Pieter Jongstra: 'Transparantie is een stempel van kracht'

Pieter Jongstra: 'Transparantie is een stempel van kracht'
Risk en compliance moeten geïntegreerd zijn in de bedrijfsvoering, zo meent Pieter Jongstra, voormalig ceo van Ernst & Young Nederland. Omissies kunnen de ondergang betekenen.

Als twaalfjarig jongetje wist Pieter Jongstra één ding zeker. Hij zou hartchirurg worden. Maar voor geneeskunde bleek hij geen talent te hebben, zo concludeerde hij op de middelbare school. Het werd economie. Aan zijn crisisbestendigheid zal het niet hebben gelegen. In 2003, toen het Enron-schandaal de gemoederen nog volop bezighield en het boekhoudschandaal bij Ahold net naar buiten was gekomen, trad hij toe tot de raad van bestuur van Ernst & Young.

En in 2009, toen de financiële crisis het Europese vasteland op haar grondvesten deed schudden, werd deze rasechte Amsterdammer – die kantoor houdt aan de Rotterdamse Maas – ceo van Ernst & Young Nederland. Vandaag spreken we hem in het Amsterdamse kantoor van Ernst & Young, een accountantskantoor met een wereldwijde omzet van circa 25 miljard euro en 165.000 medewerkers.

In 1982 al begon u in uw eerste baan bij Ernst & Young. Is het vakgebied sinds die tijd sterk veranderd?
‘Er is heel wat veranderd. Met name voor de accountant. Toen ik begon, waren er acht grote accountantsorganisaties: de big eight. Begin jaren negentig werd het de big five en na Enron werd het de big four. Er heeft kortom een wereldwijde consolidatie plaatsgevonden. Al deze vier kantoren doen min of meer hetzelfde: dezelfde dienstverlening en dezelfde disciplines. Een andere ontwikkeling in ons vakgebied is die van het geïntegreerde jaarverslag. AkzoNobel, DSM: ze hebben allemaal geïntegreerde verslagen. Dus niet meer een financieel verslag en daarnaast een duurzaamheids- of maatschappelijk verslag, maar alles in één. Dat zien we steeds meer.’

Er is de laatste jaren veel gezegd en geschreven over governance, risk en compliance. Vindt u dat de kaders van het vakgebied nu afdoende gedefinieerd zijn?
‘Het aantal standaarden voor verslaglegging is in de loop der jaren enorm afgenomen. Er zijn op internationaal vlak nog twee gangbare standaarden: de US GAAP en de IFRS. Daar heeft harmonisatie enorm toegeslagen. Met name sinds de Enron-affaire is het toezicht op accountants daarentegen enorm toegenomen. Onlangs was de PCAOB, de Public Company Accounting Oversight Board – zeg maar de Amerikaanse AFM – bij ons voor een regulier onderzoek. Het is de eerste keer dat we door deze organisatie gecontroleerd worden. Tien of vijftien jaar geleden had ik dit niet kunnen bedenken. Toen bestond de AFM nog niet. Er was nog geen wet voor toezicht op accountantsorganisaties om de onafhankelijkheid van accountants te bevestigen. Dus of de kaders van dit vakgebied nu afdoende gedefinieerd zijn, durf ik niet te zeggen. De toekomst is onvoorspelbaar.’

Zou uw vakgebied nog extra regels en extra toezicht kunnen gebruiken?
‘Ik denk niet dat dat nodig is. Het is goed dat er toezicht is, maar er zijn wat mij betreft voldoende regels. Toch horen die regels bij de tijd van vandaag. We hebben immers een maatschappelijke functie. We voeren de controles niet alleen uit voor de betreffende organisaties zelf. Deze organisaties hebben ook een maatschappelijke rol. En hun stakeholders moeten erop kunnen vertrouwen dat die jaarrekening klopt. Daar is kritiek op gekomen. Er zijn veel incidenten geweest bij banken, verzekeraars en accountants en daardoor wordt het beeld gekleurd. Bij accountants verdoezelt dat ook het vele goede werk dat we doen. Maar die incidenten zijn er en daar moeten we naar luisteren als beroepsgroep en actie op ondernemen. Daarom is er ook een wet op accountantsorganisaties gekomen. Ook zijn er inmiddels regels voor verslaglegging, er zijn controlevoorschrift en die voldoende zijn uitgewerkt en ook het toezicht op accountancy is in regels gevangen. Dat lijkt me genoeg. Maar het betekent vooral dat we volkomen transparant moeten zijn en goed moeten communiceren. Vanuit onze rol gezien hebben we daarbij twee beperkingen. We hebben met onze cliënten een vertrouwensband. We kunnen dus niet maar alles zeggen wat we weten over onze cliënten. En er zijn juridische beperkingen als het gaat om transparantie. Binnen die kaders spelen we open kaart.’

Het is wel een aparte tijd. Bedrijven moeten enerzijds de tering naar de nering zetten en tegelijkertijd is er de toenemende druk van wet- en regelgeving. Hoe denkt u dat dit het bedrijfsleven beïnvloedt?
‘De prioriteiten voor bedrijven zijn door alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren enorm veranderd. Wij voeren jaarlijks een wereldwijd trendonderzoek uit: Business Pulse. We onderzoeken daarin wat volgens de grote ondernemingen wereldwijd de top-10 kansen en risico’s zijn. In 2010 stond prijsdruk op nummer vijftien. Iedereen dacht dat de crisis een V-shape danwel U-shape zou hebben. Prijsdruk had geen prioriteit. Maar inmiddels tekent een L-shape zich af. En nu, in 2013, staat prijsdruk bovenaan. De verwachting is dat dat in 2015 nog steeds zo is. Focus op winsten en kostenbeheersing staat op nummer twee. Nieuw is ook dat compliance van niets de top-10 binnenkomt op nummer zeven. In 2015 stijgt dit naar nummer zes. Compliance was een onderwerp waarvan iedereen ervan uitging dat het er was en dat het wel goed zat. Daar was geen speciale aandacht voor nodig. Nu kan een bedrijf het zich niet veroorloven om hier geen speciale aandacht aan te schenken. Bij grote financiële organisaties zijn er risk committees en heeft het onderwerp een positie gekregen in de raad van bestuur en in de raad van commissarissen. Dat zegt genoeg.’

Wat zien de grote bedrijven als grootste risico’s als het gaat om compliance? Dat ze niet voldoen aan die regels? Of dat compliance hen geld kost?
‘Beide niet. Ze realiseren zich dat het eenvoudigweg moet. Wie compliance als compliance ziet, moet een hoop geld betalen. Wie compliance integreert in de business, kan er veel positiefs uithalen. Wij hebben dat ook onderzocht en hebben vastgesteld dat bedrijven die risk en compliance echt volledig geïntegreerd hebben, het beste presteren. De top twintig procent van de goed presterende bedrijven op het gebied van risk en compliance blijkt een EBITDA te hebben die drie keer hoger ligt dan bij bedrijven die geen structureel beleid op risk en compliance voeren. En een bedrijf dat risk en compliance niet goed heeft geregeld, wordt genadeloos afgestraft. Ahold was daar een voorbeeld van. Het was een compliance-gedreven omissie die genadeloos werd afgestraft en leidde tot crisismanagement. Aan de andere kant moeten bedrijven ook niet doorslaan met regels. Ondernemen is ook risico’s nemen.’

En kansen? Waar zien bedrijven die?
Innovatie staat op nummer één, zo blijkt uit hetzelfde onderzoek. Innovatie wordt gezien als dé kans om uit de crisis te komen. Daarnaast is duurzaamheid een belangrijk thema. Dit onderwerp kwam met stip vanuit het niets op nummer zeven terecht in de top-10 van kansen.’

Zijn duurzaamheid en compliance twee gescheiden werelden? Of gaan die ook samen?
‘Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze allebei noodzakelijk zijn en dat ze moeten worden geïntegreerd in de bedrijfsvoering. Raakvlakken zijn er ongetwijfeld ook. Als een bedrijf niet duurzaam is, zou het ook zomaar niet compliant kunnen zijn. Ook wij doen veel op het gebied van milieu. Ons wagenpark, papierverbruik, kantoren, enzovoort, hebben we aanzienlijk duurzamer gemaakt. Het is net als risk management een onderwerp dat eenvoudigweg moet. Grote bedrijven weten dat.’

En het grote mkb. Is dit soort bedrijven ook gefocust op het onderwerp?
‘Zeker. Die zijn daar ook mee bezig. Daar zie je overigens wel verschillen in kwaliteit en intensiteit. Toch neemt ook daar de transparantie toe. En dat is goed. Maar je ziet wel vaak dat dit soort bedrijven het onderwerp gefragmenteerd aanpakt. Vaak in de vorm van een project ergens laag in de organisatie. Risk management moet echter geïntegreerd zijn in de bedrijfsvoering, ook in de top. Als je dat doet, dan zie je de resultaten ervan af spetteren. Doe je dat niet, dan kost het alleen maar tijd en geld.’

Als u bij een bedrijf binnenkomt, is het dan ook uw verantwoordelijkheid om te melden dat er risico’s zijn? Of laat u die verantwoordelijkheid bij de betreffende onderneming?
‘De primaire taak van een accountant is om de jaarrekening te controleren en een verklaring af te geven. In die verklaring kijken we ook naar de risico’s die de onderneming loopt. En als dat een tandje scherper mag, dan moet je daar als accountant iets van zeggen.’

Er zijn veel leveranciers van systemen op het gebied van compliance. Bestaat het risico dat bedrijven te veel op de systemen gaan vertrouwen en de bestuurders zich hierdoor te weinig zelf verantwoordelijk voelen voor risk management?
‘Dat is wel een risico dat we serieus moeten nemen. Een van de grootste veroorzakers van de financiële crisis is immers het feit dat bedrijven te weinig begrepen van hun eigen producten en systemen. Systemen moeten een organisatie faciliteren. Ze moeten niet de overhand krijgen. Een bestuurder moet altijd snappen waar hij mee bezig is. Het hebben van ingewikkelde systemen is daarbij geen excuus.’

De tijd die bestuurders besteden aan compliance, kunnen ze niet besteden aan ondernemen. Is dat op zich niet een risico?
‘Er wordt meer geïnvesteerd in risk en compliance, maar ruimte voor ondernemen blijft uiteraard bestaan. Bedrijven verdienen niet hun geld met risk management. Dus moeten ze het goed en efficiënt organiseren. Daar ligt de uitdaging. Dan landt het ook in de organisatie.’

Als een bedrijf zijn processen goed heeft geregeld, dan is het ook wel mooi om dat transparant te maken en naar buiten te brengen. Daar zit ook waarde in. Bijvoorbeeld bij het aantrekken van kennis en kapitaal. Dat is waarschijnlijk makkelijker wanneer een bedrijf transparant is.
‘Zeker. Transparantie is een stempel van kracht. Daar mag een bedrijf trots op zijn. Dat kan zeker een voordeel zijn.’

Wat zou u willen veranderen aan uw vakgebied?
‘Ik ben heel erg voor internationaal geharmoniseerde regels. Op Europees niveau zou al heel mooi zijn. Dat zou bedrijven veel tijd en geld besparen. We dreigen wel eens te vergeten dat Europa nog steeds de grootste economie van de wereld is. Europese wetgeving is daarbij noodzakelijk. Dat gebeurt ook wel, maar te traag. En het zou een enorme succesfactor voor Europa zijn als we daar meer harmonisatie in zouden krijgen.’

Is het vak van accountancy er in de loop der jaren leuker of minder leuk op geworden?
‘Ik vond het altijd al een boeiend vak. Het is een mooi vak omdat het vakmanschap vereist. Je moet echt weten wat je doet en wat het vak inhoudt. Bovendien sta je hiermee midden in het maatschappelijk speelveld. Het vak is ook internationaler, dynamischer en veeleisender geworden. Alles moet sneller en beter. En dat maakt het ook voor jonge mensen aantrekkelijker dan ooit.’

Wat zijn de risico’s voor dit vakgebied?
‘Dat we te veel focussen op incidenten als het gaat om compliance. We moeten als beroepsgroep niet meer van incident naar incident hobbelen, maar de zaken goed geregeld hebben. Het doet mij net zoveel pijn als onze concurrenten op een negatieve manier de voorpagina halen, als wanneer wij zelf zo in het nieuws komen. Het straalt af op de beroepsgroep. Dat willen we niet. En we moeten er zélf voor zorgen dat dat niet gebeurt.’

Hoe brengt u dat in de praktijk?
‘Onze mensen spelen daarbij een cruciale rol. We trainen onze mensen om kritische accountants te zijn en standvastig te zijn in moeilijke situaties. En daar moeten we nog harder aan trekken. Waar moet je alert op zijn, welke signalen zijn er en hoe stel je je op als het moeilijk wordt? De truc is om het gevecht met een cliënt te voeren op een gebied dat nog grijs gekleurd is. En als dat grijs de verkeerde kant op kleurt, dan moet je je rug recht houden.’

Waar staat dit vak over tien jaar?
‘Het vak gaat dan over veel meer dan financiële rapportages alleen. Er gaat meer tellen. Integrated reporting wordt steeds belangrijker en ik denk dat accountants een belangrijke rol gaan spelen op dat gebied. Ze zullen hier ook standaarden voor bedenken. Verder zullen de twee internationale standaarden die er nu zijn, US GAAP en IFRS, er over tien jaar ook nog wel zijn. Amerika is te groot om haar standaard op te geven. Tot slot is en blijft ons vak relevant. Bedrijven zullen nu eenmaal verantwoording moeten blijven afleggen. Dat zal over tien jaar niet minder, wellicht zelfs meer zijn. Ik zie dan ook een mooie toekomst voor dit beroep.’

Marcel van Es is ceo van Graydon, verstrekker van krediet- en andere zakelijke informatie.

Dit interview met Pieter Jongstra is gepubliceerd in Management Scope 05 2013.

facebook