Leven alsof je leven ervan afhangt

Auteur: Pieter Hemels | Beeld: Rogier Veldman | 20-05-2025
Een maand geleden schreven we hier over een collega die volstrekt onverwachts met acute leukemie opgenomen werd op de IC van het VUmc. We schreven ‘als we dit schrijven, weten we nog niet of ze het gaat halen tot stap 2’. Drie dagen later is zij overleden. Wat we een maand geleden niet schreven, was dat de collega Daphne Prieckaerts was: de moeder van ftrprf, de moeder van onze aandeelhouders en 42 jaar lang mijn partner in alle aspecten van mijn leven.
In de eerste week van maart zijn het voltallige directieteam en al onze aandeelhouders een weekje aan het skiën in Tignes (in één zin de essentie van een familiebedrijf beschreven). Halverwege die week krijgt Daphne wat griep. Terug in Nederland nemen de klachten toe. Maandagochtend verwijst de huisarts haar naar de longarts. Twee uur later zegt een hematoloog: ‘U heeft een zeer agressieve vorm van acute leukemie. We willen direct met chemo starten.’ Twee uur later gaat ze met loeiende sirene naar het VUmc. Weer twee uur later vecht ze, letterlijk, voor haar leven op de IC. Ze overleeft, dodelijk ziek, de eerste nacht. De volgende dag, zich volledig bewust van de ernst van de situatie, formuleert ze drie leefregels voor in het ziekenhuis.
1. One hour at a time
De eerste regel die Daphne formuleert, is one hour at a time. Ik vraag haar wat ze bedoelt. Ze zegt: ‘Het heeft geen zin om me druk te maken over morgen als ik komend uur niet overleef. Dus richt ik me op wat komend uur moet gebeuren. Eén uur per keer.’ Later vertelt een vriend dat deze denkwijze door commando’s wordt gehanteerd in stressvolle of gevaarlijke situaties.
2. Focus je uitsluitend op zaken waar je invloed op hebt
Ten tweede legt ze uit dat ze 100 procent van haar energie besteedt aan de zaken waar ze daadwerkelijk invloed op heeft. Ze laat zich door niets afleiden waar ze niets aan kan doen. Een dag later wordt me ten volle duidelijk wat ze bedoelt. Ik vraag haar of ik voor zal lezen wat er op de tien infusen staat die ze toegediend krijgt. Ze zegt: ‘Nee hoor.’ Ik vraag waarom niet, waarop ze antwoordt: ‘Omdat het niet uitmaakt. Het medische team van het VUmc gaat over mijn behandeling. Ik heb daar volledig vertrouwen in. De kennis over wat er in die infusen zit, levert mij niets op. Ik concentreer me uitsluitend op de zaken waar ik verantwoordelijk voor ben: rust, voeding en bewegen.’
3. It’s a new day. Make it count
Ook de derde leefregel-voor-in-het-ziekenhuis voert ze letterlijk in. Iedere ochtend dat een nieuwe dag begint, hoe afschuwelijk de nacht ook is geweest, spreekt ze hardop uit: It’s a new day. Let’s make it count. In het volle besef dat iedere nieuwe dag haar laatste dag kan zijn, besluit ze dat iedere dag volle betekenis heeft. Dat leidt niet tot to-do’s, het leidt tot ‘zijn’. Met volle aandacht luisteren. De verpleegkundige oprecht bedanken. Ze leefde 16 dagen, zonder angst, wetende dat iedere dag haar laatste kon zijn, met volle aandacht.
Het laatste dat ze schreef (ze kon niet praten omdat ze geïntubeerd was), was time is not linear. Het verleden, heden en de toekomst zijn met elkaar verbonden. Het was haar finale uitnodiging om de manier waarop we naar gebeurtenissen kijken te veranderen, de volgorde minder belangrijk te laten zijn dan de onderlinge relatie en betekenis. Daphne laat, naast een enorme leegte, een enorme wijsheid achter. It’s a new day. Zullen we?
Dit stuk is gepubliceerd in Management Scope 05 2025.