Annemieke Roobeek: 'De iro is vaak onbewust onbekwaam'

Annemieke Roobeek: 'De iro is vaak onbewust onbekwaam'
Hoe staat het in Nederland met investor relations (IR)? Zijn die goed belegd bij de investor relations officer (iro)? Hoe zit het met diens mandaat en voldoet hij of zij aan de verwachtingen van nu? Jesse Thiel van IR-platform Q4 Inc. gaat voor Management Scope op zoek naar antwoorden. Dit keer gaat Thiel in gesprek met ‘de toezichthouder’ – in de persoon van commissaris en Nyenrode-professor strategie en transformatie Annemieke Roobeek. Roobeek is uitgesproken: ‘Mijn ervaring is dat iro’s ongelooflijk conservatief zijn, hautain en extreem risico-avers.’

Annemieke Roobeek gaat er eens goed voor zitten in haar kantoor in Amsterdam. Over de rol van de investor relations officer (iro) heeft ze wel een mening. Een uitgesproken mening zelfs. Heel enthousiast over de iro’s die zij tijdens haar werkzame leven heeft leren kennen is ze niet. ‘De meeste verhalen van de iro’s zijn zo saaaaaai’, zegt ze met nadruk. ‘Altijd die punten en die komma’s. Altijd die focus op het jaarverslag of op de press release. Zo weinig verrassend.’ Dat kan en moet anders, vindt Roobeek: ‘Ik ben kritisch, maar uiteindelijk kan de positie van iro een enorm belangrijke spilfunctie worden.’ 

Hoe is het wat u betreft gesteld met de connectie tussen bedrijven in Nederland en hun umfeld? En dan met name de investeerders?
‘Er is wel degelijk sprake van een disconnectie tussen bedrijven en hun omgeving. Dat komt vooral tot uiting in hun jaarverslagen. Dat worden steeds vaker vlakke teksten met mooiweerverhalen. Heel risico-avers, het lijken wel reclamebrochures. Jaarverslagen zijn daardoor eigenlijk steeds minder relevant. Dus daar zie ik zeker een disconnectie tussen bedrijven en de veranderende omgeving. De disconnectie met de investeerders is in mijn ogen daarentegen minder groot. Investeerders hebben door het jaar heen genoeg momenten om via roadshows of in bila’s de verhalen achter de cijfers te horen.’

Hoe pakken bedrijven die gesprekken met investeerders aan? En niet minder belangrijk: spreken bedrijven met de juiste potentiële investeerders?
‘Daar is de nodige winst te behalen. Een heel belangrijke verandering in de investeerdersmarkt is de opmars van de impactinvesteerders. Ze zijn nog zeker niet de dominante groep, maar ze worden wel steeds belangrijker. Die impactinvesteerder wil van bedrijven horen hoe de purpose wordt beleefd en wat de maatschappelijke impact van een bedrijf is, met name op het terrein van ESG- of de SDG-criteria. En dat gaat veel verder dan een accountantsverklaring of goede cijfers in het jaarverslag. Dat past natuurlijk ook in de trend van nu.
Kijk, ik heb hier een persbericht over de jaarcijfers van Eneco. In dit persbericht wordt het bedrijf volledig in een maatschappelijke context geplaatst. Ze beginnen niet met de cijfers, maar met de oorlog in Oekraïne, de humanitaire crisis, en de bijbehorende uitdagingen op de energiemarkt. Dat vind ik mooi. Dat is van nu. Eerst het hart en pas daarna de cijfers. Ik denk dat dat anno 2022 belangrijk is. Je kunt je in alle eerlijkheid afvragen of de investor relations officer voldoende met die zaken bezig is. Is hij of zij de regisseur van het hart? Dat denk ik niet.’

Hoe zou dat kunnen veranderen?
‘De investor relations officer zou dichterbij het grotere verhaal moeten zien te komen. Het verhaal van het bedrijf in die maatschappelijke context. Je moet als bedrijf laten zien hoe betrokken je bent bij de maatschappelijke uitdagingen. Hoe zijn je medewerkers betrokken, hoe zijn de klanten betrokken? Dat is een ander verhaal dan het verhaal van de cijfers. En dat verhaal moet de iro zich eigen maken.’

Daarmee wordt de rol van de iro wat u betreft belangrijker, inhoudsvoller?
‘Ja, dat zou wel moeten. De iro moet proactiever worden. Ook naar het eigen bestuur toe. Ik vind dat de iro strategisch advies mag geven over de investeerders. De iro mag best zeggen: als wij met deze investeerders in zee gaan, dan vervreemden wij ons van onze klanten of van onze potentiële klanten. De iro moet zelf actief op pad gaan naar investeerders en daar vooral ook anderen bij betrekken. Dit is de tijd van “samen”, dus de iro zal juist ook zijn of haar eigen netwerk binnen de organisatie moeten inschakelen. Ga eens met iemand binnen de organisatie spreken die verantwoordelijk is voor duurzaamheid of innovatie. En neem zo iemand mee naar een gesprek met investeerders. Dat vinden die investeerders ook waardevol. Zeker de impactinvesteerders zijn geïnteresseerd in een constructieve manier van samenwerken.’

De iro bewandelt nog te veel het traditionele pad, is uw ervaring?
‘Ja, de iro zit nog te vaak in de vaste groef. En daarmee doet hij of zij het bedrijf geen goed. Mijn ervaring is eigenlijk dat iro’s ongelooflijk conservatief zijn. Conservatief, hautain en extreem risico-avers. Ze praten de cfo naar de mond en zijn niet aangesloten bij de vernieuwende activiteiten van een onderneming, niet aangesloten bij de purpose. Ze zitten nog echt in een ivoren torentje. Iro’s vinden zichzelf ongelooflijk belangrijk omdat zij als eerste het jaarverslag mogen laten zien, en omdat zij de punten en de komma’s in de uiteindelijke press releases mogen plaatsen. Maar als dat de rol van de iro is, dan is die totaal inhoudsloos, vind ik.’

Wat is nodig om de iro uit zijn ivoren toren te krijgen?
‘De blinde vlekken moeten worden weggenomen. Ik heb het gevoel dat de iro een bril op heeft waar wel heel kleine gaatjes in zitten. Dat moet veranderen. De iro zou een meer explorerende en netwerkende houding moeten aannemen. Dat betekent onder meer dat hij of zij de interne netwerken moet gaan activeren. Zijn of haar werk moet veel verder gaan dan de cijfers in het jaarverslag. Wie is er binnen het bedrijf bezig met interessante ontwikkelingen? Wat zit er aan te komen? Dat is juist ook wat de markt wil weten. De markt wil weten waar je op zit te broeden als bedrijf. De markt wil weten hoe je op zoek gaat naar talenten en hoe je die aan je weet te binden. Dat zijn heel andere verhalen dan de EBITDA waar de doorsnee-iro altijd maar mee bezig lijkt.’

Nu wijst de dagelijkse praktijk uit dat er ook nog altijd investeerders zijn die bottom line alleen naar de financiële resultaten kijken. Zolang de impactinvesteerders niet dominant zijn, is er misschien de noodzaak niet om ‘uit de groef’ te komen?
‘Dat zou dom zijn. Als je als bedrijf alleen maar met de bottom line bezig bent, dan ben je niet de meest aantrekkelijke en innovatieve werkgever. Dan ben je in feite gewoon je eigen citroen aan het uitpersen: je bedrijf, je mensen. Investeren gaat niet alleen over geld. Integendeel. Het gaat om mensen, om vernieuwing, om innovatie. Het gaat om het grotere verhaal, juist in deze tijd van transformaties op zoveel fronten.’

En dat betekent: dilemma’s voorleggen aan je potentiële investeerders?
‘Niet zozeer de dilemma’s als wel de strategische keuzes. Die keuzes zijn buitengewoon interessant voor investeerders. Daar kan een investeerder ook iets van vinden. Wat doe je op het gebied van verduurzaming, op het gebied van digitalisering, wat doe je aan klantbeleving? En als je als iro merkt dat een investeerder daar niet geïnteresseerd in is, dan kun je je afvragen of je de juiste financier te pakken hebt. Dan kun je dat aankaarten bij de rvb of rvc. Ik denk dat je als iro ook selectiever moet zijn richting investeerders. Je hoeft niet te kruipen voor een investeerder, je hoeft je niet kleiner te maken. Een bedrijf moet op zoek naar de juíste investeerder, een investeerder die geïnteresseerd is in het langetermijnverhaal of geïnteresseerd is in je vernieuwing. Een iro moet dat exploreren. Naar buiten gaan om de juiste investeerder te triggeren en niet met de eerste de beste geldschieter in zee gaan.’

De iro loopt ook tegen praktische problemen aan: er is een hoop dagdagelijks werk te doen, het investor relations office is vaak maar een klein clubje binnen het bedrijf, vaak maar één of een paar fte.
‘Ik denk dat de iro zich misschien wel iets te lang veilig gevoeld heeft in zijn miniclubje. Ik wil hem of haar uitdagen om de netwerkkant op te gaan, om collectieve kennis daaruit op te halen en om verder te kijken dan de cirkel rond de cfo. Want in die cirkel zitten niet de meest innovatieve en creatieve mensen, die cirkel is risico-avers. Er is vaak een duidelijke disconnect tussen enerzijds de iro en de financiële top van de organisatie en anderzijds de rest van de organisatie. Ik denk dat het aan de iro zelf is om eerst eens die bril af te zetten waar hij of zij zo moeilijk door kijkt, de blinde vlekken weg te halen en zich meer maatschappelijk open te stellen. Als de iro daar de lead in neemt, zal de kring rondom de cfo misschien wel volgen.’

Wat heeft u als commissaris nodig van de iro?
‘Waar een commissaris heel erg veel behoefte aan heeft zijn de competitive comparisons; de onderzoeken naar andere, concurrerende bedrijven in de markt of in een vergelijkbare markt. Hoe doen zij het? Het maken van dat soort analyses zou bij uitstek een taak moeten zijn van de iro. Maar het gebeurt bijna nooit. De scope is nu zo klein, ze kijken zo naar binnen in de kleine kring. Terwijl je als commissaris altijd wil weten: hoe doen wij het ten opzichte van de concurrentie? Waar zijn zij mee bezig? Waar maken de andere bedrijven impact mee? De rvc én de rvb hebben enorme behoefte aan dat soort analyses. Uiteindelijk geldt dat voor alle stakeholders. Je krijgt dan ook duidelijker zicht op waar je je als bedrijf mee onderscheidt, anders dan de bottom line.’

Kunt u het ook eens vanuit de investeerder proberen te bekijken? Waar heeft die volgens u behoefte aan?
‘Dat is een interessante vraag. Ik denk dat impactinvesteerders vrij kritisch zullen zijn. Die zullen tegen een iro zeggen: u lepelt nu gewoon de cijfers uit het jaarverslag op, die heb ik al gezien, ik zou graag eens met uw sustainability director willen spreken, ik zou graag van uw chro eens inzage krijgen in de exitgesprekken van uw bedrijf. Dat is namelijk interessante informatie over betrokkenheid, stijl van leidinggeven, uitdagingen of het gebrek daaraan. Ik weet zeker dat de iro dan met zijn mond vol tanden staat.’

De iro zou wat u betreft dus ‘de regisseur van de inzichten’ moeten zijn?
‘Absoluut. En ik denk dat dat een enorm verrijkende rol kan zijn. Nu is het te veel naar binnen gekeerd, te weinig onderzoekend. De iro is vaak gewoon onbewust onbekwaam. Het kan veel beter.’

En bedrijven zijn zich daar onvoldoende bewust van? Dat het beter kan?
‘Bedrijven zijn al heel blij dat ze een iro hebben. De iro heeft zich een unieke positie weten te verwerven, zeker in die precaire periode waarin het jaarverslag naar buiten moet en de press releases moeten worden gemaakt. De iro is nu eigenlijk de regisseur van het jaarverslag. En dat zou niet zo moeten zijn. De iro moet een meer inhoudelijke taak krijgen.’

Zouden we de iro niet wat meer houvast moeten geven? Bijvoorbeeld door de iro een soort taakomschrijving te geven? In de corporate governance code zijn de taken van de company secretary en de general counsel, weliswaar summier, omschreven. Misschien moeten we ook iets opnemen over de investor relations officer?
‘Dat lijkt me een goed idee. Begrijp me niet verkeerd: ik ben kritisch, maar uiteindelijk kan de positie van iro een enorm belangrijke spilfunctie worden. De iro zou een heel waardevolle strategische communicator kunnen zijn in en buiten de eigen organisatie. De iro is de man of vrouw die nieuw kapitaal binnen kan halen om de doelstellingen uit de strategie te verwezenlijken. Het is de man of vrouw die in klare taal de discussie kan aangaan met investeerders en dat intern kan terugkoppelen, een visie daarop kan hebben. Maar daar is wel wat voor nodig. Samenwerken. Netwerken, verkennen, vergelijken. Eropuit. Uit de groef!’

Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 04 2022.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op 13-04-2022

facebook