Willem van Duin: MVO beleid is inherent aan de identiteit van Achmea
18-01-2011 | Interviewer: Caroline Zegers | Beeld: Geert Dekker
Toen Willem van Duin in 2004 als CEO van Achmea de portefeuille maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) kreeg toebedeeld, ontdekte hij al snel hoe de rollen verdeeld waren. ‘Je bent als bestuurder gewend een voortrekkersrol te vervullen. Normaal gesproken wordt verwacht dat je voor de troepen uit loopt, dat was in dit geval anders. Structureren werd mijn belangrijkste taak. Inhoudelijk waren er binnen Achmea al zo veel initiatieven, dat mij als bestuurder enige bescheidenheid paste. Zo kreeg de Raad van Bestuur een volgende rol: de lead lag al bij onze medewerkers.'
Willem van Duin, CEO Achmea
Nu is Willem van Duin voorzitter van de Raad van Bestuur bij Achmea. Hij is nog steeds sterk betrokken bij de manier waarop Achmea zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid invult. ‘Maar in dit opzicht is de rol van de Raad van Bestuur niet veranderd. Door structurering kunnen we nu beter rapporteren over MVO, maar het initiatief ligt nog steeds bij de medewerkers. Daarom kan ik heel gemakkelijk zeggen dat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij Achmea past, het is inherent aan de identiteit en cultuur van ons bedrijf.'
MVO beleid is vanzelfsprekend voor Achmea, zegt u. Dat zal te maken hebben met de coöperatieve oorsprong van de organisatie? ‘Dat is een belangrijk deel van de verklaring. De aard van onze bedrijfsactiviteiten maakt ook onderdeel uit van die verklaring: onze basisfunctie is verzekeren, we nemen risico's over van mensen en ondernemingen en dat stelt hun in staat volwaardig te functioneren en zich te ontplooien. Dat is in de kern een maatschappelijk zeer nuttige functie. Je kunt ook zeggen: verzekeraars organiseren solidariteit. Zo bezien hoeft het niet te verbazen dat MVO bij Achmea in de genen lijkt te zitten.'
De vraag is natuurlijk of de vlag van die coöperatieve oorsprong de lading dekt. Hoe kunnen we bepalen of MVO ook werkelijk in de bedrijfsvoering van Achmea is geïntegreerd? ‘Dat is een cruciaal punt: hoe laat je zien in welke mate je de mooie woorden waarmaakt? Dat is precies het doel van de rapportagestructuur die we in de loop der jaren hebben opgezet. Jaren geleden constateerden we dat er verspreid door het hele bedrijf vele initiatieven werden genomen die verder gingen dan het steunen van goede doelen. Bij alle bedrijfsonderdelen zijn toen MVO-ambassadeurs aangesteld met de taak die initiatieven in kaart te brengen en er enige samenhang in aan te brengen. We wilden expliciet maken wat we impliciet al deden. Daarbij hoorde ook het ontwikkelen van criteria bij om de prestaties op dit gebied te kunnen beoordelen en daarnaast hebben we ervoor gekozen alle MVO-activiteiten zo goed mogelijk te integreren in de reguliere bedrijfsvoering.
‘Het resultaat van dit alles wordt elk jaar vastgelegd in het Maatschappelijk jaarverslag, waarin we sinds 2009 vanuit drie perspectieven de activiteiten van Achmea beschrijven.
Het eerste perspectief is:
Ons Werk: duurzaam verzekeren en duurzaam beleggen. Het vertrouwen van de klant staat daarin centraal.
Het tweede perspectief is:
Ons Bedrijf. Daarbij gaat het enerzijds om de kwaliteit van ons werkgeverschap, anderzijds om een duurzame bedrijfsvoering wat betreft milieuaspecten.
Het derde perspectief noemen we:
Onze Wereld: Achmea wil graag een bijdrage leveren aan de bestrijding van armoede en aan het vergroten van de ontwikkelingskansen van groepen hulpbehoevenden. Daartoe zetten we diverse middelen in.
‘Het stadium van de vrijblijvendheid hebben we achter ons gelaten. Misschien blijkt dat het beste uit het feit dat onze prestaties op MVO-gebied zijn opgenomen in de lijst met resultaatafspraken waarover we elk jaar verantwoording moeten afleggen. MVO komt daarnaast in de review-gesprekken met het management standaard aan de orde, als een regulier thema naast bijvoorbeeld compliance of risicomanagement.'
Van de drie perspectieven die u noemt, heeft het eerste de afgelopen jaren de meeste aandacht gekregen. Niet positief, want het vertrouwen van klanten in verzekeraars is gedaald. Hoe gaat Achmea zijn prestaties in dit opzicht verbeteren? ‘De verzekeringssector heeft te maken gehad met enkele pijndossiers, waaronder de beleggingsverzekeringen en de beschikbare premieregelingen. De reputatie van de hele branche heeft naar aanleiding van die dossiers op dramatische manier onder druk gestaan. Voor het verbond van verzekeraars, waarvan ik tot het eind van dit jaar voorzitter ben, is er op dit moment geen belangrijker onderwerp dan het herstel van de reputatie van de branche. Er is een gestructureerd programma samengesteld om dat voor elkaar te krijgen. Dit programma, Verzekeraars Vernieuwen genaamd, is deels gericht op het oplossen van de probleemgevallen, maar voor een belangrijk deel ook op een herziening van producten en processen die van verzekeraars optimaal klantgerichte organisaties moet maken. Het verbond heeft daarvoor het keurmerk klantgericht verzekeren ingevoerd. Achmea heeft van begin af aan gezegd ernaar te streven dat keurmerk te krijgen voor al onze labels. Met betrekking tot een groot aantal merken zijn we daar inmiddels in geslaagd. Nog niet allemaal, want het is een hele lijst met criteria waaraan je moet voldoen. Dat is een serieuze inspanning.'
U noemde ook duurzaam beleggen bij het eerste perspectief. Institutionele beleggers kunnen een positieve invloed uitoefenen op het beleid van de bedrijven waarin ze investeren. Ziet Achmea dat als een maatschappelijke verantwoordelijkheid? ‘Ja zeker, hoewel ik daarbij meteen moet aantekenen dat een belangrijke verantwoordelijkheid in dit verband de financiële verantwoordelijkheid is die we hebben ten opzichte van onze stakeholders. In aanvulling daarop kunnen wij een verantwoord beleggingsbeleid voeren, en dat doen we dan ook, maar dat mag niet zonder zeer goede redenen ten koste gaan van het rendement. Nu is het gevoeglijk bekend dat een goede toepassing van MVO-principes in het beleggingsbeleid de prestaties van een portefeuille juist verbetert, dus er is niet echt een probleem.
‘We houden ons aan de normen van de Nederlandse overheid wat betreft de wapenindustrie. Producenten van wapens die de overheid controversieel noemt zijn uitgesloten. Op dit moment gaat dat om clusterbommen en landmijnen. De uitsluiting van dit type bedrijven is de eerste pijler onder ons beleggingsbeleid. De tweede is de wijze waarop we via onze vermogensbeheerders gebruik maken van ons stemrecht op aandeelhouders-vergaderingen. Wij willen dat bedrijven waarin wordt belegd minimaal voldoen aan de richtlijnen die zijn opgesteld door de Verenigde Naties. Als we investeren in bedrijven die volgens die richtlijnen hun beleid ten aanzien van mens of milieu zouden kunnen verbeteren, dan zoeken we de dialoog met het management. Daarnaast wordt er elk jaar in overleg met onze eigen ethiekcommissie een thema gekozen, waarbij twee of drie bedrijven worden geselecteerd die ertoe worden aangezet hun gedrag op dat terrein te veranderen. Het kan bijvoorbeeld gaan om het werken met proefdieren in de farmaceutische industrie, of om het watergebruik in de procesindustrie. Die bedrijven krijgen doelen voorgeschoteld die binnen een bepaalde tijd moeten zijn verwezenlijkt. Lukt dat niet dan wordt de belegging beëindigd. Bij deze beoordeling laat Achmea zich adviseren door zijn vermogensbeheerders.
‘Tot slot hebben we in ons beleggingsbeleid nog een derde mogelijkheid ingebouwd om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te tonen. Zonder concessies te doen aan de normale rendementseisen kunnen we voor een klein deel van onze portefeuilles beleggingen kiezen vanwege hun duurzaamheidcomponent. Het betreft onder meer schone technologie in de private equity-portefeuille, duurzame energie in de portefeuille infrastructuur en beleggingen in microfinanciering in de portefeuille met alternatieve categorieën. Al met al is duurzaam beleggingsbeleid voor ons belangrijk. Wij zijn daarbij ambitieus, maar er is nog genoeg te doen.'
Wat betreft het tweede perspectief: kunt u aangeven of er een relatie is tussen het MVO-beleid van Achmea en de manier waarop het bedrijf zijn werkgeverschap invult? ‘Die relatie is er in brede zin en in enge zin. Achmea heeft in haar CAO en in haar regelingen voor de medewerkers veel aandacht voor maatschappelijke aspecten. Een voorbeeld van de tweede categorie betreft de ruimte die geboden wordt voor vrijwilligerswerk. Dit is altijd al een bedrijf geweest met medewerkers die maatschappelijk actief zijn en zich graag inzetten voor hun medemens. Een werkgever moet dat ondersteunen, vinden wij, en daarom is in de CAO opgenomen dat voor elke dag die een medewerker in zijn eigen tijd besteedt aan wat we dan maar maatschappelijk werk zullen noemen, Achmea een vrije dag cadeau geeft. Er is natuurlijk een maximum, en dat is vier extra dagen.
‘Hoe we dagelijks met elkaar omgaan vind ik nog belangrijker. Dat is de relatie tussen MVO en goed werkgeverschap in brede zin. Achmea onderscheidt zich daar al jaren in en dat is ook zeker niet op mijn conto te schrijven. Wij hechten eraan dat ons medewerkersbestand een afspiegeling van de samenleving is. Dat wil zeggen dat wij in allerlei opzichten een goed doortimmerd diversiteitbeleid voeren: we willen dat onze medewerkers altijd tot hun recht kunnen komen, in welke omstandigheden of levensfase zij zich ook bevinden. Het tijdschrift Lof heeft Achmea voor de tweede keer uitgeroepen tot beste werkgever voor ouders met kinderen. Dat komt vooral omdat wij meer sturen op resultaat dan op aanwezigheid. Op zo'n uitverkiezing zijn we echt trots. Maar we hebben ook specifieke maatregelen voor jongeren, of voor arbeidgehandicapten. En we hebben werkervaringsplaatsen voor mensen die ver van de arbeidsmarkt afstaan. Ons ouderenbeleid is ook onderscheidend: ouderen worden vaak als minder waardevol gezien voor organisaties, wij denken eerder dat het tegendeel het geval is.'
Is er een relatie tussen dit beleid en uw eigen persoonlijke voorkeuren? ‘Het mag duidelijk zijn dat ik me thuis voel bij dit beleid. Ik vind het een sterk punt dat Achmea veel doet wat in het verlengde ligt van de eigen kernactiviteit: daar weten we per slot van rekening veel vanaf en op die terreinen kunnen we de meeste toegevoegde waarde bieden. Zo zijn wij actief met microverzekeringen in derdewereldlanden. Medewerkers van vrijwel alle divisies van Achmea zijn betrokken bij deze projecten. Dit leidt tot concrete en duurzame verbetering van levensomstandigheden van mensen in Azië en Afrika. Inmiddels zijn meer dan 750.000 mensen verzekerd via een eigen lokale onderlinge verzekeringsmaatschappij, met herverzekerings-bescherming tegen grote catastrofes door Eureko Re.
Daarnaast steunen we bijvoorbeeld het Health Insurance Fund, dat zich specifiek richt op zorgverzekeringstructuren in Afrikaanse landen. We hebben het initiatief genomen tot de stichting Achmea slachtoffer en samenleving, die op het gebied van slachtofferhulp onderzoek doet en voorlichting geeft. en dan is er natuurlijk de Eureko / Achmea Foundation, waar jaarlijks een half procent van de nettowinst van Eureko naartoe gaat. Die stichting financiert projecten in binnen- en buitenland die de sociaaleconomische leefomgeving van groepen hulpbehoevenden moeten verbeteren. Dit zijn de elementen die een bedrijf kleur geven, ze horen bij de identiteit van dit bedrijf.'
Bovenstaand artikel is verschenen in de special 'De Duurzame commissaris' in samenwerking met Deloitte.
Lees ook:
> Biografie Willem van Duin, CEO Achmea
> Interview met Maarten Dijkshoorn, oud-CEO Achmea/Eureko
> Eureko vraagt miljard steun van aandeelhouders
> Pensioenfondsen en verzekeraars lijden fors verlies op aandelen
> Wat is het doel van het nieuwe zorgstelsel?
> Bestuurders en commissarissen Achmea