Maak duurzaam hip en sexy

Maak duurzaam hip en sexy
Hoe gaan we in de toekomst om met energie? En op welke manieren krijgen we de mensen zo ver dat ze duurzamer consumeren? Jonge, creatieve denkers Gaya Branderhorst, Lucas Simons en Stijn Otten over de kansen en mogelijkheden.

Amsterdam ligt er rustig bij, op deze doordeweekse zomerdag. Dat geldt niet voor Artis, waar de parkeerplaats voor elven al afgeladen is. Binnen, in de Tijgerzaal, treffen we Gaya Branderhorst, Lucas Simons en Stijn Otten. Jonge denkers, die een grote bevlogenheid voor duurzaamheid delen. Tijdens het gesprek hebben we zicht op een immens, dramatisch schilderij van Charles Verrat, waarop een buffel wreed besprongen wordt door een tijger. Op de achtergrond klinkt bijpassend gekrijs. Komt het van de dieren of van de nu nog onbezorgde generatie-na-ons, aan wie we de aarde niet al te uitgewoond willen achterlaten?

Gaya Branderhorst (30) werkte na haar studie econometrie als financieel analist en zette later StoereVrouwen op, een in legerkleding gehuld front van jonge vrouwen die bewust en duurzaam consumeren en dat via allerlei ludieke acties uitdragen. Nu is ze beleidsmedewerker bij De Nederlandsche Bank (haar uitspraken zijn op persoonlijke titel).

Ondernemer Lucas Simons (39) leidt sinds drie jaar de duurzame adviesbureaus NewForesight & ForeFinance. Eerder was hij directeur van UTZ Certified, keurmerk voor duurzame koffie. Het World Economic Forum riep hem dit jaar uit tot ‘Young Global Leader’, vanwege zijn verdiensten op het gebied van duurzame handel.

Stijn Otten (27) was lid van de jongerendelegatie die deelnam aan de klimaatconferentie in Kopenhagen. Nu is hij voorzitter van de Nederlandse tak van de Young Club of Rome en werkt hij voor The New Motion, een bedrijf dat zich richt op (de doorbraak van) elektrisch rijden.

Gespreksleider Floske Kusse, issue manager bij NUON, vraagt het trio naar hun betrokkenheid bij duurzaamheid.

Lucas Simons: ‘Sinds een jaar of tien werk ik actief aan verduurzaming. In 2002 stond ik aan de wieg van keurmerk UTZ Certified, inmiddels is 45 procent van de wereldwijde koffiemarkt gecertificeerd. Nu werk ik met NewForesight aan duurzame markttransformatie in voedsel- en grondstoffenketens, denk aan cacao, suiker, koffie, thee, soja en bloemen. We focussen niet op individuele producten of leveranciers maar op het veranderen van de spelregels in een markt of sector. De voorlopers halen we bij elkaar, en op hun initiatieven richten we dan de spotlights, in de hoop dat de rest volgt. Met ForeFinance proberen we een ratingsysteem op te zetten dat de kredietwaardigheid van coöperaties van boeren in kaart brengt. Die transparantie moet ervoor zorgen dat banken eerder over de brug komen met kredieten.’
Branderhorst: ‘Sinds 2007 leid ik StoereVrouwen, een groep jonge vrouwen die zich richt tot bedrijven en consumenten met bewust consumeren als boodschap. Veel mensen weten niet hoe ze dat moeten doen, ze zijn apathisch geworden van alle wereldproblemen. Maar je consumeert iedere dag, en met de keuzes die je maakt, kun je al een goed begin maken. We wijzen niet met het vingertje, maar zijn uitsluitend positief bezig; we laten via allerlei acties zien wat mensen goed doen of wat ze beter zouden kunnen doen. Zo hebben we met Oxfam Novib gewerkt aan de lancering van de Groene Sint, zodat er vanaf volgend jaar alleen nog maar eerlijke en duurzame chocoladeletters te koop zijn. Nu werk ik als beleidsmedewerker bij DNB, en ook daar probeer ik van binnenuit te werken aan duurzaamheid.’
Otten: ‘Een belangrijk moment voor mij was de klimaattop in Kopenhagen, eind 2009. De uitkomsten daarvan waren zeer teleurstellend. We liepen daar als jongeren rond in T-shirts met de tekst ‘How old will you be in 2050?’ Dat gaf direct discussie, want wat die beslissers daar deden, of juist nalieten, heeft direct invloed op onze generatie en de generaties na ons. Ik had vorige maand de kans om naar Spitsbergen te gaan, en daar heb ik de les geleerd dat het de planeet niet uitmaakt of wij alles opbranden; de planeet overleeft het wel, maar wij maken het, als we niet duurzamer gaan leven, heel oncomfortabel voor onszelf en de generaties na ons. Ik werk nu bij The New Motion aan de doorbraak van elektrisch vervoer. Onder andere door het uit de sfeer van geitenwollen sokken te halen. We proberen het rijden in elektrische auto’s leuk en hip te maken. We zetten dan bijvoorbeeld een elektrische sportauto neer die je in kunt pluggen in een nieuwe laadpaal. En daaromheen bouwen we een feestje. Auto’s zijn emotie, we trekken er een zeer divers publiek mee. Van wereldverbeteraars tot snelle MTV-types.’

Waar gaat het naartoe met de wijze waarop we omgaan met energie?
Branderhorst:
‘Ik vind het perspectief dat energie en schone lucht een schaars goed worden, nogal afschrikwekkend. Dat kan onze afhankelijkheid van olierijke landen alleen maar verder vergroten, en dat is geen afhankelijkheid waar ik vrolijk van word. Daar tegenover zie ik een ideale wereld waarin iedereen zijn eigen energie opwekt. De mogelijkheden zijn er. Wetenschappers hebben berekend dat de zon per uur achttien keer meer energie naar de aarde zendt dan we met z’n allen per jaar verbruiken. En dat door één procent van het ongebruikte landoppervlakte op aarde aan te wenden voor de productie van zonne-energie, we meer dan drie keer ons totale jaarlijkse energiegebruik kunnen produceren.’
Otten: ‘Zolang er olie is en we dat tegen een redelijke prijs uit de grond kunnen halen, zullen we olie blijven gebruiken. Sowieso voor medicijnen en plastics, waarvoor je echt olie nodig hebt. Op het noordelijk halfrond is onze hele infrastructuur ingericht op olie. Grofweg zou je kunnen stellen dat het zuidelijk halfrond die infrastructuur ontbeert. Daardoor kun je nu meteen grote stappen maken. Zet zonnepanelen neer in Afrikaanse dorpen en ze hebben energie. Dat zie ik wel gebeuren. In Nederland houden we voorlopig wel last van onze verslaving aan aardgas. Die smoort iedere vorm van technologische vernieuwing op gebied van nieuwe energievormen. Onze uitstoot van CO2 steeg vorig jaar met zeven procent, domweg omdat we in Nederland vrijwel geen gebruikmaken van duurzame, hernieuwbare energie.’

Van wie moet het initiatief uitgaan om tot een meer duurzame energievoorziening te komen? Otten: ‘Ik denk van onderaf. Van de politici hoeven we in ieder geval niets te verwachten. Ik geloof in de kracht van de individuele consument, die iets doet omdat-ie er beter van wordt. Consumenten kopen nu al samen goedkope stroom in via veilingen, ze kunnen coöperaties opzetten om windmolens of zonnepanelen in te kopen, ze zullen in de toekomst vaker samen optrekken.’
Branderhorst: ‘Ik ben het met je eens dat de Nederlandse overheid nu geen enkele prikkel geeft. Ze zwalken in hun subsidiebeleid ten aanzien van duurzame initiatieven: dan weer wel, dan weer niet. Dat is niet goed voor ondernemers, die weten niet meer waar ze aan toe zijn.’
Otten: ‘Je moet als ondernemer in ieder geval niet uit gaan van welke subsidie dan ook. Als wij bij The New Motion scenario’s doorrekenen, kijken we zo realistisch mogelijk naar overheidssubsidies. Dan kan het alleen maar meevallen.

Simons: ‘Ik denk helemaal niet dat het van onderaf moet komen. Bij Fairtrade is dat ook niet gelukt, na 25 jaar heeft Fairtrade een marktaandeel van welgeteld drie procent. Het overgrote deel van de consumenten reageert alleen maar op primaire prikkels. Wat vinden mijn vrienden ervan? Welk tv-programma moet ik kijken zodat ik morgen kan meepraten? Ze hebben noch de energie, noch het denkvermogen om verder te denken dan de dagelijkse beslommeringen. Dat vind ik heel triest, maar het is niet anders. Als de tonijn met uitsterven wordt bedreigd, moet je niet hopen dat consumenten die tonijn niet meer kopen of een goedbedoelde viswijzer lanceren. Nee, dan moet je die tonijn gewoon niet meer aanbieden in de winkels.’

Zijn jullie roependen in de woestijn of voelen de mensen in jullie omgeving ook de urgentie om te komen tot een duurzamer samenleving?
Simons
: ‘Ik zie zeker bij jongeren wel een bepaald gevoel van urgentie.’
Branderhorst: ‘Ik ook, maar tegelijk gaat het veel mensen niet aan het hart. Zodra ze er wat voor moeten opgeven, vinden ze al snel dat het buiten hun gezichtsveld ligt. Je moet slim inspelen op gevoelens van mensen. Zorg dat iets hip wordt, dat mensen graag deel willen zijn van de oplossing.’ Otten: ‘Mensen hebben verschillende rollen. Als burger vinden ze duurzaamheid al snel belangrijk. Maar als consument gaan ze gewoon naar de kiloknaller. Je moet dus een context creëren voor mensen waarin je het comfortabel voor hen maakt om duurzame keuzes te maken. Een duurzaam product moet vooral niet duurder zijn, maar inderdaad hip en aantrekkelijk. En als het dan ook nog duurzaam is, vinden mensen dat mooi meegenomen. Ik heb dat zelf ook, ik wil best duurzame kleren kopen, maar alleen als ze mooi zijn en redelijk geprijsd. Zeker met groene stroom: prima keuze, zolang ze er maar niet meer voor hoeven te betalen.’

Welke oplossingen voor het energievraagstuk zien jullie voor de korte termijn? Otten: ‘Ik geloof sterk in decentralisatie. Dat past in een samenleving waarin netwerken steeds belangrijker worden, waarin bestaande structuren afbrokkelen. Terwijl we voorlopig de fossiele brandstoffen nodig blijven hebben om in onze totale energiebehoefte te kunnen blijven voorzien, zijn er geniale oplossingen. Neem de BlueGen, dat is een kleine energiecentrale die je gewoon thuis op zolder kunt zetten. Werkt op basis van brandstofcellen, is zo groot als een wasmachine. Dit apparaat kan met biogas energie nog efficiënter opwekken dan de modernste energiecentrales. En je realiseert er ook nog eens een flinke co2-reductie mee.’
Simons: ‘Voor structurele oplossingen moet je kijken op systeemniveau. Er moet eerst een gedeelde visie komen op de energiemix die je als land wilt hebben in de toekomst. Bedrijven moeten een innovatiepijplijn creëren van nieuwe concepten op het gebied van decentraal opwekken, van getijdenstroom, etcetera. En dan mag je blij zijn als een paar van die ideeën blijken te werken. Ik weet als ondernemer: op de grote bedrijven hoef je niet te rekenen. Ook niet op de universiteiten en de grote onderzoeksinstellingen. We moeten het hebben van de kleine, innovatieve bedrijfjes en van creatieve individuen. Minister Verhagen mag dan vijfhonderd miljoen euro hebben gereserveerd voor een innovatiefonds, maar dat is oude economie. Ik zie daar in mijn wereld niets van terug.’ Branderhorst: ‘Aanbieders, en dat geldt ook voor energiebedrijven, moeten uit gaan van win-winoplossingen. Je moet er als consument direct wat aan hebben, anders haak je af. Ik denk dat het echt een illusie is om het te spelen via het geweten van de consument. Daarmee bereik je hooguit een paar procent van de consumenten. Ga dus altijd uit van de massa, je kunt beter een grote groep consumenten hebben die een beetje duurzaam consumeert, dan een kleine groep die alles goed doet.’
Simons: ‘Wil je komen tot innovatieve energieoplossingen, dan helpt het als er meer erkenning komt voor concrete vormen van sociale, duurzame innovatie. Innoveren is een eenzame bezigheid. Erkenning is interessant, want dan kan een onderwerp sexy worden.’
Otten: ‘De cijfers geven aan dat we in Nederland steeds minder geld uitgeven aan innovatie. Dat vind ik een somber beeld.’
Simons: ‘Ik kom nergens mensen van ons innovatieplatform tegen. Wel individuen die met slimme plannen komen. Laatst sprak ik iemand die de verwoestijning tegen wil gaan door via Google Maps de ontbossing te volgen, en dan op de juiste plaatsen geulen te graven zodat de woestijn niet verder kan oprukken. Een briljant en goedkoop plan. We zouden dergelijke innovatieve mensen meer erkenning moeten geven.’
Otten: ‘bij innovatie moeten we niet alleen denken aan productie, maar ook aan distributie. Zijn Led-lampen duur? Dan bedenk je een constructie om ze te leasen, zoals nu gebeurt. Plak die enorme wand langs de A2 bij Utrecht helemaal vol met zonnepanelen, verhuur ze aan consumenten die in hun auto vervolgens langs hun eigen ‘zonnecentrale’ kunnen rijden. Dat spreekt veel mensen echt wel aan. Kortom, duurzame innovatie kan veel effectiever, als je met elkaar creatief gebruikmaakt van bestaande middelen’.

Bovenstaand artikel met Gaya Branderhorst, Lucas Simons en Stijn Otten over Duurzaamheid is verschenen in de special De Toekomst van Energie in samenwerking met NUON.

Lees ook:
> Rondetafel energievraagstuk
> Hans Pars, CEO Wereldhave in gesprek met Felix Gruijters van NUON over verduurzaming
> Koudeproject Nuon: hoofdkantoor Endemol wordt onconventioneel gekoeld
> Energieprobleem? Twee Shell scenarios voor het energievraagstuk

facebook