De fanclub
Auteur: Arjan Eleveld | Beeld: Erwin van Amstel | 25-07-2019
Marc vindt zichzelf niet super ambitieus maar hij laat wel graag zien dat hij wat kan. Al tijdens zijn schooltijd viel hij op door hoge cijfers. Nog voor hij afstudeerde als biochemicus kreeg hij een aanbod van ‘zijn’ hoogleraar om te promoveren. Marc vond een doctorstitel wel stoer, was geboeid door het betreffende onderzoeksveld en realiseerde zich dat het er later toch niet meer van zou komen. Twee dagen voordat hij 29 wordt, was de promotie een feit. Marc begon zijn loopbaan als onderzoeker bij een middelgroot internationaal opererend bedrijf in de life sciences. Hij viel op door zijn werklust en enthousiasme. Het is Marc eigenlijk altijd voor de wind gegaan en hij presenteert zich dan ook met flair en zelfvertrouwen. Na twee jaar werd hij teamleider en gaf hij leiding aan onderzoekers die qua leeftijd zijn vader of moeder hadden kunnen zijn.
Tien jaar later kreeg hij de verantwoordelijkheid voor al het biomedisch onderzoek van de onderneming en trad hij toe tot de exco. Het is een gezelschap bestaande uit de cfo en de ceo en zes directeuren. Marc kan goed opschieten met elk van de andere leden en zeker met Roland, de ceo. In zekere zin heeft Roland, de charismatische voorzitter die de onderneming al 9 jaar leidt, altijd een zwak voor hem gehad. Regelmatig hadden ze gesprekken, waarbij Marc hem zonder enige schroom benaderde en soms flink kon uitdagen. Beide mannen genoten van deze scherpe gedachtewisselingen. Marc had dan ook echt zin in de discussies in de exco.
Al tijdens de eerste bijeenkomst gebeurde er iets vreemds. De expansie in Oost-Europa was al vaker besproken en kwam weer ter tafel. Roland wilde doorpakken en op korte termijn met een afgerond voorstel naar de rvc gaan. De anderen deden er het zwijgen toe maar Marc had zich goed voorbereid en zag dat Roland meerdere risico’s negeerde. Met een lach op zijn gezicht onderbrak hij het betoog van de voorzitter en wees hem op de zwaktes in zijn betoog. Geheel anders dan anders, reageerde Roland fel en afwijzend. Zo had hij Roland nog nooit gezien. Marc was verbaasd en keek naar Jolanda. Hij wist dat zij het met hem eens was. Maar de stilte en de spanning hielden aan. Totdat Jaap het woord nam en Marc aansprak. Hij onderstreepte dat Marc net kwam kijken en dat het plan goed was. ‘Het gaat nu om ondernemerschap’. De anderen vielen Jaap onmiddellijk bij. Roland begon weer te glimlachen en leunde ontspannen achterover. Met z’n allen bewerkten ze Marc, die zich realiseerde dat hij maar beter zijn mond kon houden. Over de risico’s werd niet meer gesproken, het leek nu alleen nog maar om de onervarenheid van Marc te gaan. Het plan werd aangenomen.
Na de vergadering kwam Jolanda naar Marc toe. Ze waarschuwde hem niet naïef te zijn en geen stoorzender te worden. Roland is heel benaderbaar maar hij houdt er niet van om in gezelschap tegengesproken te worden. Marc kende hem zo niet, maar de anderen dus nadrukkelijk wel. In de loop van de maanden daarna wist Marc zijn draai te vinden binnen de exco. Om zijn achterstand goed te maken maakte hij regelmatig complimentjes en sprak hij Roland niet meer tegen. Er was geen spanning en de sfeer was prima. Marc had begrepen dat als hij echt iets te bespreken had, hij Roland rechtstreeks moest benaderen. Maar ook in die gesprekken was hij behoedzamer geworden.
Het hier beschreven patroon is niet uniek, het komt zelfs regelmatig voor in directiekamers waar een charismatische voorzitter thuis is. Er zijn geen spanningen en niemand ervaart een echt probleem. Toch is de synergie ver te zoeken, een dergelijk team functioneert niet optimaal. Alleen een gedegen zelf-evaluatie zal de zwakte van het team blootleggen. Vervolgens is een investering in de vaardigheid om elkaar kritisch en constructief aan te spreken noodzakelijk. Dat vormt een cruciale stap in de ontwikkeling van een echt topteam. Helaas blijven veel teamtrajecten steken op het niveau van elkaar leren kennen en waarderen. En helaas doen veel exco’s nog niet aan zelfevaluatie.