. We moeten meteen aan de slag. Energie moet 100 procent duurzaam. Voor hernieuwbare elektriciteit is dat nog relatief makkelijk, die is op te wekken met bijvoorbeeld wind- en zonne-energie. Warmte is lastiger. Wij hebben in allerlei processen temperaturen nodig die veel hoger zijn dan restwarmte. Kunnen we dat realiseren met biomassa? Met elektrificatie? En verder is er heel veel te winnen door onze leveranciers te helpen verduurzamen, niet alleen in hun productie, maar bijvoorbeeld ook in hun transport. Dat kan alleen door samenwerken. Bedrijven kunnen en moeten voorop lopen, maar ook de overheid moet meewerken, ngo’s, kennisinstituten.’

Wat is de grootste bottleneck?
Eielts: ‘De grootste bottleneck is dat iedereen tegelijk wil transformeren. Niet alleen grote bedrijven zijn bezig met duurzame initiatieven, zelfs huishoudens beginnen hun eigen energie op te wekken. Hoe richten we het nieuwe landschap in? Wie speelt welke rol? Waar houdt ónze verantwoordelijkheid op? Iedereen ziet wat er moet gebeuren, maar wie moet wat doen? Het hele paradigma van enkele grote partijen en grote groepen afnemers verandert naar een groot aantal via netwerken verbonden partijen.’
Spoorenberg: ‘De overheid zou gemakkelijker grote stappen kunnen zetten op duurzaamheidsgebied als diensten hun krachten zouden bundelen om bijvoorbeeld centraal in te kopen.’
Eielts: ‘Onlangs hadden we overleg met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat over de energietransitie. We merkten dat er op lokaal en provinciaal niveau heel andere oplossingen aangedragen worden. Soms lijkt het wel of men met elkaar concurreert. Er is geen discussie over de oplossing, maar wel over de richting.’
Spoorenberg: ‘Mogelijkheden worden niet allemaal benut. Wij hebben – en dat is natuurlijk vanuit ons eigen belang geredeneerd – IT-oplossingen waardoor mensen niet elke dag in de auto hoeven te stappen. Maar nu de economie groeit, nemen de files toe. Consumenten en bedrijven zouden alerter mogen zijn.’
Van der Linde: ‘Het gaat om bewustwording, maar we moeten het mensen en klanten ook gemakkelijker maken. De luchtvaartindustrie valt nog niet onder de emissieregulering, maar de reisbranche wil wel stappen zetten. Die pleit voor standaard compensatie van het brandstofverbruik. Ik heb gelezen dat het dan om slechts vijf euro per reis zou gaan. Nou, dat is een no brainer.’

De opwekkingscapaciteit voor duurzame energie is nog beperkt. Ontnemen de grote bedrijven, door hun groeiende vraag naar duurzame energie, burgers en kleine bedrijven niet de mogelijkheid om duurzaam in te kopen?
Van der Linde: ‘Wij bungelen, samen met Malta en Luxemburg, onderaan wat betreft de opwekking van duurzame elektriciteit. Gelukkig zijn er ook mogelijkheden en initiatieven voor burgers en kleine bedrijven. Met onze drie partners nemen we bijvoorbeeld van windpark Krammer 95 procent van de productie af. De resterende vijf procent, goed voor ongeveer 5000 huishoudens en kleine bedrijfjes, komt lokaal beschikbaar.’
Eielts: ‘Het is mooi dat er dergelijke initiatieven zijn, maar het is jammer dat we het consumenten niet gemakkelijker maken. Je bent als consument vaak ‘in’ of ‘out’, bijvoorbeeld bij stadsverwarming. Maar zij die out zijn, willen ook graag meedoen.’
Van der Linde: ‘DSM had een programma waarbij medewerkers zonnepanelen op hun dak konden plaatsen. Toen merkten we dat mensen graag meedoen, maar niet weten hoe en wat. Maak het ze gemakkelijk! De Nuons van deze wereld zouden het initiatief moeten nemen.’

Er wordt dit jaar gewerkt aan een nieuw Klimaat- en Energie-akkoord. Wat zou daarin moeten staan?
Spoorenberg: ‘Ruim baan voor innovatie.’
Eielts: ‘Zorg dat je de voor de hand liggende dingen doet! En probeer als land niet langer zo achteraan te lopen.’
Van der Linde: ‘De ambitie moet omhoog. We hebben zoveel grote bedrijven die internationaal goed scoren en die stappen willen zetten op het gebied van duurzaamheid. Dat heeft zoveel potentieel. De overheid zou daar gebruik van moeten maken.’

Interview door Erik Suichies, directeur zakelijke markt Nuon. Suichies interviewt voor Management Scope over duurzaamheid, transformatie en energie. Gepubliceerd in Management Scope 02 2018. 

facebook