Rondetafeldiscussie over supply chain finance

Rondetafeldiscussie over supply chain finance
Met ketenfinanciering wordt werkkapitaal dat ‘vast’ zit bij late betalers geheel of gedeeltelijk ontsloten. Zo worden bedrijven minder afhankelijk van bancaire financiering.

Ondernemingen, met name mkb-bedrijven, klagen al jaren over beperkte toegang tot financiering. Daarom is er steeds meer belangstelling voor een kansrijk alternatief: ketenfinanciering. Hierbij verstrekken bedrijven elkaar onderling financieringsruimte. De potentie van ketenfinanciering hangt onder meer af van de beschikbaarheid van werkkapitaal van de schakels binnen een keten.

De beschikking over werkkapitaal staat bij veel bedrijven momenteel onder druk vanwege moeilijke marktomstandigheden, bovendien zit er nog veel liquiditeit ‘vast’ in werkkapitaal. Met ketenfinanciering wordt dat werkkapitaal geheel of gedeeltelijk ontsloten. Helemaal nieuw is ketenfinanciering zeker niet: bij strategische samenwerkingsverbanden tussen afnemers en toeleveranciers is er vaker al sprake van een vorm van ketenfinanciering. Er zijn netwerken, zoals Flinqer, waarbinnen bedrijven hun cash- en werkkapitaalmanagement slimmer op elkaar afstemmen.

Zo zijn zij minder afhankelijk van banken. Het idee is simpel: leveranciers willen zo snel mogelijk betaald krijgen, kopers willen zo lang mogelijk wachten met betalen. Op een online platform geven aangesloten leveranciers aan tegen welke korting ze openstaande facturen sneller betaald willen krijgen; daartegenover staan de kopers, die aangeven tegen welke korting ze hun openstaande rekeningen meteen willen betalen. Deelnemers betalen alleen abonnementskosten om op het net­werk te kunnen.

Het Ministerie van Economische Zaken liet afgelopen jaar de haalbaarheid en potentie van ketenfinanciering onderzoeken, vanuit het idee dat bedrijven met dit alternatief minder afhankelijk worden van bancaire financiering. De onderzoekers kregen de opdracht met adviezen te komen ‘gericht op beleid en experimenten inzake ketenfinanciering’. Twan van Lankveld van logistiek instituut Dinalog en Michiel Steeman van Nyenrode Business Universiteit coördineerden dit onderzoek. Steeman is tevens lector supply chain finance aan de Hogeschool Windesheim en oprichter van de Supply Chain Finance Community.

Met als uitgangspunt de conceptrapportage ketenfinanciering, die uit dit onderzoek kwam, ging Steeman in gesprek met Aad Veenman, oud-topman van Stork en de NS, Lorike Hagdorn van TNO, tevens hoogleraar transport, distributie en logistiek aan de VU, en Els Kamphof, executive vice president bij Rabobank Wholesale.

Ketenfinanciering komt voort uit de wereld van de logistiek. Het is inmiddels een van de actiethema’s van het Strategisch Platform Logistiek. Veenman is daarvan voorzitter, Hagdorn is lid.

Door ketenfinanciering komen logistiek, bedrijven en bankwezen bij elkaar. Samen zoeken ze naar financiële oplossingen, hoe gaat dat in de praktijk?
Hagdorn: ‘In de wereld van logistiek gaat het traditioneel over goederenstromen, later kwamen daar informatiestromen bij. Daarbij is een derde stroom lang onderbelicht gebleven: de geldstroom. Alles wat door een keten beweegt, van producten en diensten tot informatie, heeft continu waarde. Die waarde bouwt op naar de eindprijs. De kunst is steeds waarde in de keten te vinden die te verzilveren valt.’
Veenman: ‘En daarbij is de logistieke dienstverlener de verbinder. Die richt zich vooral op het hoe. Bij supply chain finance financiert een koper met een sterke kredietwaardigheid de onderliggende partij, te weten zijn toeleverancier, die een lagere kredietwaardigheid heeft. De cost of capital van de leverancier is dan hoger, en zo kan hij profiteren van de betere credit rating van zijn klant. Als die toeleverancier een vitale, cruciale rol speelt in de processen van de koper, moet je hem zeker laten aanhaken bij supply chain finance.’
Els Kamphof: ‘Wij kijken sinds geruime tijd naar de mogelijkheden die supply chain finance de Rabobank biedt. Deze financieringsvorm past goed in ketens als food en agri, waar wij van oudsher sterk in zijn vertegenwoordigd. Een bekende vorm van supply chain finance, die Rabobank sinds een jaar aanbiedt, is supplier finance, ook wel reversed factoring genoemd. Supplier finance verbetert de financiële stabiliteit van de keten, doordat een nieuwe bron van liquiditeit beschikbaar komt voor de leveranciers. De koper behoudt haar met de leverancier overeengekomen betalingstermijnen met supplier finance en haar leveranciers krijgen direct betaald, wat goed is voor hun cashflow. Met deze oplossing speel je dus liquiditeit vrij die van oudsher vast zat in de keten. Omdat supplier finance geen bankkrediet is, blijft de schuld als crediteurenpost op de balans van de koper staan. Win-win voor zowel de afnemer als de leverancier.’

Bij supply chain finance werken grote bedrijven op financieel gebied nauw samen met hun toeleveranciers. Vaak betreft dat een grote groep van relatief kleine mkb-bedrijven. Hoe kun je die groep laten meeprofiteren van de voordelen van supply chain finance?
Hagdorn: ‘Als een leverancier – hoe klein ook – maar strategisch genoeg is voor zijn klant, heeft die laatste altijd een prikkel om een supply chain finance oplossing als reversed factoring aan te bieden. Door de snelle betaling van de factuur door de betrokken bank aan het mkb-bedrijf, komt er voor de laatste sneller werkkapitaal beschikbaar om te investeren. Doordat de afnemer pas op het latere betaalmoment aan de bank hoeft te betalen, behoudt hij meer werkkapitaal om te investeren. Met name in strategische relaties tussen leverancier en afnemer is gezamenlijk investeren in verbeteren van producten of diensten hierdoor eenvoudiger.’
Kamphof: ‘Sommige bedrijven maken gebruik van deze vorm van ketenfinanciering omdat ze inzien dat het voor hen voordelig is als hun leveranciers redelijk gekapitaliseerd zijn en over voldoende liquiditeit beschikken. ASML doet dit bijvoorbeeld op grote schaal. Normaliter betalen zij hun leveranciers na bijvoorbeeld negentig dagen; met supplier finance geven ze hen de mogelijkheid om meteen betaald te krijgen, tegen hun eigen, relatief gunstige cost of capital. Dit biedt hen dus een extra en goedkopere bron van financiering en verbetert ook de relatie tussen koper en leverancier. Inmiddels kun je in het kader van supply chain finance een breed scala aan financiële producten binnen een keten inzetten, die allemaal qua kapitaalbeslag heel efficiënt zijn, denk aan receivables purchase, securitisatie, letters of credit of voorraadfinanciering. Bij dat laatste kun je bijvoorbeeld denken aan een voedselketen, waarbij de afnemer de inkoop van zaden voor de boer voorfinanciert. Dat is het aardige van supply chain finance: je helpt de zwakste partijen binnen een keten.’
Veenman: ‘En dat zijn vaak de mkb-bedrijven. Duidelijk is dat de kredietverstrekking aan het mkb is gedaald. In de conceptrapportage ketenfinanciering lees ik dat de verstrekking van kleine kredieten, vergeleken met het begin van 2010, met tien procent is afgenomen. Bovendien krijgen mkb-bedrijven gemiddeld 34 dagen later betaald dan het landelijk gemiddelde. Voor deze groep is supply chain finance echt een uitkomst. De beste voedingsbodem hiervoor heb je als de betaaltermijnen in een keten lang zijn en de renteverschillen, die verschillende partijen moeten betalen voor hun kapitaal, groot zijn.’
Kamphof: ‘Inderdaad, daarom zijn sectoren zoals agri en mode zo geschikt voor supply chain finance oplossingen. Neem westerse modefabrikanten die hun katoen inkopen in China: deze partijen hebben te maken met uiteenlopende rentetarieven. Dan loont supply chain finance des te meer.’
Veenman: ‘Voor banken verandert er ook het nodige door de inzet van supply chain finance: als je een goederenstroom voorziet van financiering, loop je in principe minder risico dan dat je een onderneming van krediet voorziet. Daarnaast wordt de relatie tussen afnemer en leverancier hechter, wat kan leiden tot intensivering van co-makership en co-creatie. Partijen moeten elkaar duidelijk zien als partner.’

De overheid laat het potentieel van ketenfinanciering onderzoeken. Wat kan de overheid nu al concreet doen, ter stimulering?
Veenman: ‘De Nederlandse overheden kochten in 2012 voor zestien miljard euro in bij mkb-bedrijven. Voor mkb-bedrijven geldt dat 45 procent van hun totale kapitaalbeslag in die keten zit. Dat is hun geld, waar ze niet bij kunnen. Bij die groep kun je dus een enorme slag maken, door al dat geld, dat relatief lang in de keten zit, eerder vrij te maken.’
Hagdorn: ‘Dat zou inderdaad een enorme impuls aan onze economie geven. Die miljarden aan werkkapitaal zweven ergens onderweg, afhankelijk van de duur van de betalingstermijnen. Veel kapitaal zit vast bij de grote, sterkere ondernemingen, die er met hun marktmacht voor kunnen zorgen dat ze later hun facturen betalen. Als je grote bedrijven oproept om reversed factoring of supplier finance aan te bieden aan hun toeleveranciers, wordt de factuur meteen betaald aan de toeleverancier en maak je een groot bedrag vrij aan werkkapitaal. Stel dat grote bedrijven vijf procent van de twintig miljard aan bij hen uitstaande facturen via deze oplossing eerder laten betalen, dan ontvangen hun leveranciers, merendeels mkb-bedrijven, in één klap één miljard euro. Dat geeft een enorme impuls aan onze economie.’
Kamphof: ‘David Cameron heeft Britse bedrijven daartoe opgeroepen. Hij deed vorig jaar een moreel appèl op hen om hun rating beschikbaar te stellen aan leveranciers, via een vorm van supplier finance. Veel corporates hebben daarmee ingestemd. Zij kunnen gewoon na de gebruikelijke negentig dagen hun factuur betalen, maar hun leveranciers krijgen eerder betaald door de bank.’

Zou de Nederlandse premier ook niet zo’n oproep moeten doen?
Veenman: ‘Ik weet dat Mark Rutte het een goed idee vindt, maar hij laat dat over aan minister Kamp van EZ. Het intrigerende is dat je via supply chain finance oplossingen de schakels in een keten nauwer met elkaar verbindt, allerlei ongemakken eruit haalt, en dat het uiteindelijk niemand wat kost. Overigens haalt de overheid momenteel haar eigen wettelijke betaaltermijnen niet eens, dus ze geeft niet bepaald het goede voorbeeld. Laat bijvoorbeeld lagere overheden na maximaal dertig dagen hun facturen betalen, in plaats van na negentig dagen. Het zou een prachtig voorbeeld zijn als de overheid zou participeren in een supply chain finance opzet, zoals reversed factoring. De overheid kan dat ook, omdat ze beschikt over een goede, solide rating.’
Hagdorn: ‘De overheid heeft een groep ‘Innovatief Inkopen’, ik ga ervan uit dat die hier zeker oren naar heeft.’
Kamphof: ‘Inmiddels heeft de overheid in veel situaties haar betalingstermijnen verlengd en is een heel onbetrouwbare betaler geworden. Vraag maar eens na bij onze bouwers. Terwijl bouwend Nederland juist veel werkkapitaal nodig heeft.’
Veenman: ‘Het listige is: een wettelijke betaaltermijn gaat pas in nadat men het erover eens is dat de ontvangen factuur klopt en betaald dient te worden. Maar juist dat kan soms behoorlijk lang duren...’
Kamphof: ‘Het is inderdaad essentieel dat een koper ontvangen facturen veel sneller goedkeurt. Philips is daar sterk in. Als je een factuur niet meer binnen zestig dagen maar binnen vijf dagen goedkeurt, geef je de leverancier de zekerheid dat hij spoedig betaald krijgt. Alleen al die garantie is veel waard.’

Wat zijn de valkuilen voor invoering van een ketenfinancieringsoplossing zoals supplier finance?
Kamphof: ‘De cfo van de kopende partij heeft met supplier finance minder grip op haar betalingen en vindt dat soms ongemakkelijk. Je moet dus oppassen dat die niet afhaakt.’
Hagdorn: ‘Er komen andere disciplines dan finance bij kijken, en dat vindt de typische bankier moeilijk. Het gaat buiten de gebaande paden om, je bent in feite bezig met zowel inkoop, IT als finance. Het helpt dan ook enorm als de ceo achter invoering van supplier finance staat, zich daar ook echt actief mee bezighoudt.’
Kamphof: ‘Dat is een van de redenen waarom wij dit klanten aan elkaar laten introduceren, met elkaar laten praten over de ervaringen met supplier finance. Dat neemt de koudwatervrees wat weg. Men is toch bang voor addertjes onder het gras. Het besef van kopers dat ze hun leveranciers con­creet kunnen helpen, geeft hen ook onderhandelingsruimte.’
Veenman: ‘En zo verandert de klassieke relatie van koper en leverancier in een partnership in business. Men ziet over en weer het belang van goed op elkaar aansluiten en werkt beter samen.’

Michiel Steeman is lector supply chain finance aan Hogeschool Windesheim.

Deze rondetafeldiscussie over supply chain finance is gepubliceerd in Management Scope 01 2014.

facebook