Analyse Erasmus Corporate Impact Index 2022

Analyse Erasmus Corporate Impact Index 2022
Alliander is voor de derde maal op rij als eerste geëindigd in de Erasmus Corporate Impact Index, de lijst van ondernemingen met de grootste verwachte maatschappelijke impact van Nederland. Het netwerkbedrijf laat opnieuw zien hoe meervoudige waardecreatie aandeelhouders én de maatschappij voordeel oplevert. Bij steeds meer bestuurders staat impact op het netvlies, zo laat de index zien.

> De volledige lijst nog niet gezien? Bekijk hier de Erasmus Corporate Impact Index 2022.

Bewoners van een Amsterdamse straat zaten vorig jaar enige tijd uit protest in de kuil die netwerkbedrijf Alliander in de grond had gegraven om een nieuw transformatorhuisje te plaatsen. Pal voor hun voordeur. Het bericht haalde de lokale nieuwszender NH Nieuws én het jaarverslag van de netwerkbeheerder. Het illustreert treffend de maatschappelijke impact die de activiteiten van bedrijven kunnen hebben en de dilemma’s van bestuurders. Met elk nieuw transformatorhuisje wordt het netwerk voorbereid op de energietransitie, met het oog op het tegengaan van klimaatverandering. Datzelfde huisje kan ook een negatieve impact hebben op het leven van klanten. Bewoners waren boos vanwege vermeende waardevermindering van huizen, het verdwijnen van parkeerplaatsen en lawaaioverlast. Ook vreesden zij dat de straling schadelijk zou zijn voor de gezondheid van jonge kinderen. Impact waar Alliander en veel andere bedrijven zich steeds beter van bewust zijn. Alliander schrijft over het spanningsveld tussen de noodzaak van elektrificatie en belangen van bewoners in het jaarverslag: ‘Om situaties als in Amsterdam in de toekomst te voorkomen, zullen we ons meer moeten inleven in de belevingswereld van klanten en hen proactief meenemen in de stappen die we gaan zetten.’ Alliander voert dit jaar opnieuw de Erasmus Corporate Impact Index aan. Het bedrijf, dat een groot deel van het Nederlandse gas- en elektriciteitsnetwerk beheert, mag zich voor het derde jaar op rij de onderneming met de grootste verwachte maatschappelijke impact van Nederland noemen. 

Voortrekkersrol
De index is dit jaar voor de zesde maal samengesteld en is een initiatief van Management Scope in samenwerking met het Impact Centre Erasmus van Erasmus Universiteit Rotterdam. Doel van de ranking: de verwachte positieve impact van het bedrijfsleven in Nederland inzichtelijk maken. We willen laten zien welke bedrijven in Nederland een voortrekkersrol hebben als het gaat om het verbeteren van hun maatschappelijke impact. Dat doen we door de 100 grootste bedrijven in Nederland te beoordelen op vijf pijlers: goed bestuur, de relatie met de buitenwereld, duurzaamheid, financiële gezondheid en goed werkgeverschap. De top-20 van de lijst  is een heel diverse groep bedrijven. Zij illustreren de verschuiving die gaande is in het bedrijfsleven: van kortetermijnfocus op winstoptimalisatie naar een langetermijnvisie op maatschappelijke waardecreatie en impact.

Breng impact in beeld
Alliander wil in de bedrijfsvoering actief de positieve impact vergroten en de negatieve impact verminderen. Het eerdergenoemde Amsterdamse voorbeeld is daarom opgenomen als een van de leerpunten in het jaarverslag. Het transformatorhuisje komt niet in de straat, maar wordt naar verwachting elders in de buurt geplaatst, verder weg van woonhuizen. Niet alleen goed nieuws voor de betreffende bewoners. Alliander laat omwonenden vanaf nu virtueel meekijken naar beoogde locaties van transformatorhuisjes in de buurt. Dat kan dankzij een handige online toepassing: het winnende idee van de 24-uurs Alliander Innovathon, waarbij alle stakeholders wordt gevraagd mee te denken over disruptieve ideeën én oplossingen voor de toekomstbestendige energievoorziening.

Delen met de buitenwereld
Alliander scoort hoog op alle vijf pijlers in de Erasmus Corporate Impact Index: goed bestuur, de relatie met de buitenwereld, duurzaamheid, financiële gezondheid en goed werkgeverschap. De onderneming wil niet alleen de impact verbeteren, maar ziet het ook als haar taak om dit te delen met de buitenwereld om op die manier anderen te stimuleren: klanten, aandeelhouders en andere ondernemingen. Een resultaat daarvan is het slimme schema in het jaarverslag dat duidelijk maakt welke impact belanghebbenden op korte en lange termijn kunnen verwachten.
Alliander maakt sinds een aantal jaar een geïntegreerd verslag volgens de richtlijnen van de International Integrated Reporting Council (IIRC). Die rapportage maakt expliciet hoe en voor wie waarde wordt gecreëerd en welke negatieve effecten daarmee samenhangen. Het model meet onder andere de impact van een activiteit op milieu, innovatie, financiële gezondheid en menselijk kapitaal. Zo wordt zichtbaar wat de activiteiten van de Alliander- huishoudens, zakelijke klanten en het milieu opleveren of kosten: informatie die ook wordt meegenomen bij strategische beslissingen. In 2021 investeerde Alliander meer dan een miljard euro, het merendeel in het energienet. Dat is de grootste investering voor de onderneming ooit.

Grondstofschaarste en klimaatverandering
De top-3 van de index is al sinds 2020 gelijk. Of: al drie jaar op rij gelijk. De nr. 2, lifescience-bedrijf DSM, staat al sinds de eerste editie van de index in 2017 in de top van de ranking van ondernemingen met de grootste verwachte maatschappelijke impact. Verzekeraar a.s.r. maakte sindsdien juist een snelle spurt omhoog. Bij de start van de index haalde het bedrijf de 66e plaats, om via een 23e en 12e positie sinds 2020 op de derde plaats te eindigen.
DSM en a.s.r laten zien dat financieel succes goed samen kan gaan met een bedrijfsvoering gericht op het vergroten van maatschappelijke impact. DSM scoort hoog op alle onderdelen in de Impact Index, onder andere op de pijler financiële gezondheid en relatie met de buitenwereld. Elke pijler kent een aantal metrics en submetrics. De resultaten in de laatste pijler laten zien dat bij DSM bestuurders steeds vaker lid zijn van duurzame netwerken. Ook hebben de leden van de raad van bestuur diverse relevante nevenfuncties. DSM ontwikkelt op basis van doelen rond klimaatverandering, de schaarste aan grondstoffen en gezondheid nieuwe producten om de maatschappij te verduurzamen. Die zijn actueler dan ooit in de huidige wereld met grondstofschaarste en klimaatverandering. Voorbeelden zijn bouwmaterialen uit recyclede grondstoffen en de ontwikkeling van een voedingssupplement dat koeien minder methaangas uit laat boeren, om zo bij te dragen aan het beperken van de CO2-uitstoot van de veeteelt.

Risico’s van klimaatverandering
a.s.r zette de afgelopen jaren fors in op het verhogen van de maatschappelijke impact. Dat vertaalt zich in een flinke stijging in de index, een derde plaats. De verzekeraar brengt de veelbesproken tweeledige materialiteit in de praktijk. Materialiteit is een maatstaf die bepaalt of een duurzaam thema significant is voor een bedrijf. Het helpt bedrijven om hun risico’s en kansen op het gebied van milieu-, sociale en governance-kwesties (ESG) te bepalen. a.s.r. ondervindt nu al de risico’s van klimaatverandering: natuurfenomenen als storm en overstromingen leiden ertoe dat de schadelast van de verzekeraars toeneemt. Bij tweeledige materialiteit worden niet alleen de risico’s van het klimaat op de onderneming als ‘materieel’ aangeduid, maar ook andersom: de impact die een bedrijf zélf op het klimaat heeft. De voortvarendheid van a.s.r. bij het meten van CO2-uitstoot van de eigen onderneming en de bedrijven waar het in belegt, sluit daar bij aan.
De volgende stap die de onderneming wil nemen, is de CO2-uitstoot gericht verlagen. In 2021 zijn doelen gesteld om dat voor elkaar te krijgen, bijvoorbeeld door fossiele beleggingen stapsgewijs uit te faseren uit de beleggingsportefeuilles. In de meting is dit jaar ook het nieuwe beloningsbeleid van de onderneming beoordeeld op de pijler goed werkgeverschap. In 2020 stopte a.s.r. met het uitkeren van bonussen aan topbestuurders. Ook is afgesproken dat de top nooit meer dan 20 keer het gemiddelde salaris van alle werknemers verdient.

Aandacht voor impact
Wat de bedrijven in de top van de index kenmerkt, is dat ze de aandacht voor impact uitdragen. Een goede ontwikkeling, die we dit jaar bij meer bedrijven zien, onder andere in de inhoud van de ceo letter. Binnen de pijler goed bestuur wordt gekeken of en in welke mate de ceo letter ingaat op maatschappelijke impact. Veel vaker dan voorgaande jaren noemen bestuurders in deze boodschap aan de lezers van het jaarverslag expliciet duurzaamheid en maatschappelijke impact. Alleen het benoemen van deze thema’s is natuurlijk niet toereikend. Ook het aantal bestuurders dat in het verslag concrete voorbeelden en behaalde doelen opneemt stijgt. Bij 27 van de bedrijven in de top-30 staan maatschappelijke impact en waardecreatie op lange termijn én de concrete voorbeelden en doelen expliciet in de ceo letter in het jaarverslag. Kijken we naar het totaal van 100 bedrijven die de Impact Index volgt, dan benoemen 71 bedrijven duurzaamheid en/of maatschappelijke impact in de ceo letter. 51 daarvan noemen hierbij concrete voorbeelden of doelen. Vorig jaar benoemden 70 bedrijven duurzaamheid en/ of maatschappelijke impact in de ceo letter. Veel minder – 34 – daarvan noemt hierbij concrete voorbeelden of doelen.

Bijzondere stijgers en dalers
De ranking kent een aantal opvallende stijgers en dalers. TKH Group – bij velen nog bekend als Twentsche Kabel Holding – steeg dit jaar fors op de ranglijst, van positie 54 naar positie 28. Het technologiebedrijf ontwikkelt innovatieve technologie voor de telecom, bouwsector en de industrie. Die stijging op de ranglijst richting top-20 komt vooral door het feit dat de organisatie veel meer deelt over de maatschappelijke impact van de activiteiten. Tot 2021 was er in het jaarverslag en andere openbare bronnen onvoldoende informatie te vinden om de verschillende onderdelen mee te laten wegen in de ranking. Nu is deze informatie wel beschikbaar en bereikt de onderneming een fors hogere totaalscore, vooral op het gebied van goed werkgeverschap. TKH Group behaalt een hoge score door de werknemerstevredenheid en initiatieven voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Ook noemt het duurzaamheid in de missie en is de verantwoordelijkheid voor het duurzaamheidsbeleid gelegd bij een van de leden van de raad van bestuur. Dat draagt bij aan een strategische aanpak van onderwerpen die van belang zijn voor maatschappelijke impact, zo leert de ervaring. Ook elektronicaconcern Philips is flink gestegen in de ranking. De onderneming haalt betere scores op de financiële pijler en op de pijler goed werkgeverschap. In die laatste categorie vallen vooral de initiatieven voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt in positieve zin op. In de ceo letter in het jaarverslag ziet Frans van Houten zich wel genoodzaakt zijn excuses voor een potentieel gevaarlijke productiefout in de door het bedrijf geleverde slaapapneu- en beademingsapparaten te maken.
Opvallende dalers zijn er ook. Neem Unilever, dat vorig jaar een 15e plaats in de ranking had. Dit jaar staat het levensmiddelenconcern op plaats 32, dus net buiten de top-20. Unilever scoort dit jaar minder hoog op de pijler financiële gezondheid. Ook binnen de pijler relatie met de buitenwereld is Unilever achteruitgegaan. In vergelijking met vorig jaar worden leden van de raad van bestuur en de raad van commissarissen iets minder vaak genoemd in medialijsten. Ten slotte worden duurzaamheid en maatschappelijke impact minder concreet genoemd in de ceo letter dan vorig jaar.

Concrete voorbeelden
Bij het samenstellen van de Erasmus Corporate Impact Index zien we dat de wens om de positieve maatschappelijke impact te vergroten bij veel bedrijven leeft. Die wens leidt echter lang niet altijd tot concrete actie. Bij het samenstellen van de ranking brengen we ook in kaart of bedrijven goede concrete doelen vastleggen voor de verandering die ze willen bereiken. Dat is noodzakelijk, want de verschillen zijn groot. Diverse bedrijven nemen concrete targets in de jaarrapportage op, met streefgetallen en -percentages. Of ze delen welk deel van het meerjarig doel om de impact te vergroten is bereikt. Andere bedrijven in de top-100 publiceren veel minder concreet over impact. Zo noemen veel bedrijven dat ze bezig zijn met de verduurzaming van de panden. Of dat gaat om het plaatsen van enkele zonnepanelen of dat bedrijfsgebouwen volledig energieneutraal worden gemaakt, blijft echter onduidelijk.
Alles in de Erasmus Corporate Impact Index draait om het maken van het verschil. Vermelden dat de onderneming diversiteit hoog in het vaandel heeft staan, is nog geen strategie. We willen graag zien dat er doelstellingen zijn, dat de resultaten worden gemeten en dat prestaties over de jaren verbeteren. Pas dán kunnen we verwachten dat er daadwerkelijk positieve impact wordt behaald.

Delen van de dilemma’s
De impact-meting laat zien welke bestuurders naast de belangen van aandeelhouders ook de belangen van andere stakeholders meewegen in hun beslissingen. Het gaat om het verschil tussen ‘impact op de onderneming’, en ‘de impact van de onderneming’: een belangrijk onderscheid dat ook menig bestuurder voor vraagtekens plaatst. Het vergroten van de maatschappelijke impact is belangrijk, maar niet eenvoudig. Bedrijven die over hun maatschappelijke impact rapporteren, delen soms ook de vraagstukken en dilemma’s die ze daarbij tegenkomen. Zo beschrijft ABN AMRO (nr. 4) in haar Impact Report 2021 vraagstukken rond de hypotheekverstrekking, biodiversiteit en de verduurzaming van IT-systemen. Nu de digitalisering van bankieren steeds verder gaat, zoekt de bank bijvoorbeeld naar mogelijkheden om de vervanging van de IT-apparatuur meer circulair te laten verlopen. Hergebruiken in plaats van weggooien dus. Maar in het productdesign is geen rekening gehouden met hergebruik, bovendien bieden de huidige IT-contracten geen voordeel voor aanbieders om bijvoorbeeld refurbished apparatuur te leveren. Met meer circulaire levenscyclus-strategieën voor IT-systemen hebben de IT-partners van de bank nog weinig ervaring. Reden voor de bank om samen met leveranciers verder onderzoek te doen naar de mogelijkheden.

Meten van maatschappelijke impact
Met deze en andere inzichten kunnen ook andere bestuurders hun voordeel doen. Denk ook aan de wijze van meten van maatschappelijk impact: waardevolle informatie voor álle bestuurders. Kiest de onderneming bijvoorbeeld voor het rapporteren van alleen ESG-criteria, of worden ook Sustainable Development Goals (SDG’s ofwel duurzame ontwikkelingsdoelen) toegevoegd aan de strategie?
Om vraagstukken te doorgronden, betrekken diverse bedrijven stakeholders nadrukkelijker bij hun maatschappelijke strategie. Zo heeft Alliander een stakeholderpanel met daarin vertegenwoordigers van de overheid, wetenschap en maatschappelijke organisaties gevraagd om een kritische blik op de verslaggeving. Ook hebben diverse bedrijven een kinderraad: een denktank van kinderen die vanuit hun eigen invalshoek meedenken over de duurzame toekomst van de onderneming.

In de details
Het beste nieuws van deze editie van de Erasmus Corporate Impact Index zit in de details. Wie de scores van de 20 bedrijven met de grootste verwachte maatschappelijke impact van Nederland vergelijkt met vorig jaar, ziet dat bijna al deze bedrijven een betere totaalscore laten zien dan vorig jaar. Met andere woorden: de meeste bedrijven weten hun maatschappelijke impact te verbeteren en hebben de lat dit jaar wat hoger kunnen leggen. Dat is goed nieuws voor mens, milieu en maatschappij. Onze ambitie is dat de index bestuurders stimuleert om hun invloed te gebruiken om de maatschappelijke impact te vergroten en zo het gat tussen maatschappij en bedrijfsleven te verkleinen.

Verantwoording en naamgeving
De Erasmus Corporate Impact Index is tot stand gekomen als samenwerking tussen Management Scope en het Impact Centre Erasmus. De top-100-bedrijven van Nederland zijn geanalyseerd op hun verwachte maatschappelijke bijdrage. De verwachte maatschappelijke impact van elk bedrijf is berekend aan de hand van de scores op vijf pijlers: goed bestuur, de relatie met de buitenwereld, duurzaamheid, financiële gezondheid en goed werkgeverschap. Elke pijler kent een groot aantal metrics en submetrics. De uitgebreide verantwoording van de gehanteerde systematiek vindt u op managementscope.nl. Tot en met 2021 was de naam van de index verbonden aan Management Scope. Accenture leverde als partner van Management Scope in de eerste jaren een bijdrage aan de pijler financiële gezondheid. Het Impact Centre Erasmus heeft de index ontwikkeld en is sinds 2021 verantwoordelijk voor data-analyse, verwerking en wetenschappelijke autonomie en integriteit. De naam van de index is daarom in 2022 veranderd in Erasmus Corporate Impact Index.

Dit artikel is gepubliceerd in Management Scope 07 2022. Analyse door Cleo Scheerboom, onderzoek door Impact Centre Erasmus/Sustainalytics.

facebook