Vroukje van Oosten Slingeland (ING Groep) over ai-toepassingen in legal

Vroukje van Oosten Slingeland (ING Groep) over ai-toepassingen in legal
Als het om generatieve artificial intelligence gaat (gen ai), is het ei van Columbus nog niet uitgebroed, zegt Vroukje van Oosten Slingeland, general counsel van ING. Het toekomstpotentieel van ai is groot, denkt ze, ook voor juristen: ‘Wel zal menselijke interventie altijd belangrijk blijven om kunstmatige intelligentie in goede banen te leiden.’ 

ING heeft de ambitie om bankieren zo probleemloos mogelijk te maken - to make banking frictionless. Met artificial intelligence (ai) wordt bij ING geëxperimenteerd met allerlei toepassingen, zoals voor personalisatie en het opsporen van fraude, maar ook om bedrijven te helpen te voldoen aan de ING-klimaatvereisten. Generatieve ai (gen ai; ChatGPT en andere applicaties die eigen teksten en andere output kunnen genereren) genieten uiteraard ook de belangstelling van de bank.
Uiteraard gaat de bank ‘prudent’ met alle experimenten te werk, zegt general counsel Vroukje van Oosten Slingeland tegen Hans Albers, director legal management consulting van Deloitte. ‘We benaderen het voorzichtig, om te begrijpen wat gen ai kan bereiken en waarom. We hebben een aantal use cases gekozen waarin we er verder naar kijken, daarbuiten is het niet toe te passen in verband met de nog veelal onbekende risico’s die we moeten mitigeren. We werken bijvoorbeeld nadrukkelijk niet met ING-gegevens op openbare ai-platforms, dit is strikt verboden en in overeenstemming met het ING-beleid. Het enthousiasme is groot, maar we houden er in alles wat we doen rekening mee dat we onder toezicht staan en dat we het vertrouwen dat de maatschappij in ons heeft niet mogen beschamen. Dat is ook een van de redenen dat we op de juridische afdeling momenteel niet met gen ai experimenteren. Met een toepassing als ChatGPT loop je nu eenmaal het risico dat je gevoelige informatie van de bank naar buiten brengt. Dat willen we koste wat het kost voorkomen. Een dergelijke applicatie die vanaf een locatie van ons draait gaat ons al te ver: die verstuurt ook metadata naar de aanbieder en dat willen we niet. Tenminste niet zolang we niet 100 procent zeker zijn welke data naar buiten worden gebracht en of dat wel is toegestaan.’ 

Veel juristen zijn enthousiast over generatieve ai, zoals u zelf ook hebt kunnen constateren op het recente congres van Deloitte over het onderwerp waarbij u aanwezig was. Deelt u dat enthousiasme voor generatieve ai?
‘Ik ben optimistisch, maar ik moet nog zien wat het ons gaat brengen. Typisch een houding voor een jurist, misschien. Wat ook meespeelt, is dat ik nog geen concrete, bestaande GenAI-toepassing heb gezien waarvan ik denk dat wij daar als juridische afdeling meteen groot voordeel van hebben. Het ei van Columbus moet nog worden uitgebroed. Generatieve ai staat nog in de kinderschoenen, al gaan de ontwikkelingen zo snel dat het over een jaar er anders uit zou kunnen zien. Wel zie ik dat er allerlei veelbelovende ontwikkelingen zijn. De belofte voor de toekomst is groot.’

Kunt u daar een voorbeeld van noemen?
‘Generatieve ai kan er straks wellicht voor zorgen dat juristen hun werk efficiënter kunnen doen, omdat ze hiermee zo snel informatie kunnen doorspitten en analyseren. Denk aan het doorzoeken van grote databases voor een due diligence. Er zal zeker een moment komen waarop wij generatieve ai hiervoor gaan gebruiken – mits het veilig en goed gereguleerd is en mits de prijs in verhouding staat tot waarde.
Ook in het contact met klanten zie ik ai wel een rol spelen. Wij hebben enkele jaren geleden op de juridische afdeling geëxperimenteerd met een chatbot voor mensen binnen de bank met juridische vragen. We kregen steeds weer dezelfde vragen vanuit de business. Zonde van onze capaciteit, vonden we, om telkens opnieuw het wiel te moeten uitvinden. Vandaar die chatbot. Met als bijkomend voordeel dat de juristen die de vragen en antwoorden in het systeem van de chatbot moesten invoeren meer affiniteit met de techniek zouden krijgen en “tech-savier” zouden worden. Een ontzettend leuke pilot. Toch hebben we daar op een gegeven moment de stekker uit getrokken. Het was erg arbeidsintensief, maar het resultaat was nooit zo perfect als we het wilden hebben. En, dat vooral: de chatbot werd niet genoeg gebruikt. Mensen vonden het toch het prettigste om even een juridische collega te bellen. Misschien dat er ooit weer zo’n chatbot komt – als het een meer plug-and-play-oplossing is waar we verder weinig werk aan hebben en die redelijk geprijsd is.
Ook kan ai wellicht helpen om meer greep te krijgen op relevante wet- en regelgeving. De hoeveelheid en de complexiteit daarvan neemt alleen maar toe. Ik denk dat iedere jurist en juridische afdeling hiermee worstelt, en binnen een instelling als ING, die te maken heeft met diverse toezichthouders, is dat helemaal het geval. Het wordt steeds meer een uitdaging om de ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie behapbaar te houden.’

Helemaal mooi is het als je met ai voorspellende inzichten kunt genereren. Zo proberen wij nu met ai bij een financiële instelling te kijken of we in een vroeg stadium kunnen voorspellen welke klachten tot claims en rechtszaken kunnen leiden. Ook kan een juridische afdeling ai inzetten om datagedreven beslissingen te nemen of argumenten met data te onderbouwen: bijvoorbeeld om het budget vast te stellen. Als je kunt voorspellen hoeveel contracten je het komende jaar moet opstellen, kun je daar wellicht uit afleiden hoeveel mensen daarvoor nodig zijn en hoeveel budget hiervoor moet worden ingeruimd.
‘Dat is superinteressant. Alleen zit ik met twee uitdagingen. In de eerste plaats: hoe zorg ik ervoor dat mijn team klaar is om deze technologie te gebruiken? En hoe zorg ik bovendien dat de juristen niet beperkt worden in hun eigen ontwikkeling?’

Kunt u dat toelichten?
‘Neem een advocaat die een zaak moet voorbereiden voor de rechtbank, en de tool voert binnen enkele minuten een zoekopdracht uit in de jurisprudentie – terwijl je vroeger urenlang in de bibliotheek zat om bruikbare argumenten bij elkaar te zoeken. Dat klinkt heel aantrekkelijk, maar de advocaat moet nog steeds een weloverwogen onderscheid maken tussen valide en ongeldige argumenten. Dat kan alleen als hij of zij dat geleerd heeft. Het wordt een uitdaging voor universiteiten, bedrijven en de advocatuur om mensen zo op te leiden dat ze dat kunnen.
Zelf heb ik het vak van jurist vooral in de praktijk geleerd. Als contractenjurist heb ik geleerd te redigeren op de ouderwetse manier – vooral door het veel te doen en vaak verantwoording af te leggen aan degenen die mij opleidden. Het is een lange leerschool die je in mijn tijd niet kon leren door simpelweg de sjablonen te gebruiken die toen beschikbaar waren. Hetzelfde geldt nu voor ai-oplossingen: je moet ze op waarde kunnen schatten. ChatGPT kan best een aardige garantieovereenkomst of een ander juridisch document fabriceren. Alleen: hoe weten juristen die nog nooit eerder zo’n document hebben opgesteld wat erin hoort te staan en waar ze op moeten letten? Dat kan niet als ze alleen weten hoe ze gebruik moeten maken van zo’n tool, ze moeten ook vlieguren hebben gemaakt als jurist.
Wij proberen juristen daarom op beide fronten te ontwikkelen. We proberen ze vertrouwd te maken met technologie en digitalisering met allerlei cursussen. Denk aan dagen waarin complexe onderwerpen voor juristen worden behandeld, en vragen zoals: wat is generatieve ai? En: wat moet je als jurist hiervan weten en begrijpen? Ook hebben we bijvoorbeeld legal tech talks, waarbij we juristen, vaak met iemand uit de business een presentatie laten geven over nieuwe technologische ontwikkelingen. Daarnaast bieden we ook interne opleidingen samen met advocatenkantoren en mensen uit het bedrijfsleven waarin complexe onderwerpen voor juristen aan de orde komen.’

Hoe denkt u dat de juridische afdeling er over tien jaar uitziet?
‘Dat laat zich lastig voorspellen. Tien jaar is een lange periode, en zeker als de ontwikkelingen zo snel gaan als met generatieve ai maak je je al snel schuldig aan luchtfietserij als je je aan voorspellingen waagt. Dat is niet nuttig. Maar als ik dan toch een poging moet wagen: ik denk dat we dankzij tools zoals generatieve ai enorme efficiëntieslagen zullen kunnen maken in de komende jaren. Maar ik geloof er niets van dat hele afdelingen overbodig zullen zijn. Menselijke interventie zal altijd belangrijk blijven om de werkzaamheden van ai in goede banen te leiden.
Daarnaast zullen juristen meer tijd hebben voor strategische en intellectueel uitdagende vraagstukken. Bijvoorbeeld om meer risicobeperkend werk te verrichten om toekomstige problemen te voorkomen – iets waarvoor nu vaak de tijd ontbreekt. Met andere woorden: dankzij de efficiencyslagen die we met de technologie kunnen maken, kunnen we zelf dieper werk verrichten. Ook zullen er nieuwe functies ontstaan. Op onze afdeling zien we dat al en zullen we daar de komende jaren steeds meer van zien. Soms zijn dat mensen die vanuit een juridische achtergrond de technische kant zijn opgegaan, maar er zitten ook paralegals tussen die een technische achtergrond hebben en die kijken naar optimalisatie en digitalisering van juridische processen, activiteiten en toepassingen.’

Betekent dat dan niet dat het belang van feitenkennis voor de meeste juristen wat naar de achtergrond verschuift? En dat conceptueel nadenken, creativiteit, strategisch en adviserend vermogen belangrijker worden?
‘Als je het helemaal plat slaat, denk ik toch van niet. Elke jurist moet straks nog altijd dezelfde basisvaardigheden bezitten als nu. Simpel gezegd: je moet nog altijd in staat zijn een betoog te schrijven met een introductie, een probleemstelling, de relevante feiten op een rij, het juridische kader of ander framework, dat toepassen op die feiten en dan tot een heldere conclusie komen. Of je dat nu doet in een uitgebreid processtuk, een memo voor je baas, een memo voor een interne stakeholder, of een advies. Of zelfs in een elevator pitch voor de ceo. Deze structuur in de analyse is overal aanwezig. En soms gooi je het een beetje in een andere volgorde, zoals met de executive summary die je naar voren haalt. Die vaardigheden blijven nodig.
Wat wel verandert, is de manier waarop je dat betoog overbrengt. Omdat dingen veel sneller gaan dan vroeger, heb je weinig tijd en moet je dus to the point, snel, accuraat zaken weten over te brengen. Generatieve ai kan daar uiteraard zeer behulpzaam bij zijn: om je als een brainstormbuddy op ideeën te brengen, om een tekst op te stellen of om een bestaande tekst anders te formuleren. Maar ook hier geldt: het is wel zaak dat je al jurist die tekst weet te beoordelen. En daartoe over voldoende feitenkennis en analytisch vermogen beschikt.’

Advocatenkantoren en externe adviseurs die voor ING werken maken ook gebruik van ai. Hoe verwacht u dat hun dienstverlening zich zal ontwikkelen? En wat betekent dit voor hun businessmodel en hun tarieven?
‘Ik zie nog niet zo gauw of het tot het “einde van het billable hour” zal leiden, zoals weleens wordt voorspeld. Wel hoop ik dat de opmars van ai ertoe leidt dat externen efficiënter gaan werken en dat wij daar wat van terug zien in hun facturen. Maar misschien valt het effect mee, aan gezien die efficiencywinst vooral zal worden geboekt bij werkzaamheden waarvoor toch al niet de hoogste tarieven worden gerekend.
Daarnaast zou ik het heel interessant vinden om diensten op een soort pay-as-you-go-basis te kunnen afnemen en niet per se op basis van het traditionele uurtje-factuurtje. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat als we een due diligence op een kredietportefeuille moeten doen om te kijken hoeveel collateral er is, of om te zien wat onze risk-weighted assets zijn, we die contracten zouden kunnen laten doornemen door een gespecialiseerde partij die daarvoor een ai-toepassing heeft. En dat we daar dan per document voor betalen.
Al zouden we dit soort werkzaamheden op termijn ook zelf kunnen verrichten, zonder dat er een advocatenkantoor of andere partij aan te pas komt. Als ik advocaat zou zijn, zou ik daar niet zo rouwig om zijn Sterker nog, ik denk dat je de moed moet hebben om van dat type werk afstand te nemen. Het is niet het meest interessante werk dat je voor cliënten kunt doen, lijkt me, en naarmate ai geavanceerder wordt ook steeds minder lucratief.’

Interview door Hans Albers, director legal management consulting bij Deloitte. Gepubliceerd in Management Scope 02 2024.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 06-02-2024

facebook