Frits Eulderink (Vopak): ‘Klaar voor de nieuwe wereldhandel’

Frits Eulderink (Vopak): ‘Klaar voor de nieuwe wereldhandel’
Met 71 terminals voor opslag van chemicaliën, gas en olie in 23 landen maakt Vopak de energietransitie van nabij mee. Coo Frits Eulderink over hoe het Rotterdamse concern zich voorbereidt op de nieuwe wereldmarkt: ‘Als een land aankondigt waterstof te gaan exporteren, zijn we klaar voor die klus.’

Transformeren zit diep in de genen van Vopak. De oudste voorloper van het bedrijf – het Blauwhoedenveem – ontstond in 1616. Amsterdamse dragers sjouwden de goederen van de VOC-schepen naar de stadswaag. Later kwam daar de opslag van thee en specerijen in pakhuizen bij. Eind 19e eeuw legde het bedrijf zich toe op onder meer de overslag- en opslag van olie. Tegenwoordig verlegt Vopak zijn aandacht steeds meer van olie naar chemicaliën en schonere brandstoffen zoals vloeibaar aardgas (Liquefied Natural Gas ofwel LNG) en Liquefied Petroleum Gas (LPG). Daar komen nieuwe duurzame vormen van energie en grondstoffen bij.
‘We kijken terug op een transitie van thee naar LNG’, vat coo Frits Eulderink de ontwikkeling van het concern bondig samen. Wat hem betreft sluit H2 – de scheikundige benaming voor waterstofgas – daar mooi bij aan. Vopak zet stevig in op deze veelbelovende energiebron. Het bedrijf is bij een groot aantal waterstofprojecten betrokken en volgt de internationale ontwikkelingen nauwlettend. Wat bijzonder is: voor Eulderink kent waterstof geen geheimen. Met een doctoraat in de sterrenkunde begon hij zijn loopbaan als onderzoeker bij onder meer het National Radio Astronomy Observatory in de Verenigde Staten: ‘Het sterrenstelsel bestaat voornamelijk uit waterstof.’ Eulderink maakte uiteindelijk geen carrière als wetenschapper. Wel is hij zich blijven inzetten voor wetenschappelijk onderzoek, voor zijn oude vakgebied en voor de band tussen wetenschap en bedrijfsleven, tot voor kort bijvoorbeeld via SmartPort in Rotterdam. Sinds 2010 is Eulderink coo van Vopak. In een gesprek met Marc Boumans, partner bij consultancybureau Valcon, zet hij uiteen hoe hij vanuit zijn rol de organisatie klaarstoomt voor een nieuw tijdperk. 

Hoe beweegt Vopak mee op de veranderende energiemarkt?
‘Het valt niet te ontkennen dat olie en gas nog steeds belangrijk zijn in de wereldwijde energievoorziening, maar we bereiden ons voor om ook in het nieuwe energiesysteem een leidende speler te zijn. We zijn al een aantal jaren geleden begonnen met het maken van een draai. Terwijl we zo’n tien jaar geleden nog voor 55 procent afhankelijk waren van olieopslag, was dat in 2020 nog maar zo’n 30 procent. Als tankopslagbedrijf spelen we vooral een faciliterende rol. We zijn vooral bezig om nieuwe ketens aan elkaar te knopen. Daar zijn klanten bij betrokken en vaak ook partners.’

Hoe neemt u als coo de organisatie mee in deze transformatie?
‘Wat mijn job zo leuk maakt, is dat ik in alle lagen van de organisatie een rol heb. Zo moet ik de ene keer uitzoomen op mondiaal niveau, een volgende keer moet ik juist inzoomen op afdelingsniveau. Enerzijds kijk ik met de rest van de board mee hoe de wereldmarkt zich ontwikkelt, hoe de vraag naar producten verandert en welke aanpassingen dat vraagt. Ik denk mee hoe we zo kostenefficiënt mogelijk kunnen werken. Anderzijds is het vervolgens mijn taak om die missie te vertalen binnen de organisatie. We zijn van oorsprong een zeer gedecentraliseerd bedrijf. Natuurlijk moeten de 71 terminals zich houden aan onze veiligheidsvoorschriften en ethische waarden en gebruiken ze onze IT-systemen, maar daarnaast opereren zij zoveel mogelijk als zelfstandige entiteiten om de klant zo goed mogelijk te bedienen. Bij grote veranderingen, zoals nu met de energietransitie, is het de kunst om al die entiteiten te laten samenwerken en vooral ook te laten leren van elkaar. Als op een van de lokale markten innovaties van de grond komen, willen we die kennis binnen het hele bedrijf delen. Zo wordt er in Rotterdam samen met partners momenteel gewerkt aan infrastructuur voor kooldioxide. Ook komen er talloze waterstofprojecten van de grond. Het is waardevol om die inzichten met andere Vopak-teams te delen.’

Hoe organiseert u dat?
‘Enerzijds wordt kennis binnen een centraal team opgebouwd. Dat is heel gebruikelijk. Maar anderzijds wordt die kennis gedeeld met locaties waar nieuwe energieprojecten kansrijk zijn en hebben we ook lokale experts die kennis ontwikkelen. Die informatie wordt ook gedeeld vanuit de locaties met het centrale team. Er zijn bijvoorbeeld op diverse locaties collega’s die zijn gespecialiseerd in ammoniak. Deze stof wordt gezien als mogelijke energiedrager van waterstof. Bij zeven terminals zijn er operationele teams die daar al jaren mee werken. We hebben gezorgd voor digitale netwerken, waarmee teams makkelijk onderling kennis en ervaringen kunnen uitvragen en uitwisselen.’

Wat heeft dergelijke uitwisseling van kennis opgeleverd?
‘Er zijn rondom bepaalde thema’s succesvolle communities ontstaan. Dat heeft bijvoorbeeld bij het onderhoud van tanks tot soms wel 10 tot 15 procent kosten- en tijdbesparing geleid. Experts weten elkaar dankzij het systeem makkelijk te vinden. Er is een levendige discussie over slimme vondsten. Dat is niet alleen mooi voor de harde cijfers, maar het werkt ook motiverend voor medewerkers. Als je bijvoorbeeld in de Verenigde Staten als beginnend team bezig bent met het opzetten van nieuwe opslag van ammoniak en je hebt contact met ervaren experts elders, bijvoorbeeld uit Maleisië, dan wordt het werk behalve beter ook leuker.’

Wat zijn de speerpunten voor Vopak en hoe houdt u zich daar als coo mee bezig?
‘Vopak heeft er vier geformuleerd voor new energies & sustainable feedstocks. We zetten allereerst sterk in op waterstof: we zijn betrokken bij verschillende projecten en kijken naar alle mogelijke manieren van aan- en afvoer. Daarnaast ligt de focus op de infrastructuur voor de afvoer en opslag van koolstofdioxide. Als derde onderzoeken we de mogelijkheden voor nieuwe supply chains van duurzame grondstoffen voor de chemische industrie. Hoe kunnen we reststromen als gerecycled plastic of landbouwafval opnieuw gebruiken als grondstof? Ten slotte bestuderen we de opslag van elektriciteit in batterijen op industriële schaal. Daarvoor gingen we onder andere een joint-venture aan met Elestor. Dit jonge technologiebedrijf ontwikkelde de waterstofbromide flowbatterij waarmee elektriciteit tegen lage kosten kan worden opgeslagen. Onze tanks kunnen fungeren als opslag voor elektriciteit en vormen zo dus een reuzenbatterij. De lage opslagkosten zijn mogelijk omdat voor broom als actief materiaal is gekozen. Dit chemische element is ruim voorhanden en wordt gewonnen uit zeewater. Het principe van de flowbatterij is afkomstig van NASA: de Amerikaanse ruimteorganisatie wilde de techniek in de jaren ’60 gebruiken voor energievoorziening op de maan.’

Leiden de veranderende activiteiten tot nieuwe klantrelaties?
‘Absoluut. Natuurlijk hebben we onze bestaande klanten: de grote olie- en gasmaatschappijen, de chemische industrie en de agrofoodbedrijven. Zij zitten volop in de transitie en blijven belangrijk. Daarnaast schuift onze organisatie langzaam op richting elektriciteitswereld. Terwijl we voorheen bijvoorbeeld met energiebedrijf Eneco louter praatten over gas, spreken we nu ook over elektriciteit.’

Zijn er veel aanpassingen aan de huidige infrastructuur nodig bij de transitie naar andere energiebronnen?
‘Dat hangt van het product af. Als het gaat om waterstof aan koolwaterstofdragers, dan is onze infrastructuur direct bruikbaar. Voor ammoniak als energiedrager hebben we al bruikbare infrastructuur, maar die zal op den duur wel moeten worden opgeschaald. Een ander verhaal is vloeibare waterstof. Daarvoor zullen we nieuwe voorzieningen moeten ontwikkelen en bouwen.
Voor de opslag van koolstofdioxide zal de aanleg van nieuwe infrastructuur niet heel lastig zijn. Ondergrondse opslag van CO2 laten wij aan gespecialiseerde bedrijven, zij zijn er zeker van dat ze dat voor elkaar krijgen. Ook als we spreken over gerecycled plastic en andere afvalstromen als grondstof, komen we best ver met onze huidige infrastructuur. Deze grondstof is vooral logistiek moeilijk: hoe verzamel je het en sorteer je het op verschillende soorten? Dan is er tenslotte nog de opslag van elektriciteit met behulp van de flowbatterijen. We hebben er nu een van 1 MW, maar die willen we opschalen. Dat is vooral een technologisch vraagstuk. Als de technologie zich eenmaal heeft bewezen, verwachten we deels onze bestaande tanks te kunnen hergebruiken.’

Vopak beschikt over 71 terminals en is actief in 23 landen. Zullen er nieuwe locaties bijkomen of huidige locaties verdwijnen?
‘Het antwoord is tweeledig. In de gebieden waar we nu zitten, is veel kapitaal geïnvesteerd. Er zijn dus grote belangen om al die infrastructuur bruikbaar te houden. Investeerders willen hun assets upgraden voor nieuwe energie en duurzame grondstoffen. Het ligt voor de hand dat veel traditionele olielanden, zoals het Midden-Oosten, in de toekomst veel zonne-energie produceren. Maar er zullen zeker nieuwe locaties bijkomen in landen die niet over olie beschikken, maar wel gunstige omstandigheden hebben voor de productie van waterstof. Marokko kan vanwege zijn ligging aan de kust en het grote aantal zonuren uitgroeien tot waterstofland. Maar ook een land als Chili, met zowel veel zon als veel wind, heeft die potentie.’

Heeft Vopak voldoende kennis in huis om nieuwe locaties eenvoudig op te starten of moeten er mensen voor worden opgeleid?
‘We volgen de ontwikkelingen rondom waterstof nauwlettend. Als een land aankondigt waterstof te gaan exporteren, zijn we klaar voor die klus. Het heeft onze voorkeur om in overleg met stakeholders en lokale partners nieuwe ketens te vormen. Daarbij is vooral de vraag belangrijk op welke manier waterstof geëxporteerd zal worden. Als er wordt gekozen voor ammoniak als energiedrager, dan kunnen nieuwe energiestromen snel op gang gebracht worden. Gaat het om vloeibare waterstof, dan is de weg langer. Daarvoor moet nog veel ontwikkeld worden. Het eerste schip voor een dergelijk transport is momenteel in aanbouw.’

Hoe verloopt samenwerking op het gebied van innovatie?
‘We zijn goed op de hoogte van de ontwikkelingen. Als er interessante innovaties spelen, kijken we of het past bij ons bedrijf. We kunnen een belangrijke afnemer zijn en zo bijdragen aan verdere ontwikkeling van een nieuwe technologie. Soms nemen we aandelen in een techbedrijf en werken nauw samen bij verdere ontwikkeling.
Een voorbeeld is onze participatie in Hydrogenious. Deze Duitse scale-up heeft een technologie ontwikkeld om waterstof aan een koolwaterstofmolecuul te plakken: een voorbeeld van een Liquid Organic Hydrogen Carrier ofwel LOHC. Vervolgens wordt de waterstof als een soort olie getransporteerd om het op de gewenste bestemming los te maken en de olie terug te sturen om daarmee nieuwe waterstof op te halen. De technologie is op kleine schaal bewezen, Vopak is als partner ingestapt om de technologie verder op te schalen. Het grote voordeel van deze technologie is dat het vervoer en de opslag van waterstof hiermee een stuk eenvoudiger kunnen worden.’

Is uw rol als coo veranderd de afgelopen jaren?
‘Jazeker. In mijn beginjaren lag de focus vooral op het verbeteren van onze dienstverlening door het invoeren van wereldwijde standaarden vanuit onze purpose: storing vital products with care. Op alle locaties gelden dezelfde voorschriften die garanderen dat de opslag veilig en zorgvuldig gebeurt. Geleidelijk is digitalisering een belangrijke rol gaan spelen – hoe kunnen we met data en slimme software efficiënter ondernemen en onze klanten beter bedienen. De laatste vijf tot zeven jaar is er vooral aandacht voor de energietransitie en hoe we ons daarop moeten voorbereiden. We moeten klaarstaan voor onze rol in de nieuwe wereldhandel.’

Welke invloed heeft digitalisering op de business?
‘Het leidde tot verschillende positieve ontwikkelingen. Omdat onze collega’s overal met dezelfde software werken, is onze standaard – een veilige en zorgvuldige opslag – nog beter geborgd. Digitalisering bracht Vopak bovendien meer transparantie. Als er ergens in de keten iets gebeurde, dan hoorde de managing director op een locatie het meestal te laat. Nu ziet hij of zij het realtime op het scherm gebeuren. We kunnen de afwijkingen eerder signaleren en daarop inspelen. Ook kunnen we onze klanten nu meer realtime informatie bieden waardoor logistieke ketens veel efficiënter worden.’

Leidde de uitrol van de digitalisering bij sommige interne klanten tot weerstand?
‘Dat risico was er zeker. Maar we kozen ervoor om de software samen met klanten en onze procesexperts te ontwikkelen. We hebben zo goed kunnen inspelen op wat externe klanten nodig hebben en hoe onze mensen de software het liefst bedienen. Daar zijn we best trots op. We kunnen met één druk op de knop zien welke vrachtwagens er nu in Los Angeles worden geladen en wanneer het transport vertrekt. Vroeger moest daarvoor een belletje worden gepleegd.’

Welk verschil maakt Vopak als lokale stakeholder?
‘Als het enigszins kan, proberen we wat te betekenen voor lokale gemeenschappen. In Zuid-Afrika in de buurt van Johannesburg hebben we bijvoorbeeld aan het einde van een 600 kilometer lange transportpijpleiding van de overheid een nieuwe opslagterminal gebouwd. We kozen ervoor om lokaal mensen op te leiden voor de operationele leiding. Daardoor bestaat nu een derde van het team uit lokale mensen. Bijzonder is ook dat dit team – als enige binnen Vopak – bijna volledig uit vrouwelijke operators bestaat.’

Dit artikel is gepubliceerd in Management Scope 01 2022.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 15-12-2021

facebook