Ernst-Jan Stigter over de prettige bijvangst bij transformeren
'Aarzel niet over nieuwe oplossingen of investeringen'
Ernst-Jan Stigter in gesprek met Martijn Hagens
15-02-2018 | Interviewer: Martijn Hagens | Auteur: Paul Groothengel | Beeld: Mark van den Brink
Ongeveer 1000 collega’s bij Microsoft zitten samen tien weken zonder kantoor. Het interview met Ernst-Jan Stigter vindt daarom plaats op het hoofdkantoor van Nuon, waar Nuon-coo Martijn Hagens een flexruimte heeft gereserveerd. Microsoft verbouwt hoofdkantoor The Outlook op Schiphol: het gebouw ondergaat een (digitale) transformatie en wordt een smart building. Tijdens de verbouwing zwermen de werknemers uit naar de werkplekken van klanten en partners, of naar flexplekken van bijvoorbeeld Spaces. Zo wil Microsoft zichzelf en de buitenwereld laten zien hoe het is om letterlijk te werken als niet-plaatsgebonden netwerkorganisatie. In die netwerkgedachte past ook dit gesprek tussen Microsoft en Nuon.
Het techbedrijf, blijkt uit het gesprek met Stigter, doet nog veel meer om de digitalisering en verduurzaming van de eigen organisatie gestalte te geven. Zo wil Microsoft het datacenter dat het bouwt in het dorp Middenmeer, in de kop van Noord-Holland, grotendeels laten draaien op hernieuwbare energie. Daartoe heeft het vorig jaar een overeenkomst gesloten met Nuon, voor de levering van windenergie. Nuon stampt nu, pal naast het Microsoft-datacenter (een van de grootste van Europa) een windpark uit de grond dat in 2019 operationeel moet zijn. Met de energieopbrengst van een deel van het park met in totaal zo’n 100 windmolens kunnen Microsoft-klanten hun enorme hoeveelheden clouddata in Middenmeer stallen, zonder het milieu te belasten. Stigter werkt al bijna twee decennia voor Microsoft, in uiteenlopende leidinggevende functies. Hij is opvallend positief over de mogelijkheden die Nederland te bieden heeft, zeker op gebied van digitalisering. Misschien omdat Stigter zeven jaar in het buitenland werkte en van een afstand naar zijn thuishaven kon kijken. Volgens hem heeft Nederland alle eigenschappen om wereldwijd een icoon van digitale transformatie en van de adoptie van (cloud)technologie te worden: ‘Ik denk dat we ons soms onvoldoende realiseren hoeveel potentie we hebben. Al moeten we nog wel het nodige doen aan ons onderwijs.’
Hoe bevalt het, werken zonder vast kantoor?
‘Dat is wel even wennen. Het maakt ons creatiever. Iedere werknemer moet zelf op zoek gaan naar alternatieve werk- en ontmoetingsplekken. Het is goed om aan den lijve te ondervinden hoe makkelijk het is om met hedendaagse technologie moeiteloos virtueel samen te werken. Ik werk nu veel met Microsoft Teams, onze hub voor teamwork in Office 365. In deze kamer kan ik nu, volledig veilig, een virtueel team starten. Met dat team kan ik eenvoudig documenten delen, bellen via Skype en werken met volledig op de cloud gebaseerde oplossingen. Het dwingt me na te denken over hoe ik werk. Dat is een interessant proces. We laten dit nu documenteren en analyseren door onderzoekers van de Universiteit Utrecht, die onze werkwijze meten voor en na de verbouwing. Waarom? We willen voorloper zijn, laten zien hoe je het werk met behulp van digitale mogelijkheden beter kunt organiseren. Daarom willen we deze lessen graag delen met de buitenwereld.’
Waarom laat u het hoofdkantoor nu verbouwen?
‘We delen het gebouw anders in. Het wordt een showcase van het werken van de toekomst. Van Het Nieuwe Werken gaan we over naar Het Nieuwe Netwerken. Er komen aparte zones met concentratieruimtes, ontspanningsruimtes, ruimtes voor telecommunicatie, ontmoetingsplekken en flexplekken. We hangen overal draadloze sensoren op die data doorgeven over bijvoorbeeld de bezettingsgraad, de geluidsdruk en de luchtkwaliteit in het gebouw. Met eigen cloudtechnologie krijgen we inzicht in deze data, zodat we de beste gebruiks- en klantervaring kunnen bieden aan zowel medewerkers als bezoekers. Dat moet leiden tot meer tevreden medewerkers, minder energiegebruik en minder afval.’
Digitalisering leidt vaak tot meer energieverbruik. Hoe zorgt u dat digitalisering in dit nieuwe hoofdkantoor duurzaam handelen juist stimuleert?
‘Ik geef een voorbeeld. Van onze 1000 medewerkers lunchen er gemiddeld zo’n 350 bij ons op kantoor. Dat resulteert erin dat onze keuken per week 95 kilo afval produceert: eten dat over is, dat we weggooien. Dat vonden we best veel. Toen hebben we een aantal databronnen aan elkaar gekoppeld. Hoeveel mensen er op een bepaald moment in het gebouw zijn, kunnen we makkelijk meten, bijvoorbeeld via de wifi-data. Dat koppelden we aan de kassagegevens en de weersomstandigheden. Dan kun je analyseren bij welke temperaturen hoeveel mensen een bepaald product kopen. En op welke dag. Door datagedreven te werken, kopen de keukenmedewerkers nu veel gerichter in. De hoeveelheid wekelijks afval is hierdoor gedaald van 95 naar 35 kilo! Het is maar een klein voorbeeld, maar wel een dat goed aangeeft hoe je door datakoppelingen tot interessante inzichten kunt komen. In ons nieuwe kantoor kunnen we dit nog veel verder doorvoeren.’
Dergelijke toepassingen doet u ook met klanten?
‘Zeker. Neem de hotels van citizenM. Zij doen veel onderzoek onder hun gasten, leggen hun preferenties vast. Denk aan de verlichting van de hotelkamer, de kamertemperatuur, voeding, et cetera. Een softwareontwikkelaar heeft voor hen een oplossing gebouwd, gebaseerd op ons cloudplatform. Hiermee kan de hotelketen goed inspelen op de wensen van hun gasten. En dankzij ons platform kunnen de verschillende systemen van citizenM wereldwijd goed met elkaar communiceren.’
Hoe houdt u ‘duurzaam handelen’, waarvan u aangeeft hoe belangrijk dat is voor Microsoft, levend onder uw medewerkers?
‘Het gaat erom dat individuele medewerkers zich bewust blijven van hun eigen verantwoordelijkheid. Je stimuleert dat onder meer door hen kansen te bieden. Zo hebben we de leasecontracten onder de loep genomen en werken we toe naar een nieuw systeem met mobility credits. Afhankelijk van het type vervoer dat je kiest, verbruik of krijg je credits. De keuzemogelijkheden bestaan uit onder andere een elektrische leaseauto, autodelen, carpooling, de fiets en een abonnement op het openbaar vervoer. Je verbruikt bijvoorbeeld credits als je in de auto stapt, maar krijgt credits als je ’m uitleent aan een collega. Erg leuk, een model dat mensen kunnen beschouwen als een game. Zo kun je als medewerker voelen dat je persoonlijk bijdraagt aan het doel van ons bedrijf om de CO2-uitstoot terug te dringen. Belangrijk om duurzaam gedrag op dit soort manieren concreet te maken, anders blijft het een vaag onderwerp.’
Microsoft zet de laatste jaren stevig in op cloudtechnologie. De datacenters die daarvoor nodig zijn, slurpen wel de nodige energie. Hoe rijmt u dat met uw duurzaamheidsdoelen?
‘Wij hebben wereldwijd 42 datacenters operationeel. Die verbruiken inderdaad veel energie. Het is een grote ambitie van Microsoft om deze datacenters zo duurzaam mogelijk te maken. Het datacenter in Middenmeer, een van de grootste in Europa, zien we daartoe als proeftuin. Waarom Microsoft hiervoor juist Nederland uitkiest? Ons land is nou eenmaal een aantrekkelijke vestigingsplaats voor grote technologiebedrijven: de energievoorziening is betrouwbaar en Nederland is een belangrijke hub in het internetverkeer.’
De overeenkomst met Nuon heeft u afgesloten middels een Power Purchase Agreement (PPA). Hoe past dat in de strategie?
‘Met een zogeheten PPA committeren wij ons om windenergie af te nemen van Nuon. Deze samenwerking is zowel voor ons als Nuon van groot strategisch belang, omdat er hiermee nieuwe duurzame energiebronnen bijkomen. Dat past meer in onze strategie dan het afkopen van emissies. Daar staat tegenover dat Nuon leveringszekerheid biedt. Dat moet ook wel, want wij garanderen op onze beurt onze klanten dat onze datacenters altijd beschikbaar zijn, wat er ook gebeurt. Dus als een datacenter onverhoopt even stilvalt, moet een ander datacenter dat kunnen overnemen. Dankzij dit contract komen onze toezeggingen aan onze klanten niet in gevaar. Overigens hebben we voor dit soort grootschalige inkoopprojecten een corporate team dat vanuit het hoofdkantoor van Microsoft een wereldwijd uniforme inkoopstrategie hanteert. Daar sloot deze PPA naadloos op aan.’
U zei eerder dat Nederland zou kunnen uitgroeien tot een icoon van digitale transformatie. Waarom denkt u dat?
‘Naast de betrouwbare energievoorziening telt dat Nederland een zeer hoge internetpenetratie heeft, vrijwel overal over voldoende bandbreedte beschikt en een relatief stabiel politiek klimaat heeft. Daar komt bij dat Nederlanders een open mind hebben. Omdat we in zo’n klein land leven, weten we maar al te goed dat we niet zonder een mondiale oriëntatie kunnen. Dat laatste is in veel Europese landen momenteel ver te zoeken. Bovendien is het opleidingsniveau relatief goed.’
Maar vorig jaar zei u in een interview nog dat we in het Nederlandse onderwijs meer aandacht moeten besteden aan digitale vaardigheden.
‘Zeker. We hebben in Nederland te maken met een schreeuwend tekort aan technici en ICT’ers. Ik zit in het bestuur van branchevereniging Nederland ICT en heb onderwijs en werkgelegenheid in mijn portefeuille. We zijn nu bezig een integraal beleid te formuleren om ook de politiek te bewegen dit probleem veel serieuzer te nemen dan tot nu toe het geval is. Hoe komt het dat zo weinig kinderen het leuk vinden digitale wegen in te slaan? Om te programmeren, om analytisch bezig te zijn? De spoeling is gewoon te dun. Ik lig daar echt wakker van. Politiek Den Haag lijkt de noodzaak hiervan wel in te zien, maar de veranderingen gaan maar traag.’
Wat moet er gebeuren?
‘We moeten op meerdere knoppen tegelijk drukken om Nederland op dit vlak in beweging te krijgen. Anders zet de bv Nederland zich buitenspel. Dat zie ik binnen ons bedrijf ook al gebeuren: steeds meer van onze specialisten op het gebied van data-analytics, artificial intelligence en machine learning komen uit het buitenland.’
Zouden ICT-bedrijven als Microsoft daar ook niet een directe rol in kunnen spelen?
‘Dat doen we ook! We delen graag onze ICT-kennis met scholen, investeren in de talenten van de toekomst. Maar helaas zie je sommigen in het onderwijs verkrampen zodra bedrijven zich, in hun ogen, ‘met onderwijs gaan bemoeien’. Maar ik zie ook mooie dingen gebeuren, zoals leraren die snappen waar het naartoe moet. Ik mocht laatst Skypen met een groep acht in Castricum. Die kinderen stelden me allerlei vragen, zoals wat ik nou de hele dag bij Microsoft doe. Ze lieten me zien wat zij iedere maand doen: een Skype-sessie met een klas uit een ander land. De kinderen in Castricum moeten dan raden in welk land en welke stad die andere klas zit. Dankzij Skype Translator kunnen ze elkaar realtime verstaan en begrijpen, dat is echt fascinerend. Zo komen ze op een speelse manier in aanraking met ICT en leren ze het nodige van de verhalen van die buitenlandse klas.’
Hoe veranderen de relaties met uw klanten door de digitale transformatie, die zowel zij als Microsoft Nederland doormaken?
‘Er treedt een zekere mate van branchevervaging op, omdat de meeste bedrijven door die digitalisering een nieuw soort softwarebedrijf worden. Iedere ketenpartner laat zich leiden door data en krijgt te maken met dezelfde beheers- en veiligheidsproblemen. Die transformatie zorgt ervoor dat er ecosystemen ontstaan, waarbij je intensievere en langer durende relaties opbouwt met klanten en toeleveranciers.’
Wat zou deze ontwikkeling nog kunnen verstoren?
‘Bijvoorbeeld dat mensen de digitale mogelijkheden niet zien. Vaak zijn er wel de technologische mogelijkheden, maar is de mens zelf de belemmering. In Nederland merk ik dat zeker. Die houding van ‘het glas is half leeg’ uit zich onder meer in een vrees voor het verlies van banen, door de opkomst van robotica. Daar geloof ik totaal niet in. Neem de zorg. Robots kun je gebruiken voor het doen van basale taken. Dat maakt het werk en de zorg leuker en beter.’
Wat is het mooiste compliment dat u van een klant zou kunnen krijgen?
‘Dat wij positief verrassen. Dus bijvoorbeeld iets doen wat we nog niet eerder voor die klant hebben gedaan, en zo zijn verwachtingen overstijgen. Wat daar ook in zit: je kunt wachten tot een klant jou iets vraagt, maar je kunt ook zelf iets ondernemen waarvan jij denkt dat het in het belang is van jouw klant. Organisaties aarzelen soms met nieuwe oplossingen of investeringen. Dat is heel menselijk, maar mijn ervaring is dat je met een ‘glas halfvol’-benadering toch het verst komt. Als ik terugkijk naar de toepassingen en oplossingen die we onze klanten het laatste half jaar hebben geboden, nou, dat had ik drie jaar geleden nog niet durven dromen.’
Interview door Martijn Hagens, coo bij Nuon en senior vice president, business area customers & solutions bij Vattenfall. Hagens schrijft en interviewt voor Management Scope over de energietransitie. Gepubliceerd in Management Scope 02 2018.