Lang leve het risico
Auteur: Peter Paul de Vries | Beeld: Lex Draijer | 13-05-2015
De 50/50-kans levert namelijk een gemiddelde opbrengst op van 125 euro. Dat verandert wanneer de verliesmogelijkheid ontstaat: honderd euro investeren met een zekere opbrengst van 105 euro, of weer 50/50: de uitkomst van 95 of 125 euro. Ook hier is het gemiddelde van de riskante optie hoger (namelijk 110 euro), maar is er een kans van vijftig procent om verlies te lijden. We willen geen verlies, we kiezen voor een zekere 105 euro.
Hoewel ik veel bewondering heb voor topzakenvrouw (en ver familielid) Linda de Mol, kijk ik zelden naar haar programma’s. Maar ik moet bekennen dat ik wel een paar keer haar show Miljoenenjacht heb bekeken, waarin kandidaten moeten kiezen tussen het openen van koffertjes of het accepteren van het aanbod van ‘de bank’. Die bank biedt eigenlijk altijd te laag. Waarom? Omdat de kandidaat wordt geconfronteerd met hoge bedragen en omdat het risico zwaar op de schouders van de kandidaat drukt. Better safe than sorry. Zou het onze volksaard zijn?
Wellicht is het níet de volksaard, maar het resultaat van het welvaartsniveau dat we gemiddeld hebben bereikt. Vroeger was een goede bank een groeiende bank, die steeds meer bedrijven en consumenten wist binnen te halen en te bedienen. Tegenwoordig is een goede bank een bank met een sterke balans en met lage risico’s. Vroeger durfde een ceo nog duidelijke doelen te communiceren. Vandaag de dag houdt de ceo zijn kaken op elkaar en wijst op volatiele markten. Hij wordt geprezen: een verstandige, conservatieve bestuurder. En zelfs in de beleggingswereld is men risicomijdend geworden: de beheerder die met zijn beleggingsportefeuille dicht bij de index blijft, kan weinig gebeuren. Als de waarde van het fonds daalt, kan hij wijzen naar de markt. Wie tegendraads belegt, krijgt dan het deksel op de neus. Hoe had de beheerder zo dom kunnen zijn! Onze toezichthouders moedigen dat proces aan. Bij de klassieke risico-inschattingen van de AFM slaat de wijzer al snel uit naar de kwalificaties hoog risico en zeer hoog risico. Om beleggers te waarschuwen. Waarvoor? Voor risico.
Al met al zijn we een risicomijdend volkje aan het worden, terwijl we traditioneel een land zijn mét handelsgeest. Open voor andere culturen, nieuwe ideeën en kansen. Een land met een van de grootste havens ter wereld, omvangrijker dan je vanwege ons relatief kleine oppervlak (41.526 kilometer) zou verwachten. Met prachtige multinationals: Unilever, Shell, Philips, ASML. Met 880.000 zzp’ers: mensen die, al dan niet gedwongen, zelf ondernemer zijn. Ik heb veel respect voor ze: mijn kapster die haar eigen zaak begon, keihard werkte en personeel aannam omdat de klandizie groeide. De Turkse ondernemer met zijn stomerij/naaiatelier die een tweede vestiging opent. Respect voor mensen die ondernemen en risico nemen.
Risico is aan een ‘re-rating’ toe. Risico is verbonden met ondernemen, met de kans om te groeien, je te ontwikkelen, om waarde te creëren. Deze column zal niet direct een schokgolf teweegbrengen, maar hopelijk kan ik wel inspireren om het over een andere boeg te gooien. We worden gedwongen meer risico te nemen. Inmiddels leveren staatsobligaties een rendement van... nul procent. Echt waar. En dat is onvoldoende om onze enorme pensioenreserves zo te laten aanrijpen dat een goed pensioen kan worden uitbetaald. Voor beleggers moet van die nul procent nog belasting af, en inflatie. En dan worden we jaarlijks armer. Geld zoekt dus rendement en het daarbij behorende risico. Ik hoop van harte dat we onze handelsgeest hervinden, dat de ondernemende geesten het winnen van de angsthazen. Hulde voor mensen met lef. Lang leve het risico!
Peter Paul de Vries is ceo van Value8.
Deze column is gepubliceerd in Management Scope 03 2015.