De Zonnebloem: energiezuinig cruisen op de Rijn
27-08-2010 | Beeld: Ton Hendriks | Tekst: Mark van Baal
Het riviercruiseschip De Zonnebloem, een 115 meter lang wit schip met glas over de hele lengte, ligt afgemeerd aan een kade in Arnhem. Over de brede loopplank gaan mensen met grote rolkoffers, rollators en in rolstoelen aan boord. Over een paar uur vaart het schip stroomopwaarts richting Duitsland. Aan boord zijn dan 68 gasten, evenveel vrijwilligers en elf bemanningsleden. Vanavond meert het schip af in Duisburg. passage van de Loreley, de hoge rots in een scherpe bocht in de rijn voorbij Koblenz, vormt het hoogtepunt.
Vereniging De Zonnebloem
In een elektrische rolstoel, aan één van de tafels in de salon, zit Hilda Gerard (80) te stralen. ‘Ik kan niet vergeten hoe leuk ik het had op de vorige reis,' zegt ze glimlachend. ‘Mijn moeder heeft veel hulp nodig,' zegt haar dochter. ‘Op een andere manier zou ze niet op vakantie kunnen.' Het schip, eigendom van de vereniging de Zonnebloem, vaart jaarlijks 42 keer uit om mensen die hulp nodig hebben een vakantie te geven.
In de machinekamer is goed te zien hoe eenvoudig een grote energiebesparing kan zijn. Tussen dieselmotoren, generatoren, pompen, leidingen, handels, kranen en buizen klinkt een snerpend gezoem van een pomp. De voorstuwingsdiesels, twee manshoge gele Caterpillars van 2,5 meter lang met acht cilinders, draaien nog niet. Toch is het er al flink warm. ‘Wanneer we varen, is het hier een graad of veertig,' zegt Ernst Balkema (64), hoofd technische dienst. Op de schouders van zijn witte overhemd zitten blauwe epauletten met vier goudkleurige strepen en een scheepsschroef.
Energiezuiniger
Naast een groene pomp van ruim een meter hoog staat een kleine blauwe pomp ter grootte van een wasmachinemotor. ‘Deze grote pomp draaide vroeger het hele jaar', zegt Balkema. In de schaduw van de pomp draait nu alleen het kleine pompje. Zijn vermogen is veertig keer zo klein. De grote pomp draait nu nog alleen op warme zomerdagen, wanneer er veel koeling nodig is. ‘Alleen al door deze ingreep besparen we 3.500 euro per maand,' zegt Balkema. Het is één van de aanpassingen die hij deed aan de installaties om het schip energiezuiniger te maken.
De Zonnebloem liep in 2006 van stapel op de werf van IHC Merwede in Hardinxveld-Giessendam. Wat Balkema direct opviel, was het hoge dieselverbruik. Het schip moest wekelijks ruim twintigduizend liter diesel tanken. Een taxi die honderdduizend kilometer per jaar rijdt, doet er jaren over om zoveel te verstoken. De scheepvaartindustrie betaalt net als de vliegtuigindustrie weliswaar geen dieselaccijns, zodat een liter slechts 60 cent kost, maar toch levert dat een kostenpost van 12.000 euro per week op.
Klein ziekenhuis
Die twintigduizend liters diesel werden voornamelijk opgeslokt door twee reusachtige voortstuwingsmotoren, die twee schroeven aandrijven, drie even grote dieselgeneratoren, die elektriciteit genereren en twee ketels, die zowel verwarmings- als kraanwater verwarmen. Uiteraard heeft een schip als de Zonnebloem veel elektriciteit nodig. de hutten van gasten zijn bijvoorbeeld voorzien van bedden die elektrisch omhoog en omlaag kunnen. ‘Het is een klein ziekenhuis', zegt Balkema. ‘We hebben bijvoorbeeld ook een installatie voor medisch zuurstof aan boord.'
Balkema begon het energiebesparingsprogramma eenvoudig. In de salon, waar een vleugel staat, kijkt hij naar het plafond, waarin tientallen lampen zitten. ‘We hebben zestienhonderd halogeenlampen van vijftig watt vervangen door ledlampen van zeven watt. Het is een investering van een paar duizend euro, die je binnen een paar jaar terugverdient.'
Hulp bij energiebesparing
Vervolgens meldde Nuon Foundation, een afdeling van Nuon die haar eigen medewerkers stimuleert vrijwilligerswerk te doen en dit financieel steunt, zich om te helpen bij energiebesparing. Medewerkers van Nuon-dochter Ebatech installeerden meetkastjes in de elektriciteitskasten van het schip. Met dit energiemonitoring-systeem konden ze via internet volgen hoeveel energie elke ruimte of machine gebruikte.
‘Het grote voordeel is dat je direct ziet waar het grootverbruik zit', zegt Balkema. Het schip bleek twee energievreters te bevatten: de klimaatinstallatie, die zorgt voor ventilatie en voor airconditioning op warme dagen, en de verwarmingsketels, die voor verwarmingswater en warm tapwater zorgen.
Warme zomerdagen
De rol van Ebatech was vooral om de technische dienst te assisteren en aan het denken te zetten. ‘Merkwaardig dat de airco zo vaak aan en uit springt', merkten zij op. ‘Waarom draait de airco niet alleen op warme zomerdagen, maar ook op koude winterdagen?' vroegen de ingenieurs van Ebatech. Het antwoord was eenvoudig: de koelinstallatie koelde niet alleen de ruimten, maar ook de koelcel met proviand voor de reis en een kleine ruimte met computers, servers, geluidsinstallatie en televisieontvangers.
‘De hoofdinstallatie stond aan om die twee kleine ruimten te koelen', zegt Balkema. De oplossing was eenvoudig en tweeledig: in de computerruimte installeerde Balkema een kleine airco - een model dat ook in kleine kantoorruimtes gebruikt wordt - en in de machinekamer plaatste hij de kleine pomp naast de grote pomp, zoals hij eerder liet zien. Het grootste deel van het jaar draaien de kleine airco en de kleine pomp. Alleen op warme dagen gaat de grote pomp aan het werk.
Warmtewisselaars
Een andere grote besparingsslag is ook in de machinekamer te zien. voor de dieselgeneratoren staan zogenoemde warmtewisselaars waarin water wordt opgewarmd met koelwater uit de dieselmotor. Door de benutting van het koelwater verbruiken de verwarmingsketels nauwelijks diesel meer en is elektrische verwarming van het tap- of verwarmingswater niet meer nodig.
‘Vroeger ging die warmte volledig verloren', zegt Balkema. Vergelijk dit systeem met de verwarming in een auto: wanneer je in je auto de verwarming aanzet, gaat er geen elektrische verwarming aan, maar verwarmt de hete motor ventilatielucht, die in de auto wordt geblazen.
Organisatorische aanpassingen
Naast deze technische aanpassingen, maakte de bemanning een aantal organisatorische aanpassingen en probeert gedragsverandering te stimuleren. lege ruimten worden nu niet meer gekoeld. ‘Een ruimte is binnen een half uur op temperatuur. bovendien, zodra je een airco hoort zoemen of blazen, voelt de temperatuur in de ruimte al een stuk koeler aan.'
Ook de keuken moest er aan geloven. Een kok laat het liefst de elektrische kookplaten de hele dag aan staan. dan kan hij altijd snel een pannetje opwarmen. De oplossing: een inductiekookplaat voor snel opwarmen. Een ander voorbeeld: wasmachines draaien alleen met een volle trommel.
Onbegrip over energie
‘Het valt of staat met de motivatie van het personeel', zegt Balkema, ‘en dat is soms best moeilijk.' Er bestaat immers veel onbegrip over energie. ‘Mensen denken: wat maakt het uit of ik het licht aan of uit doe, die generator draait toch.' Hij legt regelmatig uit dat wanneer iemand een lamp of apparaat aanschakelt, de generator zwaarder wordt belast en het brandstofverbruik omhoog gaat. Een auto gaat tenslotte ook meer verbruiken wanneer een automobilist het gaspedaal indrukt.
Op de vraag wat er nodig is om een dergelijk project van de grond te krijgen, antwoordt Balkema bescheiden. ‘Je moet je energieverbruik goed monitoren. Het is goed om een bedrijf als Ebatech in te huren, dat je wijst op de verliezen.'
Succes
Zijn enthousiaste en gedetailleerde manier van vertellen verraadt echter dat een project als dit alleen met een fanatieke kartrekker een succes wordt. Het heeft hem veel tijd gekost. ‘Het is veel rekenen en je denkt er veel over na. Het moet je persoonlijk aanspreken, maar ik vond het leuk om mijn studiekennis weer op te halen.' Wat helpt, is dat scheepspersoneel niet om vijf uur naar huis gaat. Elke avond voor hij gaat slapen, neemt Balkema een kijkje in de bloedhete machinekamer. ‘Je bent hier toch dag en nacht met je werk bezig.'
De investeringen, vaak enkele duizenden euro's, verdienen zichzelf stuk voor stuk binnen een paar jaar terug door middel van een lagere brandstofrekening. Het schip gebruikt nu een kwart minder brandstof dan het direct na de tewaterlating gebruikte, ongeveer 200 ton à 120.000 euro minder.
Energie besparen bij optimaal ontwerp
Volgens Balkema is er veel energie te besparen als scheepsontwerpers bij nieuwbouw al zo optimaal mogelijke systemen ontwerpen. ‘Een uitgebalanceerde elektrische installatie kan al veel besparen. dat die ene computerkast op dezelfde koelinstallatie was aangesloten als alle andere ruimten op het schip, is natuurlijk waanzin.' Scheepsbouwers en gebruikers zouden in zijn ogen vaker met elkaar moeten praten. ‘Het is triest hoe weinig terugkoppeling er is van gebruiker naar de werf.'
Gebruikers zouden ook veeleisender kunnen zijn en bij nieuwbouw het bestek kunnen doornemen op energieverbruik. om te voorkomen dat werven voor de goedkoopste in plaats voor de zuinigste techniek kiezen, zou een opdrachtgever het brandstofverbruik in de offerte kunnen laten opnemen. ‘Je moet bij het ontwerp al rekening houden met stijgende brandstofkosten.'
Fossiele brandstoffen
Om in de toekomst nog minder fossiele brandstoffen te gebruiken, denkt Balkema aan zonnepanelen. Op het dek kan hij gemakkelijk honderd vierkante meter kwijt. ‘We wachten nog even tot zonnepanelen een hoger rendement hebben en goedkoper zijn.
Bovenstaand artikel is gepubliceerd in de special Energie 2020, perspectief voor een duurzame bedrijfsvoering, in samenwerking met Nuon.
Lees ook:
> Peter de Wit , Eleonoor Hintzen en Kees van der Waaij over duurzaam ondernemen
> Batterijtechnologie maakt energietransitie mogelijk