Met spoed gezocht: een Europese Trump-fluisteraar
Auteur: Marc ter Haar | Beeld: Yvonne Kroese | 26-08-2025
De recente NAVO-top heeft bewezen dat diplomatie, mits slim toegepast, onvermoede successen kan boeken. Vooraf heerste er grote zorg over president Trumps houding ten aanzien van de NAVO en zijn Europese bondgenoten.
Secretaris-generaal Mark Rutte en zijn team hebben echter een zeer doordachte en professionele benadering gekozen. Ruttes aanpak is door sommige critici als ‘slijmerig’ bestempeld, maar dat is niet terecht. Het voortdurende vleien stond haaks op de traditionele Nederlandse directheid, maar bleek precies de juiste tactiek. Het was waarschijnlijk zelfs de enige manier om Trump erbij te houden en zelfs enthousiast te maken voor de NAVO-doelstellingen. Een diplomatiek meesterwerk van Mark Rutte!
Het alternatief zou veel minder aantrekkelijk zijn geweest. Een frontale confrontatie zou hebben geleid tot een enorme ruzie, met een verzwakte NAVO en een weerloos Oekraïne tot gevolg. In plaats daarvan zagen we een president Trump die zich gehoord voelde, waardoor zakendoen met hem makkelijker was.
Concrete resultaten
Het meest opvallende concrete resultaat is het akkoord over vijf procent defensie-uitgaven door de NAVO-lidstaten. Dit is een aanzienlijke verhoging ten opzichte van de eerder afgesproken twee procent en toont aan dat Europa bereid is significant meer te investeren in zijn eigen veiligheid. Daarnaast zijn er nieuwe wapenleveringen aan Oekraïne aangekondigd, specifiek defensieve wapensystemen. Dit is relevant omdat er eerder berichten waren over het tijdelijk stopzetten van Amerikaanse wapenleveringen vanwege uitgeputte voorraden. Maar Trump heeft zich klaarblijkelijk bedacht. Oekraïne mag in elk geval rekenen op nieuwe Patriot-wapensystemen vanuit de VS.
Opmerkelijk is verder de waarneembare verschuiving in Trumps houding ten opzichte van wereldleiders die naar zijn mening niet naar hem luisteren. Zijn groeiende irritatie met betrekking tot Poetin is een directe reactie op het uitblijven van Russische concessies. Deze frustratie beperkt zich niet tot Rusland, getuige zijn demonstratieve overslaan van Israël tijdens zijn recente Midden-Oostenreis.
Amerikaanse bedrijven: directe exportkansen
Voor Amerikaanse bedrijven betekenen de verhoogde defensie- uitgaven en de voortdurende steun aan Oekraïne directe exportkansen. Veel van de financiële hulp die door de NAVO wordt verleend, komt terecht bij Amerikaanse defensiebedrijven die de benodigde wapensystemen en technologieën ontwikkelen. In het geval van de Patriot-wapensystemen die de VS in juli hebben toegezegd aan Oekraïne, draait de EU overigens op voor de kosten.
Deze stijgende uitgaven aan defensiematerieel voor Oekraïne staan uiteraard niet op zichzelf, maar passen in een bredere trend, waarin defensie-investeringen worden gezien als een investering in een technologische, geopolitieke en economische voorsprong. Of het nu om bedrijven gaat die Patriot-raketten leveren, producten en diensten rondom cybersecurity aanbieden of zich richten op geavanceerde sensortechnologie: zij profiteren allemaal van de toenemende uitgaven aan defensie.
Europese defensie-industrie: een gouden tijd?
Niet alleen de Amerikaanse, maar ook Europese defensiebedrijven maken een opleving door. Het Duitse Rheinmetall ziet zijn aandelenkoers door het dak gaan. De Nederlandse defensie-industrie, bestaande uit ongeveer 1.000 bedrijven, ervaart ongekende groei. Toch kampt de Nederlandse defensie- industrie met specifieke uitdagingen. De Europese markt wordt sterk gedreven door nationale belangen, wat leidt tot fragmentatie en de vraag of Nederlandse bedrijven werkelijk kunnen profiteren van de toegenomen vraag uit andere Europese landen. Hoewel de EU streeft naar 35 tot 40 procent gemeenschappelijke defensie-uitgaven, is het onduidelijk of kleinere landen zoals Nederland hier evenredig van zullen profiteren. Wel kunnen landen met een bundeling van vraag, kennis en specialisatie zorgen voor betere condities voor alle betrokken partijen.
Een goed voorbeeld hiervan is de recente deal die Nederland en België met elkaar gesloten hebben. Nederland koopt munitie bij Belgische bedrijven uit de regio Luik; België schaft Nederlandse dronetechnologie aan. Dit soort bilaterale of zelfs multilaterale deals is uiteraard ook met andere landen mogelijk. Dit vereist een coördinerende rol van de overheid, iets waar het huidige defensieapparaat duidelijk aan werkt.
De financieringsuitdaging
Knelpunten voor een verdere opbloei van de Nederlandse defensie- industrie zijn er helaas wel. Een eerste knelpunt ligt aan de financieringskant. Veel Nederlandse defensiebedrijven, vooral het midden- en kleinbedrijf dat meer dan driekwart van de sectoromzet vertegenwoordigt, hebben moeite om de benodigde financiering voor innovatie en opschaling aan te trekken. Banken en investeerders zijn vaak terughoudend, deels vanwege het nog altijd beladen imago van de sector. Dit is waar een belangrijke kans ligt voor Nederlandse pensioenfondsen. Deze institutionele beleggers zouden, na het overwinnen van ethische bezwaren, een cruciale rol kunnen spelen in de financiering van deze groeiende sector. Vanuit beleggingsperspectief is dit aantrekkelijk vanwege de verwachte groei.
Nederland heeft specifieke sterke punten: innovatieve technologieën zoals radarsystemen, drones, software en cybersecurity. Deze gebieden zijn cruciaal voor moderne defensie en spelen in op Nederlandse expertise in high-techsectoren.
De handelsdeal: complexer dan het lijkt
Een ander probleem is dat export naar de VS voor Europese bedrijven – inclusief defensiebedrijven – lijkt te worden bemoeilijkt door de nieuwe heffingen van 30 procent. Dat percentage is dermate hoog, dat het verstrekkende gevolgen kan hebben voor de hele Europese economie. Importeren uit Europa wordt voor veel Amerikaanse afnemers dan simpelweg te duur. Dit geldt zeker als de rente in de VS verder gaat stijgen, zoals nu dreigt vanwege de groeiende staatsschuld. Uiteraard is het niet zeker of die heffingen van 30 procent worden doorgevoerd. Trump is onberekenbaar, en in de afgelopen maanden is maar al te vaak gebleken dat de soep bij hem niet zo heet wordt gegeten als deze wordt opgediend: dat hij hoog inzette maar dan toch weer terugkrabbelde. Trump Always Chickens Out (TACO), heet het zelfs.
Maar ook al loopt het nog wel los met die aangekondigde heffingen, dan zijn er nog altijd de zogenoemde ‘niet-tarifaire handelsbelemmeringen’. De Amerikanen hebben een lijst van 40 pagina’s opgesteld met circa 80 punten die zij als handelsbelemmerend ervaren. Hieronder vallen belangrijke Europese wetgevingen zoals de Digital Markets Act, de Digital Services Act, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en verschillende duurzaamheidsrichtlijnen. Zelfs als de heffingen van 30 procent op de lange baan worden geschoven of helemaal worden geschrapt, kunnen deze non-tarifaire belemmeringen roet in het eten gooien. Ook al sluit de EU een handelsovereenkomst of een raamcontract zoals het Verenigd Koninkrijk heeft gedaan, de niet-tarifaire handelsbelemmeringen hangen als een donkere wolk boven de handel tussen de VS en Europa.
Trump-fluisteraar gezocht
Het zal nog niet eenvoudig zijn om alle belemmeringen voor de handel tussen de VS en Europa tot een minimum te beperken. In elk geval moet de EU snel een strategie ontwikkelen die past bij Trumps onderhandelingsstijl, want zonder de juiste diplomatieke aanpak riskeert Europa een kostbare handelsoorlog die bedrijven en consumenten aan beide zijden van de oceaan zwaar zal treffen.
De vraag is wel wie namens Europa kan onderhandelen met Trump. De huidige Europese onderhandelaars, Commissievoorzitter Von der Leyen en haar team, lijken minder succesvol in de omgang met de Amerikaanse president. Je zou wensen dat Europa iemand had als Mark Rutte, die – getuige zijn optreden tijdens de NAVO-top – Trumps persoonlijkheid begrijpt en effectief met hem kan onderhandelen. Hopelijk lukt het ook de EU met zo’n Trump-fluisteraar op de proppen te komen.
Dit essay is gepubliceerd in Management Scope 07 2025.
