Analyse Management Scope Corporate Impact Index 2020: Oog voor álle stakeholders

Analyse Management Scope Corporate Impact Index 2020: Oog voor álle stakeholders
Alliander is de winnaar van de 2020-editie van de Management Scope Corporate Impact Award voor de onderneming met de grootste maatschappelijke impact. Het netwerkbedrijf laat zien hoe meervoudige waardecreatie aandeelhouders én de maatschappij voordeel oplevert.

Netwerkbedrijf Alliander mag zich de meest maatschappelijke onderneming van Nederland noemen. De Management Scope Corporate Impact Index (MSCII) is dit jaar voor de vierde maal samengesteld en is een initiatief van Management Scope in samenwerking met het Impact Centre Erasmus van Erasmus Universiteit Rotterdam.
De index maakt de positieve impact van het bedrijfsleven in Nederland inzichtelijk door de 100 grootste bedrijven in Nederland te beoordelen op vijf pijlers: goed bestuur, de relatie met de buitenwereld, duurzaamheid, financiële gezondheid en goed werkgeverschap. Netwerkbedrijf Alliander scoort het beste op het totaal van deze pijlers. Het is als gereguleerde onderneming prima op zijn plaats tussen de beursgenoteerde multinationals als DSM en Unilever, die zich ook inspannen om hun maatschappelijke impact te verbeteren. De top-20 van de lijst is een diverse groep bedrijven met een voortrekkersrol in Nederland. Zij illustreren de verschuiving die gaande is in het bedrijfsleven: van kortetermijnfocus op winstoptimalisatie naar een langetermijnvisie op maatschappelijke waardecreatie en impact. 

> Heeft u de volledige lijst nog niet gezien? Bekijk hier de Corporate Impact Index.

Onder de grond
Het werk van Alliander is voor de meeste klanten onzichtbaar, het kapitaal van de netbeheerder zit onder de grond. Maar de maatschappelijke impact die het concern heeft, is enorm. Die impact voltrekt zich op het vlak van de energietransitie, maar ook in de ononderbroken levering van energie aan klanten in een groot deel van Nederland. Alliander splitste zich in 2009 af van moederbedrijf Nuon na de invoering van de Splitsingswet die alle geïntegreerde nutsbedrijven verplicht de activiteiten op te delen in aparte onderdelen voor productie, transmissie en distributie. In Alliander werd het distributienetwerk van gas- en elektriciteitsleidingen opgenomen, met als aandeelhouders gemeenten en provincies. Alliander staat nu als een van de hoofdrolspelers in de energietransitie voor een grote uitdaging. Nederland maakte in het Klimaatakkoord afspraken over de halvering van de CO2-uitstoot in 2030. Daar is een overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen voor nodig. Dit vereist een transformatie, legde vertrekkend ceo Ingrid Thijssen uit in een recent interview in Management Scope (Lees ook: Ingrid Thijssen (Alliander): 'Resultaatgerichtheid is essentieel'). ‘Om de klimaatdoelen voor 2030 te realiseren, moet het elektriciteitsnet grofweg worden verdubbeld. In 10 jaar tijd moeten we voor elkaar krijgen waar we normaal gesproken – uitgaande van de geplande vervanging van het net – ruim 40 jaar over doen.’ De onderneming zag in 2019 alleen al het aantal aansluitingen van zonneparken met 48 procent toenemen en plaatste 1.712 publieke laadpunten voor elektrische auto’s: 39 procent meer dan het jaar er voor.
Alliander is overigens niet de enige onderneming uit de energiesector die hoog eindigt in de index: ook netwerkbeheerder Enexis (nr. 8) en hoogspanningsnetwerkbeheerder TenneT (nr. 9) staan in de top-20. Zij scoren hoog op het gebied van goed bestuur en goed werkgeverschap, mogelijk een uitvloeisel van het overheidsbelang in de bedrijven. Alliander scoort op alle vijf de pijlers goed, vooral op goed bestuur en goed werkgeverschap. Voor de meer dan 7.300 medewerkers wil het een aantrekkelijke, inclusieve werkgever zijn, met gelijke kansen voor iedereen, zo staat in de missie. Goed werkgeverschap is ook een noodzaak: Alliander kampt met een schrijnend gebrek aan technici in Nederland.

Innovatie en duurzaamheid
Lifescience-bedrijf DSM staat al sinds de eerste editie van de index (2017) in de top van de MSCII-ranking van de meest maatschappelijke bedrijven. ‘Een bedrijf moet niet alleen ter aarde zijn om winst te maken,’ liet de dit jaar afgezwaaide ceo Feike Sijbesma in bijna elk interview optekenen. Winstgevendheid in combinatie met een bijdrage aan de maatschappij, daar draait het in zijn ogen om. Die visie zorgde bij zijn start als ceo nog voor opgetrokken wenkbrauwen. Van die reacties hebben zijn opvolgers Geraldine Matchett en Dimitri de Vreeze ongetwijfeld veel minder last. Zij komen in een organisatie waarin de drijfveren duurzaamheid en innovatie allang omarmd zijn. Een duurzame visie vraagt om investeringen, maar biedt ook grote kansen. DSM ontwikkelt op basis van doelen rond klimaatverandering, de schaarste aan grondstoffen en gezondheid nieuwe producten om de maatschappij te verduurzamen. Voorbeelden zijn circulair bedrijfstapijt en een nieuw soort bioplastic uit castorbonen, dat wordt gebruikt in de auto-industrie. Deze castorbonen zijn een biologisch hernieuwbare grondstof, die geen negatieve invloed op de voedselketen heeft. Dat laatste is belangrijk; bioplastics zijn alleen duurzaam als de gebruikte landbouwgrond niet ten koste gaat van ruimte voor voedselproductie.

A.s.r.: de snelste stijger
Verzekeraar a.s.r. maakte dit jaar opnieuw een spurt omhoog in de MSCII. Bij de start van de index haalde het bedrijf de 66e plaats, om via de 24e en 12e positie dit jaar op de derde plaats te eindigen. De verzekeraar zette de afgelopen jaren fors in op het verhogen van de maatschappelijke impact. Ceo Jos Baeten vergelijkt het in een interview met businessplatform Duurzaam Bedrijfsleven met tuinieren: ‘Als ik aan het gras trek gaat het niet harder groeien, maar als ik het af en toe water geef en wat voedingsstoffen dan blijft het wel groeien. En dat is ook wat ik in het bedrijf probeer. Op een gegeven moment hoef je geen water meer te geven, dan zitten de wortels zo diep dat het vanzelf blijft groeien.’ a.s.r. is onder andere voortvarend in het meten van CO2-uitstoot van de eigen onderneming en de bedrijven waar het in belegt. Daarnaast nam het bedrijf in 2019 het beloningsbeleid onder de loep. Vanaf 2020 stopt a.s.r. met het uitkeren van bonussen aan topbestuurders. Ook is dit jaar afgesproken dat de top nooit meer dan 20 keer meer verdient dan het gemiddelde van alle werknemers. Dit is nog niet meegenomen in de beoordeling van de huidige MSCI Index waarin is gekeken naar het verslagjaar 2019.

ASML en de Volksbank dalen
In de lijst staan ook ondernemingen die nu opmerkelijk minder presteren dan vorig jaar, soms versterkt door voortschrijdend inzicht in de wijze van meting. Zo staat de winnaar van vorig jaar, ASML, dit jaar op de 17e plaats. Dat komt mede door de keuze van het onderzoeksteam om dit jaar de metrics binnen een aantal pijlers uit te breiden en te verfijnen. De onderneming daalt ten opzichte van andere bedrijven door een lagere score op de Sustainable Development Goals (SDG’s, ofwel duurzame ontwikkelingsdoelen). Deze duurzame ontwikkelingsdoelen sluiten aan bij de doelen van de Verenigde Naties die een eind moeten maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering in 2030. Ook scoort ASML laag op de metric die inzichtelijk maakt in hoeverre een bedrijf open is over de belastingafdracht. Daarnaast wordt de weging van ASML beïnvloed door het toevoegen van het mensenrechtencriterium. In de index worden vanaf nu ook data van de Corporate Human Rights Benchmark (CHRB) meegenomen. Er is stevige kritiek op het voornemen van ASML om geavanceerde apparatuur voor de productie van semiconductors te leveren aan China, dat het niet nauw neemt met de mensenrechten. De EUV-machines vallen onder het Wassenaar Arrangement. Dit internationale verdrag beperkt de export van wapens naar bepaalde landen, maar ook van moderne technologie die voor militaire doeleinden kan worden gebruikt. Overigens stelde ASML – dat in de ranking vorig jaar profijt had van uitstekende financiële resultaten – reeds bij de toekenning van de award, zich graag bescheiden te willen opstellen en voor zichzelf op onderdelen nog ruimte voor verbetering te zien.

Kwetsbaar bedrijfsmodel
Ook de Volksbank (eerste plaats in 2018 en zesde in 2019) daalt dit jaar flink in de index, naar een 12e positie. De bank met merken als SNS, RegioBank, ASN Bank en hypotheekverstrekker BLG Wonen laat punten liggen op het gebied van transparantie en op de mate waarin duurzaamheidsdoelen zijn opgenomen in het beloningsbeleid. Ook zijn de bestuurders minder goed vertegenwoordigd in netwerken die zich richten op het vergroten van maatschappelijke impact.
De Volksbank presteert ook op de pijler financiële gezondheid iets minder goed dan voorgaande jaren. De focus van de bank op simpele spaar-, betaal- en hypotheekproducten maakt de bank kwetsbaarder voor de huidige extreem lage rente. Andere inkomstenbronnen als kredietverstrekking en beleggingsdienstverlening ontbreken. Dat is van invloed op de financiële resultaten. De opvolger van de in augustus vertrokken ceo Maurice Oostendorp – Martijn Gribnau – moet dan ook inzetten op de verbetering van de financiële positie van de bank. ABN AMRO, ING en Rabobank staan dit jaar in de top-10 van de index. Zij hebben na de kredietcrisis van 2008 maatregelen genomen om hun maatschappelijke impact te verbeteren. Er is nog wel werk te verzetten rond het beloningsbeleid: de salarissen van bestuurders zijn nog steeds relatief hoog ten opzichte van de behaalde winst en in verhouding tot het gemiddelde salaris van medewerkers in de organisatie.

Bijzondere stijgers
Een bijzondere stijger op de lijst is luchthaven Schiphol. De luchtvaartsector is een van de sectoren met een forse positieve én negatieve milieu-impact. Als faciliterend bedrijf is Schiphol zelf natuurlijk geen luchtvaartbedrijf, maar het is wel nauw met de sector verbonden. Schiphol noemt het ook in het jaarverslag: ‘Voor sectoren als de luchtvaart, waar emissiereductie een lastige opgave is, bestaat er geen wondermiddel.’ De onderneming eindigt hoog in de lijst door de transparantie over maatschappelijke kansen en dilemma’s. Schiphol eindigde met haar maatschappelijke jaarverslag als hoogste op de ranglijst van de Transparantiebenchmark 2019 (Naast Schiphol werden ook de jaarverslagen van Alliander, spoorwegbedrijf NS en financial ABN AMRO geprezen).

Duurzame kerosine
Schiphol heeft een positieve impact op de werkgelegenheid hoewel de gevolgen van de coronacrisis pas in de ranking van volgend jaar zullen blijken. De onderneming zelf heeft ruim 2.500 mensen in dienst. Er zijn op de luchthaven meer dan 900 organisaties actief die werk bieden aan totaal zo’n 68.000 mensen. Een belangrijke duurzame ambitie is om voor 2030 Schiphol en de luchthavens van Eindhoven, Rotterdam The Hague en Lelystad emissievrij te maken. Dat gebeurt onder andere door de inzet van elektrische voertuigen voor grondafhandeling en door investeringen in meer duurzame brandstof. Schiphol betaalt mee aan de eerste duurzame kerosinefabriek in Europa. De fabriek in Delfzijl maakt duurzame vliegtuigbrandstof uit vooral regionale afval- en reststromen.

Voortschrijdend inzicht
De aanwezigheid van uiteenlopende bedrijven als Alliander, Schiphol en DSM in de ranking laat zien dat veelsoortige bedrijven in staat zijn een positieve maatschappelijke impact te behalen. Ze beperken zich niet alleen tot de eigen bedrijfsvoering, maar voelen de verantwoordelijkheid om met hun activiteiten de wereld een beetje beter te maken. De bedrijven in de top-20 zetten daarin de toon. Zij passen zich continu aan op basis van voortschrijdend inzicht op het gebied van maatschappelijke impact, bijvoorbeeld in het slim gebruik van grondstoffen en het voorkomen van mensenrechtenschendingen. Hoe meer zij hierover delen, hoe meer andere bedrijven daarvan kunnen leren. Alliander verwoordt het proces van aanpassen treffend in een uitgave voor relaties over de energietransitie in 2019: ‘We gaan op weg, ook al weten we nog niet alles. In de wetenschap dat als onderweg blijkt dat de gekozen weg niet de juiste is, we ook weer snel een eindje terug kunnen.’ Hoewel deze passage gaat over de energietransitie, past die houding ook goed bij de manier waarop de top-20 zich richt op het vergroten van positieve maatschappelijke impact.

Verantwoording
De Management Scope Corporate Impact Index (MSCII) is tot stand gekomen in samenwerking met het Impact Centre Erasmus. De top-100 bedrijven van Nederland zijn geanalyseerd op hun maatschappelijke bijdrage. De maatschappelijke impact van elk bedrijf is berekend aan de hand van de scores op vijf pijlers: goed bestuur, de relatie met de buitenwereld, duurzaamheid, financiële gezondheid en goed werkgeverschap. Elke pijler kent een groot aantal metrics en submetrics. De uitgebreide verantwoording van de gehanteerde systematiek vindt u hier, onderaan de lijst.

Analyse door Cleo Scheerboom, onderzoek door Impact Centre Erasmus / Sustainalytics. Gepubliceerd in Management Scope 07 2020.

facebook