Resi Becker (Essent): 'Alle zekerheden zijn weggevallen'

Resi Becker (Essent): 'Alle zekerheden zijn weggevallen'
De ontwikkelingen binnen de energiemarkt maken transformaties onontkoombaar. Bij Essent kan ceo Resi Becker haar ervaring met het begeleiden van transformaties volop inzetten. De energiemaatschappij brengt haar bedrijfsmodel steeds meer in lijn met de broodnodige energietransitie. ‘De passie om de sector up to speed te brengen, is heel groot.’

Verandering is niet iets waar Resi Becker, ceo van energiemaatschappij Essent, voor terugdeinst. De vijf maanden geleden aangetreden Becker leidde eerder ingrijpende transformatieprojecten in de postdivisie van PostNL. Ze bracht de integratie van de overgenomen concurrent Sandd tot een goed eind en aarzelde niet om fors in te grijpen om de krimpende postmarkt het hoofd te bieden. Een goede voorbereiding voor de veranderingen waar ze nu aan het roer bij Essent mee te maken krijgt in de eveneens sterk gereguleerde energiemarkt. Al is er bij Essent geen sprake van krimp, maar juist van groei. Geen onbekend terrein voor gesprekspartners Ingrid Reichmann en Maria de Kleijn, beiden respectievelijk als executive search-specialist en strategieconsultant ook actief in de energiemarkt. 

Volop in beweging
Becker heeft bij Essent een grote verantwoordelijkheid. Met een marktaandeel van circa 30 procent regelt Essent de energievoorziening van ruim 2,5 miljoen huishoudens in Nederland. De energiemarkt is volop in beweging, door de transitie van fossiele energie naar energie uit hernieuwbare bronnen én door de onrust over de inkoopprijs en de beschikbaarheid van gas en olie die met de oorlog in Oekraïne is ontstaan. Essent begon in 1909 als nutsbedrijf in overheidshanden en is door fusies en overnames inmiddels onderdeel van het Duitse energieconcern E.ON. Tegenwoordig draait het behalve om de levering van stroom en gas steeds meer om het actief helpen van de klant bij verduurzaming, onder andere door advies en de installatie van zonnepanelen en warmtepompen.

U stapt over naar de energiesector na bijna 25 jaar in de postmarkt. Waarom hebt u voor de ceo-rol bij Essent gekozen?
‘De overstap naar de energiesector was een weloverwogen keuze. Duurzaamheid gaat mij aan het hart. Het is nu het moment om de energietransitie te versnellen. We zijn volgende generaties echt wel wat verschuldigd. Wat ik mooi vind aan Essent is dat werknemers graag in actie komen om die transitie mogelijk te maken. De passie en de bereidwilligheid om de sector up to speed te brengen zijn heel groot.’

Welke opdracht kreeg u mee bij uw start?
‘Ik zie als belangrijke opgave voor Essent om de energietransitie werkend te krijgen door duurzame energie voor klanten beschikbaar te maken met aandacht voor de betaalbaarheid. Dat is een omvangrijke taak. Twee van de drie huizen in Nederland zijn nog niet goed geïsoleerd. Kijk je naar de ambitie van het kabinet, dan moeten er in 2030 1,5 miljoen huizen energiezuinig zijn. Om het in perspectief te zetten: Essent kan elk jaar circa 20.000 woningen isoleren. We moeten dus tempo maken, dat is interessant en noodzakelijk. Ik heb een zoon van tien en het is lastig uit te leggen waarom wij nog geen zonnepanelen op het huis kunnen leggen. Om vorm en inhoud aan de transitie te geven, werken we nauw samen met woningcorporaties en gemeentes. Niet iedere particulier kan het zich immers veroorloven 30 zonnepanelen op het dak te leggen om in zijn energiebehoefte te voorzien.’

U bent in februari van dit jaar gestart, net voor het begin van de oorlog in Oekraïne en middenin een uiterst turbulente periode in de energiesector. Hoe hebt u die eerste maanden ervaren?
‘Ik was van plan om stapsgewijs in mijn rol te komen, de tijd te nemen om mij te verdiepen in de onderwerpen en de mensen. Dat is anders gelopen: het tempo waarin dat moest, is flink opgevoerd. Naast de energietransitie is ook de betaalbaarheid van energie nu actueler dan ooit. Dat houdt iedereen bezig. Wij moeten net als onze concurrenten tegen hoge prijzen inkopen, dat heeft bij iedereen grote impact op de energierekening thuis.’

De betaalbaarheid kan in de maatschappelijke discussie inmiddels op minstens zoveel aandacht rekenen als de energietransitie zelf. Is de urgentie van beide ontwikkelingen binnen Essent onderwerp van gesprek?
‘Iedereen is overtuigd van het belang van beide ontwikkelingen. Het scheelt dat we een breed portfolio hebben; we doen er alles aan om klanten een betaalbaar energiecontract aan te bieden. En we hebben een breed en landelijk servicepartnernetwerk dat klanten kan helpen met advies, isolatie, zonnepanelen en warmtepompen om te verduurzamen en de energiekosten te verlagen. Binnen de zakelijke tak werken we bijvoorbeeld aan waterstofprojecten en aan een nieuwe infrastructuur voor de volgende generatie warmtenetten.’

Essent ontwikkelt zich van een energiebedrijf dat zich richt op de opwekking en distributie naar een organisatie die klanten helpt met energiekwesties. De commodity energie staat daardoor meer in dienst van de serviceorganisatie. Wat betekent zo’n transformatie voor de onderneming?
‘De term commodity doet geen recht aan de belangrijke rol van energie. Denk alleen al aan alle elektrische apparaten die we gebruiken. De levering van energie blijft de basis, maar het gaat erom hoe je die basis beter kunt gebruiken door ook oplossingen voor andere energievraagstukken aan te bieden. Energie gaat niet langer alleen over stroom uit het stopcontact bij de klant thuis. We regelen voor die klant ook zonnepanelen, een warmtepomp en een laadpaal voor de elektrische auto.
Dankzij slimme digitale oplossingen krijgen klanten bovendien meer regie over de eigen energie-infrastructuur. We kunnen zonnepanelen en de warmtepomp straks slim koppelen aan een batterij of de laadpaal van de elektrische auto. Je wilt niet dat mensen zich druk maken over de techniek. Wél willen we de klant bewustmaken van de mogelijkheid om de duurzame energie die hij nu opwekt te gebruiken voor zijn energiebehoefte op een ander moment. Daar liggen grote kansen. Dat zijn ontwikkelingen die ook de mensen die hier werken veel opleveren. Er ontstaan nieuwe rollen en doorgroeimogelijkheden en er is veel aandacht voor kennisontwikkeling.’

U staat als relatief buitenstaander aan het roer van Essent. Voelde u de verwachtingen van de mensen in de organisatie over uw aanpak?
‘Dat is logisch. Ik geloof erg in het principe “wat je geeft, krijg je terug”. Ik ben heel helder over wat ik nog niet weet. Door die openheid konden we snel stappen zetten met elkaar. Ook al omdat door de ontwikkelingen rond de oorlog veel traditionele mechanismen in de energiemarkt niet meer in alle gevallen van toepassing zijn. Ook voor de mensen die al veel langer in de sector werken, zijn daardoor zekerheden weggevallen. We zitten in hetzelfde schuitje.’

Veel zekerheden in de energiemarkt, bijvoorbeeld met betrekking tot de beschikbaarheid van energie, zijn weggevallen. Hoe geef je mensen het vertrouwen om verder te bouwen?
‘Door die onzekerheden heel expliciet met elkaar te bespreken. Er is binnen het bedrijf veel creativiteit om dat vorm te geven. Dat geeft mij rust. Toen de gasprijs in het derde kwartaal van 2021 is gaan stijgen, hebben we daarop ingespeeld door veel minder acquisitie te doen en meer op de klantloyaliteit in te zetten. Klanten zijn bijvoorbeeld direct geïnformeerd over de mogelijkheden om het energieverbruik te verminderen. Het aanpassingsvermogen om in te spelen op nieuwe omstandigheden is een belangrijke kracht.’

Essent is een van de spelers die de energietransitie faciliteert, maar de energietransitie vraagt ook om een transformatie van de onderneming zelf. Kunt u uw ervaringen bij PostNL gebruiken om dit proces in goede banen te leiden?
‘PostNL en Essent zijn heel verschillende bedrijven. Door het grote aantal werknemers (circa 37.000, red.) is bij PostNL de dynamiek anders en daarmee ook de wijze waarop je een transitie kunt vormgeven. Bij Essent kan ik meteen stappen zetten. Wat ik in de afgelopen jaren heb geleerd, is dat je goed moet luisteren naar de behoefte en de pijnpunten van klanten en medewerkers om daar vervolgens echt iets mee te doen. Dat is van invloed op het tempo waarin je transformeert. Wanneer je alleen luistert en er vervolgens niets mee doet, heb je een probleem. Je kunt je voorstellen dat onze klantenservice veel klanten aan de telefoon krijgt over de prijsverhogingen. Zo’n gesprek begint niet altijd leuk, maar klanten zijn echt geholpen als je ze kunt adviseren over manieren om hun energieverbruik te verminderen. Voor de een zijn dat zonnepanelen, bij de ander is dat isolatiemateriaal onder de vloer.’

Heeft de transformatie van de organisatie ook invloed op uw eigen leiderschapsstijl?
‘Ik wil faciliterend, voorwaardenscheppend leiding geven. Het is prima dat de route niet vastligt, als we maar snappen wat we gaan doen. We hebben samen een opdracht en iedereen heeft daar een bijdrage aan te leveren. Over die collectieve inspanning ben ik graag heel helder, zodat iedereen in de organisatie dezelfde kant op gaat.’

Tijdens transities is de verleiding voor een bestuurder groot om de sturing en controle ferm naar zich toe te trekken. Hoe voorkomt u dit?
‘De neiging om de controle te pakken als de druk toeneemt is er zeker. Dat is hier niet aan de orde. Ik heb er veel tijd en energie in gestoken om samen met het team het risicomanagement te doorgronden. Ik ken de risico’s waarmee we te maken hebben en welke scenario’s er zijn. Het helpt ook dat Essent een stevig bedrijf is. De mensen hier weten wat ze moeten doen. Iedereen zit vol op de bal om de energietransitie vorm te geven.’

Hoe slaagt u erin om, ondanks uw veeleisende baan, toch ruimte te creëren om zelf op te laden? Waar krijgt u energie van?
‘Ik geniet van vrienden en familie om me heen. Ik loop daarnaast graag hard om mijn hoofd leeg te maken langs de Maas in Rotterdam. Het liefst twee keer in de week, al is dat in de praktijk vaak één keer. Ik kan gelukkig goed ontspannen en in het moment zijn. Een sterk relativeringsvermogen helpt ook.’

In de energiemarkt heeft ook de overheid als marktmeester een belangrijke rol. Samen met de andere energiebedrijven overlegt u regelmatig met het Rijk en andere overheidsonderdelen. Voor welke veranderingen maakt u zich hard?
‘Ik pleit voor meer aandacht voor de betaalbaarheid van energie. Die prijs zal ook de komende tijd nog stijgen. Voor dit jaar heeft de overheid goede maatregelen genomen, maar nu is er meer duidelijkheid over de maatregelen voor 2023 nodig. Er mag geen onzekerheid over de kosten ontstaan voor consumenten die elke dag elektriciteit en gas nodig hebben. In zijn algemeenheid denk ik dat we samen moeten kijken hoe we de afspraken en beschikbare middelen beter kunnen inzetten. Een voorbeeld is het systeem van salderen: de huiseigenaar kan de overtollige opgewekte energie van zonnepanelen terugleveren aan het elektriciteitsnet en krijgt hiervoor een vergoeding gesaldeerd. De consument heeft hier financieel voordeel bij, maar groot nadeel is dat je het elektriciteitsnetwerk twee keer belast.
Ook spreken we met de overheid over het switchgedrag van consumenten. Overstappen van de ene naar de andere energieleverancier is nu erg gemakkelijk. Ik vind het bijzonder dat aan het opzeggen van een abonnement voor mobiele telefonie meer regels zijn gebonden dan aan een energiecontract, dat een veel grotere waarde vertegenwoordigt. Keuzevrijheid is belangrijk, maar gezien de administratieve last die het switchgedrag energiebedrijven oplevert, voor wat feitelijk het rouleren van klanten is, kun je je afvragen of dit veel waarde toevoegt. Is het niet zinvoller die middelen in te zetten voor de transitie naar duurzame energie?’

Als wij u over vijf jaar weer spreken en uw opdracht is geslaagd, waar zien we dan de veranderingen in de organisatie?
‘Dan kunnen we al onze klanten een brede oplossing bieden, zowel de consument als onze zakelijke klanten. Ook zijn we dan hopelijk in staat geweest om de capaciteitsproblemen die we op dit moment in het netwerk zien op te lossen. Dat is een verandering die Essent natuurlijk niet alleen kan bereiken. De aandacht gaat nu uit naar de beschikbaarheid van gas en olie, maar de beschikbaarheid van elektriciteit is zo mogelijk een nog urgentere kwestie. Door de afbouw van gas gaan Nederlandse huishoudens binnen een paar jaar naar schatting 4 tot 5 keer de huidige hoeveelheid aan elektriciteit gebruiken. Nu al staan de kranten vol met de berichten over bedrijven in Amsterdam en omgeving die niet kunnen uitbreiden omdat het netwerk het niet aankan; de minister heeft een aansluitstop in Brabant en Limburg aangekondigd. Ik hoop echt dat we het tegen die tijd zo kunnen organiseren dat we weer 10 tot 15 jaar vooruit kunnen met de duurzame energievoorziening in Nederland.’ Met een lach: ‘En ik ga ervan uit dat ik tegen die tijd ook zonnepanelen heb kunnen leggen op het dak van mijn huis.’

Interview door Ingrid Reichmann, partner bij Partners at Work, en Maria de Kleijn, partner bij Kearney. Gepubliceerd in Management Scope 06 2022.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 29-06-2022

facebook