De cfo als strategisch navigator in een nieuwe wereldorde

Auteur: Ellis Bloembergen | Beeld: Amy van Leiden | 20-05-2025
De onvoorspelbare koers van de Amerikaanse president Donald Trump heeft het internationale speelveld fundamenteel veranderd. Oude vanzelfsprekendheden, zoals stabiele markten, betrouwbare allianties en dito leveringen zijn voorbij. Er is sprake van een nieuwe realiteit. De aangekondigde – soms al opgelegde – importheffingen hebben voor veel bedrijven grote gevolgen. Kun je nog vertrouwen op bestaande toeleveringsketens? Wat als de tarieven op je producten tientallen procenten stijgen? Zijn er alternatieve handelsroutes als partners wegvallen? Hoe bouw je een bedrijfsmodel dat tegen een stootje kan, ook als morgen alles anders is? De rol van de moderne cfo is cruciaal in deze turbulente tijd. Juist nu vormen financiële leiders de stabiele kracht binnen organisaties. Zij kijken vooruit en sturen zo mogelijk bij. Nooit eerder waren cfo’s zo druk met uitwerken van scenario’s, zo bleek tijdens het onlangs gehouden CFO-diner van Deloitte met als thema Navigating through global dynamics.
De impact van de handelsoorlog verschilt per sector. Bedrijven die actief zijn in de auto-industrie of technologiesector hebben het zwaar. Ook ondernemingen die internationaal opereren of voor hun grondstoffen afhankelijk zijn van Amerika of China ondervinden last. De economische effecten van de handelsoorlog laten zich vergelijken met die van de COVID-pandemie, ervaart Mohamed Bouker, partner bij Deloitte. ‘De schok is minder abrupt, maar de impact is minstens zo groot. Bedrijven moeten net als tijdens de coronacrisis kritisch kijken naar hun supply chains. Sommige bedrijven zullen nieuwe markten moeten aanboren, alternatieve toeleveranciers zoeken en kiezen voor geografische spreiding. Bestuurders maken bovendien een pas op de plaats: grote investeringsbeslissingen of plannen als een beursgang, worden uitgesteld.’
Ondanks de onzekerheid biedt de nieuwe wereldorde ook kansen. Of het nu gaat om batterijtechnologie, defensie-gerelateerde productie of voedselvoorziening: wie bereid is zijn strategie te herijken, kan op voorsprong komen. Andersom komen bedrijven die niet proactief anticiperen in de knel.
Gevaarlijke disbalans
De door Amerika begonnen handelsoorlog leidt voor bijna elk land tot flinke handelstarieven. Trump ligt vooral op ramkoers met China door dit land torenhoge heffingen op te leggen, waarop China op zijn beurt stevige importtarieven invoerde voor Amerikaanse producten. Het gaat niet louter om economische belangen. De Verenigde Staten en China zijn verwikkeld in een strijd die draait om mondiale invloed en technologische dominantie, betoogt Sebastian Heilmann, Duits politicoloog en China-expert verbonden aan de Universität Trier.
De grootste internationale bedreiging vormt echter de toenemende dominantie van China. Het Aziatische land groeide de afgelopen decennia uit tot onbetwist wereldleider in industriële productie. ‘China loopt ver voorop in batterijtechnologie, halfgeleiders, elektrische voertuigen, ai en robotica. Dankzij massale staatssteun én innovatie groeien deze vitale sectoren razendsnel. Het ecosysteem is efficiënt, open source en toekomstgericht.’
Er bestaat volgens Heilmann een gevaarlijke disbalans in het mondiale financiële systeem. ‘China beschikt over enorme kapitaalreserves die voortkomen uit exportoverschotten en hoge spaartegoeden. Amerika heeft juist torenhoge schulden en kent een cultuur van overconsumptie. Dat betekent dat de VS afhankelijk zijn van landen als China voor de financiering van schulden via staatsobligaties. Dit systeem is kwetsbaar: als het vertrouwen in de Amerikaanse staatsobligaties wegvalt, zou dit de wereldeconomie kunnen ontwrichten – een scenario dat dit jaar al gevaarlijk dichtbij kwam.’ Het hoogoplopende handelsconflict kan leiden tot een snelle ontkoppeling van de Amerikaanse en de Chinese economie. Heilmann: ‘Dat zal grote impact hebben op internationaal opererende bedrijven. Ook Amerikaanse ondernemingen worden overigens geraakt: bijna de helft van de Chinese export betreft onderdelen en grondstoffen voor Amerikaanse fabrieken. China is wat dat betreft beter voorbereid. Het land heeft zijn toeleveringsketens gediversifieerd, vooral voor voedsel en essentiële grondstoffen. Het land ging nieuwe handelsrelaties aan met onder meer Brazilië, Argentinië en Afrikaanse landen. Daardoor nam de afhankelijkheid van Amerikaanse landbouw sterk af.’
Veerkrachtiger dan gedacht
Europa begeeft zich in het oog van een geopolitieke storm. Allereerst is de oorlog tussen Rusland en Oekraïne uitgegroeid tot een hybride conflict dat zich, met sabotage- en cyberaanvallen, tegen het Westen richt. Daarnaast worstelt Europa met de abrupte koerswijziging van de VS. Het land is niet langer een trouwe bondgenoot op het gebied van veiligheid, maar werpt voor Europa ook handelsbarrières op. En tenslotte ervaart Europa nu al de toenemende concurrentiedruk uit China. Die zal de komende jaren niet minder worden.
Voor Europa is het versterken van zijn strategische autonomie de enige oplossing. ‘Zonder onafhankelijkheid dreigt het continent speelbal te worden van de grootmachten’, waarschuwt Heilmann.
Ondanks de door Heilmann geschetste onzekerheden is er reden tot optimisme: slechts 10 procent van de Europese export gaat naar de VS. Dat maakt Europa veerkrachtiger dan vaak wordt gedacht. Er is echter wel werk aan de winkel. Veel nationale regels en bureaucratische barrières hinderen het vrije verkeer van kapitaal, goederen, diensten en arbeid. Volgens het IMF komt dat neer op een intern tarief van 45 procent – meer dan het dubbele van Trumps beoogde importheffingen. ‘Als Europa erin slaagt de interne markt te harmoniseren, merken lidstaten minder van de handelstarieven én zal de economie fors groeien.’ De Europese Unie heeft een enorme potentie, stelt Heilmann bemoedigend. De interne markt is en blijft het belangrijkste afzetgebied voor Europese bedrijven. Daarnaast moet Europa nieuwe markten aanboren – zeker als Amerika zijn markt verder afsluit. Grote groeikansen liggen in Zuidoost-Azië, in landen als India en Indonesië. We staan op een kantelpunt. Volgens Heilmann zijn er tekenen dat Europa de uitdaging aangaat. Ook de geschiedenis leert dat we onder grote druk de juiste dingen doen.
Grotere liquiditeitsbuffers
Hoe bereiden cfo’s zich voor op deze geopolitieke ontwikkelingen? Nooit eerder hebben ze zoveel scenario’s uitgewerkt als in deze turbulente tijd, zo bleek tijdens rondetafelssessies voorafgaand aan het CFO-diner. Vooraf gemaakte noodplannen geven een bedrijf in de eerste weken van een crisis houvast. Daarna komt het aan op bijsturen en flexibel reageren op onvoorziene gebeurtenissen.
De toenemende dominantie van China wordt door veel bedrijven gezien als significant risico. Ondernemingen met een grote afzetmarkt in dit land beseffen hoe kwetsbaar hun positie is. Het vooruitzicht dat China als reactie op Amerikaanse handelsbeperkingen besluit geen Nederlandse producten meer toe te laten, is zorgwekkend. Mocht het zover komen, dan is het afstoten van bedrijfsonderdelen in China onvermijdelijk, maar not a pretty picture.
Veel cfo’s vergroten intussen hun liquiditeitsbuffers. Die keuze is ingegeven door de lessen van de financiële crisis, toen tal van bedrijven plots extra financiering nodig hadden. Zelfs financieel gezonde ondernemingen kunnen in de problemen komen als iedereen tegelijk om liquiditeit vraagt, zo is het argument. Een grotere buffer is dan geen luxe, maar pure noodzaak. De huidige crisis biedt ook kansen: concurrenten die er minder goed voor staan, vormen een makkelijke overnameprooi.
Bedrijven proberen hun afhankelijkheid van kwetsbare toeleveranciers te verkleinen, maar dat is niet altijd makkelijk. Neem de batterijsector: Europese fabrikanten zijn bereid meer te betalen voor lokaal geproduceerde batterijen, maar het prijsverschil met Chinese producten is groot. Bovendien is er niet altijd een alternatief op de Europese markt. Pogingen om Chinese import met regelgeving te beperken, lopen vast op praktische bezwaren.
Een aantal cfo’s pleit voor staatssteun om – naar Chinees voorbeeld – strategische Europese industrieën weerbaar te maken. Maar zelfs als Europa nú fors zou investeren in lokale batterijtechnologie, duurt het minstens vier tot vijf jaar voordat de eerste fabrieken operationeel zijn. Tot die tijd blijven Chinese batterijen onmisbaar, bijvoorbeeld voor de auto-industrie. Daarbij is het de vraag of Europa op termijn de concurrentie aankan. Als Amerika zijn markt afsluit voor China, zal de Chinese export verschuiven naar Europa – met een nog grotere, goedkopere productenstroom als gevolg.
Collectieve verdediging
Veel bedrijven hebben lessen getrokken uit de coronapandemie en de financiële crisis. Die gebeurtenissen fungeerden als wake-up call en leidden tot meer weerbaarheid. Maar zijn die lessen voldoende voor toekomstige crises? Is het bedrijfsleven voorbereid op een oorlogssituatie? Die vraag stelt luitenant- admiraal Rob Bauer, oud-Commandant der Strijdkrachten en begin 2025 afgetreden als voorzitter van het Militair Comité van de NAVO.
De tanks rollen misschien niet morgen door de straat, maar het conflict met Oekraïne kan verder escaleren. ‘De geopolitieke machtsverschuiving brengt ons terug in een tijdperk van collectieve verdediging. Veiligheid is niet langer uitsluitend een taak van defensie – het is een verantwoordelijkheid van de hele samenleving. Ook bedrijven kunnen niet langs de zijlijn blijven staan. Het leger wint veldslagen, maar een sterke economie wint oorlogen’, zo luidt Bauers indringende boodschap.
Bedrijven leveren producten en diensten die cruciaal zijn voor Nederland en zijn bondgenoten: logistiek, it, energie, voeding, communicatie. Als dat stopt, stopt de samenleving. Het vergroten van de weerbaarheid vraagt om actie. Dat betekent diversifiëren van toeleveringsketens, geopolitieke afhankelijkheden doorlichten, digitale én fysieke veiligheid op orde brengen, en personeel trainen op calamiteiten. Ondernemers zullen hun mindset moeten veranderen. Jarenlang draaide het om maximale efficiëntie – produceren wat nodig is en net op tijd leveren. Met die strategie is ook niets mis in vredestijd. Maar tijdens een crisis is ‘net genoeg’ vaak ‘net te weinig’. ‘De focus moet nu niet langer liggen op maximale efficiëntie, maar op maximale effectiviteit. Bedrijven kunnen direct en indirect geraakt worden. Ze moeten daarom grotere buffers aanleggen, nadenken over alternatieve routes. Als we sectoroverstijgend samenwerken, kunnen we de voedsel- en energievoorziening, onze digitale netwerken en logistiek versterken.
In 80 jaar vrede is ons land gewend geraakt aan het idee dat risico’s volledig vermeden kunnen worden, maar dat is gevaarlijk. Wegkijken is geen optie. Een veelgestelde vraag is: valt Rusland ons aan? Dat hangt grotendeels van onszelf af. Bestuurders, beleidsmakers en burgers moeten bereid zijn leiderschap te tonen. De NAVO vertegenwoordigt de helft van de wereldwijde economische en militaire macht. Poetin gokt op verdeeldheid en zelfgenoegzaamheid. ‘Maar als Europa zich eensgezind weet te verenigen, versterken we onze afschrikking en bewijzen we dat hij zich vergist. Net als een inbreker in de straat, zal hij aan de sloten rammelen, maar uiteindelijk ons huis passeren.’
Geen doemdenker, maar realist
Veel grote crises – van klimaatverandering tot oorlogsdreiging – komen niet onverwacht. Alleen moeten we ze willen zien. Commissarissen hebben de taak om ondenkbare scenario’s bespreekbaar te maken in de boardroom. Een goede commissaris is daarmee geen doemdenker, maar een realist met verantwoordelijkheidsgevoel, stelt oud-bestuurder en multicommissaris Pauline van der Meer Mohr. ‘Zeker sinds het aantreden van de regering Trump, gaan sommige situaties ons voorstellingsvermogen te boven. Daardoor zijn we geneigd er ook niet op te anticiperen. Kunnen we ons voorstellen wat er gebeurt als de handelsrelatie met China daadwerkelijk instort? Wat dat betekent voor onze semiconductor-industrie? Voor de toelevering van kritische grondstoffen?’ De onvoorspelbaarheid was nog nooit zo groot. We hadden bijvoorbeeld ook nooit gedacht dat een democratische bondgenoot – zoals de VS onder de Trump-regering – onze ESG-principes onder druk zou zetten. Zo worden bedrijven die zakendoen op de Amerikaanse markt gedwongen afstand te nemen van hun diversiteit en inclusie-beleid. Voor betrokken bedrijven is dat een duivels dilemma. Enerzijds willen ze niet buigen, anderzijds is er vaak veel omzet mee gemoeid. Van der Meer Mohr relativeert dat het schrappen van de passages over D&I uit het CSR-verslag niet betekent dat een bedrijf het diversiteitsbeleid ook daadwerkelijk opgeeft. ‘Als organisatie kun je de waarden in de praktijk blijven naleven’, meent Van der Meer Mohr. Een enkele cfo stelt tijdens het plenaire deel nooit een knieval te willen maken en desnoods op te stappen.
Nieuwe wereldorde
De geopolitieke en economische onrust zal nog wel even voortduren. Stabiele handelsbetrekkingen, voorspelbare markten, betrouwbare allianties – al deze oude vanzelfsprekendheden zijn verleden tijd. Langzaam tekent zich een nieuwe realiteit en een nieuwe wereldorde af. De cfo moet daarbij zijn of haar rol pakken als strategisch navigator die de juiste route uitstippelt voor zijn of haar organisatie. Bedrijven zullen moeten meebewegen met nieuwe handelsstromen, nieuwe marktkansen zien én benutten. Toch is dit voor doorgewinterde cfo’s niets nieuws. De huidige generatie financiële leiders heeft geleerd van de financiële crisis, de COVID-pandemie en het begin van de Oekraïne-oorlog. Door die ervaringen is de huidige geopolitieke onrust weliswaar een uitdaging, maar tegelijkertijd ook business as usual.
Dit verslag is gepubliceerd in Management Scope 05 2025.