Wouter Bos wil van Invest-NL een leidende investeerder maken
15-12-2021 | Interviewer: Saskia Laseur | Auteur: Ellis Bloembergen | Beeld: Gregor Servais
Bij de entree van het Invest-NL-kantoor valt het oog direct op een fotogalerij. Het zijn portretten van bedrijven waarin de organisatie tot dusver investeert. In de twee jaar dat Invest-NL bestaat, kreeg het publieke investeringsfonds de nodige kritiek. Met zeven gefinancierde projecten in het eerste jaar, leek Invest-NL weinig daadkrachtig. De bijdrage van het fonds als aanjager van de energietransitie werd soms betwijfeld. ‘Maar de vaart zit er nu in’, stelt ceo Wouter Bos, veelbetekenend knikkend naar de portrettengalerij. ‘Er zitten bovendien grotere investeringen in de pijplijn.’
In 2018 werd de oud-minister van Financiën en voormalig PvdA-fractievoorzitter aangetrokken om Invest- NL te gaan leiden. Na 2,5 jaar voorbereidingstijd ging het fonds in 2020 met een kapitaal van 1,7 miljard van start. Het kreeg als opdracht innovatieve bedrijven die de startupfase willen ontgroeien te financieren. De grootste focus ligt op bedrijven die bijdragen aan de energietransitie. Maar ook innovaties op het gebied van technologie, mobiliteit, agrifood en de zorg kunnen rekenen op steun van Invest-NL. Daarbij mag Invest-NL marktpartijen niet in de weg zitten en tegelijkertijd moet de investeringsportefeuille wel rendabel zijn. Dat lijkt ingewikkeld. Toch zijn er volgens Bos genoeg ondernemers voor wie Invest-NL van betekenis kan zijn. In een persoonlijk gesprek met Saskia Laseur, managing partner van advocatenkantoor Van Doorne, gaat Bos in op de kritiek, samenwerking van partijen met Invest-NL en de ambities voor de toekomst.
Waarom viel het aantal bedrijven waarin Invest-NL investeerde tegen in het eerste jaar?
‘Toen we twee jaar geleden begonnen, was er een stuwmeer van 400 bedrijven die een financiering wilden. Deze aanvragen lagen er al langer. We konden die echter pas beoordelen nadat het parlement de oprichting van Invest-NL had goedgekeurd. Veel bedrijven dachten dat ze na wat papierwerk vanzelfsprekend geld kregen. Het gros voldeed echter niet aan onze criteria. Het stuwmeer hebben we inmiddels weggewerkt. We kunnen nu zelf actief gaan acquireren. Ook weten bedrijven die zich inzetten voor de energietransitie ons beter te vinden. Overigens denk ik dat de kritiek groter zou zijn als we te makkelijk met geld zouden hebben gestrooid. We zijn prudent omdat ons fonds is gevuld met belastinggeld. We willen de businesscase van elk bedrijf goed beoordelen en voorkomen dat we geld steken in projecten die nooit rendabel zullen zijn. Voor een deel heeft de coronapandemie ons ook parten gespeeld: ons team heeft zich tijdelijk geconcentreerd op financiële steun aan ondernemers in zwaar weer. Belangrijke verklaring is daarnaast dat het tijd kostte om de markt te leren kennen en risico’s te leren inschatten. Invest-NL koos er bewust voor om die professionaliteit op te bouwen. Die leercurve is er: we zijn een jaar verder en kunnen gelukkig meer resultaat laten zien.’
Hoe ziet de huidige investeringsportefeuille eruit?
‘We hebben inmiddels 29 financieringen in de boeken, hetgeen neerkomt op ruim 400 miljoen euro gecommitteerd kapitaal. We zijn bezig met een aantal grotere financieringen. Ik zou er dolgraag een noemen, maar dat gaat niet. De deal moet de komende weken rondkomen.’
Er is veel geld in de markt. De vraag rijst in welke gevallen kapitaal van Invest-NL nodig is.
‘We mogen enkel investeren als de markt het niet alleen kan. Die gevallen zijn er. Er zijn miljoenen euro’s nodig om een innovatie industrieel op te schalen. Tot dusver treden we vooral op als co-financier. Marktpartijen zijn bereid veel te investeren, maar niet alles. We haken dan aan, zodat het hele ticket gefinancierd kan worden. Als co-financier leunen we nog veel op private investeerders. Als zij met hun kennis en ervaring durven instappen, zegt dat iets over de levensvatbaarheid van een bedrijf of technologie. We hebben de ambitie om uiteindelijk een leidende investeerder te worden die steeds complexere, grotere investeringen zal doen. We geven onszelf daar vijf jaar voor. Ik hoop corporates vooral als investeringspartner tegen te komen, zij kunnen ons altijd benaderen voor ketensamenwerking om nieuwe technologieën van de grond te tillen.’
Op welke criteria en met welke rendementsverwachting selecteert Invest-NL een bedrijf?
‘We beschikken over 1,7 miljard euro aandeelhouderskapitaal. We kunnen iets meer risico nemen dan een private investeerder. Onze aandeelhouder weet dat het in 8 van de 10 gevallen mis kan gaan. Maar er moet wel een goed verhaal zijn. We willen dat een bedrijf een professioneel managementteam heeft met realistische ideeën over het uitbreiden van de business en hoe men blijft innoveren. Dat is wat elke private investeerder vooraf onderzoekt. We zijn met onze aandeelhouder nog in onderhandeling over het te behalen rendement. Dat hoeven geen dubbele cijfers te zijn, maar we streven op langere termijn naar een kleine plus op portefeuilleniveau. Het is tenslotte belastinggeld.’
Welke meerwaarde heeft Invest-NL in vergelijking met private investeerders?
‘Een voordeel ten opzichte van private fondsen is dat we van het ministerie van Economische Zaken jaarlijks een subsidie krijgen van 10 miljoen euro voor marktontwikkelingswerk. Daarmee kunnen we marktonderzoek doen, best practices delen en financieringsknelpunten wegnemen. De kennis is bedoeld om het hele ecosysteem vooruit te helpen. Zo bieden we jonge bedrijven die een groeisprong maken, de mogelijkheid om met ons modelcontracten te piloten die vervolgens ook voor anderen beschikbaar komen. Deze modelcontracten, op basis waarvan financiers makkelijker kunnen beoordelen waar risico’s liggen en hoe die zijn afgedekt, maken financiering makkelijker.
Daarnaast willen we een trusted advisor zijn van bedrijven. We hebben het ministerie van Financiën als publieke aandeelhouder en krijgen de subsidie van het ministerie van Economische Zaken. Dat betekent dat we ambtenaren soms net iets makkelijker dan private partijen kunnen aanspreken op beleid en regelgeving als we constateren dat het net even anders moet. Die positie gebruiken we ook actief.’
Hoe wordt het maatschappelijk rendement gemeten?
‘We hebben onze eigen methodieken. Het is goed dat er steeds meer bedrijven zijn die standaarden en modules aanbieden waarmee de maatschappelijke impact kan worden gemeten. We investeren in enkele bedrijven en zitten in diverse clubs die best practices uitwisselen. Daar doen we ons voordeel mee. Maar het is een dynamisch veld. Inzichten veranderen snel en daarmee ook de methodieken. Bedenk alleen al hoe anders we zijn gaan denken over de impact van biomassa als duurzame energiebron. We letten heel bewust op greenwashing. Elk bedrijf wil zich tooien met veren als het gaat om duurzaamheid. We kijken daarom kritisch naar het werkelijke verhaal.’
Kunt u een veelbelovend bedrijf noemen waarin Invest-NL recentelijk investeerde?
‘We zijn aandeelhouder geworden in SCW Energy in Alkmaar. Dit bedrijf maakt uit rioolslib en ander organisch afval groen gas. Bij dit proces van superkritische watervergassing komt CO2 vrij. SCW Energy verwerkt die in allerlei tussenproducten, zoals cement en beton, voor de industrie. Het gaat dus om twee duurzame technologieën. Bij het bedrijf staan grote ketels en een wirwar aan buizen. Het borrelt en pruttelt, er zijn hoge temperaturen nodig om de gassen te verkrijgen. Zeer innovatief, maar er kan bij opschaling dus ook veel misgaan. Het bedrijf heeft de technologie al bewezen met een demonstratiefabriek en wil nu industrieel gaan opschalen.’
Hoe kwam de samenwerking tot stand en welke andere financiers zijn erbij betrokken?
‘Dit bedrijf zat in het stuwmeer. Ook wees de Gasunie ons op deze partij. Wat een grote pre is: SCW Energy wordt geleid door een ondernemer die al eerder een innovatie succesvol naar de markt bracht. Van een van onze commissarissen kreeg ik het advies: investeer in de vent, niet in de tent. Als investeerder moet je vertrouwen hebben in de ondernemer, dat zegt vaak meer over het toekomstige succes dan kengetallen over de technologie. Gasunie stapte al eerder in als aandeelhouder, net als pensioenfonds PGGM. Twee private investeerders met skin in the game. Gasunie zal ook nog eens afnemer zijn in de keten. Dat alles geeft ons een beter gevoel bij de risico’s die we hier ontegenzeggelijk lopen. Omdat het bedrijf nog geen gegarandeerde cashflow en geen onderpanden heeft, lag het voor de hand met aandelen in te stappen. Voor veel andere kapitaalverschaffers zou deze financiering nog een brug te ver zijn.’
Zijn er nieuwe thema’s bijgekomen waarop Invest-NL zich concentreert?
‘We hebben de energietransitie gekoppeld aan de circulaire economie. Weliswaar zijn het twee verschillende thema’s, maar ze hebben veel met elkaar te maken. Daarom benaderen we het integraal. We willen een bedrijf financieren dat goed bezig is met de energietransitie, maar ook in lijn met de circulaire economie onderneemt. Een bedrijf dat experimenteert met batterijtechnologie waarvoor zeldzame metalen nodig zijn – daar willen we niet in investeren. Andersom geldt het ook: recycling-fabrieken kunnen fantastisch zijn, maar we willen niet dat ze draaien op fossiele brandstoffen.’
Ook mobiliteit is een aandachtsgebied. Opmerkelijk is de investering in de elektrische step als vervoermiddel in grote steden. Welke visie zit daarachter?
‘Momenteel zijn we op twee manieren bezig met mobiliteit. Onze afdeling business development kijkt naar verduurzaming van de scheepvaart. Hoe kunnen we de sector helpen over te stappen op schonere brandstoffen of scheepsmotoren? Het is lastig. De marges zijn zo klein, dat geen enkele stakeholder het nog aandurft. We brengen nu vooral partijen bij elkaar om gezamenlijk te kijken of en hoe deze sector kan verduurzamen. Een ander thema is binnenstedelijke mobiliteit, denk aan deelauto’s, elektrische scooters en steps. Ook een ingewikkeld vraagstuk. Zo kun je je afvragen hoeveel impact deze ondernemers hebben ten faveure van de energietransitie. Als al die steps en scooters de benenwagen vervangen, maar het gebruik van de auto niet verminderen, dan schiet het niet op. Integendeel. Toch besloten we te investeren in het Amsterdamse Dott, dat deelgebruik van elektrische steps en e-bikes mogelijk maakt. Deze onderneming is namelijk bereid de discussie aan te gaan en te laten zien wat wel mogelijk is. De elektrische step kan impact hebben als het gepaard gaat met beleid. Als je binnensteden autoluw maakt en dat combineert met verschillende vormen van elektrisch vervoer bijvoorbeeld. We onderzoeken samen de mogelijkheden. In verschillende Europese steden worden de elektrische steps al gebruikt. In Nederland zijn elektrische steps nog niet toegestaan, maar dat zal op enig moment wel gebeuren.’
Uw organisatie investeert in veelbelovende scale-ups, maar ook spin-offs van de universiteit hebben behoefte aan financiering.
‘Het risico om spin-offs te financieren is zelfs voor ons te groot. Binnen de afspraken met onze aandeelhouder – het ministerie van Financiën – past dat niet. Samen met de Universiteiten van Nederland (voorheen Vereniging van Universiteiten (VSNU)) onderzoeken we wel of we een fonds kunnen optuigen dat dit risico wel kan dragen. Er komen veel innovaties uit de wetenschap, maar die zijn vaak lastig te vermarkten. Een gemiste kans. Voor de innovaties die in een latere fase succesvol blijken, zijn vaak wel investeerders te vinden. Het speelt binnen alle wetenschappelijke disciplines, met uitzondering van life sciences: daar vinden spin-offs makkelijker financiers omdat deze minder kapitaalintensief zijn. Er zijn geen kostbare installaties nodig, een investeerder hoeft enkel de salarissen van onderzoekers te bekostigen. Het nadeel van deze innovaties is dat succesvolle technologieën vaak worden opgekocht door buitenlandse farmabedrijven.
Overigens speelt het valorisatie-probleem binnen heel Europa, met name op het gebied van deep tech. Samen met het ministerie van Economische Zaken praten we met Europese zusterinstellingen over een mogelijk Europees financieringsinstrument. Daarmee zouden we de omvang van concurrerende fondsen in Azië en Amerika kunnen benaderen. Dat vraagt wel flexibiliteit. We moeten niet moeilijk doen als mede met Nederlands kapitaal een Frans innovatief bedrijf wordt gefinancierd. Het behoud van intellectueel eigendom en innovatie voor Europa staat voorop.’
We kennen u als oud-politicus namens de PvdA. Wat is uw boodschap aan Den Haag voor wat betreft de energietransitie?
‘Dat er nog meer geld nodig is, begrijpen de partijleiders aan de formatietafel ook. Ik zou ervoor willen pleiten niet weer een nieuw loket met een nieuw fonds te creëren. We hebben al voldoende instanties waar geld kan worden verkregen. Denk aan de ministeries, de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, het Nationaal Groeifonds, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Invest-NL. Die partijen kunnen echt wel wat.
Mijn tweede boodschap is een autoriteit aan te wijzen die de strategie voor de komende jaren gaat bepalen. De energietransitie speelde tot nu toe decentraal, dat was goed voor het draagvlak. Maar er komen grotere keuzes aan. Welke infrastructuur en welke producten worden bepalend in de toekomstige energiemix? Hoe gaan we om met windenergie, waterstof, biomassa, kernenergie en warmtenetten? Sommige vraagstukken kunnen worden overgelaten aan decentrale partijen, maar die processen verlopen traag. Bovendien bestaat het risico dat het inzicht verandert – denk aan de discussie rondom biomassa. Er moet snel duidelijkheid komen. Veel investeerders staan klaar om risico’s te nemen, maar wachten op zekerheid. De autoriteit kan worden neergelegd bij een minister of een instantie. Ik hoop dat dit issue bij de kabinetsformatie wordt meegenomen.’
Dit artikel is voor het laatst aangepast op 15-12-2021