Diversiteit in de raad van commissarissen
Het voorstel komt echter niet zomaar uit de lucht vallen. Het betrof een aanbeveling van de Sociaal-Economische Raad, nadat geconstateerd was dat het in 2013 ingevoerde streefcijfer door sommige bedrijven werd genegeerd en dat de toename van vrouwen op het hoogste niveau tergend langzaam gaat. Er moest wat gebeuren. Of toch niet? Ik zal niet alle argumenten voor en tegen herhalen die al door zovelen naar voren zijn gebracht. Lastig is dat veel argumenten gevoelsmatig zijn en dat, anders dan velen beweren, wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot dit onderwerp verre van eenduidig is.
Er bestaat een flinke consensus dat mensen de neiging hebben om, wanneer er vacatures moeten worden ingevuld, mensen aan te nemen die op henzelf lijken. Dit zou het onderliggende mechanisme zijn van het old boys network en het glazen plafond. Mannelijke commissarissen zijn allemaal voorstanders van grotere diversiteit in de raad van commissarissen. Althans, dat zeggen ze zelf. Maar omdat ze een gekleurd beeld hebben van wat kwaliteit is, kiezen ze onbewust mensen die op henzelf lijken en daarom vaak weer mannen. In hun eigen beleving is van discriminatie geen sprake en geeft uitsluitend kwaliteit de doorslag. Het is een algemeen menselijk fenomeen: je voelt je het meest comfortabel en hebt de beste aansluiting met mensen die op je lijken.
Juist omdat dit zo’n algemeen menselijk mechanisme is, geldt de voorkeur voor kiezen wie op je lijkt zowel voor mannen als voor vrouwen. Door meer vrouwen in raden van commissarissen te benoemen, zou op termijn ook het aantal vrouwen in het bestuur van ondernemingen moeten toenemen. Immers, het zijn de commissarissen de bestuurders van het bedrijf benoemen. De tijd zal moeten uitwijzen of het daadwerkelijk zo werkt. In mijn zoektocht naar overtuigende statistieken heb ik niet gevonden dat vrouwen daadwerkelijk meer vrouwen benoemen. Wellicht is het nog te vroeg, maar wellicht ook spelen er zoveel factoren een rol bij benoemingen dat de neiging naar gelijksoortigheid veel minder impact heeft dan we nu denken. Ondanks de bestaande consensus is het eerlijke antwoord: we weten het niet.
Diversiteit in de raad van commissarissen is nog belangrijker dan in de raad van bestuur
Ik ben een groot voorstander van diversiteit. Divers samengestelde teams doen het significant beter bij complexe opgaven en bij beleidsmatige vraagstukken, op voorwaarde dat er genoeg tijd is om tot oordelen en besluiten te komen. Gelijksoortig samengestelde teams zijn superieur wanneer de taak eenduidig is of wanneer onmiddellijke actie vereist is. Het besturen van een grote onderneming behoort nadrukkelijk tot de eerste categorie en diversiteit is daar van grote waarde. Die diversiteit blijkt daarbij slechts heel gedeeltelijk te steunen op verschillen in visie, competenties en persoonlijkheid. Onderzoek onder honderden leidinggevende vrouwen en mannen – ik heb ooit zelf opdracht gegeven tot een dergelijke studie – maakt duidelijk dat die verschillen heel marginaal zijn. Risicogeneigdheid, empathie of ego-gedreven gedrag bleken in beide groepen leidinggevenden bijna gelijk aanwezig. Als je meer of minder van dit soort eigenschappen in je bestuur wilt hebben, helpt het selecteren op geslacht eigenlijk niet. De karikaturale beelden die de ronde doen (van mannen over vrouwen en van vrouwen over mannen) zijn aantoonbaar onjuist en berusten vooral op perceptie en attributie. Het zegt meer over degene die de uitspraak doet, dan over de persoon die het betreft.
Toch is diversiteit van grote waarde en dat komt omdat mannen en vrouwen elkaar anders ervaren en daarom ook anders met elkaar communiceren. Een team bestaande uit alleen vrouwen of alleen mannen communiceert anders dan wanneer de seksen gemixt zijn. Er wordt beter geluisterd, er worden minder snel normatieve standpunten ingenomen en consensus ontstaat ook minder snel. Het proces van beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming verloopt zorgvuldiger, waardoor er minder tunnelvisie en fouten ontstaan. Dat betekent dat het oplossen van complexe vraagstukken beter verloopt en de kwaliteit van de besluitvorming toeneemt bij grotere diversiteit. Dat effect treedt overigens niet alleen op bij verschillen van geslacht maar ook bij verschillen op het gebied van afkomst, nationaliteit en leeftijd.
Diversiteit in de raad van commissarissen is zo mogelijk nog belangrijker dan in de raad van bestuur. Naast zijn toezichthoudende rol mag van de rvc reflectie worden verwacht en het vermogen de scope van het bestuur te verbreden. Jonge mensen, wetenschappers, psychologen, mensen uit geheel andere sectoren of met een andere etnische achtergrond kunnen daarom een echte verrijking zijn. Een prominente ex-ceo in de rvc kan het aanzien van de raad versterken en tegenwicht bieden aan een invloedrijke bestuursvoorzitter. Maar alleen maar ex-ceo’s vormen uiteindelijk een te eenzijdig samengesteld college, ook als 30 procent daarvan vrouwen zou zijn. We zijn op weg naar meer diversiteit maar we zijn er nog niet.