Richard Burger (Swapfiets): 'Er wordt meer gefietst dan ooit'

Richard Burger (Swapfiets): 'Er wordt meer gefietst dan ooit'
In het verlengde van zijn podcast De PodStad gaat Dirk Bakker, ceo van Colliers in Nederland, in een serie interviews voor Management Scope op zoek naar de toekomst van de stad. Hij bespreekt verschillende aspecten van de stad met bestuurders. Deze keer met Swapfiets-medeoprichter Richard Burger, over mobiliteit en bereikbaarheid in de stad. ‘We willen zoveel mogelijk mensen in steden op de fiets krijgen.’

Hoe is Swapfiets ontstaan?
‘Het bedrijf is in 2014 opgericht, dat deed ik samen met twee studiegenoten, Dirk de Bruijn en Martijn Obers. We studeerden in Delft en zagen dat het bezitten van een fiets eigenlijk best wat werk is. Veel studiegenoten hadden fietsen die met tape en tiewraps aan elkaar hingen, vaak ook nog zonder verlichting. Wij dachten: Nederland is een fietsland, waarom hebben veel mensen dan zo’n gedoe met die fiets? Wij hebben het eigenaarschap omgedraaid, dat ligt bij ons. Alleen het gebruik ligt bij de klant.
Om te laten zien dat ons concept radicaal anders is, wilden we herkenbaarheid meegeven aan de fietsen, dat is de (Delfts) blauwe voorband geworden. Het vervangen van een achterband kost meer moeite, en we wilden niet steeds twee goede zwarte banden wegdoen, vandaar alleen de voorband.’

Inmiddels is uw hoofdkantoor verhuisd naar Amsterdam. Vanwaar die keus?
‘Het eerste hoofdkantoor in Delft was één van onze studentenkamers. Daarna zijn we naar startup-incubator YES!Delft gegaan. Uiteindelijk werden we ook daar te groot en werd het tijd om op eigen benen te staan. Destijds lanceerden we Swapfiets ook in Amsterdam, vanwege het zeer internationale karakter van de stad en onze internationale ambities. Daarnaast hadden we nieuwe rollen binnen het bedrijf nodig. Zeker voor de creatieve rollen keken we naar Amsterdam. We hebben er nu 35.000 klanten.’

Swapfiets zit nu in negen landen, is de distributie van de fietsen nog te doen?
‘Dat is zeker nu best een uitdaging. Met name in de e-bike-industrie is een enorme boom gaande. Veel steden hebben corona als kans gezien om te investeren in fietsinfrastructuur. Daarnaast kunnen mensen niet meer naar kantoor en maken ze dus vooral kortere reizen, en de aandacht voor gezond leven is gegroeid. Die drie dingen zorgen ervoor dat er veel meer gefietst wordt. Dat was voor ons een kans, zo zijn we sneller naar Parijs, Milaan en Londen gegaan dan we hadden gedacht. Maar het brengt in de supply chain ook uitdagingen mee. Zeker bij de e-bikes, daarvoor hebben we op enkele plaatsen wachtlijsten.’

In veel steden zijn deelfietsen op straat verkrijgbaar. Ik zie die ook door locals gebruikt worden. Ziet u dat als concurrentie of als stimulans?
‘Vooral dat tweede. In Nederland wordt fietsen en fietsbezit met de paplepel ingegoten. In een aantal buitenlandse steden is het fietsen echt nog in ontwikkeling. Deelconcepten zijn een laagdrempelige manier om het fietsen te leren kennen. Maar die fietsen zijn vaak zwaar en robuust. Als je regelmatig fietst, is dat niet comfortabel. Bij Swapfiets heb je een eigen comfortabele fiets, maar je hebt nog wel het voordeel dat je hem niet hoeft te kopen en volledig te onderhouden. Wij zitten precies in het midden tussen delen en bezitten. Daarom zien wij delen als complementair aan ons model, beide modellen zullen onderdeel zijn van de mobiliteit in steden.’

U bent inmiddels ook begonnen met een zakelijk concept. Hoe werkt dat?
‘De eerste variant is de pool-variant, waarbij wij een pool Swapfietsen neerzetten die iedereen in het bedrijf kan gebruiken. Verder kan ons normale concept ook direct door de werkgever worden betaald. Daarnaast hebben we een concept met fietsen voor maaltijd- en pakketbezorgers. Een uitdaging in het zakelijke segment is dat veel bedrijven aanpassingen aan de fietsen willen, zoals een eigen kleur of logo. Dat kunnen wij nog niet aanbieden. Natuurlijk mag je zelf een sticker op je fiets plakken, maar wij vragen wel om die te verwijderen als de fiets bij ons terugkomt.’

Is uw model circulair?
‘Absoluut! Wij zijn van mening dat de oude benadering van het produceren, verkopen en consumeren van producten moet veranderen in een circulaire economie. Vandaar dat wij een product-as-a-service aanbieden en eigenaar blijven van de fiets. Dat betekent dat wij als bedrijf erbij zijn gebaat dat het product lang meegaat. Wij houden bij welke reparaties we uitvoeren, door die data weten we welke onderdelen vaak kapot gaan. Die onderdelen verbeteren we.
Omdat de fietsen steeds bij ons terugkomen hebben we een zo veel mogelijk gesloten cirkel, kunnen we verbeteringen doorvoeren en genereren we daarmee steeds minder afval. We willen tegen 2025 dan ook volledig circulaire fietsen op de weg hebben. Dat is nu nog wel een uitdaging: 12 procent van de onderdelen van een Swapfiets belandt nog bij het afval aan het einde van de rit. Maar steeds verdere verbetering is dé manier om duurzaam verder te werken aan onze doelstelling: zoveel mogelijk mensen in steden op de fiets krijgen.’

De stad wordt steeds meer autoloos. Is daar voor Swapfiets nog een grotere rol mogelijk?
‘Zeker, mijn visie op de mobiele stad is een mix van verschillende mobiliteitsconcepten. Stel, ik wil naar Parijs, dan ga ik met mijn Swapfiets naar het station voor de Thalys, en neem ik in Parijs een deelfiets of -scooter. Het zou fantastisch zijn als er platformen zouden ontstaan om die reis ook in één keer te boeken. Daar denken wij zelf natuurlijk ook over: als dit de toekomst is van de mobiele stad, hoe kunnen wij daar dan aan bijdragen?’

Hoe ziet u de ideale bereikbare stad?
‘Ik zie Swapfiets als de oplossing voor je dagelijkse mobiliteit in je eigen stad, complementair aan zaken als goed en flexibel openbaar vervoer en bepaalde deelconcepten voor als je naar een andere stad gaat. Flexibiliteit is een van de sleutelwoorden. Daarbij willen we allemaal gezonder leven en zijn we bezig met duurzaamheid. Bedrijven hebben daar een verantwoordelijkheid in. Wij richten ons daarom op groene mobiliteit, we zullen nooit scooters met verbrandingsmotoren gaan aanbieden. Als laatste heeft een leefbare en mobiele stad ook veel ruimte. Kijk maar eens rond hoe veel ruimte er wordt opgeofferd aan auto-infrastructuur en parkeerplaatsen. Die ruimte kun je gebruiken om de stad socialer en gezonder te maken.’

Wat is het ideale mobiliteitsconcept voor de medewerker van de toekomst?
‘Ook daar zal flexibiliteit erg belangrijk zijn. Na corona gaan we echt niet meer allemaal fulltime naar kantoor. Waarom zou je een auto bezitten als je de helft van de week thuiszit? Ik zie een mix voor me. Naar je werk ga je met je OV-abonnement, thuis gebruik je je Swapfiets. Als je voor je werk naar het buitenland moet, maak je gebruik van een pool-auto. Er zal niet één oplossing zijn voor iedereen. Bedrijven zullen een mix moeten aanbieden.’

De PodStad, een podcast over de toekomst van de stad van Colliers International, is te vinden op verschillende podcastkanalen, waaronder op Spotify.

facebook