Mario draait door

Mario draait door
Met jaloezie kijken we naar de overkant van de Atlantische Oceaan. Daar groeit de Amerikaanse economie met vier procent, ligt de werkloosheid lager dan in 2007 en stijgen de huizenprijzen. En kijk dan eens naar het zielige Europa dat stagneert, ruziet en al blij is met een procentje economische groei.

Aan het roer van de Europese economie staat Mario Draghi, een Italiaan, een man die groot geworden is in een land met hoge inflatie, een periodiek devaluerende munt en een grote schaduweconomie. Het is die Mario Draghi die zijn best doet om de Europese economie aan te zwengelen.

Daarvoor heeft hij eigenlijk maar één knop om aan te draaien: de renteknop. En dat heeft ’ie een aantal keer gedaan. Telkens draaide hij de renteknop verder richting nul. Het effect van de maatregelen was wel een daling van de rentestand, maar geen sterk herstel van de Europese economie. Dus draaide Mario door, met de absurde uitkomst van een negatieve rente. Negatieve rente is voor de financiële wereld alsof je geld toe krijgt als je je auto in het centrum van Amsterdam parkeert. Ten einde raad grijpt Draghi naar een paardenmiddel: het opkopen van staatsobligaties. Maar ook dáárvan zijn de effecten onzeker. Het is bijzonder dat financiële markten – de karavaan van analisten, economen, beleggers en zelfbenoemde experts – voortdurend bezig zijn met de volgende actie van de ECB.

Waarom is er zo weinig aandacht voor het falen van de inspanningen tot dusverre? Waarom werkt dat rente-instrument niet? De belangrijkste oorzaak is dat, met het ruime monetaire beleid, een stuwmeer is ontstaan bij banken. Voor hen is goedkoop extra geld beschikbaar, maar in plaats van het door te lenen aan bedrijven en consumenten, stallen ze het liever risicoloos elders of nemen ze het geheel niet op. Ondertussen vragen de toezichthouders aan banken om hun solvabiliteit te verbeteren. In Nederland wil Jeroen Dijsselbloem dat banken hun solvabiliteit ophogen van drie naar vier procent of liefst hoger. Daarbij moet je je wel realiseren dat dat voor een bank met een balanstotaal van duizend miljard betekent dat er per procent tien miljard extra eigen vermogen bij moet. En wie gaat dat bijstorten? Als niemand dat wil, geven we impliciet de opdracht aan banken om hun balans te verkleinen, dat betekent feitelijk dat ze minder krediet mogen verstrekken. Dus het extra geld dat we in de economie willen pompen, blijft hangen bij de banken die het niet kunnen en niet willen uitlenen. En banken die geen krediet willen verschaffen, zijn als bakkers die geen brood willen verkopen.

Laten we de vinger op de zere plek leggen: het bankwezen kan op dit moment zijn primaire functie van kredietverlening niet adequaat vervullen. Politici willen hogere vermogensbuffers, stringentere eisen aan hypotheekverstrekking, lagere bonussen, zwaardere toetsing van bestuurders. Prachtig allemaal. Maar waarom willen ze niet in de eerste plaats dat banken weer gaan functioneren? In dat tumult hoor ik Dijsselbloem klagen dat de banken te weinig doen met de lessen van de crisis. Nu breekt mijn klomp. Dijsselbloem is zélf de grootste bankier met SNS én ABN AMRO onder zijn hoede en bovendien via zijn invloed op de DNB en AFM, de almachtige toezichthouders. Als Dijsselbloem vindt dat het ABN AMRO-logo blauw met roze moet worden, dan gebeurt dat gewoon. Het grote plaatje – ECB-sluizen open, bankloket dicht – vormt het perfecte recept om de stagnatie van Europa nog even voort te zetten. Helemaal pessimistisch ben ik overigens niet. Naast de lage rente hebben we – als geschenk uit de hemel – een zestigprocentsdaling van de olieprijs gekregen. Een derde economische steun vormt de sterke dollar. Dankzij onze Amerikaanse vrienden, die het zoveel beter doen dan Europa.

facebook