Emmy Meijers: ‘Stevige sancties voor bedrijven die in 2023 niet het juiste energielabel hebben’

Emmy Meijers: ‘Stevige sancties voor bedrijven die in 2023 niet het juiste energielabel hebben’
De algemeen directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied roept ondernemingen op vaart te maken met hun energielabel en andere maatregelen rond verduurzaming. ‘Een kantoor dat na 2023 niet het juiste label heeft, mag niet meer als kantoor worden gebruikt.’

Zoek met Google op ‘Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied’ en de overtredingen, waarschuwingen, dwangsommen en stilleggingen vliegen je om de oren. Hier een dwangsom voor het illegaal lozen van afvalwater, daar een boete voor het verspreiden van te veel stof, en ginds nog een waarschuwing voor het niet melden van een storing in een biomassacentrale. De ene keer wordt ‘de bakker op de hoek’ op de vingers getikt, de volgende keer Tata Steel. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) heeft de handen vol aan handhaving van de omgevingswetgeving in de metropoolregio Amsterdam. Maar de dienst is ook meer: adviseur bijvoorbeeld op het gebied van de milieuwetgeving. Of bouwbegeleider op de Amsterdamse Zuidas, of bij de nieuwe zeesluis in het Noordzeekanaal. De dienst praat dan ook op hoog niveau mee aan tal van adviestafels van het rijk, maar laat zich net zo makkelijk horen tijdens het CO2-café voor het  midden-en kleinbedrijf in Zaanstad. Emmy Meijers is nu zo’n vijf jaar algemeen directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Zij praat met Dirk Bakker, ceo van vastgoedadviseur Colliers International in Nederland, over de rol van OD NZKG in het algemeen, maar vooral over de door de overheid verplicht gestelde verduurzaming van kantoorgebouwen in Nederland. Het gesprek vindt – in verband met de coronacrisis – plaats ‘op afstand’, via een videoverbinding met Microsoft Teams, en in aanwezigheid ook van adviseur klimaat en energie Patrick Teunissen van OD NZKG.  

De coronacrisis heeft impact op ons allemaal; kunt u beschrijven wat het voor u betekent?
‘Alle medewerkers werken nu thuis. En dat gaat tot op zekere hoogte best goed. Een groot deel van het werk kan probleemloos doorgaan: vergunningverlening, advisering, administratieve handelingen, data-analyse. Het toezichtdeel, en dat is toch een belangrijk onderdeel van ons takenpakket, is wel lastig. Dat vereist vaak fysieke aanwezigheid. Een fundering van een gebouw wordt maar één keer gestort, dus daar moet je dan wel bij zijn. Uiteraard nemen we daarbij alle voorzorgsmaatregelen in acht.’  

Kunt u uitleggen hoe die handhaving werkt?  
‘Dat is eigenlijk heel simpel: de Omgevingsdienst houdt toezicht op of bedrijven zich houden aan de verleende vergunning en de eisen van algemene regels. Zo niet, dan schrijven we waarschuwingsbrieven, komen we langs, of leggen we dwangsommen op. En als dat allemaal op niets uitloopt, dan kunnen we het werk stilleggen of het bedrijf sluiten.’  

Welke overtreding komt u vaak tegen?  
‘Dat is heel breed. We leggen elke week wel een bouwwerk stil, om verschillende redenen. Bijvoorbeeld vanwege het gebruik van verboden heipalen. Die dingen zijn in Nederland al dertig jaar verboden, maar toch duiken ze steeds weer op. In die gevallen leggen we het werk direct stil. Dat is maar een voorbeeld.’  

Nederland heeft zich gecommitteerd aan allerlei klimaatdoelen. Daar is wet- en regelgeving uit voortgevloeid. Zijn de huidige regels streng genoeg?
‘Kijkend naar de klimaatdoelen die Nederland en Europa hebben geformuleerd, kan ik niet anders dan concluderen dat het niet snel genoeg gaat. Als we de doelen willen halen, moet er een enorme inhaalslag worden gemaakt. Dan moeten we de komende tien jaar tien keer zo hard werken.  
Ik weet overigens niet of meer of strengere regels direct gaan helpen. Stroomlijning van de regels zou wat mij betreft al een flinke verbetering zijn. Er is nu een enorme lappendeken aan regelgeving en aan allerhande labels. Dat maakt het voor bedrijven vaak ingewikkeld.’  

Laten we inzoomen op kantoorpanden. Die moeten per 1 januari 2023 minimaal energielabel C hebben. Ik vind dat een slappe norm. Zou er niet meer ambitie uit mogen spreken?  
‘Label C is inderdaad maar een klein, bescheiden stapje in de goede richting. Een stap die je trouwens al vrij gemakkelijk, met minimale middelen kunt maken. Leg energiezuinige verlichting aan, isoleer je pand en je bent er al. Ik neem aan dat die eisen snel aangescherpt zullen worden. Aan de andere kant: je kunt alle normen wel heel scherp stellen, maar het is dan nog steeds de vraag of de markt dan sneller in beweging komt.’  

Hoe staat het met de kantorenmarkt in uw regio, ligt die op schema?
‘Er ligt nog wel een uitdaging. Uit onze gegevens blijkt dat zo’n 60 procent van de kantoren in onze regio nog geen energielabel heeft. Op zich zijn de regels helder: als een kantoor na 2023 niet het juiste label heeft, mag het niet meer als kantoor worden gebruikt. Dus de sanctie is stevig.’  

Is de markt hiervan op de hoogte?  
‘De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied is zeer proactief. Dat betekent dat we bedrijven benaderen en dat we ze wijzen op de labelverplichting. We zijn betrokken bij allerlei overlegtafels in de regio waar we dit onderwerp onder de aandacht brengen. Wat verder natuurlijk ook helpt, is dat gemeenten inmiddels behoorlijke ambities hebben. In vrijwel alle collegeakkoorden zijn duurzaamheidsdoelen opgenomen. Dus in feite worden bedrijven van meerdere kanten aangespoord om actie te ondernemen. Bij de Omgevingsdienst is het algemene beeld dat 80 tot 90 procent van de bedrijven een zetje nodig heeft. Als je ze een duwtje geeft, gaat het vanzelf lopen. Bij de overige 10 of 20 procent gaat het wat moeizamer. Er zijn slechts enkele partijen die het ook echt op rechtszaken laten aankomen. Of dit ook geldt voor de label C-verplichting moet nog blijken.’  

Colliers Nederland heeft onlangs onderzoek gedaan onder vastgoedinvesteerders in Nederland, en daaruit komen verschillen naar voren tussen enerzijds de institutionele beleggers en anderzijds de private equitypartijen. Die laatste groep neemt maar heel beperkte stappen in de verduurzaming van hun vastgoed, en sorteert soms zelfs voor op niet-handhaven. Valt jullie dat ook op?  
‘Wij maken in principe geen onderscheid tussen de eigenaars van panden en we houden ons ook niet bezig met de vraag wat ze eigenlijk met een kantoorgebouw willen. We hebben voor iedereen gelijke regels en we checken dus niet of degene die achterblijft een private equitypartij is. Pas als we in een dwangsomfase terecht komen, gaan we ons wat nadrukkelijker informeren over de partijen die we tegenover ons hebben.’  

We hebben het nu over de vastgoedeigenaren, maar er liggen ook verplichtingen bij de huurders. Hoe gaat u daarmee om?
‘Wij spreken in principe degene aan die het milieu belast en dat is meestal de huurder van het pand. Pas als het bedrijf duidelijk maakt dat de eigenaar niet bereid is om de maatregelen nemen, richten we ons tot de eigenaar. Doordat we één aanspreekpunt hebben, hebben we dan ook niet of nauwelijks te maken met de zogeheten split incentive (de tegengestelde belangen van de vastgoedeigenaren en huurders, red.).’  

Wat doet u als iemand in overtreding is?  
‘Als de overtreding is vastgesteld, krijgt een bedrijf meestal de gelegenheid om binnen zes tot acht weken de zaken op orde te krijgen. Daarna volgt het opleggen van een dwangsom. Die dwangsom is doorgaans anderhalf keer de kosten die een bedrijf moet maken om de overtreding op te heffen. Maar we hebben de vrijheid om een hogere dwangsom op te leggen. Al kan alles natuurlijk wel getoetst worden door de rechter. Er is altijd bezwaar en beroep mogelijk. Het gaat natuurlijk altijd over “proportionaliteit”. Dat is heel belangrijk. Een bedrijf sluiten gaat wel erg ver.’  

Waar zit de grootste uitdaging als het gaat om de verduurzaming van het huidige stenen bedrijfslandschap? 
‘Die zit in de bestaande bouw. Dat is het ingewikkeldst. Nieuwbouw is het eenvoudigst. Daar gaat het eigenlijk helemaal goed.’  

Waar loopt u tegenaan?  
‘Soms zou ik willen dat het allemaal wat makkelijker georganiseerd was. Alle gemeenten zijn bezig met warmtetransitieplannen. Dat betekent dat ze per gebied gaan aanwijzen welke warmtebron prioriteit krijgt. Stadswarmte, groen gas, bodemenergiesystemen. Het zou fijn zijn als daar meer mogelijkheden worden geboden aan de gemeente, om te voorkomen dat bedrijven verkeerde investeringen doen, bijvoorbeeld in traditionele technieken.’  

Zou een landelijke aanpak u helpen?  
‘Nee, voor elke regio is de situatie anders. We moeten het lokaal doen. In de regio Haarlemmermeer en Amsterdam zijn heel veel datacentra, die veel restwarmte hebben die hergebruikt kan worden. Zo heeft vrijwel ieder gebied iets unieks. Onder de Zuidas loopt een integrale leidingentunnel met stadswarmte en stadskoude, waar we gebruik van moeten maken. In de dichtbebouwde binnensteden is weer extreem weinig ondergrondse ruimte...’  

Hoe ziet een ideale gebouwde omgeving er voor u uit?  
‘Wat mij betreft is dat een gebouwde omgeving die volstrekt duurzaam is, op alle vlakken. Dus dan gaat het niet alleen over energie, maar ook over circulariteit, over het gebruik van grondstoffen, het gebruik van infrastructuur. Dat is best gecompliceerd, dat kan niet in twee dagen gerealiseerd worden. Maar je kunt er wel een begin mee maken.’  

Heeft u nog een hartewens?  
‘Een gestroomlijnde introductie van nieuwe wetgeving is van essentieel belang. Wat ik jammer vind, is dat de overheid nieuw beleid of nieuwe wetgeving zo slecht uitlegt. Een voorbeeld daarvan is de nieuwe keuringsverplichting van de klimaatinstallaties. Die is onlangs in de bouwwetgeving opgenomen, maar bedrijven zitten met enorm veel vragen die wij niet kunnen beantwoorden omdat er nog zoveel onduidelijk is. Steeds meer bedrijven willen voldoen aan wet- en regelgeving, maar het is onvoldoende helder hoe zaken op landelijk niveau zijn geregeld.’  

Wat is een snelle winst die u kunt pakken?  
‘Uit recent onderzoek komt naar voren dat er in de kantoren in onze regio nog ontzettend veel winst is te halen op het vlak van verduurzaming. Ik zou bedrijven willen oproepen om daarmee aan de slag te gaan. En dan puur uit eigenbelang, hè. Er is zoveel snelle winst te halen. U verdient alle investeringen helemaal terug. Zo simpel kan het zijn.’  

Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 04 2020.

facebook