Vier topvrouwen over investeren met impact

Vier topvrouwen over investeren met impact
De instroom in duurzame fondsen en producten heeft de afgelopen jaren een flinke vlucht genomen. Bovendien valt er inmiddels goed geld mee te verdienen. Dat is de boodschap van vier topvrouwen uit de financiële sector die met elkaar in discussie gaan over de impact van vermogen en investeringen. ‘Hoe zorg je ervoor dat het geld terechtkomt waar je echt impact kunt maken.’

Hoe kunnen we vorm geven aan ‘the reset’ naar een eerlijker, duurzamer en veerkrachtiger toekomst? Dat is het thema van het Executive Women Event 2021 van Kearney en Partners at Work, dat dit jaar vanwege de COVID-pandemie aanvankelijk in meerdere kleine sessies werd opgesplitst. Nu het dankzij vaccinaties en de daling van het aantal besmettingen weer mogelijk is, komen de deelnemers voor dit derde rondetafelgesprek fysiek bij elkaar. Locatie is het kantoor van Kearney, met weids uitzicht over het IJ en Amsterdam-Noord. 

> Editie 2 van het Executive Women Event 2021 gemist? Lees hier: Drie topvrouwen roepen op tot actieve deelname aan het maatschappelijke debat

Onder leiding van Josephine van der Vossen (Partners at Work) en Niki Vorselaars (Kearney) gaat de discussie over het creëren van impact door middel van vermogen en investeringen. Aangeschoven aan de grote ovale tafel (de anderhalvemeterregel blijft intact) zijn vier leiders uit de financiële sector. Monique Donders, countrymanager Nederland bij BlackRock, ‘vertegenwoordigt’ het institutioneel vermogensbeheer. Particulier vermogensbeheer is het terrein van Choy van der Hooft-Cheong, managing director bij ABN AMRO MeesPierson. Uit de pensioensector is Joanne Kellermann aangeschoven, bestuursvoorzitter van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Désirée van Boxtel is medeoprichter en partner bij Karmijn Kapitaal, een private equity-investeerder die bewust kiest voor bedrijven die (mede) worden geleid door vrouwen.
Bij elkaar opgeteld vertegenwoordigen de vier vrouwen ongeveer 600 miljard euro vermogen. BlackRock beheert wereldwijd ongeveer 900.000 miljard dollar aan assets, waarvan 240 miljard in Nederland. Bij ABN AMRO MeesPierson – de naam waaronder ABN AMRO Private Banking in Nederland opereert – bedraagt het vermogen zo’n 110 miljard euro. PFZW heeft 250 miljard in kas. In vergelijking daarmee is Karmijn Kapitaal met drie fondsen van in totaal 200 miljoen euro een relatief kleine speler, maar in de eigen doelgroep – het midden- en kleinbedrijf – heeft de investeerder wel degelijk flinke impact.

Enorme vlucht
Karmijn Kapitaal werd tien jaar geleden opgericht om diversiteit te stimuleren. Van Boxtel: ‘Daarbij gaat het ons vooral om een betere balans in ondernemerschap. Bedrijven moeten gericht zijn op langetermijnwaardecreatie, continuïteit en duurzaamheid. Het leiderschap dat daarvoor nodig is, bereik je nu eenmaal het beste met een goede mix van mensen.’
De andere gespreksdeelnemers hebben in hun organisaties de visie op het inzetten van kapitaal voor een ‘reset’ naar een duurzamere wereld in de afgelopen jaren zien veranderen. Black- Rock-ceo Larry Fink haalde in januari 2020 het nieuws door in zijn jaarlijkse brief aan de ceo’s van bedrijven aan te kondigen duurzaamheid voortaan mee te nemen in alle beleggingsbeslissingen. Donders: ‘Toen de COVID-pandemie uitbrak, verwachtten we dat de instroom van kapitaal naar duurzame oplossingen zou stagneren. In de praktijk zien we wereldwijd het omgekeerde. De instroom in duurzame fondsen en producten heeft bij vermogensbeheerders als BlackRock in de afgelopen anderhalf jaar echt een enorme vlucht genomen.’
Binnen private banking is het tij al langer gekeerd. ABN AMRO MeesPierson begon tien jaar geleden met duurzaam beleggen, al waren veel klanten toen nog niet zo ver. Van der Hooft-Cheong: ‘Ze waren vooral geïnteresseerd in rendement en in klassieke aandelen als Shell en KLM. Dat is wel veranderd. Voor de jongere generatie moeten beleggingen per definitie duurzaam zijn, maar ook de oudere beleggers willen inmiddels meer achterlaten dan geld alleen. COVID heeft de bewustwording over hoe we de wereld willen achterlaten nog eens versterkt. Ook de non-believers gaan er nu met ons over in gesprek. In het afgelopen jaar was 85 procent van de instroom in onze beleggingen duurzaam, zowel qua beheer als op het gebied van advies. Dat hebben we niet eerder meegemaakt.’
PFZW stond vanaf 2010 tien jaar lang op de eerste plaats in alle lijstjes van de beste duurzame beleggers, maar sinds kort niet meer. Kellermann vindt dat ergens wel goed nieuws, ‘omdat het betekent dat ook andere pensioenfondsen er nu actief mee bezig zijn.’ In haar eigen organisatie is duurzaam beleggen inmiddels zo vanzelfsprekend dat het vijfjarenplan is omgedoopt van “Duurzaam beleggen 2020-2025” naar “Beleggen 2020-2025”. ‘Alle beleggingen moeten namelijk passen in het duurzaamheidsbeleid. Het is geen aparte afdeling of doelstelling meer.’

Duurzaamheid = rendement
Een hardnekkige mythe wil dat duurzaamheid en rendement elkaar uitsluiten. Dat is inmiddels zeker niet meer het geval, benadrukken de financiële topvrouwen. Sterker nog: ‘Onze duurzame mandaten presteren over de hele linie beter’, aldus Van der Hooft-Cheong. ‘Daardoor verandert ook de discussie. De vraag is nu eerder hoe je ervoor zorgt dat het geld terechtkomt op plekken waar je de meeste impact kunt maken.’
Die vraag is nog niet zo gemakkelijk te beantwoorden, onder andere door het ontbreken van een algemeen gedeeld raamwerk om de impact van duurzame beleggingen te meten. Ook zijn er soms simpelweg te weinig data beschikbaar, merkt Donders. ‘Kijk naar de ESG-doelen. Sinds COVID is er veel meer nadruk komen te liggen op de S van Social, maar dat is meteen ook heel lastig meetbaar, onder meer vanwege verschil in juridische kaders. De Black Lives Matter-beweging bijvoorbeeld was in de Verenigde Staten heel groot en werd van daaruit geëxporteerd naar Londen en de rest van Europa, maar hier is het verzamelen van data over bijvoorbeeld etniciteit in verband met privacywetgeving lastig. Als je er niet naar mag vragen, kun je er ook niet op sturen.’

Impact-beslissingen
Verschillende stakeholders hebben vaak verschillende visies op en verwachtingen over het creëren van impact via kapitaal. Dat maakt het er niet altijd gemakkelijker op. Neem de keuze voor impact op het gebied van diversiteit die Karmijn Kapitaal bij de oprichting maakte. Dat vinden investeerders nu zo vanzelfsprekend dat ze daarnaast met aanvullende eisen komen, bijvoorbeeld op klimaatgebied. ‘Het lastige voor ons als ontvanger van geld en als klein bedrijf is dat ze allemaal iets anders willen’, aldus van Boxtel.
‘Je kunt niet iedereen bedienen’, stelt ook Kellermann van PFZW. ‘NGO’s en actiegroepen die op een specifiek issue inzoomen, zullen in onze portefeuille altijd bedrijven vinden die volgens hen niet of niet helemaal het goede doen.’ Dat PFZW eerder dit jaar met het collectief van activistische aandeelhouders Follow This tegen de klimaatplannen van Shell stemde, was een bewuste maar ook lastige stap, benadrukt Kellermann. ‘Ergens voelt het namelijk ook oneerlijk. Shell is een van de eerste grote oliemaatschappijen die überhaupt iets doet, dus het is niet heel stimulerend om ze dan meteen om de oren te slaan. Niettemin willen we dat ze verder gaan en echt een statement maken. Ik denk dat zulk stemgedrag vaker voor zal komen.’
Om ervoor te zorgen dat PFZW steeds betere impact-beslissingen neemt, gaat het pensioenfonds in zijn risicoanalyses meenemen in hoeverre er streng wordt voldaan aan het eigen engagementbeleid. ‘Dan gaat het om vragen als: doen we een aandeel echt van de hand als een tijdlang praten nergens toe heeft geleid?’ Misschien moet je het juist omkeren, stelt BlackRock-countrymanager Donders daarentegen. ‘Zolang je nog met elkaar aan tafel zit, kun je invloed hebben. Door de ESG-doelen steeds opnieuw aan de orde te stellen of op een jaarvergadering tegen bepaalde voorstellen te stemmen, kun je heel duidelijk maken dat een koerswijziging echt nodig is.’
Zolang er nog geen duidelijk raamwerk is om impact te meten, kan het helpen om je te richten op datgene waar je verstand van hebt, vindt Van der Hooft-Cheong. ‘ABN AMRO MeesPierson bijvoorbeeld heeft een grote onroerendgoedportefeuille. Daarom hebben we gezegd dat we onze klanten gaan helpen hun onroerend goed CO2-neutraal te maken. Daar zijn we sterk in, daar kunnen we expertise mee opbouwen en daar kunnen we ook andere partijen bij helpen.’
Laten we er wel voor waken, aldus Donders, dat niet iedereen in een beperkt aantal projecten investeert. ‘Zo is hernieuwbare energie nu populair, maar er zijn veel te weinig grondstoffen voor al die batterijen die nodig zijn voor de tussentijdse opslag van het overschot aan wind- en zonne-energie. Als al het geld daar naartoe gaat en die bubbel barst, zijn we weer terug bij af.’
Kijkend naar de toekomst zien alle deelnemers de noodzaak om krachten te bundelen, maar zien ze daarbij nog de nodige uitdagingen, zoals het door Donders genoemde gebrek aan uniforme raamwerken en data, de versnippering van beschikbare fondsen en vooral de vraag: Wie moet de regierol op zich nemen om alle beschikbare expertise en ervaring bij elkaar te brengen? Zoals Kellermann het verwoordt: ‘Er moet een goede samenwerking tot stand komen in de keten, maar mij is nog niet erg duidelijk hoe we die tot stand gaan brengen en wie die smeerolierol op zich neemt. Daar maak ik me ook wel wat zorgen over.’ 

Dit artikel is gepubliceerd in Management Scope 07 2021.

facebook