Circulair ondernemen: ook zakelijk steeds interessanter
We putten de aarde uit, we vragen meer dan ze kan geven én de overbelasting neemt toe, blijkt uit de laatste editie van het gezaghebbende rapport The Global Circularity Gap van de organisatie Circle Economy en accountants- en adviesorganisatie Deloitte. Volgens het rapport is de wereldeconomie slechts voor 7,2 procent circulair, een daling van de ook al niet bijster hoge 9,1 procent in 2018. Dit betekent dat vrijwel alle materialen die we aan de aarde onttrekken worden verspild, verloren gaan of jarenlang niet beschikbaar zijn voor hergebruik. Dat leidt tot overschrijding van de veilige planetaire grenzen van de planeet. Inmiddels worden volgens het Stockholm Resilience Center al vijf van de negen van dat soort grenzen overschreden. In dit tempo duurt het nog maar enkele decennia voordat onze samenleving ineenstort.
Vier uitgangspunten
Om die ineenstorting te voorkomen, is het zaak een samenleving in te richten die wél houdbaar is. Een alternatief voor de lineair ingerichte economie, die zich kenmerkt door grondstoffen te winnen, is om deze tot eindproducten te verwerken en niet na gebruik af te danken als afval. Dat alternatief voor deze take-make- waste-economie is er: de circulaire economie. Invoering daarvan kan ertoe leiden dat we 30 procent minder materialen aan de aarde hoeven te onttrekken. Hiermee kunnen we weer terug binnen de planetaire grenzen van de aarde komen, inclusief beperking van klimaatverandering tot maximaal 2 graden.
Een circulaire economie kenmerkt zich door vier uitgangspunten:
- Streven naar minder grondstofgebruik
Verspilling wordt zoveel mogelijk tegengegaan, of dat nu gebeurt door te besparen op fossiele energie of door de wildgroei van standaarden voor stekkers tegen te gaan. - Langer gebruik en hergebruik van producten en componenten
Bijvoorbeeld via een tweedehandsmarkt en door reparatie. Hierdoor blijven grondstoffen langer op een hoogwaardige manier in de keten. - Regeneratie en zuiveren
Denk hierbij aan regeneratieve landbouw en het vervangen van materialen door alternatieven met minder toxiciteit, of aan het elektrificeren van apparatuur in combinatie met groene elektriciteit. - Recyclen van grondstoffen
Dit is noodzakelijk om de keten echt te sluiten en het verbranden van grondstoffen te voorkomen.
In de kern gaat het dus om use less, use longer, make clean and use again, zoals deze vier punten in het rapport worden aangeduid.
Sector- en landspecifieke aanpak
Volgens het rapport verdient de overgang naar een circulair systeem in vier sectoren prioriteit, aangezien veranderingen daar het effectiefst zijn en een belangrijke bijdrage leveren aan het welzijn van mensen. Het gaat om Agrifood, Mobiliteit & Transport, Geproduceerde Goederen & Consumptiegoederen en de Gebouwde Omgeving. Daarnaast wordt in het rapport onderscheid gemaakt tussen landen die nog in de opbouwfase zitten, een groeifase doormaken en de meest welvarende landen. Per sector en per type land verschillen de oplossingen; er is geen one size fits all. Nederland behoort tot de shift-landen: de term die het rapport hanteert voor een welvarende groep landen die het merendeel van ’s werelds materialen verbruikt en een extreem grote ecologische footprint heeft. Deze landen zullen zich sterk moeten richten op een vermindering van materiaalwinning en -gebruik om hun hoge belasting van het milieu terug te dringen.
Zakelijk interessant
Circulariteit is interessant voor ondernemers. Zeker gezien de Nederlandse doelstelling om in 2050 volledig circulair te zijn en in 2030 al 50 procent minder primaire grondstoffen te gebruiken. Er zijn volop mogelijkheden. Circulariteit begint bij het ontwerp van de producten, om de levensduur van de producten en grondstoffen te verlengen. Denk hierbij aan standaardisatie over diverse producten heen (bijvoorbeeld dezelfde opladers), het verhogen van de herstelbaarheid (makkelijker te repareren door vervangen van modules of componenten) en ervoor zorgen dat alle grondstoffen weer teruggewonnen kunnen worden (kleurloos plastic is makkelijker te recyclen). Een stap verder is dat volledige materiaalkringlopen worden gesloten, net als in een natuurlijk ecosysteem. In de regeneratieve landbouw gebeurt dit natuurlijk al sinds mensenheugenis. Een ander voorbeeld is houtskeletbouw voor gebouwen. Nóg effectiever is om het hele businessmodel niet-lineair in te richten. Zoals bij as-a-service product-dienstsystemen. Hierbij wordt een product niet verkocht aan de afnemer, maar blijft de producent eigenaar en krijgt de gebruiker het in bruikleen. Dit uiteraard tegen een vergoeding op abonnementsbasis of afhankelijk van het gebruik. De producent heeft in dit model een stimulans om de producten zo duurzaam mogelijk te produceren en de producten zo lang mogelijk in gebruik te houden. Ook bij deelplatforms – denk aan autodeelplatforms of deelplatforms voor gereedschappen – is het businessmodel niet-lineair. Deze modellen dragen ertoe bij dat de beschikbare middelen volledig worden benut. Ook zo kan verspilling worden tegengegaan.
Financiële prikkels
Circulair ondernemen kan nu al aantrekkelijk zijn omdat klanten, werknemers en andere stakeholders van de onderneming dit zullen waarderen. Maar ook omdat circulaire producten winstgevend kunnen zijn door bijvoorbeeld minder grondstofgebruik, en langdurige inkomsten uit as-a-service-modellen, of omdat circulaire producten minder afhankelijk kunnen zijn van de volatiliteit in de bevoorradingsketen. En natuurlijk ook omdat de negatieve gevolgen – denk alleen al aan de reputatieschade bij overtreding van milieuwetten – vermeden kunnen worden.
De circulaire economie biedt per 2030 rond de 4,5 biljoen dollar aan mogelijkheden tot groei. Een grote hindernis is alleen wel dat de financiële prikkels om circulair te ondernemen nogal eens zwak zijn. Impact op klimaat, milieu en mens, de zogenaamde externaliteiten, worden vaak niet of nauwelijks inbegrepen in de prijs van producten. Hierdoor ontbreekt de prikkel om duurzaam te produceren en consumeren. Duurzame, groene energie zou bijvoorbeeld in veel gevallen goedkoper kunnen zijn dan grijze energie, als de milieuschade werd ingeprijsd.
De cfo is aan zet
Desondanks wordt de roep om in de circulaire economie te stappen steeds sterker. Zo worden de wet- en regelgeving voortdurend aangescherpt om circulair ondernemen af te dwingen. Denk alleen al aan de invoering van de CSRD-richtlijn, die bedrijven verplicht om uitgebreide ESG-rapportages te maken. Of aan de opmars van CO2-beprijzing. True pricing, ofwel de prijs inclusief de externaliteiten voor producten, lijkt een volgende stap. Inzicht in de werkelijke waardecreatie van het bedrijf, en niet alleen in de financiële prestaties, ook. Als bedrijven en functionarissen daarop worden beoordeeld, is de stimulans helemaal groot.
En die kant gaat het op. De trend is duidelijk: bedrijven moeten in toenemende mate laten zien wat hun impact is op de omgeving en maatschappij en een relatie leggen met waardecreatie. Zo worden ze alleen al door hun eigen rapportages gestimuleerd om duurzamer en meer circulair te worden. De cfo, als board member en als hoofdverantwoordelijke voor de bedrijfsrapportages, voorop. Zeker de cfo die de toekomstbestendigheid van het bedrijf hoog in het vaandel heeft. Voor de cfo betekent dit alles dat hij of zij steeds nadrukkelijker moet nadenken over hoe circulaire strategieën te integreren in de bedrijfsstrategie. Zodat groene groei mogelijk is, en de onderneming maximale waarde kan creëren met een minimale ecologische voetafdruk. De cfo is (ook) aan zet.
Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 02 2023.