Francis Quint (Rabobank): ‘Geen lucky shots, maar investeren met impact’
In 2050 telt de wereldbevolking tien miljard mensen. Terwijl het al een hele klus is om dan alle monden te voeden, helpt klimaatverandering daar niet bij. Door langdurige droogte, hittegolven, stormen en zware regenval mislukken steeds meer landbouwoogsten of lopen de opbrengsten terug. Op veel plekken in de wereld leidt dat nu al tot voedseltekorten. In Namibië trof de overheid recentelijk een schrijnende maatregel. Door de extreme droogte besloot het Afrikaanse land wilde dieren af te schieten om zo een hongersnood af te wenden. Het vlees van impala’s, zebra’s en buffels, olifanten en nijlpaarden werd onder de bevolking verdeeld. ‘Deze maatregel maakt pijnlijk duidelijk wat klimaatverandering teweeg brengt. En vooral hoe urgent het is om een voedseltransitie te realiseren’, vindt Francis Quint, global head Rabo Investments van Rabobank. ‘Alleen daarmee kunnen we in de toekomst voedselzekerheid bieden. We moeten effectiever, duurzamer en met meer respect voor de natuur voedsel gaan produceren’, aldus Quint.
Met een fonds van 3,5 miljard euro investeert Rabobank in veelbelovende bedrijven en oplossingen in de agri & foodsector. De investeringen omvatten zowel durfkapitaal en private equity als fondsinvesteringen. Waarom Rabobank – in tegenstelling tot andere banken – kiest voor de rol van betrokken investeerder? ‘Wij willen de voedsel- en landbouwsector helpen veranderen. Met de kennis, het netwerk en de oplossingen van Rabobank en haar klanten zetten we samen met de directie de agenda daarvoor.’ In een gesprek met Tjarda Molenaar, directeur van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen, schetst Quint hoe de voedseltransitie vorm moet krijgen en hoe Rabo Investments daaraan bijdraagt. Ook reflecteert Quint als bestuurslid van de NVP op de rol van private equity in de samenleving.
Duurzaamheid speelt een duidelijke rol in de investeringscarrière van Francis Quint. ‘Bij NPM Capital, een langetermijninvesteerder die participeert in mkb-bedrijven, lag de focus weliswaar op groei’, aldus Quint, ‘maar ook toen was duurzaamheid al een belangrijk onderwerp. NPM Capital hanteerde het cradle to cradle-principe en bracht het bij ondernemers onder de aandacht. Volgens die theorie moeten alle grondstoffen van een product opnieuw gebruikt kunnen worden. Daarbij mogen de materialen geen waarde verliezen. De investeringsstrategie van NPM Capital draaide al om vragen als: hoe gaan we de wereld voeden? En: hoe ziet een duurzame toekomst eruit?'
Bij IQ Capital, onderdeel van InnovationQuarter, was Quint betrokken bij durfinvesteringen in innovaties die nog niet ‘bankable’ waren. ‘Voor banken was het risicoprofiel van jonge bedrijven vaak te hoog. Als durfinvesteerder lieten we de innovatieve bedrijven groeien en overbrugden we de zogenaamde Valley of Death, de fase waarin veel innovatieplannen sneuvelen door gebrek aan financiering.’
Sinds 2019 is Quint binnen Rabobank verantwoordelijk voor alle investeringsactiviteiten. Jaarlijks gaat het om 400 miljoen euro aan investeringen wereldwijd. En zo bleef ze trouw aan haar missie waarmee ze 25 jaar geleden als investeerder begon: bijdragen aan een betere wereld.
Hoe draagt Rabo Investments bij aan een duurzamere toekomst?
‘We willen de voedsel- en landbouwsector helpen veranderen. We investeren in bedrijven en fondsen die niet alleen uit zijn op commercieel succes, maar die ook duurzaamheid in hun businessmodel hebben geïntegreerd. En zo willen bijdragen aan een betere wereld. Dat geldt ook voor ons team. We zijn gedreven om positieve veranderingen in de keten teweeg te brengen.
Het voordeel van Rabo Investments is dat we ons richten op de hele keten, dus van farm to fork. Dankzij deze holistische blik weten we wat er speelt bij boeren, toeleveringsbedrijven, logistiek dienstverleners en de grote voedselproducenten. Om een verandering te realiseren kijken we bijvoorbeeld naar vervanging van chemische middelen in de landbouw, maar ook naar bedrijven die plantaardige alternatieven bieden voor producten met dierlijke eiwitten. Of bedrijven die bijdragen aan regeneratieve landbouw – landbouw met een positief effect op de omgeving. Ons fonds is 3,5 miljard euro groot. Daarmee investeren we om verandering in de hele keten teweeg te brengen. Dat gebeurt met durfkapitaal, private equity en fondsbeleggingen. We investeren wereldwijd en doen dat gedurende de hele levenscyclus van een bedrijf. We kunnen dus in de vroege fase instappen en meegroeien tot het volwassen bedrijven zijn. Jaarlijks investeren we zo’n 400 miljoen euro in de sector. Ongeveer 55 procent van de investeringen doen we in Nederland en Europa. De rest in de VS en Azië.’
In de beginjaren van de NVP, 40 jaar geleden, hadden veel banken een investeringstak. De meeste hebben die opgedoekt. Waarom investeert Rabobank nog steeds?
‘Rabobank heeft zichzelf als doel gesteld bij te dragen aan een betere wereld. We kunnen dat mede realiseren door met eigen vermogen te investeren in bedrijven die bijdragen aan een betere wereld. Daarmee worden we – net als een venture capital- of een private equity-partij – mede-eigenaar van het bedrijf en kunnen we deels meesturen en de strategie bepalen.
We investeren om drie redenen in agrifood. Allereerst omdat we daar dankzij onze geschiedenis van boerenleenbank veel kennis van hebben. Om een indruk te geven: we hebben wereldwijd 100 onderzoekers op het gebied van food & agri. Ook ons internationale netwerk van bankiers heeft veel food & agri-expertise. Daarnaast kunnen we op een verantwoorde manier investeren in de sector omdat we de hele keten kunnen overzien. Aan het begin van de keten helpen we boeren met het realiseren van duurzamere bedrijfsmodellen. Tegelijkertijd moedigen we grote voedselfabrikanten aan het eind van de keten aan duurzamer te produceren. Ook deze bedrijven helpen we aan financiering. De derde reden is dat we een langetermijninvesteerder zijn met flink wat kapitaal en een mondiale focus. Dat is ook de enige manier om de noodzakelijke transitie te kunnen realiseren. Ons fonds blijft groeien. Toen ik kwam zat er 1,5 miljard euro in kas, nu beschikken we over 3,5 miljard euro.’
Met welke investeringen heeft Rabobank veranderingen teweeg gebracht? Kunt u daarvan voorbeelden geven?
‘Het gaat wereldwijd om honderden bedrijven. Een voorbeeld is het Amerikaanse bedrijf Full Harvest. Het ontwikkelde een online marktplaats als oplossing voor de voedselverspilling in de keten. Veel producten die van de boer komen, zijn niet goed genoeg voor voedselproducenten. Zij willen bijvoorbeeld de beste kwaliteit sinaasappelen. Toch is er voor minder goede vruchten ook een markt. Denk aan sapfabrikanten – die malen niet om sinaasappelen die er minder aantrekkelijk uitzien. Full Harvest streeft ernaar om de 2,5 miljard producten die voorheen werden weggegooid, te behouden.
Een ander voorbeeld is het Amerikaanse Arkea Bio. Dit bedrijf werkt aan een vaccin voor vee dat de methaanproductie vermindert. Als samenleving moeten we in de toekomst meer plantaardig voedsel gaan eten. In de tussentijd moeten we ervoor zorgen dat er minder uitstoot plaatsvindt.
We investeren ook in het Schotse MiAlgae. Dat bedrijf haalt algen uit afvalwater en zet deze vervolgens om in omega 3, bestemd voor grote viskwekerijen op het land. Hierdoor wordt de behoefte aan wild gevangen vis als omega 3-bron kleiner. Verder zijn we financier van het Nederlandse JOZ, dat een stikstofkraker heeft ontwikkeld. Daarmee kunnen boeren hun mest omzetten in biologische mest. Door stikstof aan de mest te onttrekken reduceren ze hun stikstof- en methaanuitstoot. Recentelijk deden we een investering in de Duitse startup Klim. Het bedrijf beloont boeren met carbon credits als ze duurzame maatregelen hebben doorgevoerd. De gecertificeerde boeren worden via een platform gekoppeld aan grote voedingsbedrijven die hun keten willen verduurzamen. Zij moeten daarvoor zeker weten dat de boeren bij wie ze afnemen, duurzaam telen. Klim zorgt daar middels dat platform voor.'
Zijn er meer grote fondsen die in de agrifood-sector investeren?
‘Ja, vooral in Amerika zijn er grote en middelgrote agrien foodfondsen. In Europa is dat niet het geval en dat is een gemis. Het komt omdat de Europese markt gefragmenteerd is. Het is lastiger voor bedrijven om op te schalen. Ze hebben met diverse culturen en verschillende wet- en regelgeving te maken.’
De missie van Rabobank is Growing a better world together. Daarvoor werken jullie samen met partijen in de waardeketen aan een positieve impact. Hoe maakt u de juiste afweging bij investeringsbeslissingen?
‘We hebben een duidelijke agenda met thema’s waarin we wel en niet investeren. Per subsector analyseren we grondig wat er speelt, welke veranderingen nodig zijn, en hoe we zouden kunnen bijdragen aan de transitie naar een duurzamer voedselsysteem. Om te bepalen of een investering echt impact heeft, doen we vooraf uitgebreide impactanalyses. We beoordelen welke impact we kunnen realiseren, of die meetbaar is en hoe we daarover kunnen rapporteren. Dit zijn geen droge analyses. We voeren er goede inhoudelijke gesprekken over binnen onze teams. De investeringen worden vooral getoetst op haalbaarheid en adoptie. We doen geen lucky shots maar kijken kritisch of en hoe oplossingen kunnen werken in het systeem. En of we zo verandering kunnen realiseren.’
Met het oog op de toekomst: wat zijn de grootste uitdagingen in de voedsel- en landbouwsector?
‘De grootste uitdaging is het realiseren van voedselzekerheid. Terwijl we enerzijds kampen met een groeiende bevolking, en daarmee een grotere middenklasse, moeten we ons anderzijds inspannen voor natuurherstel en -behoud. En dat terwijl de gevolgen van klimaatverandering groter worden. Langdurige droogte, hittegolven, hevige regenval en stormen: extreme weersomstandigheden komen steeds vaker voor en leiden tot bosbranden, overstromingen en uitputting van grond. Met verloren oogsten en teruglopende landbouwopbrengsten als gevolg. Dat een land als Namibië wilde dieren slacht om de bevolking te kunnen voeden, is treurig. Het is een van de voorbeelden waardoor duidelijk wordt hoe belangrijk het is om te investeren in landbouwsystemen die duurzaam én klimaatbestendig zijn. Er is behoefte aan andere gewassen, technieken en bedrijfsmodellen om boeren – en daarmee uiteindelijk de hele keten – te ondersteunen.’
Hoe ziet u de toekomst van de Nederlandse landbouwen voedingssector?
‘Ik denk dat het huidige systeem vooral gedreven wordt door economische efficiencies – efficiënte productie van hoge kwaliteit die vervolgens wereldwijd geëxporteerd wordt. Nederland zou een voortrekkersrol kunnen hebben in het exporteren van onze kennis, zodat er meer regional for regional-markten ontstaan. Vorige week waren we in gesprek met de investerings-agency uit Singapore. Singapore wil in 2030 voor 30 procent zelfvoorzienend zijn in zijn voedselbehoefte. Maar er is te weinig land om op te verbouwen. Wij kunnen helpen door nieuwe productietechnologieën te exporteren.’
Private equity-investeerders liggen in Nederland nogal eens onder het vergrootglas. U bent tevens bestuurder van de NVP. Welke boodschap zou u politici en andere critici van de industrie willen meegeven?
‘Ik vind dat nog te weinig wordt erkend welke rol equity speelt bij het aanjagen van duurzaamheid en innovatie. Het is heel helder. De transitie naar een duurzamere samenleving wordt niet alleen gedreven door de overheid, banken of consumenten. Het zijn bedrijven die de noodzakelijke veranderingen mogelijk maken. Daar is ook equity voor nodig, onder leiding van institutionele investeerders, equitymarkten, venture capital of private equity. Ik denk dat die dynamiek te weinig herkend wordt.’
Dit interview is gepubliceerd in Management Scope 08 2024.
Dit artikel is voor het laatst aangepast op 24-09-2024