2021 brengt economisch herstel

2021 brengt economisch herstel
Hoofdeconoom Marieke Blom van ING Nederland is de laatste weken optimistischer over een sterk herstel van de Nederlandse economie in 2021. Haar aanname is dat de economie in de zomer van komend jaar weer tot bloei kan komen, maar misschien lukt dat al eerder. Toch wordt er in 2021 zonder twijfel pijn gevoeld.

Door de komst van het coronavirus is het voorspellen van de economische toekomst nog moeilijker geworden dan altijd al het geval was. De impact van het virus is zo groot, dat het alle andere economische factoren overheerst. Ook volgend jaar staan bedrijven dan ook onder druk. In de eerste maanden is dat vooral nog door virusmaatregelen, en gedurende het jaar krijgen we te maken met zogenoemde tweede ronde-effecten, waarover verderop meer. Wel is er de laatste weken veel positief nieuws naar buiten gekomen, waardoor we nu positiever over 2021 zijn dan een paar maanden geleden. De hoop bestaat inmiddels dat de impact van de coronapandemie van kortere duur is dan we aanvankelijk dachten. 

Positief is bijvoorbeeld hoe de Nederlandse economie zich in het derde kwartaal heeft ontwikkeld. De Nederlandse economie deed het beter dan elke andere westerse economie. Dat is wel relatief gesproken, want de economie zat nog altijd op 97 procent van de omvang aan het einde van het vierde kwartaal van 2019, het laatste normale kwartaal. Een krimp van drie procent in negen maanden is enorm, maar op basis van de hevigheid van de lockdown in april, toen circa 15 procent van de economie stillag, veerde de economie verrassend sterk op. Dit enorm sterke herstel danken we aan de steunmaatregelen van de overheid en de Europese Centrale Bank. Wat verder meehielp, is de sectorsamenstelling van de Nederlandse economie. De Nederlandse economie is relatief goed geschikt voor thuiswerkers. Ook is de afhankelijkheid van toerisme veel minder groot dan bijvoorbeeld voor de economieën van landen als Italië en Spanje.
Nu zitten we in de tweede gedeeltelijke lockdown, maar voor de economie is die duidelijk minder beperkend en daarmee minder schadelijk dan de eerste. Op dit moment ligt zo’n vijf procent van de economie stil. Bedrijven zijn inmiddels beter ingesteld op het virus, terwijl productieketens veel minder zijn verstoord dan tijdens de eerste lockdown. Ook de burger weet er beter raad mee.

Snel vaccineren en slimmer testen
Een herstel van de Nederlandse economie komt er dus aan, maar wanneer precies is lastig in te schatten. Wij verwachten dat de huidige lockdown tot diep in het eerste kwartaal van 2021 zal voortduren. Hoe snel de pandemie kan worden overwonnen, is afhankelijk van de implementatie van een vaccinatieprogramma en een gericht testbeleid. Het goede nieuws is dat er inmiddels meerdere vaccins zijn ontwikkeld, die zowel effectief als veilig lijken te zijn. De vaccins zijn ook nog eens snel in grote hoeveelheden beschikbaar, doordat er grote fabrikanten bij betrokken zijn. Het vaccinatieprogramma zal moeten worden gecombineerd met een teststrategie, die vooral gericht is op mensen die bovengemiddeld sociaal actief zijn, zoals schoolgaande kinderen. Het doel van dit testbeleid is het verminderen van de druk op de zorg én het voorkomen van onnodige quarantaines. Ik zie veel mogelijkheden om de coronapandemie binnen afzienbare tijd te tackelen. Zo denken ze in het Verenigd Koninkrijk de kwetsbare groepen en zorgmedewerkers al in het eerste kwartaal van 2021 te hebben gevaccineerd.

Tweede ronde-effecten
Onze voorspelling is nu dat de Nederlandse economie in 2021 met 2,6 procent zal groeien. Daarmee is de Nederlandse economie eind 2021 terug op 99 procent van het niveau van voor de coronacrisis. Ik houd er rekening mee dat het herstel misschien nog sterker zal zijn.
Helaas profiteert niet iedereen van het economische herstel. De paradox van 2021 is dat de ontwikkelingen volgens economen relatief meevallen, terwijl die voor veel mensen juist negatiever aanvoelen. De tweede ronde-effecten moeten er immers nog aankomen. Zo nemen faillissementen, reorganisaties en bedrijfsbeëindigingen in 2021 toe. Onze verwachting is dat Nederland er eind 2021 zo’n 100.000 extra werklozen bij heeft. Dat komt overeen met een stijging van de werkloosheid naar 5,6 procent gemiddeld in 2020. Dat is 2,2 procent meer dan in 2019. Dat percentage ligt wel lager dan we normaliter bij crises zien. In 2014 ging het werkloosheidspercentage bijvoorbeeld richting acht procent. Vooral mensen met vaste banen, zzp’ers en flexwerkers in sectoren die stevig zijn geraakt, zoals de detailhandel, horeca en alles wat te maken heeft met vervoer, moeten voor hun werk vrezen. Bovendien zal voor werknemers die hun baan behouden de loonontwikkeling minder gunstig uitpakken dan in 2020.

Sterke stijging spaartegoeden
Ondanks de enorme stijging van de huizenprijzen, gaat ook de bouw een moeilijk jaar tegemoet. Dat heeft te maken met de afgifte van minder bouwvergunningen. Ook neemt het aantal woningtransacties volgend jaar af. Wat de huizenprijzen in 2021 doen, is lastig te zeggen. Het voorspellen van de economie is moeilijk, maar dat geldt voor huizenprijzen nog veel meer. Wat de huizenmarkt ondersteunt, is het feit dat het eigen huis vanwege het toenemende belang van thuiswerken belangrijker is geworden. Mensen hebben daar meer geld voor over.
Geld is niet het probleem van het totaal van Nederlandse huishoudens. Sinds de uitbraak van het coronavirus stegen de spaartegoeden van huishoudens met zo’n 33 miljard euro. Dat is ruwweg dubbel zoveel als in dezelfde maanden in 2019. Het zijn vooral de hogere inkomens die meer geld opzij hebben gezet. Dit zijn de mensen die altijd al het meeste sparen, als percentage van hun inkomen en absoluut dus al helemaal. Zij zijn ook de mensen die het meeste geld uitgeven aan reizen en aan de horeca, juist de zaken die nu niet meer konden. We weten ook dat de hogere inkomens het meest actief zijn op de huizenmarkt. De grote vraag is wat de Nederlandse huishoudens met hun extra spaargeld gaan doen. Het extra spaartegoed komt overeen met twee procent van het bbp. Wij verwachten dat consumptieve bestedingen volgend jaar 2,6 procent hoger uitkomen dan in 2020. Dat is een van de belangrijkste motoren van het aankomende economische herstel.

Investeer!
Een andere groeimotor is een toename van bedrijfsinvesteringen. Dit jaar zijn deze investeringen stevig gedaald. Ondernemers en bedrijven zijn op hun handen gaan zitten. Maar investeringen bepalen de economische groei in de toekomst.
Het valt te hopen dat het bedrijfsleven weer naar voren durft te kijken, dat bedrijven de tijdelijkheid van deze crisis zien. Als de meerderheid erop vertrouwt dat de economie in de aankomende zomer weer zal zijn genormaliseerd, zullen zij minder mensen ontslaan en hun productiecapaciteit eerder uitbreiden, als zij dat voor de crisis al van plan waren. Investeringen zorgen voor vraag bij andere bedrijven, waardoor het economische vliegwiel weer kan draaien.
Van belang is dat de overheid niet aarzelt om voldoende geld beschikbaar te stellen om het vaccinatieprogramma en grote testprogramma’s snel te kunnen opstarten. Dat geld zal enorm renderen. Hoe sneller het vliegwiel gaat draaien, hoe beter dat is. Hoe langer investeringen worden uitgesteld en hoe langer mensen zonder werk zitten, hoe groter de blijvende schade aan een economie.

Internationaal speelveld verbetert
Positief is dat Europese landen elkaar dit jaar hebben opgezocht. Er is ook gebroken met de bezuinigingsdrift, die zo schadelijk is geweest voor economieën. Er is niet langer de totale fixatie op overheidstekorten.
Aan de andere kant van de oceaan heeft de verkiezing van Joe Biden als president van de Verenigde Staten een voor Europa en Nederland gunstige winnaar opgeleverd. Ervan uitgaande dat de Senaat niet dwarsligt, zal een nieuwe Amerikaanse regering meer geld uitgeven ter ondersteuning van huishoudens en zal de Amerikaanse economie worden vergroend. Extra stimulering maakt de Amerikaanse afzetmarkt groter, terwijl het ongelijke speelveld tussen Europese en Amerikaanse bedrijven vermindert als er ook in de Verenigde Staten meer wordt ingezet op duurzaamheid. Voor Nederlandse bedrijven is het gemakkelijker vergroenen als Amerikaanse bedrijven dat ook doen. We denken niet dat met de komst van Biden de handelsspanningen verdwijnen, maar de grilligheid is er wel vanaf. Dat is met name gunstig voor de Europese auto-industrie.
Dan is er nog Brexit. Die zal in elke vorm nadelig zijn. Voor de hele Nederlandse economie is de impact te overzien, maar specifieke bedrijven zoals agrifoodbedrijven en transporteurs zullen er pijn van hebben. Politiek voorspellen is bar lastig voor economen, maar we hebben wel hoop op een deal.

Normalisering in de zomer?
Ten slotte: de steunprogramma’s hebben Nederlandse bedrijven goed geholpen. Met de haven in zicht is het nog te vroeg voor de overheden en de Europese Centrale Bank (ECB) om te stoppen met hun steunprogramma’s. Ergens volgend jaar zal het weer over normalisering van beleid moeten gaan. Maar we moeten ons bij de eindafrekening realiseren dat de vele extra miljarden uiteindelijk juist onze schuldenlast draaglijk hebben gehouden, door te voorkomen dat de economische structuur blijvend kapot zou gaan door een tijdelijke crisis. Er is wel een andere blijvende erfenis van de coronacrisis voor de Nederlandse economie: thuiswerken, online winkelen en minder zakelijk reizen houden aan, maar de mate waarin is onduidelijk.
Ik denk dat 2021 een jaar wordt waarin we weer hoopvol naar de toekomst kunnen kijken. Met enige voorzichtigheid durf ik te zeggen dat in de eerste helft van 2021 het sein ‘brand meester’ kan worden gegeven. Intussen moet een flink deel van de bedrijven nog wel echt op het tandvlees door. Daarna is het de uitdaging om de consument dan weer snel te binden. Daarbij moeten we niet vergeten dat 2021 soms pijnlijker kan voelen dan dit jaar, vooral voor bedrijven die reorganiseren en mensen die daardoor zonder werk zitten. Werk is namelijk cruciaal voor zowel het consumentenvertrouwen als het welzijn van mensen.
Resumerend is dit een optimistisch verhaal, maar ik ben me er zeer van bewust dat de toekomst nooit exact wordt zoals wij economen voorspellen. Toch blijven we vooruitblikken, omdat het mensen enig houvast geeft en een beeld om hun eigen ideeën aan te toetsen.

Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 01 2021.

facebook