HP-directeur Bart Hogendoorn: ICT wordt zeker niet makkelijker
29-11-2011 | Interviewer: Marco Gianotten | Auteur: Leo Klaver | Beeld: Ad Nuis
Meg Whitman, voormalig ceo bij eBay, heeft eind september Léo Apotheker opgevolgd. De nieuwe ceo moet Hewlett-Packard in rustiger vaarwater brengen en de koers van het aandeel weer laten stijgen nadat het in nog geen jaar tijd zo ongeveer de helft van zijn waarde heeft verloren. Aan de strategie wordt niet getornd, zo heeft het bedrijf laten weten. Het is nog steeds de bedoeling dat HP – omzet vorig jaar 126 miljard dollar, winst 8,8 miljard – naast infrastructuur en hardware zijn focus zal leggen op services en software. Inmiddels heeft Whitman bekend gemaakt dat de laptopdivisie onderdeel zal blijven uitmaken van HP; Apotheker had deze divisie de deur gewezen. Ook lijkt de deur naar een tablet nog steeds open te staan. Bart Hogendoorn, eerder ceo van ICT-dienstverlener Ctac, is sinds anderhalf jaar directeur HP Nederland.
In hoeverre kunt u vanuit Nederland sturing geven aan de strategie van HP? ‘Het is onze taak om de internationaal geformuleerde strategie te vertalen naar Nederlandse omstandigheden. De strategie zelf ontstaat doordat ieder land informatie doorgeeft over hoe de markt zich ontwikkelt of hoe ze denken dat de markt zich gaat ontwikkelen. Ook wij geven door wat er leeft bij onze klanten en wat hun wensen zijn. En we geven de informatie door die naar voren komt uit marktonderzoeken, bijvoorbeeld over de ontwikkeling van de outsourcingmarkt.’
Wat zegt u dan over de outsourcingmarkt? ‘Dat cloudcomputing in deze markt een dominante rol kan spelen. Cloudcomputing is de ultieme vorm van outsourcing. Maar het is geen remedie voor alle problemen. Als uitbesteding van ICT er bij een organisatie toe leidt dat men blijft vasthouden aan wat er aan technologie is op het moment van uitbesteden en niet innoveert, bijvoorbeeld in cloudcomputing, dan helpt outsourcing niet. Zelf praten we daarom liever over best sourcing in plaats van outsourcing. Bovendien maakt het uit met wie je praat als je het hebt over cloudcomputing. Je kunt deze technologie vanuit verschillende invalshoeken bekijken. Een ICT-afdeling zal dat doen vanuit het oogpunt van beheer, een cio zal het bezien vanuit contractmanagement, terwijl een gebruiker alleen maar kijkt of hij ermee op een veilige, goedkope en makkelijke manier toegang kan krijgen tot zijn applicaties of informatie. We geven wat onze klanten vanuit deze verschillende invalshoeken wensen.’
Over veiligheid gesproken, externe datacentra spelen in cloudcomputing een cruciale rol. Zo’n datacentrum kan ook zomaar in Amerika staan. De Amerikaanse overheid heeft sinds 1 augustus 2010 het recht om bankgegevens van bedrijven en burgers te bekijken als de overheid denkt deze gegevens nodig te hebben in hun strijd tegen terrorisme. Via een Amerikaanse rechter of Patriot Act hebben Amerikaanse autoriteiten zelfs toegang tot alle data. Amerikaanse bedrijven die in Europa bij klanten cloudoplossingen implementeren en de data in een Europees datacentrum opslaan, moeten deze Europese data ook overhandigen aan Amerikaanse autoriteiten en geheime diensten als deze daarop staan. Microsoft heeft al toegegeven dat het niet de garantie kan geven dat data binnen hun Europese datacenters blijft. Hoe gaat HP hier mee om? ‘We hebben nog niet van klanten gehoord dat dit voor hen een item is. Er is in de tien jaar dat deze act bestaat nog nooit een beroep op HP gedaan om gegevens te delen. De Amerikaanse overheid heeft bovendien andere, meer voor de hand liggende wegen om gegevens te verkrijgen dan het toepassen van de Patriot act op bedrijven.’
Wat viel u op toen u anderhalf jaar geleden bij HP begon? ‘Niet alleen dat HP een prachtig technologiebedrijf is met een brede portfolio, maar ook dat het een vriendelijk bedrijf is waar mensen ontspannen met elkaar werken. Die sfeer zie en proef je heel goed in ons bedrijfsrestaurant. Dat heb ik wel eens anders gezien. Wat me ook opviel is dat dit bedrijf er naar streeft om binnen de workforce een zo breed mogelijke diversiteit te hebben. Er lopen hier maar liefst 75 verschillende nationaliteiten rond.’
Was het u ook direct duidelijk wat er beter kan? ‘We zijn een grote speler in de ICT-branche, we hebben onze plek verworven binnen het ICT-ecosysteem, we hebben een duidelijke invloed daar waar het gaat om het ontwikkelen van standaarden, maar we kunnen nog meerwaarde toevoegen bij onze klanten als we er beter in slagen om onze focus extern te richten. Veel energie is nu nog naar binnen gekeerd. Dat moet anders. We moeten nog meer naar onze klanten gaan en nog beter naar hen luisteren om erachter te komen wat ze nu en in de toekomst willen. Een goede accountmanager is in dit proces van het grootste belang. Een goede accountmanager kan een portfolio beter dan wie ook naar onze klanten uitdragen. In de praktijk zien we nog wel eens dat een businessunit binnen HP teveel naar zijn eigen productfolio kijkt en dan vergeet dat de klant ook zijn concurrentiekracht kan vergroten door gebruik te maken van producten van andere units.’
Wanneer bent u tevreden? ‘Het gaat uiteindelijk om marges en marktaandelen. Daar moet je een gezonde balans in vinden. We willen een goede marge en een substantieel marktaandeel in een bepaald segment waarin we actief zijn. Het is niet zo moeilijk om tevreden klanten te krijgen door je marges omlaag te brengen, maar we zien liever dat klanten om andere redenen tevreden zijn. Door je marge omlaag te brengen kun je ook je marktaandeel laten stijgen, maar we willen geen marktaandeel kopen. Dat moet organisch ontstaan doordat klanten onze producten goed weten in te zetten.’
Wat is uw persoonlijke rol in dit alles? ‘Het is voor mij natuurlijk niet mogelijk om iedere businessunit te managen, of om coach van iedereen te zijn. Mijn rol binnen de matrixorganisatie van HP is om een extern gerichte en dynamische cultuur te stimuleren. Verder heeft de samenwerking tussen de verschillende bedrijfsonderdelen mijn aandacht. We willen het verschil maken. Klanten moeten onze toegevoegde waarde zien. nu en straks. En dus mogen we niet stil blijven staan. Daarom heb ik een absolute hekel aan gemakzucht en zelfgenoegzaamheid. Dat wil ik niet zien, zeker niet binnen HP. De wereld om ons heen verandert snel en wij moeten daarin meegaan.’
Hoe wilt u HP laten meegaan? ‘Klanten in de ICT-branche zijn tevreden als de computeroplossingen die hen worden geboden veilig zijn, als de complexiteit van de systemen goed te managen valt en als de verkregen gegevens uit de systemen uiteindelijk leiden tot informatie die een bijdrage kan leveren aan het realiseren van de gewenste bedrijfsresultaten. Dit alles is, zo blijkt vanaf het begin van de ICT, moeilijker te realiseren dan gedacht. Mensen die denken dat de ICT in de toekomst makkelijker en minder complex wordt, zullen teleurgesteld worden. Er zullen nog steeds tools nodig zijn om de nog steeds toenemende complexiteit in goede banen te leiden. Een bedrijf als HP investeert daar veel in. Zo zal het ook lastig blijven om van data informatie te maken. Ook daarin maken we stap voor stap vorderingen. Zo hoorde ik onlangs van een HP-oplossing die door Shell wordt gebruikt in boorkoppen. Gegevens worden tijdens het boren verzameld door sensoren en zodanig bewerkt dat het voor Shell mogelijk wordt om de oliebron langer te exploiteren of om olie te winnen die daarvoor economisch gezien niet gewonnen kon worden.
Hoe zou u uw stijl van leidinggeven willen omschrijven? ‘Ik ben eerlijk en direct. En ik probeer lopende zaken beter te maken. Ik zie mezelf als een katalysator van veranderingen die blijven plaatsvinden. Het is ongeëvenaard hoe ICT ons leven, onze welvaart op een hoger niveau heeft gebracht. Kijk, een auto van vijftig jaar geleden reed ook wel, maar was minder snel, minder veilig, had een minder efficiënt brandstofgebruik, was minder comfortabel en had een hogere milieubelasting dan de auto’s van nu. technologie heeft ons leven zeer verrijkt, en dat geldt ook voor ict die zeer geholpen heeft om producten verder te optimaliseren en om op andere manieren met elkaar in contact te komen, bijvoorbeeld via videoconferencing of Facebook. Het leven voor de jeugd van nu is geheel anders dan vroeger.’
De ontwikkelingen gaan dermate snel dat je je als bedrijf of als persoon nauwelijks nog een voorstelling kunt maken van hoe de wereld er over vijf jaar uit zal zien, laat staan dat je goed kunt inschatten hoe ICT in te zetten. Hoe gaat u daarmee om? ‘Als klanten geen goed beeld hebben op welke manier ICT voor hen waarde kan toevoegen, dan is het voor ons natuurlijk lastig om verwachtingen waar te maken. Ze hebben dan alleen een algemeen gevoel dat ICT hen kan helpen. Nu is dat altijd een lastige situatie om mee te werken, maar ik denk wel dat we dat beter kunnen doen. Als een bedrijf of een organisatie of een projectmanager niet of slechts ten dele in staat is om aan te geven wat ICT in hun situatie zou kunnen betekenen, dan moeten we daar niet omheen draaien en hen tegen zichzelf in bescherming nemen. Dat is soms wel een dilemma. Natuurlijk wil je omzet realiseren, maar tegelijkertijd moet je je verantwoordelijkheid in projecten voelen en nemen. Van ons mag verwacht worden dat we de business van de klant in hoofdlijnen kennen. Van de klant mag verwacht worden dat ze de toegevoegde waarde van ICT inzien en kunnen aangeven waar ze deze waarde in de organisatie kunnen realiseren. Als daar geen sprake van is, moet je met elkaar in gesprek gaan. Wij van onze kant proberen in ieder geval te begrijpen wat een organisatie drijft om vervolgens goede oplossingen te kunnen aanbieden, bijvoorbeeld een cloudconstructie.’
Hoe krijgt deze verantwoordelijkheid in de praktijk vorm? ‘Door klanten sturing te geven in het nemen van ICT beslissingen. Voorbeeld: als een klant uit kostenoverwegingen bestaande servicecontacten naar beneden wil bijstellen waardoor er minder onderhoud kan worden uitgevoerd, dan moeten we in beeld kunnen brengen wat dat betekent voor de kwaliteit van de ICT-systemen. Als die omlaag blijkt te gaan, dan moet je dat adresseren en daar samen een oplossing voor zien te vinden. Ik ben voor open communicatie, je moet voorkomen dat je de ander te veel wilt pleasen.’
Hoe blijft u op de hoogte van ontwikkelingen om de waarde van ICT te kunnen blijven duiden? ‘Ik krijg nog steeds veel informatie binnen via de mail. Verder spreek ik vaak met klanten. En informatie komt ook binnen via de jongeren die ons bedrijf binnenstromen. Jonge mensen maken gemakkelijk gebruik van ICT en zijn netwerkmogelijkheden. We proberen deze kennis bij klanten uit te nutten door hen in projecten nadrukkelijk uit te dagen hun kennis in te brengen. Gelukkig weten we voldoende jongeren te interesseren in een functie binnen HP. Het helpt ook dat onze workforce internationaal van samenstelling is, waardoor bijvoorbeeld ook ICT-kennis van mensen die zijn afgestudeerd in India ter beschikking van onze klanten kan komen. De Voice of our Workforce, een enquête onder onze medewerkers, laat zien dat jongeren in HP een goede werkgever zien. Deze jongeren zitten overigens niet alleen op sales. Slechts tien procent van onze medewerkers zitten in de sales. De rest zit op fulfillment bij klanten.’
Hoe is het gesteld met het kennisniveau van studenten die van Nederlandse universiteiten komen? ‘Ik ben nauw betrokken bij brancheorganisatie ICT-Office en dit onderwerp is zeker een punt van aandacht. Om het kennisniveau van afgestudeerden op peil te houden is het niet alleen zaak om het curriculum aan te passen. Er moet meer interactie komen tussen onderwijs en bedrijfsleven om het gewenste niveau blijvend te kunnen bereiken.’
HP is op 1 januari 1939 gestart door William Hewlett en David Packard die wetenschappelijke instrumenten maakten in hun garage in Palo Alto. Het is een mooie anekdote dat de volgorde eerst Hewlett en dan Packard is bepaald door het opgooien van een muntje. HP Nederland bestaat dit jaar vijftig jaar. Behoort het bedrijf tot de blijvers in de ICT-branche? ‘Dat feest hebben we inderdaad gevierd met ons sponsorschap van de HP Beach Open in Scheveningen deze zomer. We zijn nu de grootste ICT-dienstverlener ter wereld, onze resultaten zijn uitstekend en ons productfolio is afgestemd op de wensen van onze klanten. Daarmee behoren we tot de blijvers. Als ik kijk naar de grootste ICT-leveranciers dan denk ik overigens niet dat deze allemaal kunnen blijven bestaan. Wat betreft de toekomst is mij duidelijk dat consumenten steeds meer eisen zullen stellen aan vorm en esthetiek. Producten moeten er ook gewoon mooi uitzien.’
Marco Gianotten is ceo van Giarte Media Group.
Lees ook:
> CV Bart Hogendoorn
> Peter Hinssen et al. over kansen en gevolgen cloud computing
> Welke IT trends zien CIO Pieter Schoehuijs, Arthur Govaert, en John Wittekamp?