Wout Dekker CEO Nutreco: sustainability zit in ons DNA

Wout Dekker CEO Nutreco: sustainability zit in ons DNA
Al ruim voordat sustainability bij menig bedrijf een plaatsje op de agenda kreeg, maakte Nutreco er werk van. Wout Dekker: ‘We moeten wel. Voedsel wordt steeds schaarser.'

We zijn op het hoofdkantoor van Nutreco in Amersfoort, een top 3 wereldspeler op het gebied van diervoeding en visvoer. Het bedrijf heeft vestigingen in dertig landen en zo'n tienduizend medewerkers. Slechts achthonderd daarvan werken in Nederland, zo laat zoötechnicus Wout Dekker later in het gesprek weten.

Sinds 2000 kent Nutreco een CSR-verslag. En sinds 2000 bent u CEO. Is dat toeval?
‘Nee, dat is geen toeval. Ik heb daar bewust werk van gemaakt. Ik geloof in sustainability en Nutreco is al sinds de oprichting als diervoedingsbedrijf in 1994 actief bezig met dit onderwerp. Lang voordat Al Gore de wereld wakker schudde. Ik vond het belangrijk hier meer over te communiceren.
Onze sector heeft van oudsher geen beste naam op dat gebied. We kennen allemaal de verhalen rond BSE, de varkenspest en dioxineschandalen. Wij spannen ons in om die naam te zuiveren. Ik ben er namelijk heilig van overtuigd dat het mogelijk is om de productie van veeteelt en viskweek te vergroten en tegelijkertijd de negatieve gevolgen daarvan op het milieu te verkleinen. En het mooie van CEO zijn van een bedrijf als Nutreco is dat je daadwerkelijk iets kunt doen om de duurzaamheid in deze sector te vergroten.
Ik realiseer me daarbij overigens heel goed dat duurzaamheid al snel wordt gezien als het speeltje van de directeur. Een speeltje dat vaak weer in de hoek verdwijnt bij een wisseling van de wacht. Dat gaat hier niet gebeuren. Duurzaamheid maakt deel uit van onze DNA-structuur.'
Moest Nutreco toen het in de jaren negentig al met duurzaamheid aan de slag ging, veel uitleggen? ‘Absoluut. We hadden een management buy-out gedaan en hadden twee Angelsaksische sponsors. Dan moet je wel een verhaal hebben, ja. We hebben er toen al bewust voor gekozen om het woord ‘ecology' een plaats te geven in onze naam. Nutreco is een afkorting van nutrition, ecology en economy: voeding, milieu en economie.'

Wat is dan dat verhaal? Waarom is die duurzaamheid zo belangrijk? ‘Omdat we zonder duurzaam om te gaan met natuurlijke hulpbronnen, straks niet voldoende hebben om de wereld te eten te geven. De wereldbevolking groeit naar negen miljard mensen in 2050, zo luiden de schattingen. Bovendien stijgen de inkomens naarmate economieën zich verder ontwikkelen. En we weten allemaal dat wanneer de mens meer verdient, hij ook meer vlees, vis, melk en eieren consumeert. Wat niet iedereen zich realiseert is dat al deze producten afhankelijk zijn van diervoeding. We hebben ons als uitdaging gesteld om bij te dragen aan het voeden van de wereldbevolking. Maar dan wél op een duurzamere manier.'

Vragen jullie klanten ook om duurzaamheid? ‘Slechts ten dele. Maar om een voorbeeld te geven: er was veel kritiek op de zalmindustrie. Om te kunnen voldoen aan de stijgende vraag naar vis in de wereld, is het kweken van vis onvermijdelijk. Dat is niets nieuws. Viskweek werd honderden jaren geleden in Europa al door monniken bedreven. Bovendien is het sinds jaar en dag een manier om soortenvermindering tegen te gaan. Zalm is echter, net als andere carnivore vissen als kabeljauw, zeebaars, heilbot of tonijn, een dure vis. het zijn jagers die andere vissen eten. Om zalm te kunnen kweken, zijn we dan ook afhankelijk van de productie van vismeel en visolie.
Het probleem daarbij is - of beter gezegd: was - dat er vijf kilo kleine visjes moest worden gevangen om een hoeveelheid visvoer te kunnen maken waarmee slechts één kilo zalm kon worden gekweekt. Dat was niet duurzaam en stakeholders waren daar niet blij mee. Wij hebben ons dit probleem uiteraard ook zelf gerealiseerd. En dus zijn we op zoek gegaan naar een oplossing. Die is er nu. De ratio kleine visjes:zalm is nu 1:1. We hebben nu dus veel minder vismeel nodig om eenzelfde hoeveelheid zalm te kweken. In de toekomst hebben we zelfs helemaal geen vismeel meer nodig. Ook is er een enorme duurzaamheidslag gemaakt op het gebruik van antibiotica in viskweek. Die is met maar liefst 99 procent afgenomen. Diezelfde verbeteringslag kunnen we maken voor varkens en kippen.De hoeveelheid antibiotica die toegediend wordt aan dieren in de bio-industrie kan drastisch naar beneden. Dat zijn natuurlijk mooie ontwikkelingen in een sector als de onze.'

Valt wat uw bedrijf doet wel eens lastig uit te leggen aan de markt? ‘Jazeker, bijvoorbeeld als het gaat om genetische modificatie. Tachtig procent van de veevoedergrondstoffen uit Noord- en Zuid-Amerika is genetisch gemodificeerd. Dus moeten wij uitleggen dat onze kostprijs hoger is als wij in Europa geen gebruik maken van die genetisch gemodificeerde grondstoffen voor onze producten.'

Wat is uw standpunt wat betreft dit onderwerp? ‘We nemen geen ethisch standpunt in, maar vinden dat onze klanten en de consument te allen tijde de keuze moeten hebben. en dat is knap ingewikkeld. Het is een hele toer om producten aan te bieden waarvan de hele keten vrij is van genetische modificatie. Maar de consument beslist uiteindelijk.'

In welke onderzoeksgebieden investeert u? ‘Onder andere in voerefficiency, gebruik van alternatieve grondstoffen, darmgezondheid en voer- en voedselkwaliteit. En uiteraard duurzaamheid. De uitdaging in het rijke westen is dat we maar liefst één miljard mensen hebben die te zwaar zijn, 300 miljoen westerlingen zijn zelfs ‘obesed'. Aan de andere kant van de wereld heb je eenzelfde hoeveelheid mensen die honger lijdt. voedselvoorziening in de wereld is momenteel dan ook meer een vraagstuk van verdeling dan van productie. De uitdaging voor 2050 is echter hoe we de voedselproductie kunnen verdubbelen en tegelijkertijd de footprint kunnen halveren. Daarin ligt ook een belangrijke rol voor ons als diervoedingsindustrie.'

Hoe lukt het Nutreco om de medewerkers mee te krijgen in het verhaal van duurzaamheid? ‘Dat gaat vrij eenvoudig. Zoals ik al zei: het onderwerp zit in ons DNA. Toen we ons eerste CSR-verslag (Corporate Social Responsibility verslag) maakten, haalden we het net op om te kijken welke duurzaamheidinitiatieven de organisatie al kende. Dat bleken er veel meer te zijn dan we dachten. En medewerkers in onze sector wereldwijd zijn vaak echte natuurliefhebbers. Die hoef je niet te overtuigen van het nut van duurzaamheid.'

Stuurt u wat duurzaamheid betreft ook op parameters? ‘Ja. Om sustainability nog beter te verankeren, hebben we sinds twee jaar een separaat performancecontract opgesteld op basis van onze CSR-doelstellingen. Het terugdringen van CO2 is daar een belangrijk onderdeel van. In vijf jaar tijd willen we onze CO2-uitstoot met vijftig procent hebben verminderd. Dat gaan we halen. U ziet, we hebben hier in ons hoofdkantoor al ledverlichting geïnstalleerd. Dat is een voorbeeld van een eenvoudige maatregel waar al veel winst mee valt te behalen. Maar we willen er ook samen met onze ketenpartners voor zorgen dat het eindproduct minder emissie veroorzaakt. Dat betekent dat we op termijn een boer die koeienbrokken koopt kunnen vertellen welke afstand de grondstof heeft afgelegd en hoe groot de CO2-uitstoot is geweest.'

Slechts een klein deel van uw medewerkers bevindt zich in Nederland. Waarom dan toch hier het hoofdkantoor? ‘We zijn om te beginnen een van oorsprong Nederlandse onderneming. Bovendien is Nederland een prachtig land voor het hoofdkantoor van deze onderneming. Het is een dichtbevolkte Delta waar ruimte schaars is met veel mensen en dieren, waar over onderwerpen als antibioticagebruik, duurzaamheid en bio-industrie levendig wordt gediscussieerd. Daarnaast hebben we een uitstekend ministerie en kan Wageningen University and Research Centre zich als kennisinstituut met de top van de wereld meten. De Nederlandse boer staat qua duurzaamheid wereldwijd bovenaan. Ik zeg altijd dat de wereld beter af zou zijn als al het voedsel door Nederlandse boeren werd geproduceerd. De samen-werking binnen deze gouden driehoek is uniek. Dit alles maakt dat Nederland een mooie proeftuin is voor wat we in de rest van de wereld kunnen neerzetten.'

Hoe gaat u om met die wereldwijde verschillen, bijvoorbeeld als het gaat om arbeidsomstandigheden? ‘De normen hiervoor variëren enorm van land tot land. Zo mogen medewerkers in de westerse wereld geen zakken sjouwen van 25 kilo of zwaarder. In andere delen van de wereld sjouwen fabrieksarbeiders soms zeventig kilo of meer. Aan de ene kant willen we als bedrijf rekening houden met het feit dat werkgelegenheid in ontwikkelingslanden een groot goed is. Aan de andere kant willen we dat onze medewerkers onder goede arbeidsomstandigheden werken. Om die reden hebben we bepaalde buitenlandse acquisities ook niet gedaan.'

Hoe zit dat met kwaliteitseisen en grondstoffen?
‘Daarvoor hanteren we wereldwijd uniforme standaarden. Daar wordt niet aan getornd.'

Kunnen commissarissen een rol spelen als het gaat om het verankeren van duurzaamheid in de organisatie? ‘Dat kunnen ze zeker. Toen wij in 2000 met ons CSR-verslag kwamen, hadden wij meteen al de steun van onze commissarissen. Dat was mooi, maar het verslag had toen nog lang niet de status als die van bijvoorbeeld een financieel jaarverslag. Daar is wel wat verandering in gekomen. Twee jaar geleden hebben we grote stappen gezet door het instellen van een vaste Innovation & Sustainibility-commissie. Deze opereert naast onze remuneration- en auditcommissies en vormt een subcommissie van de Raad van Commissarissen. Daarmee hebben we het onderwerp nu ook verankerd aan de governance-kant van de organisatie.'

Wordt duurzaamheid in organisaties nog steeds als een apart onderwerp behandeld?
‘Op de lange termijn is het absoluut een geïntegreerd onderwerp bij bedrijven. Ook in onze missie en visie is het geïntegreerd. Toch zullen wij, en ook andere bedrijven, duurzaamheid nog lange tijd gescheiden houden van de rest van de business omdat het onderwerp nog erg broos is. Het wordt voor onze Nederlandse boeren de komende jaren een grote uitdaging om meer toegevoegde waarde te leveren aan hun producten. De Nederlandse boer behoort tot de top van de wereld als het gaat om duurzaam produceren en tegelijkertijd worden alle rekeningen bij hem neergelegd. Hij houdt daardoor te weinig winst over. Als Nederland ook op lange termijn een duurzame agrarische sector wil, is het essentieel dat boeren winst maken.'

Tot slot: bent u optimistisch over de toekomst? ‘Toch wel. We moeten voedselzekerheid weer op de eerste plaats van de mondiale agenda plaatsen. Grondstofprijzen gaan weer omhoog waardoor er weer meer honger komt in de wereld. Maar daar kunnen we - mits we de krachten bundelen - veel aan doen. Wat het onderwerp duurzaamheid en ons eigen bedrijf betreft, heb ik vertrouwen in de toekomst. Stel dat hier morgen een hele nieuwe Raad van Bestuur plaatsneemt, dan blijft het onderwerp duurzaamheid op de agenda staat. Al was het alleen al omdat onze Raad van Commissarissen zich in het onderwerp heeft verdiept en het serieus neemt. Bovendien loont het om in duurzaamheid te investeren. De geitenwollensokkengedachte dat bedrijven er alleen maar geld in moeten steken en niet moeten rekenen op rendement, is allang achterhaald. Om een voorbeeld te geven: onze Noorse dochteronderneming Skretting heeft begin 2010 het product MicroBalance op de markt gebracht. Daarin is de vismeel voor de helft vervangen door plantaardige ingrediënten. Dat product alleen al is goed voor 85 procent van onze verkoop van zalmvoer. Een prima voorbeeld van het hand in hand gaan van nutrition, ecology én economy.'

Interviewer van dit artikel over sustainability met Wout Dekker van Nutreco is Roger Dassen is bestuursvoorzitter Deloitte Nederland.

Bovenstaand artikel is verschenen in de special 'De Duurzame commissaris' in samenwerking met Deloitte.

Lees ook:
> Biografie Wout Dekker, CEO Nutreco
> Interview Wout Dekker: 'Ik geloof in strategische controle'
> Herna Verhagen, commissaris Nutreco
> Nutreco boekt ruim 2 miljard euro omzetstijging
> Nutreco wil van pensioenfonds af

facebook